m/. fwmajmnt
Een ras-Amerikaan
orth State
zw
j boupünk
Laatste raadspensionaris was een
oprecht vriend der Oranjes
JIMMY en de Crescepresio-korrels
O
Hij
rtenJb tu*
in kwaliteit
vooraan
12
PRO VIN01ALE ZEEUW8E OOÜRANT
VRIJDAG 6 APRIL 1956
DE ZEEUW LAURENS PIETER VAN DE SPIEGEL
trof in 1787 een chaos aan
bij bestuur, leger en vloot
In de patriottentijd waren de nachten in het spaarzaam verlichte 's-Gra-
venhage bijzonder gunstig voor illegalen, die op de meest in het oog
vallende plaatsen opruiende manifesten opplakten. Wanneer de nachtwacht
zich met zyn knarsende ratel had verwijderd, verschenen zy met hun
papieren op zak, en een pot styfsel in de hand, en geen haan kraaide er
naar.
Toen mr. Laurens Pieter van de
Spiegel in «1787, na de val en vlucht
der patriotten, aan het bewind was
gekomen, had hij een chaos aange
troffen in vrijwel alle administraties
en ondanks dat Holland als schat-
en schatrijk bekend stond, kwam
men overal en altijd geld tekort.
Van de Spiegel was een oprecht
vriend van Oranje en een bijzonder
knap man, zoals hij had bewezen
door zijn vele geschriften over
staatkundige en economische on
derwerpen, maar hij was een man
van het ancien régime, die voor zijn
familieleden goede ambten zocht,
en die niet inzag dat de Nederland
se koopman en fabrikant volgens
verouderde methodes zaken deed
en daardoor van de markt werd ge
drongen door Engelsen en Ameri
kanen.
Eerst in de morgen lazen de men
sen, die naar hun werk gingen:
„Aan de Burgers van 's Hage.
„De grootste verrader van het
Land, van de Staaten, van de Prins,
van het volk, van U, o wakkere
Haagse burgerij, woond zedert vijf
jaaren straffeloos in uw midden.
„En gij aanschouwd zijne euvel-
daaden, zyn Godvergeetene bedrie
gerijen, zonder hem te veragten, en
zonder hem openbaar te straffen.
„Is het nog nodig, o rampzalige
bedrogen burgerij! dat wij in de Per
soon van Laurens Pieter van de Spie
gel, U aanwijzen de man, die de
eenige, de waare, de schrikkelijke
oorzaak is van alle rampen, die het
Land, de Braave Prins, en zijn Edel
Kroost, zo gedugt, zo vreeslijk tref
fen?"
De opsteller van dit schotschrift,
dat in net begin van 1794, toen de
Fransen weer oprukten en de onzen
terugweken, werd aangeplakt, had
gedacht dat z'n stadgenoten erg naïef
waren. Hy trachtte hen te overtuigen
dat de raadspensionaris Van de Spie
gel een oorlogsmisdadiger was, die
de strijd met Frankrijk had ontke
tend, terwijl de Nationale Conventie
te Parijs de oorlog had verklaard
aan „de tyran" Willem de Vijfde, die
nu als een „braave prins" tegenover
zijn minister werd gesteld.
Op de slagtbank
Voor de vrouwen en meisjes had
hy een bijzonder argument in petto:
Van de Spiegel kwam niet om rust
en vrede te brengen, maar om
,,'s Lands soldaten, die schoone Hol-
landsche guardes, Uwe mans,, Uwe
kinderen, Uwe broeders, Uwe neeven,
Uwe minnaars op de slagtbank te
brengen."
Tenslotte kwam hy met een theo
logisch argument. Na lang te heb
ben getwijfeld was deze patriot tot
de slotsom gekomen dat „de zaak
der Franschen Gods zaak is", en dat
hun overwinnende legers „onder de
Frederik de Grote, de vriend der
Ehilosofen, wier ideeën vorm kregen
de Franse revolutie, had het inder
tijd enigszins ander geformuleerd:
„God is met de beste regimenten."
Wapengebrek
Ons leger was niet veel zaaks, en
regimenten, die goed toegerust en
van alles voorzien op papier stonden,
bleken helemaal niet compleet te zyn
en aan alles gebrek te hebben: aan
wapens, aan munitie, aan kleding,
ja, waaraan niet.
