De oerkrachten
en oerdriften
van de natuur
van de mens
Ons toneelbestel is tweeslachtig
on
va
H_
TELEVISIEDECORS,
te
een kunst in zwart en wit
ZATERDAG 24 MAART 1956
PROVING J ALE ZEEUW 8E 0.0 G R AN T
IS
EEN OPVALLENDE ROMAN
Rood is de hemel", dramatisch en
boeiend werk van Victor Spoor
"R X ET DE ROMAN „Rood is de hemel" van de jonge, in het buitenland
■*■▼1 opgegroeide Nederlandse auteur Victor Spoor is het een merk
waardig geval. Want zelden leest men een werk dat zulke uitmuntende
kwaliteiten heeft naast zulke frappante tekortkomingen. Het goede over-
tréft niettemin dermate het minder goede, dat onze eindindruk van dit
opvallende werk zeer gunstig is. Hier is een auteur aan het woord die
blijkt geeft van een prachtige taalbeheersing, van een uitzonderlijk
scherp observatievermogen, een warm en breed gevoel voor de natuur
en de mens daarin, en bovendien van een gezonde levenskracht die men
al te vaak mist in deze tijd van meestal zo morbide, wrange boeken
waarmee vele jonge prozaïsten onze letteren verrijken.
Niet dat „Rood is de hemel" een
blijmoedig, optimistisch verhaaltje is,
verre van dat; het is zelfs zeer dra
matisch en bewogen, veel té zwaar
aangezet eigenlijk, maar het gaat om
het geheel van de sfeer, en die ge
tuigt van een positieve levenswil en
een gezond oordeel.
et verhaal speelt in Zuid-Frank
rijk in een verlaten streek, te
midden van een woud op een ho-
ge berg. De natuur met zijn ontem
bare oerkrachten, de wind, de regen,
het vuur, zijn er haast even belangrijk
in als de mensen met hun even on
tembare oerdriften, liefde, vriend
schap en haat. Victor Spoor zweept
al die krachten en driften op tot een
catastrofale vernietiging losbreekt,
waarin woud en mensen dramatisch
ten onder gaan. De heftigste en vre
selijkste scènes spelen zich af in dit
boek, en dat ze aanyaardbaar uitge
beeld zijn, dat de jonge schrijver zich
zelden vertild heeft aan die waarlijk
enorme opgave is geen geringe ver
dienste. Hij geeft blijk van een zeer
bijzonder talent en het beeldende ver
mogen van zijn taal is boven elke lof
verheven.
Zijn zwakke punt is in dit
werk althans de intrige. Ach
teraf gezien en nuchter ontleed, ls
die volkomen onaanvaardbaar, en
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
dat is tenslotte wel een ernstig te
kort. Maar betoverd als men wordt
door de sfeer en de meeslepende
verhaaltrant Is men geneigd deze
intrige maar óp dè koop toe te
nemen. Jammer genoeg kunnen
we hier geen idee van de sfeer en
Spoors evocatieve taalgebruik ge
ven, zodat deze bespreking, daar
alleen de inhoud ter sprake komt,
onherroepelijk onrecht doet aan
dit werk.
Op een zeer eenzame plek boven
in het bergwoud staan al se
dert lange tijd twee woonwa
gens. De ene wordt bewoond door een
man van middelbare leeftijd, Martell
genaamd, diens jeugdige vriend Ra
mon en een afzichtelijke idioot Ber-
ryl (hoe die bij hen terecht is geko
men wordt nergens vermeld). In de
andere wagen woont de eeuwige dron
kelap Capaz rnet zijn vrouw Tilla en
zeer mooie stiefdochter Frann.
Capaz mishandelt geregeld Frann,
Tilla en Berryl. Deze laatste is een
vuuraanbidder. Vuur is het enige wat
nog een greintje licht in zijn duistere
brein ontsteekt. Martell is uiterst
zwijgzaam en sterk; voor hem en ook
voor de jpnge Ramon- heeft Capaz
ontzag. De verhouding tussen de be
woners der beide wagéns is zeer ge
spannen, wat nog verergert wanneer
Tilla, die vaak begerige blikken op
Martell en vooral op Ramon werpt,
ontdekt dat er een aantrekking ont
staat tussen Ramon en haar dochter
tje Frann. Capaz, met zijn geregelde
deliriumbuien, is een constant gevaar
voor allen, en op een avond beveelt
Martell aan Ramon om er met Frann
vandoor te gaan en zijn levensgeluk
te zoeken voor er ongelukken gebeu
ren. De nog zeer jonge, wat dromeri
ge Ramon kan zijn oude vriend ech
ter niet verlaten, en een ongeval dat
dezelfde avond Berryl overkomt,
maakt dat er over dat vertrek niet
meer gesproken wordt. Doch Frann,
jonger, maar rijper en zelfstandiger
dan Ramon, neemt enigszins de lei
ding over. Ze laat alle reserve varen.
