KA PP IE en de BOEVENKAPITEIN Walcherens lustwarande na 1873 verstoten door de nieuwe weg C D O NOTA BETALINGSBALANS EN DEVIEZENPOSITIE 1955 „Ik eet toch roomboter op mijn brood!" Alles smaakt beter met Roomboter/ P0NTH0UD IN OKTOBER VRUDAG 27 APRIL 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 1T DE OUDE VLISSINGSE WEG VI (SLOT) Bussen van de Stoomtramhouden oude weg tegenwoordig in ere Vele herbergen heten „de Zwaan", soms met de onderscheiding „de Wit te". Waarom zij die naam dragen zegt ons het volgende oude versje: De zwaan voert vaak een kroeg, Zowel in dorp als stad. Omdat hy altjjd graag Is met zyn bek ki 't nat. In de Germaanse godenleer wordt Frigga, de godin van de liefde en het levensgeluk, afgebeeld met een zwaan. Als wjj ons glaasje bier hebben leeggedronken, zetten wij onze voetreis voort in de richting Vllsslngen. Aan weerszijden van de weg zien wy wel veel houtgewas, maar geen woningen, noch minder buitenplaatsen, zoals in de buurt van Middelburg. Ook zyn er zo goed als geen bochten. Dit laatste deel van de Oude Vllsslngse weg heet te dan ook het Lange Rek. Om de vesting Vlissingen voor on verwachte aanvallen aan de landzij de te behoeden, liet Napoleon in 1810 al het houtgewas weren, zodat men toen vanaf 't Zwaantje kon kijken tot de wallen van Vlissingen. Aan het einde der 18e eeuw ston- (Advertentle) w/Smv" De „laatste loodjes" U hebt gelijk, mevrouw: ook bi| de wekelijkse was wegen de laatste loodjes nog dikwijls het zwaarst... als U tenminste het wasgoed nog altijd met Uw han den wringt. Gun Uzell de ont spanning die U verdient: de Erres-wringer naemt U de laatste loodjes uit handen en het wringen is zó gebeurd! Gelijk matig wordt -het vocht uit Uw wasgoed geperst door veerkrach tige rollen van zuivere natuur* rubber, draaiend in practisch onverslijtbare nylon-lagers (nooit „stukwringen" van het wasgoed ERRES-WRINGERS zijn: modern en aantrekkelijk van vorm dóór en door roestvrij (geheet aluminiumwit gemoffeld gemakkelijk te bevestigen (d.m.v. onbreekbare stalen klembeugels) op wasmachine, wringerbók e.d. zowel links- als rechtshandig te gebruiken 'Maak het IJ gemakkelijk met een ERRES-WRINGER: hij doet hetzelfde iverk veel beter en in minder tijd vanaf f 65.35 fH.S. STOKVIS ZONEN N.V„' fafdoling eleotr. huishoud, toestellen den niet ver van de stad de-buiten plaatsen Veldzigt en Weivliet. Wel dra zyn wh de Middelburgse poprt genaderd. Als wij de daarvoor lig gende brug zijn gepasseerd en door ae poort zijn gewandeld, staan wij op net Wagenplein. Het is niet gemakkelijk zich in fte denken hoe vroeger het begin van de oude Vlissmgseweg by Middelburg was. maar nog moei lijker is dat bij Vlissingen. Het kanaal, de havenwerken, de ves tiging en uitbreiding van de N.V. Kon. Mij. „De Schelde" hebben aan heel de omgeving een ander aanzien gegeven. Op onze wandeling van Middelburg naar Vlissingen hebben wij kunnen constateren, dat de eeuwenoude Vlis- singaeweg met zyn hoog geboomte en zijn talryke buitenplaatsen met recht de lustwarande van Walcheren kon worden genoemd. In en na de Franse tijd waren de bewoners der herenhuizen door de tijdsomstandigheden genoodzaakt al les voor afbraak te verkopen. Tuin en bos werden gewoon bouwland, soms met een boerderij, die de naam van de vroegere buitenplaats droeg. Na het openstellen van de Nieuwe VUssingseweg op 1 mei 1873 ging het drukke verkeer tussen Vlissingen en Middelburg hier langs. De weg was korter ©n had een betere bestra ting. Etr moesten geen bruggen ge passeerd worden engeen tolgel den worden betaald. Zo werd de oude weg een „verstoteling", zodat op sommige plaatsen het gras tussen de keien begon te groeien. Daar de tol len veel minder opbrachten dan vroe ger. had dit waarschijnlijk ook wel invloed op het onderhoud1 van de weg. Rijwielpad Daar het rijwiel meer en meer een plaats ging Veroveren in het verkeer en de oude weg meer veiligheid