c Proces van hoogverraad in Parijs uiterst gecompliceerd D GOEDE PAASWERKKAMPEN IN VEERTIEN JEUGDHERBERGEN NIEUWS UIT DE KERKEN ZATERDAG 7 APRIL 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 WAT DEED ANDRÉ BARANÈS? Communist Duclos houdt zijn mond (Van onze Parijse correspondent). Sinds drie weken hebben alle Franse kranten dagelijks minstens een hele pagina gevnld met de „affaire des fuites", letterlijk vertaald „de zaak der lekken". Maar wanneer je aan een willekeurige Fransman vraagt waar het hier nu eigenlijk om gaat dan zal hij zeker antwoor den, dat hij van heel dit roemruchte proces niets meer begrijpt. De zittingen van het militaire gerecht in het paleis van justitie hebben deze zaak van hoogverraad zo gecompliceerd, dat niemand nog kan na gaan waar dit alles op uit zal draaien. In wezen lijkt het geval heel eenvoudig, maar langzamerhand zijn er zoveel ministers, generaals, politiedirecteurs, parlementsleden en zelfs een maarschalk bij betrok ken, dat hierdoor heel de Franse politieke scène in het te scherpe licht van de schijnwerpers is gekomen. Laten we eerst de hoofdpersonen van de zaalc der lekken eens bekijken, Daar Is In de eerste jplaats de geheim zinnige meneer André Baranès. Zelf verzekerd personage, die er van ver dacht wordt geheimen van de natio nale verdediging verspreid te hebben. Wat weten we van deze fantast. Be roep: journalist. Van 1951 tot zijn ge- vangenname was hij parlementair re- door JAN BRUSSE dacteur van het communistische blad „Libération". Lid van de communis tische partij. Maar tevens werkte hij als spion voor de politie, waarmee hij tweeduizend guldens per maand ver diende. De grote vraag is nu: Wie was zijn eigenlijke baas, de politie of de communistische partij Voor beiden Het waarschijnlijkste is dat hij zijn diensten aan beide heeft ver kocht. In ieder geval is het zeker niet aannemelijk dat Baranès al leen voor de politie werkte. Want de- communisten hebben stellig ge weten dat hij regelmatig contact had met de prefectuur. Wanneer zrj hem toch zijn gang hebben laten gaan betekent dit dat hier iets ach ter schuilt. Naast hem op de bank der ver dachten zitten Labrusse en Turpin. Twee hoge ambtenaren van de na tionale verdediging. Hen is ten laste gelegd dat zij mi litaire geheimen aan Baranès hebben doorgegeven. Dit bestrijden zij niet. Men weet dat zij zeer linkse sympa thieën hadden en dat zij erg tegen de oorlog in Indo-China waren. Om ver der bloedvergieten te voorkomen heb ben wij met Baranès over bepaalde militaire zaken gesproken, wetende dat Baranès de progressieve partij hiervan op de hoogte zou stellen. Hun chef, Jean Mons wacht ook op een veroordeling, Men verwijt hem uiterst onvoorzichtig met de aan hem toe vertrouwde geheimen te zijn omge sprongen. Hij zou zijn papieren open en bloot op zijn bureau hebben laten liggen, waardoor Turpin ze heeft kunnen overschrijven. Mons verdedigt zich: „Bi had vertrouwen in mijn on dergeschikten". Daarna komt maar schalk Juin verklaren dat hij al zijn achting voor Jean Mons heeft behou den en dat hij hem beschouwt als een goede patriot, die tot geen enkel ver raad in staat is. De maarschalk is nog niet weg of monsieur Wybot, di recteur van de Franse contra-spiona- ge verschijnt. Volgens hem is Mons een uiterst gewiekste spion, die wil lens en wetens heeft verraden. Wat van dit alles te geloven? Eén ding staat maar vast. Het comité van de nationale verdediging is op 28 maart, 28 juni en 10 september byeen geweest om over de oorlog in Indo- China te spreken. Daar wérden ver trouwelijke mededelingen gedaan