Nijverheidsonderwijs ook voor zwakbegaafden nodig Zwellende knoppen, voorjaarszon en nevelfloers JIMMY en de Crescepresto-korrels C SCHEEPSTIMMERMAN BOUWDE IN AUSTRALIË EIGEN HUIS /Jfeuuur/ AMSTERDAMSE 80-JARIGEN GAAN EEN DAGJE UIT LIT' f g 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 20 APRIL 1956 NIEUW SCHOOLTYPE IN BREDA Export van bloemen tot 39 miljoti gestegen. De totale export van de Nederland se bloemisterij in 1955. Is gestegen tot circa 39 miljoen gulden tegenover ruim 33 miljoen gulden in 1954. Tot deze staging hebben, op enkele uit zonderingen na, de belangrijkste af zetgebieden medegewerkt. Dit deelde dr. A. J. Verhage, voorzitter van de vereniging „De Nederlandse Bloemis terij", mede tijdens een gisteren in Utrecht gehouden vergadering. Hij toonde zich verheugd over het feit, dat in enkele verder afgelegen afzetgebieden een gunstiger ontwik keling is te bespeuren dan de klima tologische omstandigheden daar zou den doen vermoeden. Dr. Verhage noemde dit des te be langrijker, omdat door een ontwikke ling van nieuwe, nu nog kleine afzet gebieden, de spreiding van de export zeer wordt bevorderd. Het beleid moet er, naar zijn mening, op gericht blijven, om vooral een grotere sprei ding te bereiken, daar de huidige ex port nog te sterk georiënteerd is op de ons omringende landen. .(•honVen-" onVen me* SPRINGBOK 'n Moscatel Geïmporteerd door OliO-Heerlem O.-school als onderdeel van een nor male technische school niet gewenst. De keuze van de beroepen is moei lijk. Er moet namelijk rekening ge houden worden met de nazorg en de keuze van de gedoceerde vakken, waarvoor deze leerlingen geschikt zijn, moet derhalve worden aangepast aan de plaats, waar de school is ge vestigd. Opleiding tot half geschoolde (Van onze speciale verslaggever) De zwak-begaafden vormen 23 procent van ons volk. Niettemin ls het een groep, welke tot dusverre by het onderwys een minder gunstige plaats heeft Ingenomen, dan byvoorbeeld de veel kleinere groep debielen, voor welke het buitengewone lager onderwijs is ingesteld. Wat zün zwak-begaafden? „Al die jonge mensen, die niet of met heel veel moeite de lagere school doorworstelen, maar nooit in staat zullen zyn, het eenvoudige toelatingsexamen tot de lagere technische school de „ambachtsschool" met goed gevolg af te leggen." Er zyn misschien nog andere definities mogelyk, doch de hier geciteerde is afkomstig van de heer P. Q. van Dongen, directeur van de gemeentelijke technische school te Breda. De heer Van Dongen wéét waarover hij praat, want het ls juist In Breda, dat men de laatste vier jaar bezig ls geweest, een opleidingsmogeiykheld te scheppen voor de zwak-begaafden, die de lagere school hebben doorlopen. Men heeft in Breda, waar een vruchtbare samenwerking tot stand kon komen tussen de gemeentelijke technische school en een r.-k. school voor b.l.o., thans zoveel ervaring op- fedaan met deze vorm van nijver- eidsonderwijs, dat voorlopig de naam van B.N.O. (Buitengewoon Nij verheidsonderwijs) heeft gekregen, dat men voor het voetlicht durft te komen. Uzer smeden. Wat kon er vroeger van een zwak begaafde terecht komen? Hij kon loopjongen worden, de vloer aanve- fen in een fabriek, alle mogelijke leine karweitjes opknappen, kortom alle mogelijke ongeschoolde arbeid verrichten. Niet omdat hij niet tot méér in staat zou zijn, doch alleen omdat de geschikte opleidingsmoge lijkheid ontbrak. Nu deze er is, blijkt het, dat het heel wel