bood dan de nieuwe, werd in 1934 te Oost- Souburg een comité gevormd, met het. doel langs de oude weg een rijwiel pad aan te leggen van Middelburg naar Vlissingen. Behalve financiële, waren er ook vele andere moeilijk heden. Een bazar bracht wat geld in het laatje, maar niet voldoende. Nadat in 1936 het comité zich in verbinding had gesteld met de ver eniging „Rijwielpad Walcheren", werd nog in dat jaar het rijwielpad Grote AbeeleSouburgVlissingen aangelegd. In 1937 trok de Heide maatschappij het rijwielpad door van Abeele naar Middelburg. Helaas be stond het pad uit sintels, die na ver loop van tijd een vaste grondslag moesten geven. Het rijwielpad heeft als zodanig niet lang dienst gedaan. In de jaren 1938 en 1939 werden de oude calceien van de straat weg vervangen door dubbele klinkers. Dit was een prachtige verbetering voor de ry- en voer tuigen. Maar ook de wielrijders reden gemakkelijker over de straatweg dan over de losse sin tels. Tijdens de oorlogstijd bleef alles onveranderd. Het overstromende zee water van oktober 1944 tot januari 1946 spoelde het rijwielpad weg. Na de drooglegging werden door de stichting „Nieuw Walcheren" aan door B. J. DE ME1J. beide zijden van de weg jonge bomen ■en struikgewas geplant. Alles is goed in groei, vooral het opgaande hout gewas doet het best, maar het kan m de verste verte nog niet wedijve ren met de vroegere toestand in de 18e eeuw, toen ae hoge bomen een koepel vormden over de weg en sa men met de vele buitenplaatsen het landschap tot een lustoord maakten. Het moet voor de wandelaar toen een genot zijn geweest dit alles rus tig te aanschouwen, vooral als hij gezelschap had en men elkaar kon wijzen op het natuurschoon, zoals wij dat in onze artikelenreeks in gedach ten hebben gedaan bij onze 18e Dertig jaar landelijke rij verenigingen Weldra een Westeuropees verbond De Kon. Ned. federatie van lan delijke ryverenïgingen heeft in Amersfoort het dertigjarig bestaan gevierd. De voorzitter, de heer P. K. Kiste- maker uit Hoofddorp, gaf in zijn openingsrede een terugblik op „het landelijk ruiterverleden". Het streven van het hoofdbestuur om de landelijke ruitersportorganisa ties in West-Europa samen te bunde len zal spoedig met succes worden bekroond. Binnenkort wordt onder voorzitterschap van prins Bernhard, president van de „Federation eques- tre international", een vergaderinf gehouden, waar de grondslag za worden gelegd voor een internatio nale van landelijke ruiterbonden. Ter gelegenheid van het jubileum van de federatie werd voor bijzonde re verdiensten het federatie-ereteken met kruis uitgereikt aan de secr.-in- specteur van de V.L.N., P. B, van Binsbergen, de vice-voorzitter en de hoofdinspecteur van de federatie de heren D. J. Mellema en H. Jansen van Galen, het lid de heer A. Heuff te Amersfoort en aan de secretaris Van de federatie van Nederlandse rijvere niglngen de heer J. Vogt te Hilver sum. eeuwse wandeling langs de oude weg van Middelburg naar Vlissingen. De oude Vlissingseweg is in de laatste jaren ook een drulcke ver keersweg geworden, vooral doordat de bussen van de „Stoomtram Wal cheren" van Vlissingen over Oost- Souburg er over rijden. Wil men ech ter van de natuur genieten, zo be- styge men „het yzeren paard" dat men langzaam laat „draven", of nog beter men gebrulke zijn „apostel paarden". Helaas wandelt het tegen woordige geslacht niet meer zoals in vroegere tijden. Binnenlandse bestedingen moeten beperkt blijven Uit de betalingsbalansnota, die de minister van Financiën aan de Twee de Kamer heeft aangeboden, blykt, dat het lopende betalingsverkeer met het buitenland in 195o op kas basis een overschot voor ons land heeft opgeleverd van 248 miljoen gulden, tegen in 1954 en 1953 res pectievelijk 491 en 1279 miljoen gul den. De dalende tendentie van het overschot, die na 1952 viel waar te nemen, heeft zich dus in 1955 voort gezet. Gezien de totale