m/. fwmajmnt Een ras-Amerikaan orth State zw j boupünk Laatste raadspensionaris was een oprecht vriend der Oranjes JIMMY en de Crescepresio-korrels O Hij rtenJb tu* in kwaliteit vooraan 12 PRO VIN01ALE ZEEUW8E OOÜRANT VRIJDAG 6 APRIL 1956 DE ZEEUW LAURENS PIETER VAN DE SPIEGEL trof in 1787 een chaos aan bij bestuur, leger en vloot In de patriottentijd waren de nachten in het spaarzaam verlichte 's-Gra- venhage bijzonder gunstig voor illegalen, die op de meest in het oog vallende plaatsen opruiende manifesten opplakten. Wanneer de nachtwacht zich met zyn knarsende ratel had verwijderd, verschenen zy met hun papieren op zak, en een pot styfsel in de hand, en geen haan kraaide er naar. Toen mr. Laurens Pieter van de Spiegel in «1787, na de val en vlucht der patriotten, aan het bewind was gekomen, had hij een chaos aange troffen in vrijwel alle administraties en ondanks dat Holland als schat- en schatrijk bekend stond, kwam men overal en altijd geld tekort. Van de Spiegel was een oprecht vriend van Oranje en een bijzonder knap man, zoals hij had bewezen door zijn vele geschriften over staatkundige en economische on derwerpen, maar hij was een man van het ancien régime, die voor zijn familieleden goede ambten zocht, en die niet inzag dat de Nederland se koopman en fabrikant volgens verouderde methodes zaken deed en daardoor van de markt werd ge drongen door Engelsen en Ameri kanen. Eerst in de morgen lazen de men sen, die naar hun werk gingen: „Aan de Burgers van 's Hage. „De grootste verrader van het Land, van de Staaten, van de Prins, van het volk, van U, o wakkere Haagse burgerij, woond zedert vijf jaaren straffeloos in uw midden. „En gij aanschouwd zijne euvel- daaden, zyn Godvergeetene bedrie gerijen, zonder hem te veragten, en zonder hem openbaar te straffen. „Is het nog nodig, o rampzalige bedrogen burgerij! dat wij in de Per soon van Laurens Pieter van de Spie gel, U aanwijzen de man, die de eenige, de waare, de schrikkelijke oorzaak is van alle rampen, die het Land, de Braave Prins, en zijn Edel Kroost, zo gedugt, zo vreeslijk tref fen?" De opsteller van dit schotschrift, dat in net begin van 1794, toen de Fransen weer oprukten en de onzen terugweken, werd aangeplakt, had gedacht dat z'n stadgenoten erg naïef waren. Hy trachtte hen te overtuigen dat de raadspensionaris Van de Spie gel een oorlogsmisdadiger was, die de strijd met Frankrijk had ontke tend, terwijl de Nationale Conventie te Parijs de oorlog had verklaard aan „de tyran" Willem de Vijfde, die nu als een „braave prins" tegenover zijn minister werd gesteld. Op de slagtbank Voor de vrouwen en meisjes had hy een bijzonder argument in petto: Van de Spiegel kwam niet om rust en vrede te brengen, maar om ,,'s Lands soldaten, die schoone Hol- landsche guardes, Uwe mans,, Uwe kinderen, Uwe broeders, Uwe neeven, Uwe minnaars op de slagtbank te brengen." Tenslotte kwam hy met een theo logisch argument. Na lang te heb ben getwijfeld was deze patriot tot de slotsom gekomen dat „de zaak der Franschen Gods zaak is", en dat hun overwinnende legers „onder de Frederik de Grote, de vriend der Ehilosofen, wier ideeën vorm kregen de Franse revolutie, had het inder tijd enigszins ander geformuleerd: „God is met de beste regimenten." Wapengebrek Ons leger was niet veel zaaks, en regimenten, die goed toegerust en van alles voorzien op papier stonden, bleken helemaal niet compleet te zyn en aan alles gebrek te hebben: aan wapens, aan munitie, aan kleding, ja, waaraan niet. BABY& Geef de behandeling,die Moedors in 104 landen ideaal