mogelijk is, een groot deel van deze zwak-begaafden op te lei den tot halfgeschoolden. Dat bete kent, dat zij zich niet meer achterge steld voelen, dat zij plezier in hun werk hebben, dat zy latei' een rede lijk loon kunnen gaan verdienen. Met het resultaat: het kweken van halfgeschoolden, is men heel tevre den. Het heeft geen zin, te hoog te willen grijpen. Dat zou op den auur vermoedelijk ook niet kunnen, want het B.N.O. stelt heel speciale eisen. In de eerste plaats moet rekening ge houden worden met de psychische ge steldheid van deze zwakbegaafden en dit komt misschien wel het sterkst tot uiting in de verhouding tot de le raar. Eigenlijk valt of staat de op leiding met deze band. Is die echter goed, dan valt op, dat deze jongens bijzonder ijverig zijn en heel veel ple zier hebben in him werk. Wij zagen ze rustig hun gang gaan tijdens ons bezoek en de evenwichtigheid en kalmte waarmee zij doorwerkten en zich niet lieten afleiden was zeer op vallend. Rekening moet ook worden gehouden met het feit, dat de jongens geestelijk sneller vermoeid zyn. Zy denken langzamer en dit komt by voorbeeld sterk tot uiting by het sme den. Wy hebben de uitdrukking „het yzer smeden als het heet is" in onze taal. Wel. dèt nu kunnen deze jongens niet: zy laten het ijzer te vaak koud worden, voor zy de hamer hanteren. Ook is een heel eigen klimaat no dig voor deze opleiding. Een zelfstan dige school is het beste, al zal dit niet altyd verwerkeiyict kunuen wor den. Psychologisch is echter een B.N. Zo heeft men ln Breda de metaal vakken gekozen vormen en gieten, plaatwerken, lassen, machlnebank- werken omdat Breda veel metaal- nyverheid heeft. Verder ls er het schoenmaken voor die jongens, die niet geschikt zün voor de drukke werkplaats en het schilderen voor hen, die by een tekort aan intellect artistieke gaven hebben en vooral ook kleurgevoel. De ervaringen tot dusver zyn, zowel vaktechnisch als sociaal, vry gunstig. Dit hangt, wat het tweede punt be treft, onder meer samen met het feit, dat er in de industrie een acuut tekort dreigt aan halfgeschoolden tengevol ge van de sterke uitbreiding van het normale technische onderwijs. Dit „vacuum" geeft juist deze nieuwe ca tegorie halfgeschoolden een goede kans. Wat het onderwys aan debielen be treft, dit is problematisch. Men zou, aldus de ervaring van de heer Van Dongen en zyn korps docenten, de vraag kunnen stellen, of men in ge vallen, dat vakonderwys aan debielen goede resultaten oplevert, wel met werkelyke debielen te maken heeft! De belangrykste ervaring is echter wel, dat hier een eerste proef is ge slaagd met een vorm van onderwijs, welke een groot gebied ontsluit voor jongens die anders nooit volwaardige vakarbeiders zouden kunnen worden, en dat deze proefneming zeer belang- ryke consequenties kan hebben. Het echtpaar Dadéleioskl-de Pun- der rechtshad juist het pas uit Vlissingen gearriveerde echtpaar Bo- lanowski met zoon op bezoek. ren gaan open en er tuimelt een bed uit; neem een raam weg en daar is de ingang voor de toekomstige gara ge. In de keuken zyn allerlei handig heidjes verwerkt, die de min of meer beperkte ruimte groter doen schijnen en de afwerking is prima. Sparen Het echtpaar Dadelewski kwam ruim een jaar geleden in Australië aan. Eerst woonde het in Queens- byan, een aardige stad in het ach terland. Later trokken de ex-Zeeu wen op Sutherland aan, een groei end stadje aan de zuidkust van de staat Nieuw Zuid-Wales, op onge