De jongelui worden door Tilla be
spied.
Voor zij vluchten kunnen is de on-
felukkenreeks echter onafwendbaar
egonnen. Capaz is naar het dorp aan
de voet van de berg afgedaald en na
een delirinmaanval in het cachot ge
sloten. Martell blijkt zich by het
houthakken een dodelyke wond in het
been te hebben toegebracht en beveelt
Ramon die af te binden en dicht te
schroeien. Dat gebeurt op de primi
tiefste manier, want een dokter mag
niet gehaald worden. Na enkele da
gen komt er echter bloedvergiftiging
by, en dan móét Ramon wel om de
dokter naar het dorp. Hy wordt in
het dorp zeer vijandig door de bevol
king ontvangen en het zou slecht
met hem afgelopen zijn als de pas
toor niet tussenbeide was gekomen.
In het dorp hoort hy dat Capaz is
losgelaten. In hevige angst rent hy
weer naar het wagenkampje, maar
komt te laat: Capaz is reeds be
zig, met behulp van Tilla, Frann op
vreselyke wyze te mishandelen.
Martell moet machteloos toezien,
doodziek en invalide als hij is. In
blinde Wwede neemt Ramon een hak
bijl uit het blok en slaat die Capaz
tussen de schouderbladen. Hij stort
morsdood neer. Berryl. die reeds
vóór Frann mishandeld was, stort
zich op Tilla. die in haar angst te
«letter valt van de hoge rotswand,
enslotte bemachtigt Berryl, de vuur-
maniak, een doos lucifers die altijd
ver uit zijn bereik waren gehouden.
Hij ontsteekt een vuur dat een gewel
dige, niet te stuitén bosbrand ontke
tent. De wind zweept het vuur voort,
de helling af, naar het dorp. In pa
niek vluchten mensen en dieren, ve
len tevergeefs, voor het behoud van
het vege lijf. Daarbij leren we zéér
goed de eigenaardige gemeenschap
in een zuidfrans dorp kennen; talrjj-
ke personen worden ingevoerd, le
venswaar en echt uitgebeeld onder de
uiterst bewogen omstandigheden
waarin ze verkeren.
Ramon heeft zich weten te redden,
en zelfs Martell buiten gevaar weten
te brengen. Ook Frann behoort tot de
geredden. Ze worden in het dorp be
schouwd als de bohémiens die het bos
in brand gestoken hebben, en ze zou
den stellig gelyncht zijn als weerom
de pastoor en enkele andere perso
nen niet tussenbeide gekomen waren.
Martell dient zo spoedig mogelijk in
een ziekenhuis te worden opgenomen
want zjjn been dient afgezet te wor
den. Dan komt zijn ware identiteit
aan het licht, zijn levensgeschiedenis
en zyn juiste verhouding tot Ramon.
We verhalen deze dingen niet, ten
einde het boek zijn element van ver
rassing niet te ontnemen, doch teke
nen wel aan dat deze ontknoping bij
zonder onwaarschijnlijk is. Het is, zo
als gezegd, het zeer zwakke punt van
dit, overigens sterk aanbevolen boek.
Victor Spoor heeft met „Rood is de
hemel" bewezen een rasschrijver te
zijn waarvan men gerechtigd is grote
verwachtingen te koesteren.
Victor Spoor: Rood is de hemel.
A. A. M. Stols, 's-Gravenhage.
Anna Magnani: dé actrice van 1955
In het Amerikaanse
filmcentrum Hollywood
zijn xooensdagavond
voor de 28ste maal de
jaarlijkse filmonder
scheidingen, de zg. Os
cars, uitgereikt.
De uitreikingsplechtig
heid werd over de tele
visie uitgezonden. Als
het beste filmverhaal
van het jaar werd on
derscheiden ,JjOve me
or leave mevan Da
niel Fuchs. De beste
filmacteur was Ernest
Borgini voor zijn rol in
de film Marty". Deze
film kreeg bovendien
een prijs als de beste
van het jaar.
Als beste actrice werd
onderscheiden Anna
Magnani voor haar rol
in ,Jtose Tatoo". Als de
beste regisseur werd
aangewezen Delberi
Mann voor de regie van
de film „Marty".
Verder werden o.a. met
Oscars onderscheiden:
de Walt Disney film.