omvang van het Nederlandse goederen- en diensten verkeer met het buitenland kan ge zegd, worden, dat in 1955 nagenoeg een evenwichtstoestand werd bereikt. De verhouding tussen het overschot op de lopende rekening en het tótaal der lopende omzetten, die in 1952 nog 10 procent bedroeg, daalde vervól gens tot 6,5 procent in 1953, 2 pro cent in 1954 en nog niet 1 procent in 1955. Een marge van 1 pi-ocent kan bij de bestaande grote mate van vrij heid in het handels- en betalingsver keer nauwelijks van betekenis wor den geacht. Niettemin is met ge noemde marge van 1 procent een he- drag van een kwart miljard gulden gemoeid, een gezichtspunt, dat bij een beoordeling van de omvang der beschikbare goud- en deviezenreser ves niet uit het oog mag worden verloren. In een situatie, waarbij niet alleen vrywel alle beschikbare krachten In het produktieproces zijn ingescha keld, maar bovendien nog een be trekkelijk grote onbevredigde vraag naar arbeidskrachten valt waar te nemen, behoeft er slechts weinig te f ©beuren om het slechts geringe be- alingsbalansoverschot op lopende re kening In een tekort te doen om slaan. Mede door een gezonde mone taire politiek zal er naar moeten worden gestreefd, het totaal der bin nenlandse bestedingen binnen aan vaardbare grenzen te houden. Bovendien wordt er op gewezen, dat op langere termijn gezien een verdere versterking van de deviezen reserves gewenst moet worden ge acht, dit alleen reeds vanwege de toe nemende omvang van de internatio nale handel. Voorts is het om ver schillende redenen van belang, dat ons land tot een zekere mate van netto kapitaalexport in staat zal zijn. Al met al blijven zowel ten behoe ve van een verdere versterking der deviezenreserves als van dê finan ciering van het kapitaalverkeer met het buitenland zekere overschotten op de lopende rekening een voor ons land wenselijk verschijnsel. 3. „Ik mag haaienvoer zijn als hier niet Juist het soort kerels zit, dat ik nodig heb!" gromde de ongure vreemdeling. „Spreek me niet tegen, wat hamer!" Een der beide varensge zellen aan het buurtafeltje stond haastig op. Met een grote boog sloop hij om 'de nieuw aangekomene heen en glipte de deur uit. „Wat is dat voor een enge man?" vroeg de Maat zacht aan de andere zeeman, die eveneens aanstalten maakte om onopvallend de plaat te poetsen. „Dat is kapitein Bull Do zer!" fluisterde de man met een benauwd gezicht. „Hij ranselt zijn mensen en op zijn schip is het helemaal niet pluis! Laat je niet door hem enteren, want hij heeft rare streken op zijn kom pas!" En na deze woorden schoot de schepeling over haast achter zijn metgezel aan. Bull Dozer stapte op het taf let je van onze vrienden af. De Maat begon onrustig op zijn stoel te wiebelen. „Heb ik het niet gezegd?" klaagde,hij. „Daar heb je dê ellende al!" „Ik moet eens een rustig gesprekje met jullie heb ben, mannen!" bulderde kapitein Bull Dozer. „Een maar spreek me niet tegen, Het is verontrustend, dat wij Nederlanders niet wat meer over hebben voor kwalitatief betere maaltijden. Wat hebben wij aan onze welvaart als wij niet meer aandacht besteden aan de beste, gezonde voeding? Ik zeg met opzet „wij in Nederland", want in het buitenland heeft men heel wat meer over voor een werkelijk fijne en vitaminenrijke maaltijd. Daar wordt b.v. veel meer roomboter gebruikt. Zelfs 2 xtot bijna 3 x zoveel als bij ons Gelukkig komen de laatste tijd steeds meer Nederlanders tot de overtuiging, dat het belangrijk is om gezonder te eten met room boter. U hoort dan ook steeds vaker zeggen: „Ik eet tdeh roomboter op mijn brood!" Beter eten met room boter kost weliswaar meer, maar het is deze extra kosten dubbel en dwars waard! De nauwkeurige cijfers zijn: in Denemarken 2,87 x zoveel 5,6)x NcJ„,„d Duitsbod. 