veer 50 km afstand van Sydney. Er is een mooie omgeving en hij kocht er een stukje grond en sloeg in zyn vrye tyd, 's-avonds en tydens de weekeinden aan het bouwen. „Wy hebben met plezier gewerkt", aldus mevrouw Dadelewski, die een zjj het dan niet vakkundig handje by de bouw heeft uitgestoken. Nu spa ren zy eerst nog wat geld voor zy met de bouw van het definitieve huis beginnen. Heimwee De heer Dadelewski heeft nu met scheepstimmeren niets meer te ma ken. Hy heeft een goede betrekking in de huizenbouw en is vol lof over zijn medearbeiders, die hulpvaardig en welwillend zyn. De verdiensten zyn goed: 22 pond per week (ongeveer 190) en daarvoor hoeft hy byna niet over te werken. Zyn echtgenote heeft de zorg voor de tuin en de dertig kip pen op zich genomen. De groenten staan er keurig by, want zij houdt van tuinieren en geeft onkruid geen schyn van kans. De tuin brengt bo vendien nog geld op. De buren komen by haar groenten en eieren kopen. „"Het lijkt hier soms wel een win keltje", zei zjj lachend. En dat houdt haar bezig, wat goed is want in het begin had zjj erg met heimwee te kampen. Doch die tijd is nu voorbjj. ZEEUWEN ALS EMIGRANTEN En voelt er zich een koning te rijk (Van onze correspondent) „Wilt U alle mensen op „De Schelde" in Vlissingen de groeten van ons doen?" zo vroeg mij het echtpaar J. DadelewskiDe Plun der; laat ik dus daarmee beginnen. Voorts verklaarde Dadelewski„Ik voel me hier in Australië net als een koning", waardoor duidelijk is, hoe het emigreren hem is bevallen. En al bouwt een vorst meestal niet zijn eigen huis, Dadelewski deed het wel en hy voelt zich er een koning te ryk. De heer Dadelewski is geen ge boren Vlissinger, maar heeft er lang genoeg gewoond om er vele vrienden te maken eneen echt genote te vinden. Zy woonden aan de Berckmanstraat en hij werkte als scheepstimmerman op „De Schelde". Het is dus helemaal niet zo vreemd, dat hy in Australië zijn eigen (voorlopige) huis bouwde. Dat doen politieagenten, slagers en kantoor bedienden daar ook. En onlangs be wonderde ik een juweel van een huis, dat door een kleermaker geheel zelf standig was gebouwd. De heer Dade lewski heeft echter iets bijzonders van zyn woning gemaakt. Twee deu- 102. Jimmy, Jackie en Muis zaten nu al drie dagen ln voor-arrest en na het eerste verhoor had niemand zich meer om hen bekommerd. „Ik laat ze eerst een beetje afkoelen", had commissaris Buikenwaffel bij zich zelf gedacht en na een dag of wat zuUen zij alle drie wel bereid zijn mij precies te vertellen hoe of de vork ln de steel zit. Bovendien hadden enige rechercheurs er gens in de tuin, vlak bij een ligusterhaag in een diep gat zowel- al het vermiste tafelzilver als het geldkistje ongeschonden teruggevonden. Zij zijn blijkbaar door het een of ander gestoord en hebben hun buit ijlings onder de grond gestopt. Alleen die zak met die rare paarse korrels hadden ze meegenomen. De commissa ris had die vreemde dingen nadenkend door zijn handen laten lopen. Het was hem niet helemaal duidelijk, waar om die kerels deze zak wèl en het geldkistje en het ta felzilver niet in hun bezit hadden gehad toen zij werden gearresteerd. Ook verwonderde hij zich over het feit dat meneer Zalfzouter hem tot driemaal toe had opgebeld om hem te vragen deze zak met korrels terug te bezor gen alsmede een fles met een heldere vloeistof die zich eveneens in de zak had bevonden. Goed hij had ten slotte maar aan dit dringende verzoek voldaan om van