Half miljoen Nederlandse kampeerders Dertig jaar hippische sport op het platteland Tot dusver 500 valse tientjes achterhaald BEDRIJFSLEVEN HEEFT TEKORT AAN SPECIALISTEN VRIJDAG 6 APRIL 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COU RANT 9 BEZOEK AAN JEUGDRUITERKAMP Motorisering deed liefde voor paard niet verloren gaan (Van onze speciale verslaggever) In het prachtig gelegen rycentrum te Oud-Leusden van de Koninklijke Federatie van Landelijke Ryverenigingen kon men In de paasvakantieda- gen vyftien plattelandsjongeren treffen uit alle windstreken van het land. Het waren de deelnemers aan een jeugdruiterkamp van de Federatie. Er wordt hun een nog grotere liefde voor het paard ingegeven dan ze van huis Uit al meekregen, want ze leren er de „hulpen" om 'n „gesprek" met hun viervoeter te kunnen voeren. Straks zullen ze met nog meer kennis en zorg vaders werkpaard omringen en wellicht zal het hen dan aanstonds uit pure dankbaarheid lichtvoetig naar een overwinning leiden op hippische hoogtij dagen in hun streek. De belangstelling voor deze (der de) vakantie-activiteit van de Ko ninklijke Federatie moge illustreren, dat de jongeren van onze gemotori seerde. tijd nog verknocht zijn aan het paard, ze verraadt nog niet, dat de ruitersport op dit ogenblik in ons land zelfs weinig minder dan een bloeiperiode beleeft. En toch is dat zo, mede dank zij de Koninklijke Fe deratie, die deze maand op gepaste wijze haar dertigjarig bestaan zal herdenken. De omstandigheid, dat deze thans 215 afdelingen tellende organisatie bij haar tienjarig bestaan reeds het predikaat „koninklijke" mocht gaan voeren, tekent wel enigermate de rol, die ze in de vaderlandse hippische sport is gaan vervullen. Juist op tijd Juist op tijd hebben de landelijke ryverenigingen hun trouw en aan hankelijkheid aan de edele viervoe ters bewezen. Eertijds waren het de cavalerie en de adel, die de sportkwa- liteiten en de genoegens ervan ten- volle genoten. De tijden zijn echter veranderd. De boerenzoons, ver trouwd en bevriend geraakt met hun paard als werkdier, gingen rijles ne men en ontdekten weldra dat de ge bruikswaarde der dieren op het land door een regelmatig gebruik ervan onder de zadel steeg. Door de dres suur werden de paarden niet alleen wendbaarder en gehoorzamer, maar ze leidde ook tot een beter wederzijds begrip. Er zijn omstandigheden, die de bloei van de ruitersport ten plat- telande ongetwijfeld in de hand heb ben gewerkt. En dan denken we juist van het buitenland ook op de Neder landse africhting. Van de na-oorlogse concoursen staat de Nederlandse overwinning van vorig jaar in de lan- denwedstrijd te Hoofddorp nog vers in het geheugen. Maar niet alleen in het wedstrijdverband zijn de landelij ke ruiters naar voren gekomen. Wie herinnert zich niet het grote défilé in Soestdijk, waaraan door elfhonderd amazones en ruiters werd deelgeno men? En de apotheose met zeshon derd landelijken in het jubileumspel „In Neerlands Tuin", dat werd uitge voerd bij de beëindiging van de vijf tigjarige regeringsperiode van Ko ningin Wilhelmina? Lessen Stuk voor stuk zijn het hoogtepun ten geweest in de dertigjarige be- staansperiode van de Koninklijke Fe deratie. Maar aan „stille arbeid" werd niet minder gedaan. Het is de Federatie geweest, die de stoot heeft gegeven tot de lessen in het gebruik der paarden aan de Landbouwscho len, welke thans worden onderhouden door het Centrum Paardenbelangen. Wie weet hoe schrynend groot het tekort ls aan goede paardenknechts in Nederland, telt de betekenis van dit initiatief niet licht. Maar zo ligt het toch eigenlijk met alle werk van de federatie en de lan delijke rijverenigingen. Dank zij hun organisatiezin is de liefde en zin voor de schoonheid van het paard èn het paardrijden blijven bestaan, medege deeld aan een grote nieuwe groep van enthousiasten. De derde generatie van plattelandsjongeren staat klaar om de bekwaamheid te leren de vaan straks over te nemen. Een goed korps van instructeurs wijst hun de weg. We kunnen de jongeren slechts toe wensen, dat