O
Terugkeer naar kleurenrijkdom
van de zeventiende
eeuw?
VROUWEN IN ZEELAND (X)
~Dan ozcuto
D
tot OZCUH)
VRIJDAG 16 MAART 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
c
DE SCHOONMAAKTIJD NADERT
Plastiekverf opent nieuwe wegen
naar interieurvernieuwing
„Onze tijd heeft de kleur weer
ontdekt. Uit het kleurloze tijd
perk de „bruine periode" van
het begin van deze' eeuw en vervol
gens de monotone crême-en-wit-
tjjd schijnen we dan langzamer
hand terug te willen naar een
haast 17e eeuwse kleurigheid, zij
het aangepast aan moderne opvat
tingen".
Met deze uitspraak kenschetste
de Amsterdamse binnenhuisarchi
tect Clim Meyer, die op kleurenge-
bied een faam heeft verworven, de
huidige situatie. In een toevallig
gesprek kwam het naar voren. Zijn
woorden kregen bijzonder reliëf,
doordat er een schoonmaaktijd op
til is, die dit keer niet alleen de
huismoeders schijnt te infècteren,
maar ook tal van huisvaders. Alom
Is een bijzondere drang naar inte
rieurvernieuwing merkbaar. Het
gezinsinkomen laat echter niet toe,
dat men daar volop de vaklieden bij
inschakelt. Dus doen de huisvaders
het zelf, waarbij ze wonderen kun
nen verrichten door alleen met wat
kleur te gaan werken
De Nederlandse verff abrikanten
hebben deze vernieuwingsdrang en
de wil tot het „zelf doen" al ver
staan. Hun kleurenspecialisten ont
wierpen kleurenwaaiers met volko
men op elkaar afgestemde tinten,
waarmee zelfs de grootste leek op
kleurengebied nauwelijks meer
kwaad kan. Bovendien bereidden ze
een verfsoort die zich bijzonder ge
makkelijk laat verwerken, direct een
opvallend goede „dekking" geeft, en
een uiterst vakkundige voorbehande
ling van de te schilderen vlakken met
grondverf of plamuur niet meer zo
dringend noodzakelijk maakt. Het
zijn plastiekverven die zowel met de
kwast als met de „verfroller" ver
werkt kunnen worden.
I1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
Kleur is voor de mens even
onontbeerlijk als licht en lucht
eten en drinken. Bewust of on
bewust ervaart ieder van ons
kleur in zijn leven. We hebben
zélfs voorkeur voor bepaalde
kleuren. Uit die voorkeur heb
ben moderne psychologen onze
geaardheid afgeleid. Ze hébben
ontdekt, dat de mensen met een
voorkeur voor rood over het al
gemeen bedrijvig zijn, een tik
keltje-ongeorganiseerd. De lief
hebbers van geel hebben het
zelfde, maar georganiseerd. De
„blauwe" zijn koele mensen
met een rustige natuur, en de
groenenzijn de meest stand-
vastigen, die nder alle om
standigheden van het leven
zichzélf blijven. De „paarsen"
daarentegen zijn de meest
wankele naturen, ze zijn een
twee tegenpolen dus, en
nen dus 'leilijk „kleur be-
De Parijse ontwerpster Emma Pler-
ron maakte bovenstaand voorjaars
hoedje dat de vreemde naam „La
même crevette" kreeg. Het lijkt op
stro, maar in werkelijkheid is nylon
het materiaal. Om de bol loopt,een
blauw fluwelen lint.
De verfroller is een nieuwe ver
schijning op de Nederlandse
markt. Het is een schuimrubber
roller, die vele malen snelled
doet werken dan de kwast, en
dus bijzonder handig is voor het
schilderen van grote wandvlak-
ken. Het apparaat is een paar
jaar geleden in Amerika uitge
dacht, en heeft er een rage te
weeggebracht. In 1954 werden
er in de Verenigde Staten acht
miljoen van verkocht, mede on
der invloed van het feit, dat de
Amerikaanse huisvaders nog
veel meer dan de Nederlandse
zijn
karwei
eenvoudig omdat de specialisten
op die terreinen schier onbetaal
baar geworden zijn.
gedwongen de huiselijke
feitjes zelf te verrichten,
Steeds meer „senarates"
voor de Nederlandse vrouw
„De Nederlandse vrouw gaat
steeds minder japonnen dragen eii
steeds meer „separates" in de vorm
van rok met blouse of jumper, deux-
pièces van jersey en voor meer offi
ciële gelegenheden „echte" mantel
pakjes".
Dit deelde de voorzitter van de
Nederlandse Textieljaarbeurs, drs. H.