het gezeur af te wezen, maar achteraf had hij er toch een beetje spijt van. Midden in zijn gepeins werd de commissaris gestoord door een agent die hem kwam melden dat een der gevangenen een verklaring wenste af te leggen. Advertentie) Aantal leerlingen van kweekscholen neemt toe. Blijkens de zo juist door het C.B.S. gepubliceerde cyfers is het aantal leerlingen bij de normale kweekschool opleiding gestegen van 12.774 in '54 tot 13.478 in 1955 (stijging 5.5 pet). Bovendien telde de in april 1955 in- festelde zogenaamde spoedopleiding .896 leerlingen. Er werden, de spoedopleiding bui ten beschouwing gelaten', in 1955 on geveer evenveel leerlingen tot de kweekscholen toegelaten als in 1954 (resp. 4.309 en 4.338). Het aantal uitgereikte onderwyzers- akten aan de kweekscholen (incl. de geslaagden voor de zgn. (school-) herexamens) bedroeg 3.020. Voor het staatsexamen slaagden, behalve de nog niet bekende aantallen geslaag den voor het (staats-)herexamen, 448 personen. VOOR REKENING VAN MIJNHEER „X" Amerikaan: milde gever. (Van onze speciale verslaggever) Op 27 april zullen zo tegen de hon derd Amsterdamse oudjes een gezelli ge dag hebben. Om precies te zijn: alle mensen, die in Amsterdam in de maand april 80 jaar worden, ontvangen als tractatie een autobustocht door de bol lenstreek. En die oudjes, die niet in staat zijn, mee te gaan, zullen thuis een verrassing krijgen, welke zeker eenzelfde waarde heeft zo niet ho ger dan een dag uit. Het is alweer de „geheimzinnige" Amerikaanse Nederlander, meneer „X", die dit laat organiseren. Wij we ten precies, wie meneer „X", is, maar hij stelt er prijs op onbekend te blij ven en daarom die mysterieuze naam. De organisatie van deze tocht is in handen van de heer Schouten, een Amsterdammer, die al eerder derge lijke karweitjes heeft opgeknapt voor meneer „X". Want deze Amerikaan, geboren Amsterdammer, doch van af komst een Zeeuw, heeft vroeger al zijn goedgeefsheid getoond. In 1953 was hij 50 jaar getrouwd en in datzelfde jaar in de maand mei kregen alle Amsterdammers, die in die maand datzelfde heuglijke feit her dachten, een geschenk, dat niet mis was. De aanleiding tot de tocht van dit jaar is, dat meneer „X" zelf in april 80 jaar wordt en zijn oud-stadgenoten niet vergeten wil en kan. Internationaal is deze milde gever geen onbekende. Hij is een grootindus trieel, die na de oorlog een aantal col lega's zakenlieden om zich heen verza melde en met hen een fonds stichtte, dat de naam kreeg van „Youth Friends Association". Dit fonds, dat afdelingen heeft in Amerika, Canada, Engeland en Nederland stelt zich ten doel, anoniem jonge mensen, die daarvoor in aanmer king komen te helpen. Het komt op voor de belangen van de jeugd en helpt op bijzondere gebieden. Zo heeft bij voorbeeld eens een jongen, die een kind uit het water had gered, een stu dietoelage gekregen. Speeltuinwerk krijgt financiële steun en af en toe wordt bijgedragen in de kosten van kinderfeesten. Anonimiteit is het kenmerk van dit fonds en de bestuurders ervan vertel- ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Met de kraag op de lente tegemoet De hele morgen had de voorjaarszon geschenen, maar tegen de middag ontnam een nevelfloers de kracht aan de zon. Pas toen we uit de bus stap ten bemerkten we hoe sterk de temperatuur in korte tjjd was gedaald en voelden we doordringende kilte van de „zeevlam", de beruchte mist, die over de zee het land intrekt. Deze belette