BABY&
Geef de behandeling,die Moedors
in 104 landen ideaal vinden I
Wrijf Vicks VapoRub tegen bed'
tijd op borst, keel en rug. De
verzachtende dampen verruimen
de luchtwegen en bedaren de
hoest.Tegelijkertijd maakt de ver'
warmende pleisterwerking de be
klemming los. Snellere verlichting!
Het geeft méér
verlichting, omdat het
geconcentreerd isl r>__
lield memories op te stellen, zo
als hij dat al had gedaan als pen
sionaris van de stad Goes en van het
fewest Zeeland, maar hij was niet
ij machte om energiek op te treden.
Van de stadhouder kreeg hij ook
f'een steun. Willem V was ongetwij-
eld een braaf man, die volkomen ge
lukkig zou zijn geweest met zijn kost
bare verzamelingen. Hij was beslui
teloos, onzelfstandig, en altijd bereid
om beslissingen uit te stellen, van
daar dat hij remmend werkte op zijn
ijverige raadspensionaris, die zich
uitputte in theoretische beschouwin-
fen en voorstellen tot hervorming,
ie nooit tot stand kwamen.
Oud-mannenhuis
De Oost-Indische en de West-In
dische compagnie hadden geen geld,
terwijl hun dienaren zich schandelijk
verrijkten: de diverse admiraliteiten
zaten elkaar dwars en bekommerden
zich niet om de vloot; het incomplete
leger had te kampen met een over
vloed aan generaals, generaal-ma-
joors, luitenant-kolonels en kolonels,
vaak mummelende grijsaards die
eigenlijk in een oud-mannenhuis
thuis behoorden.
„Het is daarom zeer te hopen, dat
men eens met kragt de handen zal
slaan aan verbeteringen, niet van de
constitutie, maar van de executie.
Indien dit niet geschiedt gaat het
land infaillibel (onvermijdelijk) ver
loren, en wie heeft courage of liever
zwakheid genoeg om op zyn post te
blijven, totdat de val van den staat
daar zal zijn?" schreef Van de Spie
gel met vooruitziende blik in april
1793, nadat „als door een mirakel"
de Fransen Brabant weer hadden
ontruimd.
Hij bleef
Wie had de courage om te blijven
Alleen Van de Spiegel, die weigerde
met de prins naar Londen te ver
trekken. Dat hadden de patriotten
nooit gedacht! Hun comité van alge
meen welzijn, dat zich veilig bevond
achter de bajonetten van generaal
Pichegru, liet reeds in september
1794 een schotschrift drukken en in
ons land verspreiden, een bevel tot
aanhouding „levend of dood" van
„Laurens Pieter van de Spiegel,
raadspensionaris van Holland, oud
ruim vijftig jaaren, lang circa vnf
voet en agt duim hebbende eene vaale
geele Zeeuwsche coleur, neergeslaa-
gen oogen, gaande met het hooft
eenigsints duikende, zeer mager van
gestalte en dun van beenen, door
gaands in het zwart gekleed."
Nauwelijks waren de Fransen in
k - C'e kee/onfsmettende tabletten
v\ bescherm u tegen verkoudheid,
griep, keelpijn
In buisje^ 20 en flacons a 50 tabletten
het land, of het nieuwe bewind be
sloot om Van de Spiegel gevangen te
nemen. Hij had reeds zijn ambtswo
ning verlaten, en woonde in zijn
eigen huis, en vandaar werd hij naar
het Binnenhof gebracht en opgeslo
ten in de kastelenij.
Nog vele malen verwisselde hij van
gevangenis: in de zomer van 1795
zat hij op het Huis ten Bosch, om in
October, onder geleide van een de
tachement cavalerie naar de Gevan
genpoort te worden overgebracht.
Tenslotte bracht hij nog meer dan
twee jaar door op het kasteel te
Woerden, tot men ten laatste inzag,
dat men hem feitelyk niets ten laste
kon leggen, zoals men zo vurig had
gehoopt. In december 1798 kon hij
naar zyn familie te IJselstein ver
trekken, maar reeds het volgend jaar
achtte hij het veiliger om, bij de inval
van Engelsen en Russen, uit te wij
ken naar Westfalen, waar hij niet
lang daarna vry plotseling is ge
storven.
Oude dagvaarding werd
inbreker noodlottig
De politie te Rotterdam heeft
gistermorgen de 22-jarige hulpar
beider M. de K. aangehouden, die
's nachts had ingebroken in het ge
bouw van een coöperatie aan de
veemarkt. Een ouae dagvaarding
is hem noodlottig geworden.
