FILMS Klanken uit de ether Pnzzel-rnbriek HET TREURIGE BOS JEUGD /Hijn ozienbjes PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 10 MAART 1956 JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH Wy mensen hebben de nei ging, alles wat gewoonis ge worden, als vanzelfsprekend en kritiekloos te aanvaarden. Het kost ons een zekere moeiteons te bezinnen op wat we als nor maal zijn gaan beschouwen. Uw jongen van veertien vraagt U geld om een film te kunnen zien. Is die rolprent geschikt voor de knaap „Na- tuurlQk", zegt U, „in ae krant staat: leeftijd 14 jaar" en als U dat niet antwoordt, doet de jongen het wel. Maar geeft U er zich rekenschap van, dat de films worden gekeurd op toe laatbaarheid en niet op ge schiktheid? Kent U de film zelf? In den regel niet. Kunt U min of meer van te voren uitmaken, welke invloed van déze film op dit kind uitgaat Evenmin. Kinderen zijn raad selachtige wezens voor vol wassenen; wie heeft de pre- tientie ze te kénnen? En wat ze „ouderlnke vóórkeuring" onmogelijk. Maar dan blijft de gelegenheid, het programma mét de kinderen te volgen en een discussie te openen na de voorstelling. Een halve maat regel, maar die is beter dan helemaal niets. Er is trouwens nog een punt van betekenis. Tijdens de voor stelling van een film, die toe gelaten is voor 14-jarigen, worden ook voorfilms afge draaid en zonder mankeren brokstukken uit films, die te verwachten zijn. Voor deze fragmenten geldt blijkbaar de leeftijdsclausule niet: men kiest zo goed als altijd de meest-sensationele en prikke lendste gedeelten om de lust tot later bezoek aan te wak keren. Wethouder Van der Vlist uit Utrecht deelde tijdens een lezing mee. dat de niet-leer- plichtige kinderen gemiddeld Rondom de Kinderen weten wij over de beïnvloe ding door de bioscoop in het algemeen Vergeet niet, dat er een enorm verschil bestaat tussen een boek en een film. Al lezen de. stelt de jongen zich de we reld en de gestalten voor, die door de auteur min of meer vaag worden getekend. Er blijft een zekere afstand tus sen de lezer en de verbeeldings situatie uit het boek. Maar in de cinema verloopt dit proces veel heftiger. De toeschouwer vereenzel vigt zich met bepaalde figuren, hij leeft in de situatie, hij neemt deel aan de handelin gen. En daardoor wordt de rechtstreekse beïnvloeding veel sterker dan tijdens en door de lectuur. Welnu: als we de eis stellen, dat de volwassenen ook de kinderboeken lezen, én om te beoordelen of een be paald verhaal voor hun kroost geschikt is én om stof te heb ben voor een gesprek over de dramatis personae uit het boek en hun al of niet bewon derenswaardige acties, ligt het voor de hand. dat deze voor waarde veel klemmender is, waar het de film betreft. Ergo: niemand moet zijn kinderen films laten ondergaan, die hij of zij niet zelf vooraf kritisch heeft bekeken. Een onmogelij ke eis? Niemand heeft zijn kinderen voor zijn gemak! Bij de televisie-uitzendingen is de één keer per week naar de bioscoop gaan. Een onderzoek op de Utrecht se scholen leerde hem, dat dit ook het geval is bij de spes patriae, die nog onder de leer plicht valt. Voor Engeland en Schotland noemde hij de cij fers: 29% van de 57-jarigen 1 keer per week, 76 van de 1620-jarigen 1 keer, 18 van de 515-jarigen minstens 2 keer, 50 van de kinderen 3 keer of vaker per week. Daaraan voegde hij de volgen de opmerking toe: „De school vormt evenmin een tegenwicht, immers, alhoewel zoveel kin deren naar de bioscoop gaan, gaan onderwijzers in het alge meen weinig. In filmaangele genheden is er dus een aan zienlijke kloof tussen kind en onderwijzer. Indien men wer kelijk van mening is, dat de bioscoop zo'n funeste sociale invloed op het kind heeft, dan hebben de onderwijzers de ge legenheid niet benut om daar iets aan te doen. Meer dan de helft van de kinderen bezoekt de bioscoop; daaraan zou men leiding kunnen geven. Er zijn enkele uitzonderingen: denk aan de onderwijzer, die maan dagochtend een ogenblik tijd besteedt aan filmverhalen van de zaterdag en zondag om daarbjj onopvallend leiding te geven". Aldus een verslag uit het Schoolblad. D. L. DAALDER. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll (Advertentie} ZONDAG 11 MAART 1958 HILVERSUM I. 402 m. 746 kc/S. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. 8.18 V. h. platteland. 8.30 IJs en weder dienende. 9.45 Geestelijk leven, caus. 10.00 Componistenportret. 10.40 Met en zonder omslag. 11.10 Gevar. muz. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportsple- gel. 12.35 Even afrekenen Heren! 12.45 By zantijns koor. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 V. d. strijdkrachten. 14.00 Boekbespr. 14.20 Pianorecital. 14.45 „Ont moeting der levensovertuigingen", discus sie. 15.15 „Het leven van Mozart", hoorsp. 16.00 Dansmuz, 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Strijkens. 17.30 „Het zonderlinge tes tament", hoorsp. 17.50 Nws. en sportuitsl. 18.05 Sportjourn. VPRO: 18.30 Nederlands Herv. Kerkdienst. IKOR: 19.00 Kinder- dienst. 19.30 Contact met Nieuw-Zeeland. 19.35 Bijbelvertelling. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Amus. muz. 20.50 Voordr. 21.00 Gram. 21.40 Hersengym. 22.00 Gevar. muz. 22.20 Act. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15 Act. of gram. 23.25—24.00 Lichte muz. HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 10.00 IKOR. 12.00 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en waterst. 9.45-Gram. IKOR: 10.00 De open deur. 10.30 Kerkd. 11.30 Vragen beantw. 11.45 De kerk in de spiegel van de pers, caus. NCRV: 12.00 Clavecimbelrecital. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12,40 Amus. muz. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 Dansmuz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 V. d. kind. 14.30 Kamerork. 15.15 De vliegende Hollander, caus. 15.25 Viool en piano. 15.55 Instr. kwart. 18.15 Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Gereform. kerkd. 18.30 Passieliederen. 18.55 Nws. uit de ker ken. 19.00 Boekbespr. 19.10 Zondagavond zang. 19.30 Het Evangelie in'een draai kolk: De brieven aan de Corinthiërs, caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 De gewone man. 20.05 De springplank. 20.25 Act. 20.35 Pol. praatje. 20.45 Gram. en voordr. 21.10 De verloofden, hoorsp. 22.05 Bel Canto. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. TELEVISIEPROGRAMMA'S NTS: 13.45—14.30 Eurovisie: Rep. v. d. int. Lamborelle-motorraces, te Ohain .(België). MAANDAG 12 MAA11T 1956 VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.23 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Sport en muziek. 8.30 Ritm. muz 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. VPRO: 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Amus. muz. 11.00 Gram. 11.30 Schoolradio. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land en tuinb. meded. 12.33 Voor het platte land. 12.38 Dansmuz. 13.00 Nws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Orgel, harp, viool en zang. 13.45 V. d. vrouw. 14.00 De Bruiloft ls alleen maar het begin, hoorsp. 15.10 Gram. 15.30 Gevar. progr. 16.30 Viool, cel lo en piano. 17.00 Orgelspel. 17.25 Lichte muz. 17.50 Mil. commentaar. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Act. 18.25 Lichte muz. 18.40 Pari. overz. 18.55 Liedjes v. d. jeugd. 190.5 Jeugdconc. 19.45 Regeringsuitz.: Land- bouwrubriek: Paarden tractie op een mo dern landbouwbedrijf van 36 ha. 20.00 Nws. 20.05 De Familie Doorsnee, hoorsp. 20.35 Het hangt aan de muur en het tikt. 21.10 Gram. 21.10 Mozartherdenking. 22.00 Het volle pond, caus. 22.15 Dansmuz. 22.50 Gram. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00—24.00 NCRV: 7.00 Nws. en S.O.S.-ber. 7.10 Ge wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag 8.00 NWf. en weerber. 8.15 Sport uitsl. 8.25 Gram. 9.00 V. d. zieken. 9.25 v. d. vrouw. 