echter niet, dat op het ingeslagen weggetje een hèggemus uit alle macht ons een welkomstliedje toezong, hoewel re hoog op een hout stapel gezeten de invloed van de mist uit de eerste hand moest gewaarwor den. Als zo'n klein vogeltje zoveel opgeruimdheid kon opbrengen, moesten wjj mensen, toch wel beschaamd zijn, indien wij ons door 'iet ontbreken van de zonneschijn Lieten teneerslaan. Ook de stengelloze primula's by Duinbeek lieten zich niet door de mist intimideren; hun in volle glorie geopende kelkjes toonden geen enke le neiging zich te sluiten, al moesten haar kleuren, wit, geel en oud-rose wel iets van de glans missen. Eigen aardige bloemen, die geen fleurig groen als achtergrond verkiezen, maar het voor lief nemen zich te ver heffen uit de bleke achtergrond van verdorde grashalmen en hajfvergane bladerresten. Ze bloeien daar nu op hun mooist, geen enkele verflenste kelk is tussen de frisse tuilen te ont dekken. Toch iammer, dat de mist de hom mels belet er op uit te trekken, ze zyn inderdaad nog vóór Pasen ver schenen, en zouden dus nu aanwezig kunnen zyn, de natuur opfleurend in hun gestreepte pakjes en de stilte il lustrerend met hun gezoem. Het valt in het verloop van de tocht toch moeilijk een voorjaars- indruk van het bos te krygen. De ingewyde ziet wel het leven ge reed om in lentestemming uit te barsten, er zijn zwellende knop pen, diverse planten hebben bla dertoefjes en rozetten uit de grond omhoog gewerkt, maar het is tekenend nu dit voorjaar, dat alles een heel langzaam tempo heeft gekozen. Tussen, de dorre varenbladeren valt nog nauwelyks de gezwollen klomp te ontdekken, die zal opgroeien en uiteenwyken tot dikke spiraalsgewy- ze opgerolde knoppen; van de aange plante narcissen staan nog slechts de trompetvormige in bloei, het ls wel aardig te ontdekken dat ze hier klei ner van stuk worden en daardoor veel op hun wilde familieleden gaan door BAREND ZWERFMANS lijken. In de verre toekomst zullen hier misschien weer de echte wilde „paaslelies" opduiken, ongeveer zo als de wisenten in Artis zyn opgedo ken. Ook de zeereep ziet er nog echt winters uit, voor de ontdekker van ontluikende bloemen bepaald een te leurstelling. Zo staan we op het zeer smalle strand, een woelige grauwe zee van ons gescheiden door een strandwal met '.vat palen, probeert onze standplaats er nog bij te verove ren door zo nu en dan een hoge golf tussen de palen door te jagen. We maken van de gelegenheid gebruik even de oogst van de zee te inspecte ren, al hebben zelfs de vogels er de brui aangegeven bij deze kou zich zelfs maar te vertonen. Dat levert toch iets nieuws op, want onder de zeeklitten, die hier liggen aange spoeld bevinden zich veel jonge dier tjes, m.i. een grote byzonaerheid, daar ze meest slechts in volwassen toestand op het strand worden ge worpen. De kou en het slechte zicht jagen ons weer de duinen in, waar we op een blijkbaar wat gunstiger plekje belanden. Daar bloeit tenminste iet; zelfs uitbundig, al is het dan „maar" de voorjaarsvroegeling en al staan do talloze plantjes letterlijk in de kou te rillen op hun dunne steeltjes. Ze krijgen uit nood wat meer belangstel ling dan anders en zo zjjn we na en kele ogenblikken in staat elkaar de grote variatie in bladvorm aan te wyzen. Men heeft wel eens getracht er ondersoorten in te ontdekken, die zijn er ook wel degelyk maar de overgangsvormen maken het onder scheiden er van zelfs voor een gevor derde plantenkenner onmogelijk. Nu