Omstreeks drie uur hoorden agen
ten gestommel in het gebouw. Zij
gingen op onderzoek uit en zagen
een man vluchten, die zelfs na enige
pistoolschoten niet tot staan te bren
gen was. Hij verdween spoorloos.
Een andere agent vond gistermorgen
evenwel een oude dagvaarding vlak
bij het gebouw. Daar men het niet
uitgesloten achtte, dat de onbeken
de het papiertje verloren had, togen
twee pölitiemannen naar het adres,
dat op de dagvaarding stond. Zij
herkenden de man als de vluchte
ling en ontkennen hielp hem toen
niet meer.
(Advertentie)
I
CIGARETTES
Verrewég de meesf gerookte Amerikaan!
cf
Hatojama voorzitter
van zijn partij
De Japanse premier Hatojama is
met 394 tegen 19 stemmen, bij 76
.onthoudingen,tot voorzitter van de
regeringspartij gekozen.
Deze partij werd in november jl.
door samensmelting van de conser
vatieve en de liberaal-conservatieve
partij, gevormd. Er was echter nog
geen voorzitter aangewezen.
Drie bouwketen uitgebrand
Donderdagochtend zyn twee schaft
lokalen en een cementkeet van het
bouw- en betonbedrijf J. C. B., staan
de op het bouwterrein bij de Em-
maüsweg te LimmelMaastricht
uitgebrand. De werkkleding van de
arbeiders en alle gereedschappen
fingen verloren. De Maastrichtse
randweer wist de naastliggende
bouwwerken en de opgeslagen Ixout-
materialen voor het vuur te behoe
den. De brand is te ongeveer zeven
uur ontstaan, nadat een nachtwa
ker de kachel in de keten had aan
gemaakt.
91. JacKie votide een felle prikkeling in zijn nekharen
en zijn hart begon heftig in zijn keel te kloppen. Ze
hadden het licht in de tuin ontstoken, en achter het
huis werd gelopen. Hij hoorde duidelijk het geluid van
voetstappen. Jackie maakte zich onder de struik zo
klein mogelijk, maar probeerde toch door het geblader
te heen te gluren. Op hetzelfde ogenblik zag hij, dat
Muis de huisknecht zijn bemodderd hoofd uit de ratte-
gang stak. Dat hoofd zag er zo bespottelijk uit, dat
Jackie onder alle andere omstandigheden zijn lachen
niet zou hebben kunnen bedwingen. Nu begroette hij de
verschijning van Muis alleen maar met schrik en ont
steltenis. Muis deed alle moeite zich uit de gang te wer
ken, maar hij scheen aan het eind van zijn laatste
krachten. „Help!'' riep hij zo luid, dat Jackie voelde
hoe zijn haren recht overeind gingen staan! Jackie stak
zijn hoofd uit het gebladerte en hield zijn wijsvinger
voor de mond ten teken, dat de ander zich koest moest
houden. Muis keek hem wel aan, maar deed zijn mond
al weer open om hulp te roepen. Snel greep Jackie een
kluit aarde en wierp deze naar het hoofd van Muis. Het
was raak geweest, want Muis deed zijn best de aarde
proestend en blazend weer kwijt te raken. Wéér beduid
de Jackie zijn lotgenoot, dat deze zich koest moest hou
den. Zelf dook hij onder zijn struik weg. Op hetzelfde
ogenblik werd het licht in de tuin uitgedraaid. Er werd
een deur dicht getrokken en alles was weer stil en don
ker!
Even nadenken
De opgave van de volgende re
bus luidt: Maak met acht lucifers
bovenstaande figuur en maak er
daarna, door toevoeging van nog
eens acht lucifers, acht gelijkzij
dige congruente driehoeken van.
De oplossing van 't vorige raad-
lel luidt:
Donzige huidjesJS
I bnbv verzorging
wUiiinrM
~üan en oocz
„Stalin ontvangt" boeiend
verslag van Krimconferentie.
Door L. van der Land. Uitgever.