over het sturen van troepen. Alle drie de keren werd geconstateerd dat deze geheimen reeds de volgende dag be kend waren, onder andere by de com munisten. Hoe? Door de onvoorzich tigheid van Mons, die de zittingen bij woonde maar zijn aantekeningen liet slingeren. Turpin en Labrusse schre ven die over en gaven ze aan Baranès. Deze zorgde voor de rest. Maar nu wordt de zaak veel inge wikkelder. Baranès verklaart dat de communisten hem niet nodig hadden om precies te weten wat de nationale verdediging van plan was. Die gehei. men kregen zij van iemand anders. Van wie Baranès liet doorschemeren dat dit verraad gepleegd zou zijn door een minister. En wel door Fran cois Mittérand, minister van binnen zaken in het kabinet Mendès- huidige regering van Mollet. Toen minister Mittérand voor het militaire gerechtshof kwam getuigen heeft Baranès zijn beschuldigingen ingetrokken. Hy wist niets zeker, hij had alleen maar gedacht datIn ieder geval zijn zijn verdachtmakin gen doorgedrongf p - van de republiek. Verbitterde politici Mittérand heeft een hele andere versie van de zaak. Heel de ge schiedenis Is opgezet door de vij anden van de regering Mendès- France. Door verbitterde politici, die het niet konden verkroppen dat zij niet konden regeren. Zy hebben, door middel van vervalste documenten, geruchten de wereld ingestuurd dat Pierre Mendès- France en zijn ministers met de communisten heulden. Hierdoor wilde men deze regering vooral in Londen en Washington verdacht maken. Een dag of wat geleden is Mendès komen verklaren dat deze opzet van zijn politieke tegenstanders inderdaad gelukt is. Tijdens de zittingen, waarop Mit térand en Mendès him zienswyze uiteenzetten was verdachte Bara nès door het dolle heen van woede. „De grootste verrader, dat ben jij" wierp hij de minister van justitie naar het hoofd. „Ik ben een patriot. Alles wat ik van de com munisten hoorde heb ik aan de po. litïe verteld". Waarop Mittérand antwoordde: „E?n alles wat u by d'e politie te weten kwam briefde u over aan de communisten". Nu zijn er natuurlijk best personen die precies zouden kunnen vertellen hoe de vork eigenlyk in de steel steekt. Dat is b.v. de slimme secreta ris-generaal van de communistische partij Frankrijk. Maar Duclos is wel wijzer. Hij glimlacht. Dit verrottings proces van een democratische staat komt hem niet ongelegen. Ongeveer 40 miljoen gulden kost deze dam in de Tigris, die door koning Feisal van Irak in werking is gesteld. Enorme overstromingen, welke in het verleden plaats vonden, kunnen nu worden voorkomen, terwijl een uitge strekte landstreek naar behoren kan worden bevloeid. Klein en groot verlof voor dienstplichtigen Met uitzondering van enige groe pen zullen de dienstplichtigen, die in februari 1955 voor eerste oefening zijn opgekomen, op 3 augustus 1956 met klein verlof en op 30 september 1956 met groot verlof gaan. De data, waarop klein verlof en groot verlof worden verleend zijn 30 september 1956 en 30 november 1956 voor hen, die in maart of april 1955 voor eerste oefening zijn opgekomen. 