vinden I Wrijf Vicks VapoRub tegen bed' tijd op borst, keel en rug. De verzachtende dampen verruimen de luchtwegen en bedaren de hoest.Tegelijkertijd maakt de ver' warmende pleisterwerking de be klemming los. Snellere verlichting! Het geeft méér verlichting, omdat het geconcentreerd isl r>__ lield memories op te stellen, zo als hij dat al had gedaan als pen sionaris van de stad Goes en van het fewest Zeeland, maar hij was niet ij machte om energiek op te treden. Van de stadhouder kreeg hij ook f'een steun. Willem V was ongetwij- eld een braaf man, die volkomen ge lukkig zou zijn geweest met zijn kost bare verzamelingen. Hij was beslui teloos, onzelfstandig, en altijd bereid om beslissingen uit te stellen, van daar dat hij remmend werkte op zijn ijverige raadspensionaris, die zich uitputte in theoretische beschouwin- fen en voorstellen tot hervorming, ie nooit tot stand kwamen. Oud-mannenhuis De Oost-Indische en de West-In dische compagnie hadden geen geld, terwijl hun dienaren zich schandelijk verrijkten: de diverse admiraliteiten zaten elkaar dwars en bekommerden zich niet om de vloot; het incomplete leger had te kampen met een over vloed aan generaals, generaal-ma- joors, luitenant-kolonels en kolonels, vaak mummelende grijsaards die eigenlijk in een oud-mannenhuis thuis behoorden. „Het is daarom zeer te hopen, dat men eens met kragt de handen zal slaan aan verbeteringen, niet van de constitutie, maar van de executie. Indien dit niet geschiedt gaat het land infaillibel (onvermijdelijk) ver loren, en wie heeft courage of liever zwakheid genoeg om op zyn post te blijven, totdat de val van den staat daar zal zijn?" schreef Van de Spie gel met vooruitziende blik in april 1793, nadat „als door een mirakel" de Fransen Brabant weer hadden ontruimd. Hij bleef Wie had de courage om te blijven Alleen Van de Spiegel, die weigerde met de prins naar Londen te ver trekken. Dat hadden de patriotten nooit gedacht! Hun comité van alge meen welzijn, dat zich veilig bevond achter de bajonetten van generaal Pichegru, liet reeds in september 1794 een schotschrift drukken en in ons land verspreiden, een bevel tot aanhouding „levend of dood" van „Laurens Pieter van de Spiegel, raadspensionaris van Holland, oud ruim vijftig jaaren, lang circa vnf voet en agt duim hebbende eene vaale geele Zeeuwsche coleur, neergeslaa- gen oogen, gaande met het hooft eenigsints duikende, zeer mager van gestalte en dun van beenen, door gaands in het zwart gekleed." Nauwelijks waren de Fransen in k - C'e kee/onfsmettende tabletten v\ bescherm u tegen verkoudheid, griep, keelpijn In buisje^ 20 en flacons a 50 tabletten het land, of het nieuwe bewind be sloot om Van de Spiegel gevangen te nemen. Hij had reeds zijn ambtswo ning verlaten, en woonde in zijn eigen huis, en vandaar werd hij naar het Binnenhof gebracht en opgeslo ten in de kastelenij. Nog vele malen verwisselde hij van gevangenis: in de zomer van 1795 zat hij op het Huis ten Bosch, om in October, onder geleide van een de tachement cavalerie naar de Gevan genpoort te worden overgebracht. Tenslotte bracht hij nog meer dan twee jaar door op het kasteel te Woerden, tot men ten laatste inzag, dat men hem feitelyk niets ten laste kon leggen, zoals men zo vurig had gehoopt. In december 1798 kon hij naar zyn familie te IJselstein ver trekken, maar reeds het volgend jaar achtte hij het veiliger om, bij de inval van Engelsen en Russen, uit te wij ken naar Westfalen, waar hij niet lang daarna vry plotseling is ge storven. Oude dagvaarding werd inbreker noodlottig