ze de liefhebberij mogen vinden om dit boeiende, stukje ro mantiek in de bikkelharde wereld van onze dagen te bewaren. MOMENTOPNAME VAN C.B.S. Vraag naar technici groter dan naar administratief personeel De reeds geruime tyd heersende spanning op de arbeidsmarkt heeft de deelmarkt voor personeel met gespecialiseerde opleiding niet onberoerd gelaten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in het ook op dit punt heersende tekort aan arbeidskrachten aanleiding gezien om van deze deelmarkt een momentopname te maken per ultimo maart 1955. Hierop komen alleen industriële ondernemingen en him werknemers voor en daarvan slechts die, welke ook in de algemene Industriestatistiek voor komen. Van rond 8800 ondernemingen had den er ongeveer 2900 gespecialiseerd personeel in dienst, van wie in totaal bijna 5000 academisch gevormden. Zoals mocht worden verwacht, waren deze gespecialiseerden in hoofdzaak werkzaam in grote ondernemingen. Het percentage van hen, die in de industrie werkzaam zijn dat in dienst was van ondernemingen, met 200 man personeel en meer, liep voor de diverse opleidingscategorieën uit een van 75 tot 90. Alleen zij met eèn bedrijfseconomische en administratie ve opleiding vieler hierbuiten. Bijna 20 pet daarvan bleek te werken in be drijven met 10 tot 50 man personeel, ruim 25 pet. in ondernemingen met 50 tot 200 man, terwijl de onderne mingen met 200 man personeel of meer 55 pet. van deze specialisten voor hun rekening namen. Van oktober 1950 tot maart 1955 is het aantal ingenieurs en doctorandi in de natuurweten schappen, dat in de industrie zijn brood verdient, gestegen met 25 a 30 pet., het aantal M.T.S.-ers met 15 20 pet. Deze stijgingen zijn aanmerkelijk groter dan die van het aantal arbeiders en van de to tale personeelsbezetting in de in dustrie, die gedurende dezelfde pe riode resp. 5 en 8 pet. bedroegen. Het tekort aan technische gediplo meerden is absoluut en relatief groter dan dat aan meer a.' -inistratief ge- specialiseerden. De studierichtingen Gr. J. Huizinga uit Garsthuizen (Gr.) •maakte met zijn paard „Baron" vorig jaar in Hoofddorp een sprong van 1.60 m, hetgeen hem een 2e prijs springen opleverde. aan het feit, der mechanisatie en mo torisering van de boerenbedrijven. Vroeger was het de koudbloed, die de hoofdrol speelde by het zware land werk. De tractoren hebben een aan zienlijk deel van het zwaarste werk overgenomen. De boerenbedrijven schakelen dus allengs over op werk paarden met iets meer bloed. Misschien vijftig jaar geleden werd dat stellig voor onmogelijk gehouden. Het is duidelijk, dat de fokkers in de warmbloedpaardenfokkerij deze ont wikkeling zeer wel hebben kunnen appreciëren en de landelijke rijver enigingen dan ook een goed hart toe dragen. H In een bloemenkas te Aalsmeer H is donderdag het Aalsmeerse H „Minicorso" het miniatuur- H bloemencorso, dat vorig jaar M M zoveel succes oogstte, voorde M tweede maal zijn tocht begon- s nen. De baten van deze be- M zienswaardigheid zijn bestemd voor het Nederlandse Rode M T Kruis. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif werktuigbouwkunde en elektrotech niek werden veel gevraagd. Vooral do metaal- en de technische industrie hadden met grote tekorten aan tech nisch personeel te kampen. Van het totale tekort aan ingenieurs en M.T. S.-ers ward 80 pet., van dat aan ana- lysten werd 75 pet. door deze twee bedrijfstakken gemeld. Opmerkelijk is, dat de door de in dustrie gevraagde medewerkers gro tendeels bestemd waren voor de voor ziening in vacatures, die waren ont staan door uitbreiding van het be drijf. Bij de tekorten aan industrie arbeiders, waarnaar het C.B.S. ieder kwartaal een onderzoek instelt, doet zich juist het omgekeerde voor. Hier overwegen namelijk de tekorten uit hoofde van bestaande vacatures in zeer sterke mate. Tenslotte bleek het aantal van hen, die niet voor hun taak berekend wer den geacht en daarom vervangen zouden moeten worden, gering te zijn. Voor alle betrokken groepen tezamen beliep dit aantal iets meer dan 1 pet. van de totale