9.35 Mastkllmmen, 10.05 Gram. 1030 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Lichte muz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Zigeuner kwint. 12.53 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 V. d. vrouw. 15.15 Gram. 15.40 Vocaal ens. 16.00 Bijbeloverdenking. 16.30 Strijkkwart. 17.00 V. d. kleuters. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen overzee: dr. J. I. S. Zonneveld: „De Surinaamse kust". 18.00 Meisjeskoor. 18.20 Sportoverz. 18.30 Gram. 18.40 Engel se les. 19.00 Nws. en weerbèr. 19.10 Orgel- conc. 19.30 Pari. comm. 19.45 Huismuz. 20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.45 Laatste wagon, hoorsp. 21.40 Strijkkwart. 22.00 Het ULO-Uitbouwmogelijkheden voor de ULO-school, caus. 221.5 Clave- cimbel en cello. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. (Advertentie). ELKE AVOND televisie-uitzendingen. Zie ze met PHILIPS. Elektro- en Radio-Technisch Bureau GEBR. KUNST Lange Delft 68, Middelburg, tel. 2471 Sabotage op Londense vlieghaven Op het vliegveld van Londen is sabo tage gepleegd aan een DC-4 van de Griekse luchtvaartmaatschappij. Werktuigkundigen, die het toestel ge reed maakten voor vertrek naar Athe ne, bemerkten, dat verscheidene in strumenten in de stuurhut beschadigd waren. De politie stelt een onderzoek in. Men houdt rekening met de moge lijkheid, dat het hier een persoonlijke wraakneming betreft. Zondag j.l. ont plofte een tijdbom in een Brits vlieg tuig op het vliegveld van Nicosia, kort voor de 63 passagiers in het toestel zou den plaats nemen. (Advertentie) Vragen staat vrij... Steeds méér huisvrouwen zien in, dat het haar eigen belang is bij het kopen van een bind middel MAÏZENA DURYEA te vragen. En haar winkelier geeft het haar graag, want het is ook zijn belang dat haar maal tijden slagen. Hij weet door ja renlange ervaring dat er voor groenten, soepen en sausen geen beter bindmiddel bestaat dan juist MAÏZENA DURYEA. By het gebruik daarvan zijn mislukkingen by voorbaat uit- De eerste prijswinnaar van het kruiswoordraadsel van vorige week zater dag is de heer J. H. de Kramer, Hoogstraat 13 te Sluis. Een prijs van f 2.50 werd toegekend aan: mevrouw De Bruinv. d. Have, Hoge Zoom, Renesse; mevr. E. VerschellingHoogesteger, Meïdoornlaan 20, Middelburg; dpi. sld. L. den Hollander, Radiodienst K.L., Cort. Heiligerskazerne, Bergen op Zoom; de heer B. van Overbeeke, Monnikendijk 39, Kattendijke; de heer A. Kievit, Bergboekslraat 22a. Kruiningen. De oplossingen kunnen door abonees ingezonden worden en moeten uiter lijk op woensdag dus deze maal woensdag 14 maart in het bezit van de redactie zijn. Wilt U er ook bij ver melden of U dame of heer bent? Ver meldt uw volledig adres in blokletters en adresseer de oplossingen aan RE DACTIE P.Z.C., VLISSINGEN met in de linkerbovenhoek van de enveloppe of briefkaart het woord PUZZEL RUBRIEK. Voorts zouden wij onze puzzelaars willen verzoeken niet de ingevuld puzzel uit de krant in te zenden, maar de oplossingen op een vel papier of een briefkaart te schrij ven. De omschrijving voor het volgen de kruiswoordraadsel ^luiden: Horizontaal: 1. gooi,.' 5. vogel, 9. soort visnet, 11. bloeiwijze, 13. getij, 15. slechte keuze, 18. vlug, 20. teken, 21. bevel, 22. geslacht, 25. de oudere, 26. omhulsel, 28. roofdier, 30. naam- kaart (afk.), 31. waarborg, 33. punt, 34. erg zoet, 35. daar, 38. zeevis met lange bek, 39. britse luchtmacht, 41. ieder een, 43. windrichting, 44. reizigers in woestijn, 47. ambtshalve, 48. klap, 49. antilope, 51. bereider, 52. steeg. Verticaal: 2. voegwoord, 3. onbe werkt, 4. rare vent, 6. jong dier, 7. voed sel, 8 puzzelen, 10. streng, 12. stamppot, 14. bewerkt weefsel, 16. staatsspoor, 17. wielafdruk, 19. insecteneter, 28. Mon gools heerser, 24. flink, 27. voedsel, 28. afsluiting, 29. kei, 32. meisjesnaam, 36. bijenprodukt, 37. dundoek, 40. school meester, 41. eerstvolgend, 42. mogelijk heid, 45. perronjongen, 46. jongens naam, 50. ambtshalve. De oplossing van het vorige kruis woordraadsel luidt: Horizontaal: 1. gelag, 6. sprot, 11. rail, 12. sir, 14. reis, 15. simultaan, 18. al, 20. eilacie, 21. pa, 22. gal, 24. kar, 25. nel, 27. ene, 29. aar, 30. advent, 31. ge bral, 32. dek, 33. sta, 35. Eos, 36. aar, 39. sok, 41. G.G., 42. valreep, 46. 