C. P. J. van der Peet, Amsterdam.
De Tweede Wereldoorlog was in fe
bruari 1945 nog in volle gang. Aan het
Europese front stond Duitsland welis
waar voor een volkomen ineenstor
ting, maar in de Pacific bood Japan
inog felle tegenstand aan de oprukken
de geallieerde troepen. De leiders van
de grote mogendheden, Roosevelt,
Churchill en Stalin kwamen voor een
conferentie samen in Jalta op de Krim
om te onderhandelen over drie be
langrijke punten: de toekomstige her
stelbetalingen van Duitsland, het op
richten van de Verenigde Naties en het
deelnemen van Rusland aan de oorlog
tegen het Japanse keizerrijk.
Door politieke tegenstanders van
president Roosevelt, die kort na deze
conferentie overleed, wordt nog steeds
beweerd, dat de president tijdens de
besprekingen ziekelijk en vermoeid
was en dat hij gedeeltelijk daardoor,
de Russen te veel concessies heeft ge
daan. In „Stalin ontvangt" bestrijdt
Van der Land deze opvatting. „Men
vergeet al te gemakkelijk", aldus de
schrijver, „dat Churchill, van wie men
dacht, dat hij de politiek van de Rus
sen doorzag, voor ieder te Jalta ge
nomen besluit mede verantwoordelijk
is".
In een helder betoog behandelt hij
vervolgens alle punten, die in Jalta
aan de orde zijn gekomen en hij con
cludeert, dat de vroegere president van
de Verenigde Staten, Franklin D. Roo
sevelt, ten onrechte verantwoordelijk
wordt gesteld voor de koude oorlog,
die wij nu doormaken.
Het boek is voorzien van enkele af
schriften der originele besluiten, die in
Jalta genomen zijn.
Herdrukken in Prismareeks.
In de Prismareeks van de uitgeverij
„Het Spectrum" (Utrecht-Antwerpen)
zijn drie herdrukken verschenen, twee
werken van Nederlandse auteurs en
een van de Russische schrijver Maxim
Gorki, die stuk voor stuk in een be
hoefte voorzien.
„Armoede" van Ina Boudier-Bakker
speelt in het Amsterdam van de eeuw
wisseling. Op treffende wijze brengt
het de onzekerheid en de nerveuze on
rust tot uitdrukking, die de mensen
van die dagen beheerste. Alsof de ge
weldige industriële en sociale inspan
ning van de negentiende eeuw de
mensheid had uitgeput.
Van geheel andere aard is „Mietje
met de kalfsogen" door Daan van der
Vat, een serie kostelijke en speelse
verhalen, die uitmunten door oor
spronkelijkheid en geestigheid.
Het derde werk is dat van de Rus
sische meester Alexei Maximowitsj
Peskow, die onder het pseudoniem
Maxim Gorki („de bittere") zijn boe
ken publiceerde en die zich het lot
van de arme mensen in het tsaristi
sche Rusland zeer aantrok. Zijn „De
moeder" getuigt hiervan op meesle
pende wijze. Het verhaal speelt zich
af tijdens de eerste woelingen onder
de arbeidende klasse, die het voorspel
vormden van de grote revolutie.
„Hoe is het ook weer",
door E. P. D. Boer en
J. M. G. Kuin.
„Eenvoudige belastïng-
kunde", door W. J. Visser.
Uitg. FED, Amsterdam.
Een tweetal eenvoudige, maar
handige werkjes, die voor velen een
goede wegwijzer zullen zijn op het
gebied van de sociale verzekeringen
en belastingvraagstukken.
Het eerstgenoemde boekje geeft
op overzichtelijke wijze antwoord op
tal van vragen, welke kunnen rijzen
bij iedereen die met de sociale ver
zekeringswetten te maken heeft.
Daarnaast is het een praktisch
studieboekje voor hen, die in de rich
ting boekhouden en alles wat daar
aan verwant is, studeren.
Mede is opgenomen een overzicht
van de totstandkoming der verschil
lende sociale wetten, waaraan alle
recht wordt gedaan aan hen, die in
het verleden de stoot hebben gege
ven tot de oprichting.
Het tweede boekje geeft een over
zicht van dc fiscale problemen en
de moeilijkheden, welke daaraan
vastzitten. Het is tevens bedoeld als
een uitgebreide toelichting op de in
vulling van de aangiftebiljetten voor
de inkomsten- en vermogensbelas
ting. Een goede richtwijzer voor
ieder, die met belastingbiljetten te
maken heeft.
