Werkjes van Eric van der Steen:
„Alfabêtises" en „Vuurwater"
Goya ontleedde menselijke ziel
Filmfestival te Cannes:
massale onderneming
De
ZATERDAG 5 MEI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
Gevoel, dal gecontroleerd wordt
door het verstand
Groeperen, een bepaalde vorm van generaliseren, Is een werkmethode die
men ook in de literatuurgeschiedenis gaarne toepast. Het is een bruikbare
en zelfs wel verhelderende vereenvoudiging om bepaalde stromingen te be
lichten, mits men maar goed in het oog houdt dat de onder een bepaalde
naam gevangen schrijvers vogels van zeer diverse pluimage zijn. Dat valt
weer eens sterk op wanneer men zich bezint op het werk van Eric van der
Steen (pseudoniem van de in 1907 in Veere geboren journalist mr, D. Zijl
stra). Er bestaat geen bezwaar tegen, hem in to delen by de zgn. „Crite-
teriumgroep", integendeel, hy is daar zelfs een zeer typische vertegenwoor
diger van. Maar in die groep is hy een aparte en originele figuur, o.a. door
het speelse en fantastische, soms surrealistisch-grillige dat een kenmerk
is van zyn werk.
Onlangs werden we verrast met een herdruk van zyn gedichten, en thans
verschenen er twee nieuwe boekjes van hem in de Boekvink-reeks, een bun
del aforismen „Alfabêtïses, ook wel genaamd margarïnalia" (zo'n titel is
tekenend voor Van der Steen, een mengeling van geestig, gezocht en flauw)
en een bundel novellen, „Vuurwater". In dicht, korte notities en novellen is
Van der Steen ongetwijfeld op zyn best, het zijn dan ook twee aantrekkelij
ke werkjes geworden.
gebeuren, e nde psychologische kijk
op zijn personen. Hij ziet dat alles bij
zonder scherp noteert even karakte
ristiek, vaak met brillante fantasie
(prachtige voorbeelden daarvan vindt
men in Vuurwater en Insectendag)
vaak met een vleug humor, spot, zelf
spot of cynisme (En wie cynisme ge
voelloos noemt, verwart eelt met dik
huidigheid, naar zijn eigen woorden).
Hoewel zyn verhalen meestal in de
eerste persoon enkelvoud geschreven
zyn, verstaat hy uitstekend de kunst,
zich te vermommen: aardig en over
tuigend is „Baltechniek", verteld
door een soldaat uit Londen tydens
de Italiaanse campagne; mooi ook
Van het tijdschrift „Criterium" is
wel beweerd dat het romantisch-
realistisch of romantisch-rationalis-
tisch was, van Van der Steen dat hij
een elegische cynicus is. Hoe dit alles
nu zij, zeker is, dat Van der Steens
werk nergens sterk romantisch is met
realistische en rationalistische inslag,
(een van zijn personages in de novel
le „De fatale vrouw" zegt: „dat ge
voel bewees natuurlijk maar, dat hij
veel romantischer was dan hij wilde
weten") en dat er vaak een elegische,
zelfs wanhopige toon in valt te be
luisteren. Het gevoel echter steeds
gecontroleerd door het verstand;
soms wel eens opzettelijk en erg met
voorbedachte rade, als om een illu
sie expres te verstoren. Vaak ont
maskert Van der Steen enkel de wer
kelijkheid, zonder haar te transpone
ren tot een andere, poëtische, waarde.
Bang om zijn gevoeligheid te tonen is
hij niet maar een der kenmerken van
de Criteriumgroep is toch wel de ook
bij deze schrijver uitgesproken nei-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
ging om de romantische (vlucht
uit de werkelijkheid) gevoelens op
een bijna geforceerde, wat studenti
koze wijze binnen de perken te hou
den.
Forum was hen daarin voorge
gaan. Die super-mannelijkheid (in
elk opzicht, er zou bv. een apart
hoofdstukje te schrijven zyn over
de positie van de vrouw in de
kunst van deze groep) doet wel
eens wat geposeerd aan, men voelt
vaak dat het niet helemaal echt
is. Of men een man dan wel een
druiloor is, blykt uit elk stuk
scheppend werk, en wel sterker
naarmate men minder afficheert.