„Man against the Are
tic" (korte documentai
re) de zwart-wit foto
grafie in de füm „The
rose Tatoo" door James
Wong How; de kleu
renfotografie i» de film
„To catch a thief' door
Robert Burks; de een-
acter „Survival City"
van Edmund Reek en
de tekenfilm „Speedy
Gonzales", uitgebracht
door Warner Brothers.
Als de beste buiten
landse produktie werd
gekozen de J apanse
'film „Samoerai".
Aan de schrijver van
„Marty', Paddy Tsja-
jefski die liet stuk
oorspronkelijk voor de
televisie schreef en het
vervolgens voor de film
herschreef werd ook
een Osca-r uitgereikt.
Prijzen voor de beste
vertolking van bijrollen
werden toegekend aan
Jo van Fleet en aan
Jack Lemmon.
ZOMERZEGELS IN HEI REMBRAND!JAAR
ENIBEWAN©^
gDITAÏCTM'is
se
:'S
m
iri ^"3
Vee' verschillen
met de tilm
(Van onze speciale verslaggever)
Onlangs hebt ge wellicht Cruys
Voorbergh op het televisiescherm
een verhaal zien (en horen) voor
dragen over een boerenfeest, er
gens in een Duits dorpje. Daar
kwam, héél even maar, een Saksi
sche boerderij in -voor, zo'n zelfde
soort bouwsel als wij die in het zui
den van Limburg hebben, 't Was
een aardig boerderijtje, je zou er
zo in willen gaan wonen lekker
buiten Jammer alleen, dat het
wat klein was. Door de deur zou
misschien een héél klein dwergje
hebben kunnen binnengaan en aan
de achterkant was niets. Nu zal
7MIBI1RMND<S
Ter gelegenheid van het Rem-
15'brandtjaar" zijn de zomerzegels 1956
-teijsHi dit jaar ontworpen in de vorm van
lm een aantal „Rembrandtzegels"
Als voorstellingen zjr- gekozen de-
tails van etsen. De éénkleurige zegels
©21771 uitgevoerd in plaatdruk. Aan de
iggesthetische verzorging werkten de lie
Igjreu S. L. Hartz te Haarlem en J. van
*j$ÏÊKrimpeii te Heemstede mede; laatst-
genoemde tekende tevens de teksten
Na waardecijfers.
ga De druk is van Johan Enschedé en
i -.Zonen, Grafische inrichting N.V. te
*5| Haarlem. De waarden, voorstellingen
22 en kleuren zijn:
12 3 cent, Boer. met hoge muts,
blauw-grijs; 5 3 cent, Jonge Tobias
en Engel, groen-grijs7 5 cent,
Pers met bonten muts, goud-bruin;
10 5 cent, De oude blinde Tobias,
donker-groen; 25 8 cent, Zelfpor
tret van 1639bruin-rood.
Particuliere opzet,
met zeggenschap
van overheid
y ns huidige toneelbestel van zes ge
subsidieerde en door de Toneel
coördinatie tot samenwerking ver
plichte gezelschappen (Ned. Comedie,
Haagse Comedie, Rotterdams Tdheel,
Theater, de Toneelvereniging en Puck)
vertoont een tweeslachtig karakter. Tus
sen deze toneelgroepen en de overheid
bestaat geen andere band dan die der
subsidiëring, maar haar invloed is weinig
minder groot dan wanneer er in ons land
sprake zou zijn van een overheidstoneel-
bedrijf.
Weliswaar hebben de toneelkunstenaars
arbeidsovereenkomsten met een der gezel
schappen, naar hun zakelijke structuur par
ticuliere ondernemingen, maar hun wel en
wee is m grote mate afhankelijk van het
toneelbeleid van de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen. Vrij zijn de ge
zelschappen in hun artistiek beleid, maar
voor het overige zjjn zy in belangrijke mate
gebonden aan de directieven van de Stich
ting Toneelcoördinatie, die in hoofdzaak re
gulerend optreedt en daarbij de belangen
var. het toneel in zyn geheel behartigt, als
mede die van de gezelschappen en hun ge-
engageerden, zulks met inachtneming van
de intenties van de minister.
T an de 28 leden van het stichtingsbe
stuur vertegenwoordigen niet minder
dan 18 de zes gezelschappen n.l., voor
elk drie: een artistiek leider, een zakelijk
leider en ex-bestuurslid van de stichting
•waarin elk gezelschap is ondergebracht.
Bovendien is de Vereniging Toneelkunste
naars nog met drie leden vertegenwoordigd.