POiVTHOIJD
IN OKTOBER
dooi
MENNO DE MUNCK
Zesentwintig jaarToen was ik
dus zesenveertigIk moest er om
glimlachen. Het scheen nog zo dicht
bij te liggen maar gaf de kledij
op deze afbeelding niet veel scher
per het verschil in tijd aan, dan me
nig verhaal het vermocht te doen?
Lydia's lach wekte mij uit mijn
gepeins. Ik had de deur niet gehoord
en ik schrok toen zij eensklaps ach
ter mij stond. Ik draaide mij met
een ruk om en staarde haar onthutst
aan. Mijn sigaar was uitgegaan en
door de onverhoedse beweging die
ik maakte, viel de as op de vloer.
„Ach", zei ik, geërgerd over mij-
fcelf".
„En niet alleen op de vloer", zei
Lydia vrolijk, „maar ook op je jas!
Ik zal het er af borstelen, voor Lau
ra bet ziet, Matthias!"
Zij was weer kostelijk jeugdig,
terwijl zij mij zo plaagde. Ik keek
beteuterd naar de as op de vloer.
„Het is helemaal niet erg, hooi*",
zei ze. „Elza komt direct met verse
koffie en dan ruimt zij het wel op."
Zij borstelde mijn jas schoon.
„Stond je naar die foto te kijken?
Wat een hoed, hè? En dan dat pak
van Tjerk- En toch was die blouse
heel mooi ze ligt nog boven in de
kastEnHaar stem werd
plotseling weer ernstig. „En dat ma
trozenpak van Maarten
Zij zweeg. Ik liep terug naar mijn
stoel. Zij bleef nog een ogenblik
staan, starend naar de foto.
Toen zij zich weer tegenover mij
zette, ging ik naar de tafel in het
midden en nam het telegram. „Wij
komen maandagmiddag, Maarten."
Ik ging terug naar mijn plaats,
Haar blik was strak op mij gericht.
Ik lachte tegen haar.
„Nog even geduld, Lydia", zei ik.
„Overmorgen is het zo ver."
„Wat denk je", vroeg zij. „Hoe
laat zouden ze hier kunnen zijn?"
Terwijl ik opnieuw mijn sigaar
aanstak, dacht ik na. Het telegram
was uit Parijs verzonden, maar dat
gaf weinig houvast. Als ze maandag
uit Parijs vertrokken, dan konden ze
niet eerder dan met- de bus van half
zes hier zijn; verlieten ze daaren
tegen zondag Parijs al, dan was het
ook mogelijk dat ze om half twee
of misschien om half twaalf reeds
hier waren. Neen, het was niet te
zeggen en bovendien bestond nog
de mogelijkheid, dat ze de twaalf
kilometer, die Everlaar scheiden van
het dichtstbijzijnde spoorwegstation,
aflegden met een huurauto.
„Het telegram is wat vaag", zei
ik. „Ze zullen in Parijs of ergens
anders misschien nog iets te doen
hebben, Lydia, en ze weten waar
schijnlijk zelf nog niet precies hoe
ze zullen reizen. Maar het voor
naamste is toch, dat ze komen, is
het niet?" Ik lachte opgewekt.
„En nu blijft het een verrassing"1,
vervolgde ik. „Vind je dat zelf ook
niet veel aardiger?"
Zij zei niets, ik voelde, hoe onno
zel mijn woorden hadden geklonken.
Het bleef lange tijd stil en haar
onrust hing op de duur bijna tast
baar in de kamer.
Ik was bly, toen de deur open
ging en Elza binnentrad; het brak
de spanning even, en het gaf mij de
gelegenheid iets luchtigs te zeggen
over oude heren, die as op de vloer
morsen.
Elza was nog maar nauwelijks de
kamer uit toen er gebeld werd.
Lj'dia boog zich naar het venster
en keek naar buiten. Zij deed haar
uiterste best niets te laten merken,
maar toch zag ik haar gezicht even
betrekken.
„Erna", zei zij. „Een ogenblikje,
Matthias; ik zal haar zelf binnen
laten."