2,3 i koofd Frankrijk 2,45 x 1 Zwitserland 2,13 X Publikatie: Het Nederlands Zuivelbureau, 's-Gravenhage '((All. .Mill Wereldpijprookdag in Purmerend Vriendschapspijp voor Hammarskjöld De Purmerender pyprokersclub „De gesellighe dampkring" heeft op de wereldpyprooksdag de vriend- schapspyp aangeboden aan de secre taris-generaal der Verenigde NatieSj de heer Knut Hammarskjöld, die naar -de mening van de pijprokers club in 1955 de vriendschap en. de vrede in de wereld het meest heeft gediend. Tevens is meegedeeld, dat in het jaar 1957 een wereldcongres van pijü- rokersclubs in Purmerend zal worden Jgehouden, waaraan ig verbonden een nternatiónale pijprookwedstrijd om de titel van wereldkampioen pijpro ker en een internationale tabaksten- toonstelling in de meeat uitgebreide zin. De tabaksindustrie in de gehele wereld en pijprokerscutos uit alle lan den tér wereld worden hiervoor uit genodigd. Van de president der Internationale organisatie van pijprokers te New York, de heer C. A. Piercy, ontving de Purmerender pyprokersclub 'n te legram, waarin alle rokers een ge zellige avond werd toegewenst. Voor de derde maal is de wedstryd gehouden tussen vertegenwoordigers van pers, radio en film. Ieder kreeg 2% gram Hollandse baaitabak en twee lucifers toegewezen. Eén minuut tijd werd gegeven om de Goudse pij pen, z.g. „joodjes" aan te steken. Van de elf deelnemers werd de heer C. Hoogeboom uit Purmerend win naar in 45 min. en 10 sec. De heer M. van Dyk, die vorig jaar 38 min. en 10 sec. over de 2^ gram tabak deed en daarmede de wisselpijp had gewon nen, moest deze dus dit jaar afstaan. Hrj rookte n.l. 32 min. en 2 sec. (Advertentie) Bestrijd UW PIJNEN met: FEUILLETON door MENNO DE MUNCK 27 En nu kwam zij als laatste bin nen, naar zij zelf verklaarde. Het verbaasde mij zodanig, dat hét mij moeite kostte haar niet te vra gen, of ér werkelijk niemand meer in de wachtkamer zat. De elektri sche klok op de schoorsteenmantel wees kwart voor drie en Laura had dus drie kwartier geleden de bui tendeur al gesloten. Ik twijfelde daar niet aan. Zij is, wat dit be treft, even stipt en hardnekkig als in het wachten op de eerste patiënt, voor zij de deur openmaakt. Ik wees naar de stoel tegenover het bureau en verzocht mevrouw Motte een ogenblikje geduld te hebben. Ik nam haar snel op, terwijl zij ging zitten. Ik merkte, dat zij nerveus was en opgewonden. Ik maakte mijti aantekeningen af en schoof het patiëntenboek opzij. Daarna koek ik haar aan Niet alleen ver veling en hysterie, deze keer, dacht ik. Zij komt ook nog voor iets an ders. Maar wat „Wel", vroeg ik. „Vertel U het eens. Klachten?" „Klachten!" Het klonk veronge lijkt en minachtend tegelijk en hard als een pistoolschot. „Klachten, zegt U en alsof U dat niet weet!" i „Alsof ik wat niet weet?" vroeg ik rustig. „Herinnert U zich zaterdag niet meer?" vroeg zij. „We hebben elk aar nog bij Lydia ontmoet!" „Jazeker", zei ik. „Waarom vraagt U dan naar mijn klachten? Ik heb U toch zaterdag al gevraagd of U zelf weer bij mij wilde komen? Als Lydia ziek is, komt U toch ook bij haar? Waar om dan niet bij mij? Ik heb U al gezegd, dat dokter Forster mij niet bevalt! Hij luistert nauwelijks naar mij, als hij bij mij is!" „Ik heb U al verteld, dat dokter Forster een goede arts is", ant woordde ik. „U kunt er van over tuigd zijn dat U zijn volle aandacht heeft. Hij is zaterdag bij U geweest, toen wij elkaar bij uw schoonzuster ontmoetten.. „Ja, dat weet ik!" Het klonk kort. „En", vervolgde ik, „waarom bent U nu hier?" Ik nam het recepten boekje. „Uw poeders zijn zeker op „Nee", antwoordde zij fel, „mijn poeders zijn niet op! Nog lang niet!" „U gebruikt ze toch wel?" Vroeg ik ernstig. Zij keek mij wantx-ouwend aan. „Natuurlijk wel! Maar ik heb nog meer dan voldoende!" „O juist", zei ik. Ik dacht aan wat ik *smoi*gens van Bijl had ge hoord: hoe zij alweer met haar herfstrozen op de terugweg was ge weest, toen hij met de sleutel kwam, om het hek te openen. „Maar wat is er dan aan de hand?" vroeg ik. „Dat heb ik U toch al gezegd? Ik