2 december 1956 en 3 februari 1957 voor hen. die in juni 1955 zijn opge komen, 3 februari 1957 en 29 maart 1957 voor hen, die in augustus 1955 zijn opgekomen, 29 maart 1957 en 24 mei 1957 voor hen, die in september 1955 zijn opgekomen en 24 mei 1957 en 24 juli 1957 voor hen, die in no vember 1955 zijn opgekomen. Bijzonder stempel voor eerste dag zomerzegels Ter gelegenheid van de eerste dag van uitgifte van de zomerpostzegels 1956 zullen bij de postzegelhandel z.g. „eerste-dag-omslagen" verkrijg baar zijn. (Tegen de prijs van 15 cent per omslag). De op 23 april a.s. aan het loket van een postinrichting afgegeven „eerste-dag-omslagen", uitsluitend gefrankeerd met een of meer zomer postzegels 1956, zullen worden voor. zien van een afdruk van een bijzon der stempel. Overheidspersoneel niet vrij op 5 mei Aan de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg heeft de re gering haar besluit meegedeeld, op o mei a.s. de bevrijdingsdag, aan het rijkspersoneel geen vrijaf te ge ven. De Stichting van de Arbeid heeft destijds geadviseerd de 30ste april, de verjaardag van koningin Juliana, als Nationale Feestdag te bestempe len omdat de vijfde mei niet vol doende aansloeg. Verleden jaar heeft het overheidspersoneel echter wel vrij gehad in verband met de 10-ja- rige herdenking onzer bevryding. De dertigste april is. zo lang koningin Juliana regeert, steeds voor het over heidspersoneel een vrye dag geweest. 9 De staatssecretaris van sociale zaken heeft advies gevraagd van de S.E.R. over een ontwerpbesluit tot wijziging van het werktijdenbesluit van koffiehuis- en ho telpersoneel 1949. De voorgenomen wijzi ging heeft ten doel de arbeidsduur van genoemd personeel terug te brengen tot maximaal 106 uur per twee weken, met behoud van een maximum per week van 55 uur. Uitbreiding j De verwachting is, dat het net |j van Nederlandse jeugdherber- gen, dat thans een aantal van H 56 omvat, met 6000 bedden, nog zal moeten worden uitge- breid. Er zijn echter enorme M bedragen mee gemoeid. De n -- jongste aanwinst, een instel- ling in Chaam, geschenk van een particuliere industrie, O heeft 200.000 gulden gekost. De jongelui noemen de inrich- ting die alleen maar modern H doelmatig is, te luxueus. Ze ee IE zitten liever in het barakken- m kamp van Eist (Utr.), waar f§ ongetwijfeld minder zorg ge- geven behoeft te worden aan 'het interieur In Apeldoorn worden bespre- m M kingen gevoerd om een jeugd- n herberg te kunnen openen, M omdat de trek naar de Velu- H we wel zeer sterk is. Ook in Twente wordt aan een nieuwe jeugdherberg gewerkt. Een 17-eeuwse Twentse boerderij M zal er onder leiding van ar- m chitect Janz uit Almelo voor worden ingericht. f| IlllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllM VERN1EUW1NGSWERK IN N.J.C. Driehonderd jongelui in actie (Van onze si ïciale verslaggever) „Vader" S. Smit (42) van de jeugdherberg ,,'t Plankenhuus" in Putten op de Veluwe weigerde ons een hand te geven, toen we dezer dagen wat onverwacht zijn domein binnenstapt ten. Dat was louter wellevendheid van hem. Hij was met een groepje van ongeveer 25 jongelui deelnemers aan een paaswerkkamp van de Ne derlandse Jeugdherbergcentrale druk doende de outillage van ,,'t Plankenhuus" een weinig te verbeteren. De fietsenstalling kreeg een achterwand, die dik In de carbolineum gezet moest worden; het speelveld werd enigermate geëgaliseerd en het terrein kreeg een nieuwe afrastering. Stuk voor stuk werkjes, waar mee een paar vuile handen worden gemaakt. Wie daar hang voor is, kan beter niet deelnemen aan dit soort kampen, waarmee de N.J.C. sinds vorig jaar een nieuw element heeft gebracht in haar organisatie. „Vader" Smit was dus niet de enige in Putten, die deze paasvakantie- dagen vuile handen haalde. Elly Schermer en Olga Breed (18), twee blozende Zaanse meisjes die de koffie voor de gasten ronddienden, droegen de sporen van hun „schil derwerk" tot op de rug. Pas later op de dajr, toen we ook nog een kijkje hadden genomen in het paas werkkamp in het N.B.A.S.