1.1., 47. belasterd. 49, noot, 51, bes, 52. Erna, 54. titel, 55. staar. Verticaal: 1. graag, 2. e.a., 3. lis, 4. Alie, 5. Milaan, 7. prae, 8. ren, 9. o.i., 10. tsaar, 12. sul, 13. R.T.C., 16. min, 17. air, 19. landdag, 21. parasol, 23. lever, 24. karos, 26. lek, 27. ets, 28. ega, 29. Abe, 34. torsen, 36. agent, 37. mal, 38. ree, 40. klaar, 42. vete, 43. lab., 44. ets, 45. pret, 47. bot, 48. dra, 50. o.i., 53. na. „Het is verschrikke lijk", zuchtten de zilve ren berkjes en ze rilden van verdriet. „Naar, naar, naai en nog veel erger dan naar", ruisten de hoge beukefaomen. „Zou het nou wel echt waar zijn?", zei de oude eik met zijn diepe stem, maar binnen in zijn stam hoorde je hem kreunen van treurgheid. Hij ge loofde et dus ook. „Natuurlijk is 't waar, natuurlijk is het waar", sisten de braamstruiken, „we hebben het toch zelf gehoord van de zwarte kraai, die altijd alles weet. En hij had het ge hoord van het konijntje. En die heeft zulke lange oren dat hij het wel goed gehoord moet hebben". „Maar van wie heeft 't konijntje 't gehoord?", vroeg de oude eikenboom die het nog niet opgaf. „Dat weet ik niet, dat weet ik niet", zei de braamstruik, „misschien wel van de wind. Met zulke oren vang je im mers alles op". Dat moest de eik wel toegeven en toen ook hij het vreselijke bericht ge loofde, barstten alle bo men in tranen uit. Het droop gewoon van de takken, zodat de dieren die eronder sliepen klets nat werden en verbaasd naar boven keken. „Wat is er aan de hand?" rie pen ze. „Het wordt nooit meer zomer", snikten de bo men. „Nooit meer? Hoe kan dat nou zeiden de die ren die al eens eerder 'n winter hadden meege maakt. „Het is heus waar", ruisten de berken. „Wij weten het van de kraai en de kraai weet het van het konijntje en die heeft het met zijn lange oren van de wind gehoord" „Weet je het npu heus wel zeker?", vroegen de dieren nog eens, „jullie bomen weten toch net zo goed als wij dat het na iedere winter voorjaar wordt. Dat is toch altijd zo geweest. Waarom dan nu niet?" Maar toen ze de treu rige stemmen van de bomen hoorden en de tranen van de takken zagen druipen, werden ze ook treung en geloof den het. Er was er maar eentje in het hele bos die niet treurig was. Dat was het konijntje die van alles de schuld was. Toen hij 's morgens uit zijn holletje was gekropen en het bos nog altijd even kaal als altijd had gevon den, had hij hardop ge zucht: „ik geloof dat het nooit meer zomer wordt". Maar dat geloof de hij natuurljjk niet echt, hij zei het alleen maar omdat hij die win ter zo verschrikkelijk lang vond duren. Maar de kraai, die net over vloog. had gehoord wat hij zei, hij was naar de braamstruiken gevlogen en had gekrast: „hét ko nijntje zegt dat 't nooit meer zomer wordt". Maar toen het konijn tje al zijn vriendjes en adle bomen zo treurig zag, begon hij ook te ge loven dat het waar was. Het zou nooit meer zo mer worden, nooit meer. En dat is toch iets om te huilen, waar of niet Hij huide dus met de bomen en de andere dieren mee. Ondertussen gebeurde er iets onder de grond war rop al die treurige bomen en dieren stonden. Daar lag een heel klein bolletje te slapen, 't Sliep niet echt, het soesde een beetje, méar niet prettig soezen hoor, het was een beetje bang. Het moest een bondschap brengen in het bos en nu lag het na te denken over al die dieren en bomen, die veel groter waren dan hij en misschien wel helemaal niet naar hem luisteren wilden. Het was nog zo klein en 't wist zelf niet goed wat zijn boodschap betekende. Bovendien had het nog nooit bomen en dieren gezien en het stelde zich voor, dat het verschrikkelijke grote monsters waren die hem zouden wegjagen. Hoe meer het daaraan