belanden wj in een bos waar de struikvorm sterk overheerst, wat de dichtheid ten goede komt en daar door neemt het aantal beschutte plek jes toe. Tegen de donkere achter grond van struiken tekent zich hiel en daar als een gele vlek een prach tig in bloei staande wilgenstruik af. Zelfs is er een jonge kastanjeboom, die zyn knoppen reeds zover heeft kunnen ontwikkelen dat er niet meer dan één zonnige morgen nodig zal blijken van de eerste „handjes1 ont plooid te zien. Een wilde pruim, een bastaard tussen de sleedoorn en een pruimensoort staat hier zelfs al in volle bloei. De temperatuur in de om geving schynt op deze kille dag vry aangenaam, zodat we elgenlyk als lesje van de natuur leren, hoe groot de invloed van de „manteling" in zyn oude glorie op de groei van net daar achter beschermde bos moet zyn ge weest. Nu nog slechts merkbaar aan de vele afstervende bomen, die de be scherming moeten missen, door het vandalisme uit de oorlogstt'd. We zien een en ander nog eens uit komen door de welwillende hou ding van de boswachter, die onr toont hoe de in het bos resterend! j wilde tulpjes bezig zyn knoppen te zetten, een restje van de voor-1 len dan ook heel weinig. In voorko mende gevallen springt het echter bij, dat is hoofdzaak. Het fonds heeft na tuurlijk geen enkel verband met da geste van de heer „X" nü, maar door dat het ook in Nederland werkt, kon de onbekende gever gebruik maken van het administratie-apparaat dat voor het fonds noodzakelijk is. In ieder geval zullen, dank zij me neer „X", een aantal 80-jarigen na tuurlijk met hun echtgenoten en om ringd door de goede zorgen van ver pleegsters op 27 april een plezierige dag hebben. Twee stadsorganisten in Haarlem? Burgemeester en wethouders van Haarlem hebben de gemeenteraad voorgesteld, twee stadsorganisten te benoemen en wel de heer Piet Kee uit Alkmaar voor het orgel in de Grote Kerk en de heer Albert de Klerk voor hfet orgel in het concert gebouw. In Haarlem is namelyk een vacatu re ontstaan omdat aan de stadsorga- nist George Robert wegens het be reiken van de pensioengerechtigde leeftyd eervol ontslag is verleend. Mr. J. Th. Goossens overleden. Mr. J. Th. Goossens, oud-president van het Hooggerechtshof van het voormalige Nederlandsch-Indië is maandag j.l. na vry langdurige ziek te op 76-jarige leeftyd te zynen huize in Den Haag overleden. zm pOC^ ittf oorlogse weelde toen op eens be paalde plaats het geel zag van deze prachtige bloemen. De vloed over Walcheren heeft ze op die plek tot de laatste bol uitgeroeid. Geen wonder dat het restje met veel zorg wordt omringd en ook geen wonder, dat onze stemming tegen het einde van ons zwerven er hoe langer hoe beter op wordt. We hebben zelfs een fitis horen zingen, één dag die, waarop de eerste aan ons be kende melding betrekking had (12 april in Goes). Dat mag men bepaald boffen noemen. Juist tegen het einde valt ons oog op enkele fraaie strui ken van de (aangeplante) balsem populieren, de takjes donkerbruin en glanzend, de knoppen roodbruin met afvallende zeer kleurige schubben, die een balsemgeur verspreiden. En- '--itjes, rood vertonen. Zo is het geheel een echt kleurig en geurig voor jaarsver schyn- sel en verlaten we het bos met de verse indruk, dat er ondanks de heer sende kou toch meer gebeurt in de «atuur dan we ons achter een opge lette kraag durven voorstellen. Al gaat het langzaam, de lente is op mars.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 4