Dat hebben de Criteriumschryvers
(en ook de na-oorlogse generatie)
wel eens wat uit het oog verloren.
Om nu op Van der Steens jongste pu-
blikatier terug te komen. „Vuurwa
ter" bevat werkeljjk uitstekende kor
te verhalen, geschreven in een mar
kante stijl, en gekruid met pittige op
merkingen en speelse invallen, zij be
reiken 'n voornaam peil, en sommige
er van zouden stellig een grotere be
kendheid verdienen dan die. welke
ons beperkte taalgebied 'mogelijk
maakt. Daar is al in de eerste plaats
de titelgever, de novelle „Vuurwater",
het verhaal van een man die over
werkt geraakt is en dan als paying
guest in een exclusief pension gaat.
Daar gebeuren geheimzinnige dingen,
en het geheel eindigt dramatisch
maar het merkwaardige is, dat de in
trige in Van der Steens verhalen
eigenlijk niet de hoofdzaak is. Hoofd
zaak is zijn volkomen eigen, aparte
uitbeelding van de zaken die elke dag
het bijna klassieke kerstverhaal „De
ydele klokkengieter".
Overal gestrooid door zijn verhalen
staan tal van opvallende opmerkin
gen die een aforistisch karakter dra
gen, en het is dan ook geen wonder
dat er een bundel aforismen een in
ons land veel te weinig beoefend gen
re, maar dat ligt aan onze volksaard
van Van der Steen verscheen.
ALFABETISES
Deze alfabêtïses (gerangschikt
naar onderwerp volgens het ABC)
zijn kostelijk, althans goeddeels. Een
aforisme dient heel scherp gezegd en
geestig of geestrijk te zijn. Van der
Steen neigt (in al zijn werk) wel eens
naar het al te gezochte en vervalt
soms in het flauwe of volkomen
geestloze (men zie dat „margarina-
ha" in de titel, wat wij, persoonlijk al
thans, totaal niet kunnen appre
ciëren). Er staan dan ook aforis
men in dit boekje die het drukken
niet waard waren, maar daartegen
over staan er die zo pittig of aardig
gevonden zijn, dat we niet kunnen
nalaten er enige van over te schry-
ven. „Een boek: het stoffelijk over
schot van een idee".
„Zoals men om te weten hoe laat
het is niet in een klokkenwinkel moet
rondkijken, zo moet men voor God
niet in een klooster zijn";
„Een heer is iemand, die op een vrou
welijke manier mannelijk is";
„Wat is liefde? Dat is gemakkelijker
gedaan dan gezegd";
„Op het Nederlandse toneel is tra
gisch de overtreffende trap van
traag"
„Verliefdheid kijkt, liefde ziet".
Eric van der Steen: Vuurwater en
Alfabêtises, Boekvink-deeltjes, Ar
beiderspers Amsterdam.
Belangstelling groter dan ooit tevoren
CANNES. - Toen het gemeente
bestuur van Cannes, de Fran
se regering en de filmindustrie kort
na de oorlog voor het eerst een
internationaal filmfestival organi
seerden in dit verrukkelijke oord
aan de Middellandse zee, was dat
een vrij bescheiden onderneming,
met een bescheiden aantal film
sterren en regisseurs en een be
scheiden aantal journalisten. Nu,
bij het negende festival, dat thans
wordt gehouden, waren er alleen
op de openingsdag 500 journalis
ten en fotografen uit alle delen van
de wereld en er worden er nog
enige honderden verwacht
Op de openingsavond kwam een
bataillon „sterren" het toneel op,
zeker veertig, vijftig de dames
in de prachtigste avondtoiletten
in totaal komen er stellig ver
over de honderd beroemdheden
van het witte doek naar Cannes
gedurende dit filmfeest. Ook het
aantal deelnemende landen is
steeds groter geworden: het zijn
Een der hoofdfiguren uit ,fDe Bron
zen Christus", een Japanse film over
de christenvervolgingen.
BEWOGEN EN VRUCHTBAAR LEVEN
-
Verwordenheid en demonie
in de kunst i
(Van onze redacteur beeldende
De armoede, een tekening van Goya.