J. Geerkens, dezer da<*en mede op
een persconferentie ter gelegenheid
van de tiende Textieljaarbeirs te
Utrecht.
Hij liet een waarschuwend woord
horen aan het adres van de japon-
nenfabrikanten en zei dat, .wanneer
deze fabrikanten zich niet aanpas
sen aan deze nieuwe tendens, die
vraagt naar modieuze en vooral niet
nodeloos gegarneerde kleding, meer
naar grote lijn dan naar details, men
hiervan over enige tijd wel eens na
delige invloed zou kunnen ondervin
den.
Men ziet U in een ander licht, mevrouw!
U hebt zélf beter licht in Uw huiskamer dan 50 jaar geleden.
Anderen hebben beter licht. Wèar U ook komt, het licht valt
op Uw haarl Dat stelt eisen aan de haarverzorging en vooral
aan de kleur. Het is zo gemakkelijk om aan die eisen te
voldoen. Vraag Uw kapper om een COLpR FRICTION
in de nuance die U wenst
en die bij U past,want...
Ook in Nederland begint de verf
roller nu z|jn triomftocht. Aan het
succes er van behoeft men niet te
twijfelen, omdat het zo'n praktisch
hulpmiddel is om de moderne kleur-
opvattingen in het interieur te ver
wezenlijken. Die moderne opvattin
gen gaan thans zelfs zover, dat voor
uitstrevende lieden de behang-wan-
den in dezelfde kamer verschillende
kleuren geven. Men verft daartoe de
papierwanden. Niet met een of ander
smeerseltje, zoals we dat kort na de
oorlog tegenkwamen, maar met in
de laboratoria geperfectioneerde
verfstoffen, die sommige mensen er
zelfs toe brengen een goedkoop
nieuw behang op de wanden te gaan
overschilderen.
Adviezen
Hoewel met de moderne tinten weinig
kwaad gedaan kan worden, is het
voor de liefhebbers van belang met
enkele fundamentele regels rekening
te houden. Zo zal een verstandig
schilder een kamer op het zuiden,
waar dus in de zomer net felle zon
licht op staat, wat temperen door
froene of grijsgroene kleuren te ge-
ruiken. Een op het noorden gelegen
kamer stemt men prettiger door toe
passing van geel, oranjeachtig geel
en bescheiden soms rood. Het
noorderlicht, dat hard en blauwach
tig is, wordt er iets warmer door.
Men ziet, elk vertrek in huis stelt
in feite zjjn eigen eisen. Nog duide
lijker wordt dit, als men bedenkt, dat
de warme kleuren, als b.v. rood,
rood-bruin, oranje en geel de eigen
schap hebben dat ze naar ons toe
komen. Ze maken een ruimte kleiner.
Koude kleuren daarentegen, als
blauw, blauw-groen, e.d. zyn wijken
de kleuren, doen dus een ruimte gro
ter schijnen. Groen houdt ongeveer
het midden, evenals de warme tinten
wit.
Niets let ons dus meer, om aan de
slag te gaan. Het is langzamerhand
nauwelijks meer „mannenwerk te
noemen; in enkele avonden kan men
met de moderne verfstoffen het werk
gedaan hebben! De tijd, dat een half
jaar lang alle vrije avonden moesten
worden besteed om te gaan „verhui
zen in eigen huis", schjjnt definitief
voorbij.
Voor de rubriek „Vrouwen In
Zeeland" heeft onze redac
trice deze week in het Land-
bouwhuis te Goes een gesprek
gehad met mejuffrouw A. van
der Leeden, consulente voor
het onderwijs bij de Zeeuwse
Landbouw Maatschappij.
Een wat merkwaardige indruk
maakt op het eerste gezicht deze ka
meelharen mantel van Patou. De
vierkante grote kraag past goed bij
de dubbele knoopsluiting die ge
plaatst is op een soort „ingezet stuk"
«i de voorpanden. Deze voorjaars
mantel is bedoeld voor de kille over
gangsmaanden.
(Van onze redactrice)
t oor lezeressen ten platte-
Y lande hebben de letters
J Z.L.M. Zeeuwse Land
bouw Maatschappij geen
onbekende klank. Ook zullen
de meesten van haar wel eens
gehoord hebben van de functie
„consulente der Z.L.M." En
speciaat voor degenen die di
rect of indirect iets te maken
hebben met het landbouwhuts-
houdonderwijs in onze provin
cie, is mejuffrouw A. van der
Leeden sinds januari 195/t
consulente voor het onderwijs
bij de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij geen onbeken
de.