wil graag dat mij zelf weer be handelt". „En komt U daarvoor op het Spreekuur? Daarvoor alleen?" „Ja". „Maar had U dat dan aan dokter Foi'ster willen vragen?" vroeg ik verbaasd. Zij lachte schamper. „Natuurlijk niet! Maar ik wist dat U vandaag spreekuur hield". „Hoe wist U dat?" Van Elza. Zij was juist even bij Laura, toen dokter Forster belde om te zeggen, dat hij niet thuis kon komen". „Zo, zo", zei ik. Nu behoor ik mij vereerd te voelen, dacht ik. Nu behoor ik in mijn handen te wrijven en mijzelf te prijzen omdat de patiënten komen vragen, of dok ter toch alsjeblieft zelf weer wil ko men. Waarom zou ik het in dit ge val eigenlijk niet doen? Elke mi nuut, die dit mens in beslag neemt, betekent er voor Herman een min der voor de werkelijk zieken In de gang belde de telefoon, hoorde ae deur van de keuken en even later de stem van Laura, maar ik kon de woorden niet verstaan. Ik wachtte, in de hoop dat er een dringend geval zou zijn, waardoor ik direct van mevrouw Motte zou worden verlost maar Laura klopte niet, nadat zij had afgebeld. Ik schoof hot receptenboekje op zij en stond op. „Geen poeders" ,zei ik, „en geen nieuwe klachten. We spreken dus af, dat U zich strikt aan de wenken van dokter Forster houdt......" „Hm", deed zij kort. Het klonk ontevreden, als een snauw. Ik deed alsof ik het niet had opgemerkt. „U hoorde dus van Elza, dat dok ter Forster er vanmiddag niet zou zijn", zei ik. „Waar heeft U haar gesproken. Bent nog bij uw schoonzuster geweest?" J a". „Hoe was het met haar?" „Zij was erg omgewonden. Maar ten is er al, met zijn vrouw. Ik kom er juist vandaan". „Is Maarten er al vroeg ik ver baasd. „Ja. Ze zijn met een huurauto gé- komen ,om half één vanmiddag''. „Zo, zo", zei ik. Ik voelde mij eensklaps nerveus. „Hoe is het met Maarten? en met zijn vrouw?" Zij antwoordde niet direct, maar ik schrok van haar gezicht. Het kreeg een trek van diep leedver maak, van iets duivels bijna. „Nu?" vroeg ik ongeduldig. Mijn stem sloeg over; ik had mijzelf plot seling niet meer in bedwang „Hoe is het met hen?" Zij lachte spottend. Weer had ik haar kunnen slaan, zoals twee da gen geleden, toen zij, in het nota rishuis Lydia's vreugde trachtte te bederven. „Het lijkt mij niet zo goed", zei zij, met een stem die volkomen over eenkwam met de uitdrukking op haar gezicht, „Hij is totaal veranderd erg stil. Het is duidelijk aan hem te merken, dat hij zich ongelukkig voelt metmet die vrouw, die hij uit de onderwereld heeft opgediept". Zij snoof verachtelijk. „Maar wat kun je ook verwach ten van die muzikanten? En tot Lydia schijnt hét helemaal niet door te dringen! Zij is noe lief tegen haar ook!" Zij lachte schamper. „Nu ja zij is nooit anders ge weest! Zij vond alles, wat die jon gen deed, altijd even mooi- Zij heeft hem totaal bedorven...... Maar hij heeft zijn verdiende loon! Waarom liét hij juffrouw Veere zitten? En fin, nu kan hij ondervinden wat hij heeft gedaan! En misschien zal die stakkerzij maakte een ge baar naar de straat in de richting van de school misschien zal die stakker nu inzien, dat hij haar niet waard is geweest! Iemand, die zich iaat inpalmen door zulk een mens! Gelukkig, dat Tjerk dit niet meer hoeft te beleven". Ik begreep plotseling, wat het an- dere was geweest waarvoor zij bij mij was gekomen waarvoor zij mij uitsluitend had opgezocht. Zij wilde mij treffen in mijn gevoelens jegens Lydia en Maarten. Zij wilde mij kwetsen zoals zij ongetwij feld Lydia en de jongen en Britta had gekwetst. „Gelukkig, dat Tjerk dit niet meer hoeft te beleven", had zij govoo-ri ueievGii lltlU ZIJ gezegd. Tjerk. Het sloeg zo volkomen op niets, dat ik bijna medelijden met haar kreeg. Ik dacht aan mijn gesprekken met Tjerk aan zijn respect voor iéders overtuiging en afkomst. Hoe vaak was ik niet getuige geweest Van zijn brede opvattingen en zijn sociaal gevoelen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 19