Dat rijk, gemeenten en provincies wat het
aantal hunner vertegenwoordigers betreft
zo ver in de minderheid zijn, behoeft niet te
verbazen. De Toneelcoördinatie is na de oor
log voor een deel als reactie op de vóór
1940 heersende toneel-anarchie door de
toneelspelers en de gezelschappen gescha
pen als een apparaat voor de zakelijke en
artistieke samenwerking. Een staatsinstru-
ment is het dus stellig niet, al probeert men
het wel als zodanig te doodverven, omdat
de wensen van de overheid zijn handelingen
in sterke mate bepalen. Men kan niet zeg
gen, dat de toneelspelers het in alle opzich
ten waarderen, dat zij om een redelijke so
ciale positie te verwerven afstand hebben
moeten doen van hun neiging tot vrijge
vochtenheid. De gedisciplineerdheid van een
aan zekere maatschappelijke regelen ge
bonden kunstenaarsbestaan prikkelt tot uit
de band springen, zodat men af en toe ac
teurs de geborgenheid van de toneelcoördi
natie ziet prijs geven voor de risico's van
het spelen in de vrije sector.
Doch men behoeft zich niet voor te stel
len, dat die geborgenheid de toneelspelers
veroorlooft-om een gemakkelijk leven te
leiden. Het veelvuldige optreden buiten de
standplaats, dat de door de overheid sterk
gestimuleerde toneelspreiding meebrengt,
noopt niet alleen tot veelvuldige en lange
reizen, maar laat de acteurs dikwyls ook
nauwelijks de tyd om te repeteren en rollen
in te studeren, hetgeen niet alleen schade
lijk is voor de gezondheid, maar ook voor
de artistieke prestaties.
Van de zes gecoördineerde gezelschap
pen zijn vijf eigenlijk dubbele gezel
schappen. Alleen Puck is een enkel
voudig gezelschap, maar de andere spelen
als regel elke avond op twee plaatsen,
uiteraard met een verschillend stuk. Het is
echter niet zo, dat men een toneelgezelschap
eenvoudig in twee afdelingen kan splitsen,
die elk hun eigen leven leiden. Zij vermen
gen zich voortdurend als gevolg van de
eisen van het repertoire, en dit stelt zowel
de artistieke als de zakelijke leiding voor
zulke ingewikkelde puzzels, dat de oplos
sing daarvan wel eens ga t wel eens móet
gaan, ten koste van de verwachtingen van
de toneelliefhebbers in de provincie, die in
plaats van het stuk, waarvoor grote be
langstelling bestaat, eenvoudig een ander,
soms van mindere kwaliteit, gepresenteerd
krijgen. Het getuigt niet van een juiste op
vatting, dat het gedupeerde streekpubliek
daartegenover in het algemeen machteloos
zou moeten blijven staan.
Nu valt het sterk op, dat de organisa
ties en bedrijven, die bij de toneelsprei
ding ter plaatse een belangrijke rol ver
vullen, de uitkoop-organisaties en de
schouwburgen, buiten de Toneelcoördi
natie zyn gehouden. Hierdoor is mede de
grote groep van toneelbezoekers, die
door de toneelspreiding bestreken wordt,
verstoken van iedere medezeggenschap.
Zij voelen zich soms in de onbehaaglijke
positie van maar af te moeten wachten,
welke kruimels er voor hen afvallen van
de welvoorziene dis der culturele ryk-
aards in het westen, die het blykbaar
maar voor het zeggen hebben.
Het ligt voor de hand, dat de uitkoopor
ganisaties en de schouwburgdirecteu
ren, van wier inzicht en activiteit het
slagen van de toneelspreiding in grote mate
afhangt, in de toneelcoördinatie de mede
zeggenschap behoren te krijgen, waarop zy
recht hebben. De maatregel tot beperking
van het reizen der westelijke toneelgezel
schappen is buiten hen om genomen, zodat
zij niet overtuigd konden worden van de ge
wenstheid en geen waarschuwingen konden
laten horen tegen onjuiste toepassing. De
uitkoopsommen werden door de toneelcoör
dinatie verhoogd, zonder dat de stem van
hen, die er door worden getroffen, kon wor
den gehoord.