-bonds- huis te Oldebroek en de immense barakken-jeugdherberg te Eist (Utrecht), waar dappere jongeda mes met steun van even dappere jongelingen bezig waren met de be mesting van de tuin; wisten we dat Putten nog maar een zindelijke ver toning was geweest Tja, driehonderd jongens en meis jes van boven' de veertien, h.b.s.- ers, gymnasiasten, u.l.o.-scholieren, toekomstige technici, en onderwij zer (essen) s, uit alle windstreken van ons land, offeren een week van hun paasvakantie op om daadwerke lijk te helpen het Nederlandse jeugd herbergnét in stand te houden. Men treft ze behalve in de drie genoemde inrichtingen aan in nog elf van de 56 jeugdherbergen, die ons land rijk is. En of men nu gaat linken in Oos- terland op VVieringen dan wel in „Assumburg" bij Heemskerk, in „It Baeken" te Heeg of „Stania-State" in Oenkerk, in „De Zwerfsteen" in Roden (Dr.) of „St. Joris" te Ter- borg, in „Teun de Jager" te Schoorl, of „Hanskedune" op Terschelling, overal vindt men hetzelfde vrolijke enthousiasme voor wat er gedaan moet worden. Concreet „Voor een concreet werk is elke jongere te vinden", vertelde ons dan ook de heer K. Leyenaar, secretaris van de N.J.C. „Met concreet werk kan je alles van ze gedaan krijgen. Ik geloof te weten dat men de jongelui alleen niet aan boord moet komen met al lerlei zwevende idealen. Dan geven ze niet thuis." De N.J.C. zoekt met deze paas- werltkampën te appelleren aan het verantwoordelijkheidsbesef van de jeugd. Vorig jaar als experiment opge zet, blgkt haar oproep tot hulpver lening verstaan te zijn. De verwach ting is, dat het in de komende jaren nog over een groter aantal jeugd herbergen zal moeten worden uitge breid. De N.J.C. heeft er een poging mee gedaan, de individualiteit, die grond slag voor haar oprichting is ge weest, nieuw voedsel te geven, Dat was nodig. De laatste jaren dreigt het jeugdherbergwezen niet alleen in ons land, maar internationaal uit te groeien tot een massa-organisa tie. Ongerekend de duizend a elfhon derd scholen die enige dagen in klas sikaal verbind in de jeugdherbergen verbleven, zyn er vorig jaar 74.000 individuele trekkers op pad geweest. Ongeveer een derde, deel daarvan verkoos trips naar het buitenland te maken, maar een ongeveer even groot aantal buitenlandse jongelui bezocht daartegenover de jeugdher bergen in ons land. Dank zij ae om standigheid dat er een internationaal verband staat met negen en twin tig aangesloten landen, waarbinnen afspraken zijn gemaakt, dat de prij zen ongeveer met elkaar overeen stemmen, biedt de N.J.C. ongekende mogelijkheden aan het opgroeiend geslacht om hun overmaat van ener gie lucht te geven. De betekenis van dit alles gaat uiteraard verre uit boven de idee, dat de N.J.C. alleen maar een ser vice-instituut is, dat de jongelui een goedkoop hotel bezorgt. Er schuilt de gedachte achter dat ieder zoveel mogelijk zichzelf en anderen tracht te helpen. Maar bovendien, men hoopt, dat via de jeugdherbergen de ongeorganiseerde jeugd ook er toe wordt gebracht contact op te nemen met de bestaande jeugdorganisaties. Men kan er tenminste de gezonde sfeer proeven, die ook in de jeugd organisaties veelal wordt gevonden. Wie het blijmoedig enthousiasme in de oaaswerkkampen van de N.J. C. heeft meegemaakt, zal nauwelijks aan de realiteit van dit idee durven twijfelen. WAAR DE GROOTSTE AFVAL? In „Hervormd Almelo" schrijft ds. J. Vuyk over: "Waar schuilt de grootste afval?" De grootste afval van de kerk ligt in de jonge gezinnen. Het is een geruisloze afval; een afval zonder kwade opzet, zonder haat. Een afval, die ontstaat uit natuurlijke oor zaken in het gezinsleven. Oorzaken, die er altijd geweest zijn, maar