bezetting, aldus „Eco- nomisch-Statistische Berichten". Wedstrijden Nauwelijks drie jaren oud, heeft de Nederlandse Federatie van Landelij ke Ryverenigingen in 1929 reeds met enige ruiters deelgenomen aan inter nationale wedstrijden in Duitsland. Vier jaar later werd in Dortmund de landenwedstrijd springen gewonnen. In 1937 was in Groningen de eerste landenontmoeting op Nederlandse bodem, en deze gebeurtenis vestigde, gezien de resultaten, belangstelling Prof. dr. D. S. Attema De directeuren der Vrije Univer siteit hebben dr. D. S. Attema te Huizen met ingang van de cursus 19561957 benoemd tot gewoon hoogleraar in de faculteit der lette ren en wijsbegeerte voor het onder wijs in de Islam, het Syrisch, Ara mees en Arabisch. Dr. Attema werd in 1910 te Zwol le geboren. Van 19401943 was hij leraar in het Hebreeuws aan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam. Hy diendedaarna als predikant de gereformeerde kerken van Workum, osterbeek en Huizen. In 1949 aan vaardde hij het ambt van lector aan de V"ije Universiteit voor het on derwïjs in het Aramees en Arabisch met een openbare les over ..Het oudste christendom in Zuid-Arabië. Toch cassatie in zaak-Beekman De eerste advocaat van de gezus ters Gr. M. L. van M. en E. M. van M., mr. M. HL G. Th. de Kort uit Bus sum, heeft cassatie aangetekend tegen het arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waarbij de dames resp. veroordeeld werden tot drie en zes maanden gevangenisstraf. Te gen de ex-pleegmoeder van Anneke Beekman ,mevr. G. M. L. van M., werd door het hof bevel gegeven tot onmiddellijke gevangenneming. Beide dames én het meisje zyn nog steeds voortvluchtig. Mr. de Kort is sedert 1948 advo caat van de gezusters Van M. Door ziekte was hij verhinderd als hun raadsman bij de behandeling der zaak voor de rechtbank op te tre den. Toen en by het hof trad mr. F. J, M. Nederveen uit Roermond als hun raadsman op. Ook de derde veroordeelde in deze zaak, d vertegenwoordiger C. J. F. B. uit Voorschoten, de vroegere pater A., heeft tegen het hem opge legde vonnis, twee maanden met aftrek, cassatie aangetekend. De procureur-generaal by het gerechtshof te Amsterdam is, gelijk al eerder werd bericht, niet in cas satie gegaan. De zaak zal dus over enige tijd voor de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag dienen. Ontsnapte gedetineerden in Den Haag gegrepen Terug naar Huis van Bewaring in Haarlem De Haagse politie heeft gister ochtend vroeg de twee gedetineerden die dinsdagmiddag uit het Huis van Bewaring te Haarlem zyn ontsnapt, gegrepen. De mannen werden ge arresteerd bij een inval in een wo ning in de De Kockstraat te Den Haag. Een politieman had in het huis woensdagavond twee mannen zien binnengaan, die hem verdacht voorkwamen. Er werd verband ge legd met de ontsnapping te Haar lem en een Inval beraamd. Bij de in val werden de ontsnapten totaal ver rast. Zij boden geen tegenstand. De aangehoudenen zijn de schil der W. R. en de timmerman W. Zij zijn op transport gesteld naar Haarlem. Na publikatie werd de vervalsing verbeterd (Van onze speciale verslaggever). „Als het aan ons lag, zou er over de gehele affaire van de valse tien tjes helemaal niets worden gepubliceerd", zegt de rijksrecherche, die de touwtjes in handen heeft bij het opsporen van de valse mnnter, die deze tientjes in omloop bracht. „Maar we begrijpen aan de andere kant ook heel goed, dat de pers het tot haar plicht rekent, het publiek voor te lichten en te waarschuwen". Toch kan dat zijn bezwaren hebben. Toen de eerste vervalsingen in omloop kwamen, zijn specifieke kenmerken van het falsificaat gepu bliceerd. Zeer kort daarop kwamen bepaalde fouten in het vervalste bankbiljet in volgende falsificaties niet meer voor! „Rust, dat is het wat we nodig heb- I de zaak kunt oprollen", zegt de poli- 1rond een valsemunterszaak. Rust j tie. „Want tenslotte is het pub"*'" en geduld. Er is in ons land nog nooit een muntvervalsing niet opgelost. Tot nu toe is de dader altijd gepakt. En we zijn er van overtuigd, dat we ook ditmaal