De politie te Rotterdam heeft gistermorgen de 22-jarige hulpar beider M. de K. aangehouden, die 's nachts had ingebroken in het ge bouw van een coöperatie aan de veemarkt. Een ouae dagvaarding is hem noodlottig geworden. Omstreeks drie uur hoorden agen ten gestommel in het gebouw. Zij gingen op onderzoek uit en zagen een man vluchten, die zelfs na enige pistoolschoten niet tot staan te bren gen was. Hij verdween spoorloos. Een andere agent vond gistermorgen evenwel een oude dagvaarding vlak bij het gebouw. Daar men het niet uitgesloten achtte, dat de onbeken de het papiertje verloren had, togen twee pölitiemannen naar het adres, dat op de dagvaarding stond. Zij herkenden de man als de vluchte ling en ontkennen hielp hem toen niet meer. (Advertentie) I CIGARETTES Verrewég de meesf gerookte Amerikaan! cf Hatojama voorzitter van zijn partij De Japanse premier Hatojama is met 394 tegen 19 stemmen, bij 76 .onthoudingen,tot voorzitter van de regeringspartij gekozen. Deze partij werd in november jl. door samensmelting van de conser vatieve en de liberaal-conservatieve partij, gevormd. Er was echter nog geen voorzitter aangewezen. Drie bouwketen uitgebrand Donderdagochtend zyn twee schaft lokalen en een cementkeet van het bouw- en betonbedrijf J. C. B., staan de op het bouwterrein bij de Em- maüsweg te LimmelMaastricht uitgebrand. De werkkleding van de arbeiders en alle gereedschappen fingen verloren. De Maastrichtse randweer wist de naastliggende bouwwerken en de opgeslagen Ixout- materialen voor het vuur te behoe den. De brand is te ongeveer zeven uur ontstaan, nadat een nachtwa ker de kachel in de keten had aan gemaakt. 91. JacKie votide een felle prikkeling in zijn nekharen en zijn hart begon heftig in zijn keel te kloppen. Ze hadden het licht in de tuin ontstoken, en achter het huis werd gelopen. Hij hoorde duidelijk het geluid van voetstappen. Jackie maakte zich onder de struik zo klein mogelijk, maar probeerde toch door het geblader te heen te gluren. Op hetzelfde ogenblik zag hij, dat Muis de huisknecht zijn bemodderd hoofd uit de ratte- gang stak. Dat hoofd zag er zo bespottelijk uit, dat Jackie onder alle andere omstandigheden zijn lachen niet zou hebben kunnen bedwingen. Nu begroette hij de verschijning van Muis alleen maar met schrik en ont steltenis. Muis deed alle moeite zich uit de gang te wer ken, maar hij scheen aan het eind van zijn laatste krachten. „Help!'' riep hij zo luid, dat Jackie voelde hoe zijn haren recht overeind gingen staan! Jackie stak zijn hoofd uit het gebladerte en hield zijn wijsvinger voor de mond ten teken, dat de ander zich koest moest houden. Muis keek hem wel aan, maar deed zijn mond al weer open om hulp te roepen. Snel greep Jackie een kluit aarde en wierp deze naar het hoofd van Muis. Het was raak geweest, want Muis deed zijn best de aarde proestend en blazend weer kwijt te raken. Wéér beduid de Jackie zijn lotgenoot, dat deze zich koest moest hou den. Zelf dook hij onder zijn struik weg. Op hetzelfde ogenblik werd het licht in de tuin uitgedraaid. Er werd een deur dicht getrokken en alles was weer stil en don ker! Even nadenken De opgave van de volgende re bus luidt: Maak met acht lucifers bovenstaande figuur en maak er daarna, door toevoeging van nog eens acht lucifers, acht gelijkzij dige congruente driehoeken van. De oplossing van 't vorige raad- lel luidt: Donzige huidjesJS I bnbv verzorging wUiiinrM ~üan en oocz „Stalin ontvangt" boeiend verslag van Krimconferentie. Door L. van der Land. Uitgever. C. P. J. van der Peet, Amsterdam. De