Een expositie van tekeningen en
etsen van zijn hand is tot 9 mei te
zien in Museum Boymans te Rotter
dam.
kunsten)
3 Spaanse kunstenaar Don
Francesco José de Goya y
Lucientes is geboren in een tijd,
waarin de schilderskunst van zijn
vaderland was afgezakt tot een
matige provinciale versie van de
Italiaanse en Franse voorbeelden.
Hij stierf, toen allerwege nieuwe
inspirerende opvattingen zich baan
braken. Tussen die twee momen
ten ligt een lang, bewogen en
vruchtbaar leven. Lang: twee en
tachtig jaar oud werd Goya; tot
het laatste ogenblik tekende hij en
tot het laatst toe won zijn werk
aan belangrijkheid. Ik leer nog
steeds, zei hij, toen hij tachtig
was
Bewogen: hij maakte de ver
overing van Spanje door de leger
scharen van Napoleon mee, de
guerilla tegen de overweldiger, het
herstel van de Bourbons, de wors
teling tussen het verworden,
feodaal gezinde hof en de liberale
burgerklasse. Hij was getrouwd en
vader van twintig kinderen, maar
dat weerhield hem niet van gene
genheden met de voornaamste da
mes van zijn tijd.
Vruchtbaarals ontwerper van go
belins vervaardigde hij tiental
len werktekeningen voor wand
tapijten, later als hofschilder een
stroom van portretten van alle voor
name granden zijner dagen. Toen
doofheid hem dwong tot een eenzaam
en teruggetrokken leven, stortte hij
zich op het etsen en gaf een stroom
van de mooiste portretten uit. Hij was
gevierd en verguisd, verdacht en ge
wantrouwd en stierf tenslotte buiten
zijn vaderland: in 1828 in Bordeaux,
omdat de liberaal-gezinde oude het ln
zyn oer-conservatieve vaderland toch
niet meer uit ken houden.
Deze schilder heeft zijn sujetten
door, hij veracht hun verworden
geest, hun bekrompenheid, hun
spilzucht. Deze „eerste hofschil
der" moet de Spaanse koninklijke
familie en de haar omringende adel
hebben gehaat. Want zijn portret
ten zijn ontmaskeringen. Men is
er niettemin zeer tevreden over.
Zijn tekeningen en etsen heke
len, bijtend en sarcastisch, het
'maatschappelijke en kerkelijke le
ven zijner dagen, of openbaren een
geesteswereld, vervuld van de af
zichtelijkste nachtmerries.
Zijn verbeeldingen van de oorlog
ontberen elk spoor van het heroisme
waarmee zijn tijdgenoten een ramp
uitbeeldden, die zij niet kenden. Als
Goya omstreeks 1810 zijn „Rampen
van de Oorlog" tekent en ets, laat hij
er ons het weerzinwekkende van zien.
Hij is in zijn visie op zijn medemen
sen een onverbeterlijke pessimist. Hij
toont dat in een reeks van etsen,
„Grillen" genaamd, die hij by de ver
schijning aankondigt als een kritiek
op de menselijke dwalingen en zon
den. Schijnheiligheid, domheid en
rjdelheid van het mensdom hekelt hij
hierin met sarcasme; met name
priesters, monniken en vrouwen moe
ten het hierin ontgelden, maar ook
adel en militairen komen er niet on
geschonden af.
Om nog eens duldelyk te laten zien
wat hy bedoelt, maakt hij in het
laatste kwart van zijn leven,
wanneer de Fransen het groeiende li
beralisme in zyn vaderland komen
onderdrukken, de verbitterde „Pro-
verbia's" ook wel „Disparates" (on
gerijmdheden) genaamd. Weliswaar
moet hij hierin heel wat van zijn kri
tiek wegstoppen achter schijnbaar
duistere voorstellingen, maar de toe
spelingen, die ook nu nog voor ons te
ontraadselen zyn, zyn des te welspre
kender. Al te veel openhartigheid is
trouwens in Spanje steeds gevaarlijk
geweest.
Binnenkamers laat Goya zich des
te meer gaan. Hij versiert in deze
tijd zijn landhuis bij Madrid, de Quin-
ta del Sordo (het huis van de dove),
met muurschilderingen, waarin hij
een wereld oproept van deels realis
tisch, deels gefantaseerd karakter,
waarin hij zelfs voor de diepste diep
ten van het menselijke zieleleven niet
er nu 33 uit alle werelddelen, met
in totaal 41 grote speelfilms en 40
documentaires. De films in extra
voorstellingen zijn in die getallen
niet opgenomen.