die door de veran deringen in de maatschappy, door de hard heid en de gejaagdheid, de spanning en de vermoeidheid, die het moderne leven met zich mee brengt, des te gretiger worden aangegrepen om eigen gemakzucht te ca moufleren. Of „gemakzucht" is niet eens het goede woord. Zo bewust gaat het niet eens toe. Maar het bewust deelnemen in het leven van de gemeente vraagt nu eenmaal een zekere inspanning, die niet meer kan worden opgebracht naast alle andere din gen, waarvoor men zich reeds heeft inge spannen. We mogen ook niet vergeten, dat het huwelyk voor de moderne jonge men sen een veel groter avontuur is, dan voor vroegere generaties. Zowel de man als de vrouw vragen van elkander veel en veel meer in 'het huwelyk dan onze grootouders hebben gedaan. De moderne jonge vrouw neemt geen genoegen meer bv. met een voor haar onbevredigend sexueel leven. Maar om dat alles op te bouwen wordt in spanning gevraagd. De kerk glijdt geruis loos tussen alle andere inspanningen uit. Wanneer wy hier goed van doordrongen zijn, dienen we ons af te vragen hoe de kerk hierop reageert. Het antwoord moet zijn: zeer. zeer onvoldoende. Het pastoraat van de predikant is gericht op: zieken, chroni sche zieken, thuiszittende bejaarden, huis bezoek of persoonlyk gesprek voor bijzon dere gevallen (gezinnen, die door ouderlin gen e.a. aan de predikant zijn doorgegeven om door hem bezocht te worden). Dit aan tal is zo groot, dat driekwart van de tijd besteed wordt aan zieken enz., een kwart aan bezoek aan opgegeven gezinnen. De vraag is of de predikant de spits van zijn pastoraat niet heeft te richten op de meest bedreigde plek van de gemeente: de jonge gezinnen. Het pastoraat rond de doop is daarvoor ten enenmale onvoldoende. In de tweede plaats moeten we het enor me belang van de Jonge Kerk onderstrepen. In het jonge Kerk-werk liggen mogelijkhe den, die nog niet voldoende zijn uitgebuit. Het behoren tot een bepaalde wijk-gemeen- te is iets wat jongeren niet bijzonder aan spreekt. Trouwens, onlangs werd op een congres over stedebouwkundige onderwer pen openlijk toegegeven, dat de na de oor log zo hevig gepropageerde gedachte van de nieuwe stadswijk, die een eigen buurt zou worden en een eigen gemeenschapsle ven zou opbouwen, juist door de toevloed van jonge gezinnen in die nieuwe stadswij ken tot een mislukking is geworden. Velen wensten immers niet te wonen in de buurt waar ze een woning kregen. Omdat ze er een woning kregen, daarom wonen ze er, noodgedwongen. Maar ze voelen er niets voor om op grond hiervan te moeten mee doen aan het leven in de buurt of in de be treffende wijk-gemeente. Dat is ook het heel zwakke punt in de decentralisatie van onze hervormde gemeente en de opbouw van de wijkgemeenten. Een gemeente ont staat nu eenmaal niet door een paar strepen op de plattegrond van Almelo. De „buurt" is, behalve op het platteland, in de stad als levend begrip verdwenen. Daarom is de wijk-gemeente beslist niet het .afdoende ge neesmiddel tegen de afval van de jonge ge zinnen, al zullen er jonge gezinnen bestaan, die voldoende beschermd zyn, wanneer ze hun plaats in de wijk-gemeente innemen. Ik vraag me af of rond de Jonge Kerk niet een „gemeenschap", een „club" van jonge gezinnen kan ontstaan, waarin men elkander vasthoudt en helpt een zinvolle plaats te vinden in het leven van de ge meente", aldus ds. Vuyk. BISSCHOPPEN EN HUN TAAK. „De nieuwe eeuw" schrijft over: „De nieuwe bisschoppen en hun taak": Geroe pen en aangewezen zijn thans mgr. Jansen en mgr. Nierman, respectievelijk tot bis schop van Rotterdam en Groningen, en