Eraa, haar schoonzuster. Ik ken
mevrouw Motte; ik heb haar jaren
lang behandeld en ik weet, dat zij
niet gemakkelijk is, zoals ik weet
dat slechts de houding van Lydia een
steeds dreigende breuk telkens weer
weet te voorkomen. Ik herinnerde
mij nog al te goed haar eeuwige
klachten en haar voortdurende be
zoeken op het spreekuur. Een vrouw,
die in het middelpunt wil staan maar
dit niet kan; een vrouw, die zichzelf
belangrijk vindt, maar dit niet is;
een vrouw
Maar misschien ben ik nu onrecht-
vaax-dig. Ik heb haar man goed ge
kend; hij was een kwartaaldrinker,
een bx-uut, die het, zoals algemeen
in Everlaar bekend is, ook met de
trouw aan zijn gezin niet al te nauw
nam. Er waren mensen, die zeiden
dat zij, steeds bits en snauwerig,
hem tot de wanhoop had gebracht,
maar er waren er ook die het om
gekeerde beweei-den en vex-telden,
dat zijn gedrag haar zo verbittei-d
had. Wat is hier juist? Ik weet niet.
Ik heb haar nooit anders dan on
vriendelijk kunnen vinden en onheb
belijk
Haar gezicht stond, als gewoon
lijk, verveeld, toen zij binnentrad.
Zij begroette mij met een handdi-uk.
Ik vroeg hoe het met haar ging,
hoewel mij dit moeite kostte; ik wist
immers hoeveel hoofdbrekens zij
Herman bezorgde?
Haar antwooi-d was kort en on
heus.
„Ik heb veel liever dat U zelf
maar weer komt", zei zij. „U be
handelt Lydia toch ook nog als zij
ziek is? Ik heb niet op met die dok
ter Forster; ik geloof niet, dat hij
er achter is wat mij scheelt. Heeft
U eigenlijk wel eens met hem over
mij gesproken?"
Mijn sigaar was weer uitgegaan,
gelukkig. Ik zocht omslachtig een
lucifer en stak haar opnieuw aan.
„Dokter Forster", zei ik toen na
drukkelijk, „is een zeer goede dok
ter, mevrouw Motte. En ik heb tex--
dege met hem over U gepraat."
Bij mijn laatste woorden keek ik
even naar Lydia. Haar ogen waren
strak op mij gericht en in haar blik
las ik een zacht vex-wyt. Begreep zij
misschien wat ik bedoelde? Ik had
inderdaad met Herman over me
vrouw Motte gesproken maar na
tuurlijk niet, zoals zij het zelf had
gewild.
Zij knikte ontevx-eden, toen ik
zweeg. Daarna wendde zij zich tot
Lydia.
„Ik hoorde", zei zij fel, „dat Maar
ten maandag thuis komt. Dat mag
ook wel eens na zoveel tijd!" Het
klonk zo scherp, dat ik haar had
kunn slaan. „En hij brengt, eh
diedie vrouw mee, geloof ik?"
Dat mag ook wel eens na zoveel
jaren, had zij gezegd. Had zij de
oorlog al vergeten Hield zij er
geen rekening mee, dat de verbin
dingen ruim zes jaar verbroken wa
ren geweest en dat het, direct nadat
de vrede was getekend, voor Maar
ten nog niet mogelijk was naar huis
te reizen? Vergat zij zijn werk, dat
hem steeds weer elders had ge
bracht
Het bleef heel lang stil. Toen
hoorde ik Lydia's stem, zacht, maar
zo warm, dat het mij verwarde.
„Ja", zei zij, „Maarten komt
thuismaandag, ErnaMet
zijn vrouw
En zij lachte zo gelukkig, dat ik
iets weg moest slikken, want ik wist
hoe deerlijk mevrouw Motte haar
had gewond, Zij had niet gevraagd:
Hoe weet je het? De meisjes,
dacht ik De meisjes hebben er
met elkaar over gepraat. Elza heeft
natuuxiijk aan Lotte van dominee
Kamphoff verteld en Lotte gaf het
door aan Marie en mevrouw Mot
teof
Ik ben niet lang meer blijven zit
ten. Het slaan van de stoeltjesklok
in de hal deed mij schrikken en een
blik op mijn horloge overtuigde mij
er van, dat het inderdaad half één
was. Ik stond op en nam haastig
afscheid, al deed mij dit dan ook
pijn om Lydia. Liet ik haar niet al
leen achter met mevrouw Motte
Hoe zou die zich hier verder gedra
gen Ik stelde mij er niet al te veel
van voor
Toen Lydia mij uitliet, zei ik: „Ik
kom nog even tex-ug vanavond
Om je naar bed te sturenBe
grijp je
Ze knikte verheugd.
(Wordt vervolgd)