Tweede Wereldoorlog was in fe bruari 1945 nog in volle gang. Aan het Europese front stond Duitsland welis waar voor een volkomen ineenstor ting, maar in de Pacific bood Japan inog felle tegenstand aan de oprukken de geallieerde troepen. De leiders van de grote mogendheden, Roosevelt, Churchill en Stalin kwamen voor een conferentie samen in Jalta op de Krim om te onderhandelen over drie be langrijke punten: de toekomstige her stelbetalingen van Duitsland, het op richten van de Verenigde Naties en het deelnemen van Rusland aan de oorlog tegen het Japanse keizerrijk. Door politieke tegenstanders van president Roosevelt, die kort na deze conferentie overleed, wordt nog steeds beweerd, dat de president tijdens de besprekingen ziekelijk en vermoeid was en dat hij gedeeltelijk daardoor, de Russen te veel concessies heeft ge daan. In „Stalin ontvangt" bestrijdt Van der Land deze opvatting. „Men vergeet al te gemakkelijk", aldus de schrijver, „dat Churchill, van wie men dacht, dat hij de politiek van de Rus sen doorzag, voor ieder te Jalta ge nomen besluit mede verantwoordelijk is". In een helder betoog behandelt hij vervolgens alle punten, die in Jalta aan de orde zijn gekomen en hij con cludeert, dat de vroegere president van de Verenigde Staten, Franklin D. Roo sevelt, ten onrechte verantwoordelijk wordt gesteld voor de koude oorlog, die wij nu doormaken. Het boek is voorzien van enkele af schriften der originele besluiten, die in Jalta genomen zijn. Herdrukken in Prismareeks. In de Prismareeks van de uitgeverij „Het Spectrum" (Utrecht-Antwerpen) zijn drie herdrukken verschenen, twee werken van Nederlandse auteurs en een van de Russische schrijver Maxim Gorki, die stuk voor stuk in een be hoefte voorzien. „Armoede" van Ina Boudier-Bakker speelt in het Amsterdam van de eeuw wisseling. Op treffende wijze brengt het de onzekerheid en de nerveuze on rust tot uitdrukking, die de mensen van die dagen beheerste. Alsof de ge weldige industriële en sociale inspan ning van de negentiende eeuw de mensheid had uitgeput. Van geheel andere aard is „Mietje met de kalfsogen" door Daan van der Vat, een serie kostelijke en speelse verhalen, die uitmunten door oor spronkelijkheid en geestigheid. Het derde werk is dat van de Rus sische meester Alexei Maximowitsj Peskow, die onder het pseudoniem Maxim Gorki („de bittere") zijn boe ken publiceerde en die zich het lot van de arme mensen in het tsaristi sche Rusland zeer aantrok. Zijn „De moeder" getuigt hiervan op meesle pende wijze. Het verhaal speelt zich af tijdens de eerste woelingen onder de arbeidende klasse, die het voorspel vormden van de grote revolutie. „Hoe is het ook weer", door E. P. D. Boer en J. M. G. Kuin. „Eenvoudige belastïng- kunde", door W. J. Visser. Uitg. FED, Amsterdam. Een tweetal eenvoudige, maar handige werkjes, die voor velen een goede wegwijzer zullen zijn op het gebied van de sociale verzekeringen en belastingvraagstukken. Het eerstgenoemde boekje geeft op overzichtelijke wijze antwoord op tal van vragen, welke kunnen rijzen bij iedereen die met de sociale ver zekeringswetten te maken heeft. Daarnaast is het een praktisch studieboekje voor hen, die in de rich ting boekhouden en alles wat daar aan verwant is, studeren. Mede is opgenomen een overzicht van de totstandkoming der verschil lende sociale wetten, waaraan alle recht wordt gedaan aan hen, die in het verleden de stoot hebben gege ven tot de oprichting. Het tweede boekje geeft een over zicht van dc fiscale problemen en de moeilijkheden, welke daaraan vastzitten. Het