Zo is de belangstelling voor en de
omvang van het festival toegenomen
na het schuchtere begin. Deze ont
wikkeling heeft allerlei gevolgen
had; het Karakter van het festiva
veranderd. Vroeger was het een i
of meer intiem feest, dat veel moge
lijkheden bood tot contact tussen pers
en beroemdheden, zowel door de wij
ze waarop de zitplaatsen waren ver
deeld als door tal van gemeenschap
pelijke excursies, een contact dat re
sulteerde in publikatie van inter
views in bladen over de gehele we
reld. Nu behoort dat vrijwel tot het
verleden; het festival is een massale
onderneming geworden; alle voorstel
lingen zijn verdubbeld en men brengt
een deel der journalisten onder in
voorstellingen waar de sterren niet
zijn, de excursies zijn vervallen. Wie,
als schrijver dezer regelen, zo geluk
kig is, een plaats te hebben in de „of
ficiële" voorstellingen kan zich de
nieuwe regelingen wel indenken; on
der de anderen is er enig begrijpelijk
gemor.
Poppen-en tekenfilms
Het beste deel van het festival
speelde zich tot nu toe af in de mar
ge van het filmfeest, namelijk, net
als destijds op het laatste festival te
Knokke, niet bij de officiële films in
de grote zaal, maar in de kleine zaal,
waar men dagelijks een hele serie
poppen- en tekenfilms vertoont. He
laas is Nederland daarbij niet verte
genwoordigd, evenmin als op de aller
aardigste tentoonstelling over deze
f ebieden van de filmkunst, die elders
e Cannes wordt gehouden, hoewel
Joop Geesink vooral met zijn poppen-
films toch internationaal grote naam
heeft en belangrijke prijzen verwierf.
By de korte films in de gewone
voorstellingen maakte „En de zee
was niet meer", de documentaire van
Bert Haanstra over de verdwijnende
folklore om de Zuiderzee een uitste
kende indruk. Men applaudiseerde
reeds bij het begin toen Haanstra's
naam op het doek verscheen een
bewijs, dat men hem en zijn werk
hier kent en aan het slot was er
langdurige bijval. Of het werk kans
maakt op een prijs, durf ik niet te
voorspellen; er moet nog zoveel ko
men en daarbij zal o.a. een werk zijn
van de Fransman Lamorise, wiens
Crin Blanc (De witte manen) hier
enkele jaren geleden sensatie ver
wekte.
meer terugschrikt. Hij staat hierin
zeer ver af van de modestromingen
in de kunst zijner dagen. Wat hy
schept is een volkomen persoonlijke
verbeeldingswereld van een vaak
uitermate agressief karakter. Zijn
werk heeft de bedoeling te schokken
en te verbijsteren.
Men kan zeggen, dat Goya In dit
deel van zyn kunst de sociale kritiek
van een Daumier heeft aangekon
digd. Hy gaat zelfs verder dan dat:
men kan hem beschouwen als een
voorloper van het hedendaags sur
realisme. Alleen is zyn werk volko
men vry van de intellectuele spiele
rei van lieden als Salvador Dali en
Magrïtte, die hun werk zo volkomen
onverteerbaar maakt.
e grote deskundigheid van Goya
op het stuk van het stierenge
vecht is onbetwistbaar. Zij vloei
de stellig voort uit de grote belang
stelling, die de kunstenaar zijn gehe
le leven heeft gehad voor het gra
cieuze, flitsende spel van de intelli
gente mens met het razend geworden
dier. Tweemaal in zijn lange leven
heeft deze interesse hem geïnspireerd
tot fraaie grafische werken ongeacht
de vele schilderijen, die hy er naar
het spel en naar zijn beoefenaars
heeft gemaakt. Omstreeks 1815 ont
stond de belangrijke reeks etsen, de
Tauromaquia. In de laatste jaren van
zyn leven, tydens zijn vrijwillige bal
lingschap in Bordeaux, schiep hij
vier prachtige litho's. De Stieren van
Bordeaux genaamd waarin hy nog
eens al zijn kennis van en zijn bewon
dering voor het stierengevecht uit
leefde.