niemand zal hen benijden, want de taak die hun wordt toevertrouwd is zeer zwaar en hoogst verantwoordelijk. Wat allereerst in het oog valt dat zijn de technische moeilijk heden waarvoor de beide monseignori ko men te staan. Men denkt bv. aan de oplei ding van de priesters en de oprichting van nieuwe seminaria die daarvoor nodig zal zijn, en aan de inpassing van het rijk ge schakeerde organisatieleven in de nieuwe diocesane verbanden. Maar toch zyn dit slechts uiterlijke kwesties. Waar het om gaat dat zijn de grote gees telijke problemen waarvoor de bisschoppen komen te staan en die in de twee nieuwe bisdommen wel hun zeer eigen karakter hebben. Zal mgr. Jansen vooral geconfron- teerd worden met het probleem der massa le onkerkelijkheid, zoals zich dat speciaal in de grote steden van Zuid-Holland hoe langer hoe meer aan het toespitsen is, van mgr. Nierman zal grote vindingrijkheid ge vraagd worden bij het wegnemen van de belemmeringen die de bloei van het relieu- ze leven in een diaspora gebied bemoeilij ken. Beide kerkvorsten komen voorts te rege ren in een gebied waar ook niet-katholie- ken een groot percentage van de bevolking uitmaken, en voor mgr. Nierman geldt dit wel in het bijzonder. Het is de laatste jaren gebleken dat ook by niet-katholieken in Ne derland een merkwaardig grote belangstel ling voor de faits et gestes der bisschoppen levendig is, een belangstelling overigens die niet altijd van het juiste begrip getuigd heeft. Een uitermate gelukkige omstandig heid is het daarom, dat zowel mgr. Nier man als mgr. Jansen door hun persoonlyk- heid en door hun activiteit in het verleden juist by andersdenkenden reeds een opmer kelijke goede gezindheid hebben weten te kweken". SPLITSING IN DE DUITSE KERK? Onder het opschrift „De dreigende split sing der Evangelische Kerk" treft ons een beschouwing in „Stimme der Gemeinde", het orgaan van de Rijksbroederraad der Duitse Evangelische Kerk (Niemöller Mochalski c.s.), die er op wijst, dat vooral de raad dezer kerk voor ernstige en ver strekkende besluiten staat, beslissingen die nog deze maand zullen worden genomen. Deze beslissingen hebben actuele aanleidin gen. Enerzyds nl. het bezoek van dr. Dibe- lius bij de paus, anderzijds de voorgenomen verwijdering (Absetzung) van Niemöller als leider van het kerkelijk departement voor buitenlandse aangelegenheden. Daarbij is het bezoek van Dibelius aan de paus een volkomen onverwachte stap geweest en is het aftreden van Niemöller reeds lang, en sedert de synode van Espelkamp, in discus sie. Dr. Dibelius, voorzitter van de Raad der Evangelische kerk, zo schrijft het blad ver der, heeft door zijn bezoek aan het Vatï- caan, dat hij op instigatie en door bemid deling van de gezant van het Vaticaan te Bonn heeft gebracht, in het „christelijke" (Bonner) front tegen de Oostduitse repu bliek positie gekozen en juist dit moet de eenheid van de kerk zeer bedreigen. Deze eenheid van een volk, dat in twee staten is verdeeld kon tot nu toe in de kerk gehand haafd blijven, een eenheid ook, die door de synode der kerk en door haar raad werd gedemonstreerd en beklemtoond. Wil deze raad deze eenheid der protestantse chris tenheid in Duitsland bewaren, dan mag hy zich politiek niet in gevaren begeven. Maar het geschiedt, als zijn voorzitter zich in het dusgenaamde „christelijk" front Iaat trek ken, tegen een van de beide deelstaten. Dat is misschien van nut voor de politiek van de Bonner politici, maar het is niet van nut voor de 16 miljoen protestanten van Oost- Duitsland.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7