Wat het werk van de Z.L.M.-
consulente precies omvat t
,,'t Is niet met enkele woorden
te omschrijven, want het is wat
frouw
is grotendeels' een adviserende
taak, gericht op de acht land-
bouwhuishoudscholen die de Z.
L.M. in Zeeland heeft, name
lijk in Zierikzee, Haamstede,
Tholen, Kruiningen, Kortgene
Terneuzen, Axel en Schoondij-
ke. Op de Z.L.M.-consulente
rust de zvrg voor personeels-
aanvuTling der scholen, voor de
aanvulling van materialen. Bij
verbouwingen of nieuwbouw
der scholen is haar advies no
dig, want vaak moet zij tegen
over de esthetische eisen van
de architect haar aan de prak
tijk getoetste onder wij s-tech-
sche eisen stéllen, zodat op dit
gebied het uiteindelijk resultaat
in alle opzichten verantwoord
za^zijn.
Men is geneigd om bij de
woorden „adviserende taak" te
denken aan een min of meer
rustige werkkring, een functie
dii vervuld kan worden tussen
de vier wanden van werkkamer
of kantoor, met behulp van een
télefoonZo'n functie is de
betrekking van Z.L.M.-consu-
lente echter bepaald niet, dat
wordt wel duidelijk tijdens een
gesprek met juffrouw Van der
Leeden. Het „steeds bijblijven
op haar terrein is voor de Z.L.
M.-consulente een eerste eis!
Nieuwe huishoudscholen moe
ten bezocht worden, cursussen
gevolgd.. Soms geeft zij lessen
aan een van „haar" landbouw-
huishoudscholen, soms moet
door haar een post van direc
trice tijdelijk worden waarge
nomen. Er moet worden verga
derd over diverse Z.L.M.-aan-
gélegenheden, zoals de geza
menlijke dag der Z.L.M.-leer-
krachten in Kruiningen op 27
april, die heel wat voorberei
dend werk vergt, evenals be
paalde facetten van de jaarlijks
terugkerende Z.L.M.tentoon
stellingen dit doen
De huidige Z.L.M.-consulen
te is Rotterdamse van
geboorte en was na
haar opleidingstyd in Leiden
en Rotterdam gedurende zes
jaar lerares bij het nijverheids
onderwijs in Dordrecht. Huis
houdkunde en wasbehandeling
waren haar vakken, later
kwam daar nog koken bij.
Met haar komst naar Zeeland
in 195J, schakelde zij dus van
llej. 1 van der Leeden,
Z L. M. consulente
het stadshuishoudonderwys
over op het landbouwhuishoud-
onderwijs en met bijzonder
veel plezier! „Mijn voorliefde
voor het onderwijs ten platte-
lande wortelt vermoedelijk in
het feit dat ik va-< moeders
kant uit een boerenfamilie
stam", is haar eigen mening.
De beste indruk van haar
persoonlijkheid krijgt men mis
schien wel, wanneer men haar
gadeslaat tijdens enkele van de
vele telefoongesprekken, die zij
voert vanuit haar werkkamer
in het Goese Landbouwhuis.
Men ontdekt dan dat zij ie
mand is met een onblusbaar
enthousiasme gemengd met
een dosis idealisme voor
haar werk; dat ztj goed met
mensen kan omgaan ze
prar.y vlot cu gemakkelijk,
lacht veel en graag maar
ook dat hier een jonge
vrouw aan het woord is die heel
goed weet wat ze wil en die,
wanneer het op het nemen van
beslissingen aankomt, er niet
van houdt om de zaken „met
handschoentjes" aan te pak
ken....
Door haar werk in Zeeland
kwam mejuffrouw Van
der Leeden automatisch
in aanraking met het werk van
de Plattélandsvrouwenbond
doordat de betrekking van Z.
L.M.-consulente een gecombi
neerde functie vormt met het
secretariaat van het provinci
aal bestuur der N.B.P.V. Het
bondswerk kwam zodoende in
de plaats van een vroegere
hobby: het jeugdwerk. ,jBoei-
end en interessant"zo luidt
haar enthousiast oordeel over
dit onderdeel va- haar taak.
,_J7et brengt steeds nieuwe fa
cetten met zich mee; ik héb on
der meer kadercursussen ge
vólgd, die in het leven z\)n ge
roepen om nieuwe liefde en be
langstelling aan te kweken
voor het jarenlang verwaar
loosde goede volkslied. Met de
afdelingen zingen we die volks
liedjes op bondsvergaderingen
en andere bijeenkomsten. Een
héle dag „droge vergaderkost"
ligt ons, vrouwen, nu eenmaal
slecht!"