succes zullen hebben. Maar dat kan lang duren. Het is een kwes tie van afwachten, opletten, steeds weer bepaalde sporen volgen, tot je SLAPEN IN DURE OF GOEDKOPE TENTEN? (Door onze economische medewerker) Vóór de oorlog was kamperen een bezigheid grotendeels voor de jeugd. Tegenwoordig trekken jong en oud, welvarend en minder wel varend, er op uit: in de vakantie en tijdens de weekeinden, met de tent of in een kampeerwagen, naar een kampeerboerderij, een jeugd herberg of een bungalow. De mens van vandaag is bij zijn vrije-tijds- besteding anders, vrijer geworden. Hij heeft zich over vooroordelen heen gezet en wil, als hij even kans krijgt, de jachtige, roezemoezige stad zo gauw mogelijk verlaten. Wij willen het uiteraard niet hebben over de achtergronden van deze merkwaardige ontwikke ling, noch over de maatschappelijke en geestelijke gevolgen. Wij willen het echter wel hebben over de eco nomische betekenis van dit alles, over de stroom geld die thans naar de markt stroomt, die vóór 1940 nagenoeg onbekend was. Toen was kamperen voornamelijk een kwestie van enkele tientjes voor een tent. Een fiets had iedere jongen en dekens en pannetjes werden van huis meegenomen. Bij een boer kreeg hij stro en anders sliep hij als jonge jongen zo op het grondzeil. Welstand genietende mens wil ook wel eens buiten slapen! Tegenwoordig kost het goedkoopste tentje circa 50, maar de duurste bijna 1000. En een kampeerwagen, waarvan er thans al een 1000 a 1200 in ons land zijn, vergt minimaal 2500 (niet uitklapbaar model). Maar daar komt dan van alles bij: luchtbedden en slaapzakken, inge nieus uitgedokterd gerief voor de keuken en handige kleding en voorts al die kleinigheden, welke in de tien tallen pagina's beslaande prospectus sen zo overtuigend worden aangepre zen maar waarin vele guldens gaan. Kortom, het kamperen in zijn huidi ge vorm wordt steeds meer geperfec tioneerd en achter deze moderne vrye-tijdsbesteding staat daardoor 'n markt, die steeds belangrijker wordt. Wij zullen eens met wat cijfers gaan toveren. De A.N.W.B. heeft berekend dat er in 1954 circa miljoen kam peerders waren. Sedertdien is dit aan tal elk jaar met 10 pet. aangegroeid. Deze mensen (jong en oud door elk aar) hebben een tent of huren er een, of zy trekken naar een jeugdherberg of een kampeerboerderij. Dank zij de vraag van die enorme massa werden er in 1954 op zijn minst 20.000 tenten gemaakt, welke jaarproduktie dit jaar zeker 30 pet. hoger zal liggen. Natuurlijk zijn die 500.000 kampeer ders niet allen raskampeerders, mis schien maar een 50.000 a 70.000. Die overigen zijn ten dele jongelui met een kampkaart, die het wel eens leuk vinden te kamperen en ten dele men sen. die louter met hun vakantie kamperen. Maar zij hebben een uitrusting, die meestal elk jaar groter en beter wordt; zij betalen een vergoeding om hun tent te mogen neerzetten en zij geven in de dorpswinkels en toko's op de terreinen meer geld uit dan zij thuis plegen te doen. Als 100.000 mensen tijdens een zonnig weekeind naar alle_mogelijke mooie plekjes van ons land trekken, dan spenderen zij gezamenlijk al heel gauw meer dan 1% a 2 ton. Betalen Ook de gemeenten profiteren hier van. Indirect door de grotere inkom sten van de middenstand, direct door de leges welke geheven wordt van de verhuurders van kampeerterreinen of van de kampeerders zelf. Er zijn ge meenten waar die laatste bron van inkomsten uitermate rijkelijk vloeit: zo n 30.000 per jaar. Kampeerders komen voor een groot deel terecht bij de kamp- en vakantie- bedrijven, hetzij om er hun tent neer te zétten, hetzij om er in een slaap zaal of bungalow te overnachten. Wij hebben niet minder dan schrik niet 3800 van dat soort bedrijven in ons land, waarvan er echter maar een 750 aan behoorlijke eisen voldoen. Als wij nu weten dat er in al die Ïelegenheden tezamen in 1955 liefst 50.000 bedden beschikbaar waren en als wij aannemen, dat die gedurende 8 k 10 weken in het jaar volledig be zet waren .dan komen wij op circa 10 miljoen overnachtingen. Wij rekenen verder: een overnachting