is tevens bedoeld als een uitgebreide toelichting op de in vulling van de aangiftebiljetten voor de inkomsten- en vermogensbelas ting. Een goede richtwijzer voor ieder, die met belastingbiljetten te maken heeft. POiVTHOIJD IN OKTOBER dooi MENNO DE MUNCK Zesentwintig jaarToen was ik dus zesenveertigIk moest er om glimlachen. Het scheen nog zo dicht bij te liggen maar gaf de kledij op deze afbeelding niet veel scher per het verschil in tijd aan, dan me nig verhaal het vermocht te doen? Lydia's lach wekte mij uit mijn gepeins. Ik had de deur niet gehoord en ik schrok toen zij eensklaps ach ter mij stond. Ik draaide mij met een ruk om en staarde haar onthutst aan. Mijn sigaar was uitgegaan en door de onverhoedse beweging die ik maakte, viel de as op de vloer. „Ach", zei ik, geërgerd over mij- fcelf". „En niet alleen op de vloer", zei Lydia vrolijk, „maar ook op je jas! Ik zal het er af borstelen, voor Lau ra bet ziet, Matthias!" Zij was weer kostelijk jeugdig, terwijl zij mij zo plaagde. Ik keek beteuterd naar de as op de vloer. „Het is helemaal niet erg, hooi*", zei ze. „Elza komt direct met verse koffie en dan ruimt zij het wel op." Zij borstelde mijn jas schoon. „Stond je naar die foto te kijken? Wat een hoed, hè? En dan dat pak van Tjerk- En toch was die blouse heel mooi ze ligt nog boven in de kastEnHaar stem werd plotseling weer ernstig. „En dat ma trozenpak van Maarten Zij zweeg. Ik liep terug naar mijn stoel. Zij bleef nog een ogenblik staan, starend naar de foto. Toen zij zich weer tegenover mij zette, ging ik naar de tafel in het midden en nam het telegram. „Wij komen maandagmiddag, Maarten." Ik ging terug naar mijn plaats, Haar blik was strak op mij gericht. Ik lachte tegen haar. „Nog even geduld, Lydia", zei ik. „Overmorgen is het zo ver." „Wat denk je", vroeg zij. „Hoe laat zouden ze hier kunnen zijn?" Terwijl ik opnieuw mijn sigaar aanstak, dacht ik na. Het telegram was uit Parijs verzonden, maar dat gaf weinig houvast. Als ze maandag uit Parijs vertrokken, dan konden ze niet eerder dan met- de bus van half zes hier zijn; verlieten ze daaren tegen zondag Parijs al, dan was het ook mogelijk dat ze om half twee of misschien om half twaalf reeds hier waren. Neen, het was niet te zeggen en bovendien bestond nog de mogelijkheid, dat ze de twaalf kilometer, die Everlaar scheiden van het dichtstbijzijnde spoorwegstation, aflegden met een huurauto. „Het telegram is wat vaag", zei ik. „Ze zullen in Parijs of ergens anders misschien nog iets te doen hebben, Lydia, en ze weten waar schijnlijk zelf nog niet precies hoe ze zullen reizen. Maar het voor naamste is toch, dat ze komen, is het niet?" Ik lachte opgewekt. „En nu blijft het een verrassing"1, vervolgde ik. „Vind je dat zelf ook niet veel aardiger?" Zij zei niets, ik voelde, hoe onno zel mijn woorden hadden geklonken. Het bleef lange tijd stil en haar onrust hing op de duur bijna tast baar in de kamer. Ik was bly, toen de deur open ging en Elza binnentrad; het brak de spanning even, en het gaf mij de gelegenheid iets luchtigs te zeggen over oude heren, die as op de vloer morsen. Elza was nog maar nauwelijks de kamer uit toen er gebeld werd. Lj'dia boog zich naar het venster en keek naar buiten. Zij deed haar uiterste best niets te laten merken, maar toch zag ik haar gezicht even betrekken. „Erna", zei zij. „Een ogenblikje, Matthias; ik zal haar zelf binnen laten." Eraa, haar schoonzuster. Ik ken mevrouw Motte; ik heb haar jaren lang behandeld en ik weet, dat zij niet gemakkelijk is, zoals ik weet dat slechts de houding