Het zélf maken van kleding,
pianospelen en autorijden
zijn hobbies van mejuf
frouw Van der Leeden, maar
de eerste twee komen door
tijdgebrek alleen „aan bod"
tijdens de week-ends. De sport
van het autorijden daarentegen
kan zij met haar werk vereni
gen, want dit werk voert haar
naar alle windstreken van Zee
land.
Zij kent in haar dagelijks
werk een groot probleem: dat
van de personeelsvoorziening
op de landbouwhuishoudscho-
len. De leerkrachten moeten,
wanneer ze aan meer dan één
school les geven, nogal wat
heen en weer reizen, hetgeen
met de bekende „Zeeuwse ver
bindingen" een vermoeiende en
tijdrovende bezigheid kan wor
den. Velen zien 't min of meer
als „pionierswerk", dat ze op
zeker ogenblik weer vaarwel
zeggen.
De huidige Z.L.M.-consulen
te maakt echter niet de indruk,
dat ze zich door dergelijke
problemen laat ontmoedigen.
Integendeel: haar energie en
werklust worden er vermoede
lijk nog door gestimuleerd.....
Een boek en 'n boekje voor vrouwen
kappershanden
zijn
„denkende" handen!
Color Friction 'n product van Indola
Voor vrouw n die van kamerplan
ten houden is er sinds enige tjjd een
bjjzonder fraai en praktisch handboek
te'koop. Het is geschreven door A. J.
Herwig, expert op het gebied van
bloemen en nlanten, wiens adviezen
niet alleen door bet geschreven
woord, maar ook op gezette tjjden
via de radiomicrofoon tot ons komen.
Zjjn boek „He kan planten en bloe
men in huis verzorgen" bevat een
schat van goede en deskundige raad
gevingen op het gebied van kamer
planten en snijbloemen. Enkele on
derwerpen die de schrijver behandelt:
iets uit de geschiedenis van bloemen
teelt en bloemsierkunst, de kamer
planten en wat zij npdig hebben, ver
zorging van de kamerplanten tijdens
de vakantie, het stekken, verpotten,
de noodzakelijke rustperioden enz.
Ook aan de verzorging van snijbloe
men wordt de nodige aandacht be
steed.
Het boekwerk bevat verscheidene
mooie illustraties in zwart en in kleu
ren. Het is geen goedkope aanschaf,
maar de man die weet dat zijn echt
genote van bloemen en planten houdt,
kan haar geen beter verjaarsge
schenk geven dan dit fraaie hand
boek. Het is een uitgave van A. W.
Sijthoff's uitgeversmaatschappij N.V.
te Leiden.
„Keukengeheimen van Alie-Aaltje"
is een heel aardig en praktisch, vlot
geschreven kookboekje, uitgave van
Ad. Donker te Rotterdam, waarin
Alie de moderne jonge huisvrouw
haar kennis van de hedendaagse
keuken en de vitamine-leer stelt te
genover de recepten van Aaltje, die
net proto-type is van de degelijke
ouderwetse keukenmeid, onvermoeid
op de bres staand voor wat zij noemt
„stevige maaltijden". Een origineel
boekwerkje, dat ook de werkende
vrouw goede diensten kan bewijzen.
Het heeft de tegenwoordig zo popu
laire, afwasbare omslag.
e sneeuwklokjes en aconietjes
hebben in mrjn nog winterse
tuin de neusjes boven dek ge
stoken, en dat geeft mji het sterke
vermoeden in de pen, dat de schoon
maak op het punt van uitbarsten
staat. Het ljjkt mg dus een gunstig
tijdstip om het chapiter „Werksche
ma en tijdsindelingweer eens ter
tafel te brengen, en misschien heb
ik dan nu de aankondiging van een
enthousiaste „pro-brief" wel eens-
verdiend.
Want na de doktersvrouw met
drie kinderen èn hulp is het aardig
te luisteren naar een middenstands
vrouw. ook met kroost in drievoud
en géén hulp dan van de eigen man
en kïnders.
Wat zij te berde brengt is te be
moedigend om niet uitvoerig te ver
melden:
„Ik begrijp niet, dat, met al die
moderne elektrische apparaten (stof
zuiger, strijkijzer, wasmachine) de
vrouwen tegenwoordig evengoed
geen tijd overhouden en beslist de
hele dag tot 's avonds moeten ploe
teren.
Ik ben alle dagen klaar vóór het
middageten (behalve natuurlijk met
de schoonmaaktijd), maar zelfs op
wasdag ben ik om nalf één (b|j ons
etenstgd) opgeknapt en klaar. Ik
ben moeder van drie kinderen, doe
alles zelf, heb nooit hulp. was en
naai alles zelf en met de schoon
maak behang en schilder ik ook, als
het nodig is.