kost gemid deld 1.25 en wy komen dan op 12% miljoen per jaar. Hierbij kan volgens deskundigen gevoeg lijk geteld worden voor volledig pen sion een 7% miljoen. De tentkam- peerders op de terreinen betalen ge middeld 50 cent voor staangeld, het geen op zijn minst ook nog 1 mil joen per jaar vormt. Deze cijfers il lustreren beter dan woorden, dat er in de weekeinden en met de vakan ties zeer grote bedragen van eigenaar verwisselen, welke bedragen - uitein delijk voor een groot deel terecht ko men bij de leveranciers van ge- en verbruiksgoederen en van kapitaal goederen voor de kampen en terrei nen. Een goede markt Want naast de belangen voor de plaatselijke middenstand en voor de gemeenten waar gekampeerd wordt, zijn er de belangen voor de industrie: de verwerkende en de grondstoffen leverende industrie. Zij moet er voor zorgen, dat de sportzaken de stroom van artikelen krijgen die de huidige, een redelijke welstand genietende mens wil hebben om buiten goed te slapen, goed te eten en aangenaam de dag door te brengen. De markt voor de weekeind- en va kantiebesteding is dan ook groter dan ooit, waarbij dit jaar dan nog als ex tra stimulans de langere vakantie en een deel van de honderden miljoenen guldens van de loon- en salarisuitke ring komt. De tentoonstelling „Goed Kamp" van de A.N.W.B. in Den Haag, die van 6 tot 9 april wordt gehouden, is daarom ook economisch gezien inte ressant. Zij oefent een zuigkracht op de kopers uit en tegelijkertijd is zij een magneet voor de fabrikant en handelaar, die vermoedelijk een 40.000 paar ogen langs zich heen zul len zien trekken. Maar die ook meer dan ooit zullen verkopen. toch het best beschermd, wanneer de zaak wordt opgerold. Dit geldt voor ieder falsificaat. En hoe eerder dat gebeurt, hoe beter. Daarom: als er niets over werd gepubliceerd, dan zouden natuurlijk enkele personen de dupe worden, maar door een snelle arrestatie zou een grotere groep uit het publiek beschermd worden. Mis schien zouden we ook sneller succes hebben, als de valse bankbiljetten werden vergoed. Dan zouden de ont vangers er direct mee naar de poli tie lopen. Maar ook daar zit weer een andere kant aan: je zou op die ma nier vals bankpapier waarde toeken nen en misschien zou men dan zeg gen: „Wat kan het mij schelen of dat tientje echt of vals is, ik krijg er toch tien gulden voor!" ziet, er zit ten voor ons verschillende moeilijk heden aan deze zaak". Opsporing Er zijn verschillende mogelijkheden voor de oplossing. Men kan met een eenzame figuur te doen hebben, zoals vier jaar geleden, toen één man ver valste muntbiljetten van 2.50 uitgaf. Maar dat is toch een uitzondering. Want zo iemand ïs een witte raaf. Hij moet een eerste klas fotograaf, cli chémaker en drukker zyn en die eigenschappen zyn vrijwel nooit ver enigd in één persoon. Men kan te ma ken hebben met een kleine groep, die de vervalsingen direct onder het pu bliek brengt en er is de mogelijkheid, dat hier een grote bende met vertak kingen in de onderwereld aan de gang is. De politie volgt natuurlijk bepaald© sporen en zy rekent op succes. Men denkt noch aan een grote bende, noch aan een enkeling. En vermoedelijk opereert die kleine groep in Neder land, of" vlak over de grens. En méér vertelt de politie niet! Behalve dan nog dit: er zijn tot nu toe ruim 500 biljetten aangebracht- Er is geen enkele reden om zich hier over ongerust te maken. Er is ook in het algemeen geen re in tot ongerustheid, want het Ne derlandse waardepapier is van een zo voortreffelijke kwaliteit, dat perfecte vervalsing die dus niet ontdekt wordt praktisch niet mogelijk is. Vervalsingen komen in ons land de laatste jaren met uitzondering van het beruchte tientje dan ook niet voor. De vervalsers hebben ook de conjunctuur niet mee. Het loont nau welijks de moeite en het risico om zelf bankbiljetten te gaan maken. Direct na de oorlog distributiebonnen en de vraag naar „hard" geld was dit anders. Maar op het ogenblik is die tendens toch wel helemaal uitge werkt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 5