Goya is eenzaam gestorven. Hij
dankte zijn roem aan een adel, die hij
verachtte maar zonder wier belang
stelling voor zijn persoon en zijn werk
hij niet gelukkig was. Hij was een
trouw gelovige van een kerk, die hij
met grote verbittering heeft gekriti
seerd en als Spaans nationalist
bestond hij het om een hoge onder
scheiding van de Franse overweldi
gers te aanvaarden I
Beeld uit de verrassende Belgische
film ,JMeewwen sterven in de haven".
Griekse film
Van de hoofdfilms maakte tot nu
toe een outsider de beste in
druk: To Koritsi me ta Mavra
(Het meisje in het zwart), een Griek
se film van regisseur Michael Ca-
coyannis, van wie men hier vorig
iaar Stella vertoonde. Het meisje in
het zwart is geen favorite voor de
Grand Prix, maar ik verwacht stel
lig een bekroning met een der an
dere prijzen voor deze uitstekende
film, die uitmunt door een voortref
felijk scenario en prachtige fotogra
fie. Griekenland heeft slechts een
kleine filmproduktie, maar het ziet er
naar uit, dat die gaat méétellen. Ja
pan toonde een film overhet lij
den van de eerste christenen, die in
dat land eeuwenlang zijn vervolgd.
De Bronzen Christus geeft daarvan
een schril beeld. Vooral het laatste
deel, dat de kruisiging toont van een
aantal martelaren is van aangrij
pende schoonheid.
Morgen huilen
De Amerikanen toonden tot nu
toe een film van de bekwame Daniël
Mann, I '11 cry tomorrow (Morgen
zal ik huilen), waarin Susan Hay-
ward, die hier in persoon aanwezig
is en vervolgd wordt door de auto-
grammenjagers, het leven uitbeeldt
van de vocaliste Lillian Roth naar
de roman van Lillian Roth zelf.
Deze chanteuse is jarenlang slacht
offer van haar drankzucht geweest,
maar ze kwam er met hulp van de
„anonieme alcoholici" een mach
tige organisatie van ex-drankzuch
tigen, aie elkaar helpen bovenop.
Susan Hayward geeft een zeer knap-
uitbeelding van deze strijd in een
ilm, die vele verdiensten heeft, maar
teveel op de dialoog is gebaseerd om
een meesterwerk genoemd te wor
den.
Meeuwen sterven
België neemt te Cannes aan het
festival deel met een speelfilm van
verrassende kwaliteiten: Meeuwen,
sterven in de Haven, van drie jonge
cineasten, die daarmee de eerste
Belgische speelfilm te Cannes lieten
zien. Het werk is onevenwichtig, het
is te fragmentarisch, het coquetteert
wat te veel met de schoonheid van
Antwerpen, het is in de, gelukkig
spaarzame, dialoog net iets te toneel
achtig, het haalt alle filmstijlen van
de laatste 25 jaar tevoorschijn en
speciaal die van een avantgarde
welke in 1956 geen avantgarde meer
is, maarhet is film, het
heeft geen pretenties, het heeft al
lure en het onderscheidt zich door
zijn scenario en zijn vorm zeer guns
tig van de kamertje-in-kamertje-
uit-burgerlijkheid van de films van
Jan van der Heiden, waarmee we in
Nederland vroeger hebben kunnen
kennismaken. Het geheel heeft een
weldadig
In memoriam voor wij.en John A.
Raedecker, ontwerper en beeldhou
wer van het nationale monument op
de Dam, is een bijzondere penning
geslagen. Men ziet hier de keerzijde:
'n compositie van vier motieven, wel
ke met voorliefde door de kunster ar
werden gebruikt. Eet jonge meisje is
de verzinnebeelding van het altijd
jonge en schone, de leeuw is de man
nelijke krachtde uil het symbool van
de nacht als mysterie van het leven
en de duif, het symbool van de vrij
heidsgedachte. De penning werd ont
worpen door de zoon van de overle
den beeldhouwerHan Raedeker.
AFORISMEN EN KORTE VERHALEN