van Lydia een steeds dreigende breuk telkens weer weet te voorkomen. Ik herinnerde mij nog al te goed haar eeuwige klachten en haar voortdurende be zoeken op het spreekuur. Een vrouw, die in het middelpunt wil staan maar dit niet kan; een vrouw, die zichzelf belangrijk vindt, maar dit niet is; een vrouw Maar misschien ben ik nu onrecht- vaax-dig. Ik heb haar man goed ge kend; hij was een kwartaaldrinker, een bx-uut, die het, zoals algemeen in Everlaar bekend is, ook met de trouw aan zijn gezin niet al te nauw nam. Er waren mensen, die zeiden dat zij, steeds bits en snauwerig, hem tot de wanhoop had gebracht, maar er waren er ook die het om gekeerde beweei-den en vex-telden, dat zijn gedrag haar zo verbittei-d had. Wat is hier juist? Ik weet niet. Ik heb haar nooit anders dan on vriendelijk kunnen vinden en onheb belijk Haar gezicht stond, als gewoon lijk, verveeld, toen zij binnentrad. Zij begroette mij met een handdi-uk. Ik vroeg hoe het met haar ging, hoewel mij dit moeite kostte; ik wist immers hoeveel hoofdbrekens zij Herman bezorgde? Haar antwooi-d was kort en on heus. „Ik heb veel liever dat U zelf maar weer komt", zei zij. „U be handelt Lydia toch ook nog als zij ziek is? Ik heb niet op met die dok ter Forster; ik geloof niet, dat hij er achter is wat mij scheelt. Heeft U eigenlijk wel eens met hem over mij gesproken?" Mijn sigaar was weer uitgegaan, gelukkig. Ik zocht omslachtig een lucifer en stak haar opnieuw aan. „Dokter Forster", zei ik toen na drukkelijk, „is een zeer goede dok ter, mevrouw Motte. En ik heb tex-- dege met hem over U gepraat." Bij mijn laatste woorden keek ik even naar Lydia. Haar ogen waren strak op mij gericht en in haar blik las ik een zacht vex-wyt. Begreep zij misschien wat ik bedoelde? Ik had inderdaad met Herman over me vrouw Motte gesproken maar na tuurlijk niet, zoals zij het zelf had gewild. Zij knikte ontevx-eden, toen ik zweeg. Daarna wendde zij zich tot Lydia. „Ik hoorde", zei zij fel, „dat Maar ten maandag thuis komt. Dat mag ook wel eens na zoveel tijd!" Het klonk zo scherp, dat ik haar had kunn slaan. „En hij brengt, eh diedie vrouw mee, geloof ik?" Dat mag ook wel eens na zoveel jaren, had zij gezegd. Had zij de oorlog al vergeten Hield zij er geen rekening mee, dat de verbin dingen ruim zes jaar verbroken wa ren geweest en dat het, direct nadat de vrede was getekend, voor Maar ten nog niet mogelijk was naar huis te reizen? Vergat zij zijn werk, dat hem steeds weer elders had ge bracht Het bleef heel lang stil. Toen hoorde ik Lydia's stem, zacht, maar zo warm, dat het mij verwarde. „Ja", zei zij, „Maarten komt thuismaandag, ErnaMet zijn vrouw En zij lachte zo gelukkig, dat ik iets weg moest slikken, want ik wist hoe deerlijk mevrouw Motte haar had gewond, Zij had niet gevraagd: Hoe weet je het? De meisjes, dacht ik De meisjes hebben er met elkaar over gepraat. Elza heeft natuuxiijk aan Lotte van dominee Kamphoff verteld en Lotte gaf het door aan Marie en mevrouw Mot teof Ik ben niet lang meer blijven zit ten. Het slaan van de stoeltjesklok in de hal deed mij schrikken en een blik op mijn horloge overtuigde mij er van, dat het inderdaad half één was. Ik stond op en nam haastig afscheid, al deed mij dit dan ook pijn om Lydia. Liet ik haar niet al leen achter met mevrouw Motte Hoe zou die zich hier verder gedra gen Ik stelde mij er niet al te veel van voor Toen Lydia mij uitliet, zei ik: „Ik kom nog even tex-ug vanavond Om je naar bed te sturenBe grijp je Ze knikte verheugd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 8