Waar in ons land getracht wordt om het
toneelwezen zo zorgvuldig mogelijk te rege
len, dient stellig een vertegenwoordiger van
de Centrale van Culturele Uitkooporganisa-
ties (Nutsdepartementen, volksuniversitei
ten e.d.) en van de Vereniging van Schouw
burgdirecteuren in het bestuur der Toneel
coördinatie te worden opgenomen. Zij zyn
op hun gebied evenzeer deskundigen als de
andere bestuursleden op het hunne, en ze
ker even grote vrienden van het toneel. Een
dergelyke maatregel zou de spanningen, die
zich op het ogenblik bij de toneelspreiding
voordoen, aanmerkelijk kunnen verzachten.
geen kijker de illusie gehad hebben,
een échte boerderij te zien maar
het is wél de vraag, of het is door
gedrongen in de huiskamers, dat dit
boerderijtje maar twee decimeter
hoog was en dat het in één ochtend
tot stand kwam, op een tafel
We hebben het zien bouwen. Kar
ton en een scherp mes kwamen er aan
te pas en vooral de handigheid en het
plezier van Peter Zwart en Focke
Duetz, de decorontwerpers van de
Ned. Televisie Stichting, die maar
één zorg niét hebben, namelijk die
voor kleuren maar daarvoor een
andere in de plaats krijgen, en wel
het juist kiezen van de goede nuan
ces van zwart over grijs tot wit.
Verder hebben ze alle zorgen, die
men zich maar kan voorstellen.
„Nooit tijd genoeg" is er een van.
Peter Zwart begon in de experi
mentele periode van onze tele
visie helemaal alleen met het
bouwen van decors. Hij was toen niet
alleen de ontwerper. Hy bouwde ze
zelf, schilderde ze en als hij wat no
dig had, ging hy er zelf op uit om de
spullen te bemachtigen. Dat is nu an
ders, want bij het ontwerpen heeft hy
de assistentie van Focke Duetz ge
kregen. Hy heeft twee zeer bekwame
Boerderijtje van twee
decimeter hoog
tekenaars en in de beide Bussumse
studio's heeft hij de beschikking over
ervaren decorbouwers en -schilders.
Toch hanteert hy zelf nog wel
eens de verfkwast. Want tyd Is er
nog steeds te kort. Per week zyn
er gemiddeld zo'n vyftlen decors
te ontwerpen. Sommige z(jn een
voudig: een achtergrondje voor
een spreker. „Een gebroken wand
je noemen ze dat hier", zegt Foc
ke Duetz met afgrijzen in zijn
stem. „Iedere keer weer een ander
gebroken wandje",
Televisie en film hebben veel ge
meen maar er zijn ook grote
verschillen.
In de film kun je een scène
in één bepaald decor spelen, tot het
goed is. Dan breek je het decor af en
je neemt een andere scène. Bij de te
levisie kan dat niet. Het spel moet
dóórgaan. Al je decors moeten dus
tegelijkertijd ter beschikking staan
en vaak zodanig, dat de camera van
het ene decor het andere kan binnen
rijden. Dat stelt alle mogelijke eisen
van vloeiende overgangen, van door
kijkjes, van alles, wat met de nood
zakelijke continuïteit van het televi
siespel samenhangt.
Continuïteit in tweeërlei opzicht,
want niet alleen ls er die van het
spel, maar ook moet by het tegelij
kertijd onder handen hebben van ne
gen tot tien programma's een grote
continuïteit van creatief vermogen
aanwezig zyn bij deze ontwerpers. En
die is er, ongetwijfeld óók dank zy
de plezierige samenwerking met de
mensen van de omroepverenigingen.
Zowel Peter Zwart als Focke
Duetz zijn brj de film begonnen. Voor
zij by de televisie kwamen, werkten
zij bij Cinéto-- i en Joop Geesink in
Duivendrecht. Uit de Cinétone-stu-
dio's kenden zy de eenheidsbouwstuk
ken voor de opbouw van wanden en
alle mogelijke andere bouwsels, die
voor een decor nodig kunnen zyn, de
zogenaamde „practicables". Dit sy
steem van eenheidsbouwstukken is
nu terug te wnden in de Bussumse
studio's, maar dan in een nog veel
grotere variëteit. Eigenlijk kun je er
alles mee maken, wat nodig is: wan
den, trappen, muren, verhoogde vloe
ren
Het is een w mderlyke wereld zo'n
televisiestudio, waar continu
wordt afgebroken en gebouwd.
Alles is in grijze tinten. Niet veel re
gisseurs durven zuiver zwart en fel
wit aan; een enkele keer maar, in
een cabaret-decor, hebben de ontwer
pers het kunnen toepassen.
Ieder decor wordt zorgvuldig voor
bereid. Cameraopstellingen en came
rahoeken worden op een plattegrond
uitgezet. De microfoons worden aan
gegeven. Soms is de hele opbouw zo
ingewikkeld, dat eerst een maquette
wordt gebouwd, niet alleen om het
effect te bekijken maar ook ten be
hoeve van de regisseurs en de came
ramensen. Je kunt het immers niet
overdoen