Daarbij vervul ik nog de functie
van penningmeesteresse van een ora
torium-vereniging, wat een hele
rompslomp is. Tegen de tjjd van een
concert doe ik samen met de voor
zitter al het voorbereidende en or
ganiserende werk, wat zeer veel tjjd
kost. Evengoed gaat alles hier in
huis gesmeerd, het is altjjd netjes
en opgeruimd.
Natuurlijk vlieg ik niet met de re
gelmaat van de klok „bij de wand
op", en of je nu bepaald van de
vloer kunt eten durf ik niet te ver
zekeren. Maar dat is ook niet nodig,
want wjj eten van een gedekte tafel
en, al zeg ik het zelf, ik besteed al
tjjd veel zorg aan het eten.
Ik heb ook nog tijd om 's morgens
de ochtendgymnastiek van de radio
te beoefenen, want dat heeft een
huisvrouw ook nodig, 's Middags zit
ik te naaien, ga winkelen, lees een
mooi boek of doe verenigingswerk,
en 's avonds dito.
Het moest me toch echt even van
het hart, want, nogmaals, ik kan me
dit niet begrijpen. Die huisvrouwen
zijn, volgens mij, de slavin van haar
huis. Mgn moeder (een lieve vrouw
overigens) was ook altjjd en eeuwig
aan net werk. Als ik 's avonds uit
^Zingen? Zoet het leven
kantoor thuis kwam, was ze nog
bezig. Dèar kon je nu echt wel van
de vloer eten, maar de gezellig
heid was, juist door dat eeuwige
gewerk, gelap en gepoets, ver te
zoeken, en daar heb ik een voor
beeld aan genomen.
Ik heb nooit „vaste" dagen voor
een extra beurt, dat doe ik als ik
het nodig oordeel. Ik regel dan het
andere werk zodanig, dat die extra
beurt in de morgenuren kan vallen,
zodat ik evengoed om half één weer
omgekleed en klaar mijn man en
kinderen kan ontvangen. Dénk nu
niet dat de kinderen me veel uit de
hand nemen. Het enige wat zjj doen,
is: de tafel dekken en afruimen en
het oudste meisje wast de boel af
van de avondboterham. En dat dan
nog eerder uit pedagogische overwe
gingen dan dat ik er zelf geen tjjd
voor heb."
Tot zover deze huisvrouw zonder
werkschema maar wèl met een
behoorlijk afgebakende werkin
deling. En ik kan mij zo voorstellen,
dat zij al kwinkelerende haar stof
doek zwaait en de aardappels kookt.
Het zij haar alvast tot troost dat
het wel wat zal meevallen met haar
slotzin: „Ik steek wel vreselijk af bij
al die andere vrouwen, geloof ik."
Want er liggen nog brieven te
wachten van ettelijke verwante zie
len, die bij al haar drukke bezighe
den toch even naar de pen moesten
grijpen om mij uit de doekjes te
doen hoe z" evenals <""ze brief
schrijfster, „zeeën van tjjd" uitsparen
op haar dagtaak.
En diezelfde uitgespaarde tijd op
een zeer persoonlijke wijze nuttig
maken met zo'n intens en vitaal ple
zier dat ze van dat stukje eigen ter
rein voor geen geld afstand zouden
doen. Ja, dat haar gezin er niet al
leen hartelijk in meeleeft, maar ook
gedijt in de fleur en de aanstekelijke
vreugde van moeders eigen liefheb
berij, die nu eens helemaal buiten
het gewone huishoudelijke gedoe
ligt.
Ik zet hier even een klein streepje
onder, om een mogelijk stekelig
briefje te ondervangen, dat maar
weer eens aan komt slepen met
„huiselijke sfeer scheppen" en „zich
geheel wijden aan man en kinderen."
Hoeveel sleur en gemakzucht er
achter die mooie tirades schuilgaat,
zullen wij nu maar in het midden
laten. Jaloezie trekt soms de lieftal-
ligste vermommingen aan
Ik zou alleen willen vragen: Zo'n
moeder die r "t hart en ziel in een
goed koor zingt, en vol ijver de
scheidingsvermogen bijbrengen, dat
behagen schept in „Schon eilet froh
der Ackersmannafgeluisterd
onder het afwassen, maar alle bana
le gegalm van onbenullige tophits
voor de liefhebbers laat?
En zou in haar huis de plaag van
onze tijd: een onophoudelijk krijsen
de radio, wel ooit een kans krijgen?
SASKIA.