dacht, hoe banger het werd en hoe banger het werd, des te minder kon "het sla pen. Op het laatst was 't fclaar wakker. Het zal toch moeten zei het en het rekte zijn magere armpje uit. Maar toen 't dat gedaan had, durfde het al niet verder meer. Het wachtte nog maar wat en telkens als het te gen. zichzelf zei: het zal toch moeten, stak 't zijn armpje een beetje meer de hoogte in. Net zo lang tot het voelde dat het ui terste puntje bijna boven de grond was. Toen wachtte het een hele poos. Even, heel maar kwam de zon door de wolken en scheen op dat ene puntje arm dat net boven de grond kwam. Dat gaf het bol letje moed. Het stak zijn armpje nog wat verder uit om nog meer van dat warme licht te voelen. Maar de zon was alweer weg en het bolletje moest tot de volgende dag wachten. Maar toen kwam de zon veel lan ger en veel warmer te rug dan de vorige dagen en het bolletje kreeg nu echt moed; het stak zijn hoofdje boven de grond. Dat ging zo iedere dag een klein eindje verder. De dieren en de bomen merkten er niets van. die stonden en zaten te hui len en te beven omdat 't nooit meer zomer zou worden. „Had het ons maar nooit verteld", ze" de oude eik tegen het ko nijntje dat tegen zijn stam zat gedrukt e meehv'lde met iedereen. „Wét verteld?", vroeg het konijntje, „wat heb ik verteld?" „Wel nou nog mooi er". snikten de beuken verderor verteld J hadden we er misschien nooit aan gedacht". „Maar wat heb ik dan toch verteld?", vroeg het konjjntje bang. „Dat het nooit meer zomer wordt, dat heb jij toch van de wind ge hoord en je hebt het ver der verteld aan de kraai die zijn mond nooit kan houden en het ons alle maal verteld heeft". ..Het is niet waar", riep het konijn „het is niet waar", maar nie mand wou hem nu meer geloven en ze joegen hem weg. Nog treuriger dan hij al was liep hij met z'n kopje naar de grond door het bos. Maar toen op eens, stond hij stokstijf stil, hij hapte naar adem, keek of hij het goed ge zien had, keek nog eens, draaide zich toen om en rende zo hard hij kon te rug naar de huilende die ren en bomen. „Het is niet waar", juichte hij, „het is niet waar, kom zelf maar kijken!" De dieren holden ach ter hem aan en de bomen bogen naar de grond om te zien wat het konijntje aanwees. En daar tussen het mos, dat nog nat was van tranen, wees 't konijntje met zijn wit pootje iets aan. Een sneeuwklokje, dat eerst een beetje bang, maar toen heel gelukkig om zich heen keek. Want nog nooit had 'n sneeuw klokje zoveel blijde ge zichten gezien en zulke mooie muziek in de tak ken gehoord als die mor gen toen iedereen wist dat de winter altijd voor bijgaat. H nufi 1 i H-10 lil Was de Muis niet uitge slapen. of een beetje in de war? Nu. je zou het -haast wel zeggen. Wat ze mee maakte was bar. Ze i.vas flink eens aan de schoonmaak. Boenen, dweilen, zemelap. Toen ze even uit haar huis liep, riep ze: „Gunst, dat 's oojc 'n grap!" ,JZijkt, daar hangt mijn groot karmnog. Oei wat ziet dat ding er uit!! Greep een klopper en ging^kloppen. Wolken vlogen in haar snuit Maar dat kon de muis niet deren. Ze bedacht alleen maar dat Heel haar huisje spoedig schoon was, goede beurt gekregen had. Toen ze kh r teas riep haar buurvrouw: ,JiIiesje Muis, wat doe je daarf f Dat is MIJN kleed goeie grutjes ben IK eventjes gauw klaar Hl" Mjjn vriendjes neem je mij niet af, nog voor geen zak vol tientjes, want alles wat ik weten wil dat weet 11* van mijn vriendjes. We wonen in hetzelfde huis, één kamer, zij en ik. Ze staan te waken naast mijn bed, mijn vriendjes, dun en dik. Ze staan hun ruggen naar me toe te wachten tot ik kom. En als ik één iets vragen wil, draai ik hem even om. Wat z Maar vind ze dan zó terug. Want weet je wat het mooie is? Hun naam staat op hun rug. Vaak had ik voor mijn vriendjes al eer ;estje willen geven, dan zong ik voor de hele rij van „lang zullen ze leven". Nou, je begrijpt dat lk vandaag een grote v'ag uitsteek. Met al mijn vriendjes vier ik feest. Nü "is het boekenweek. Mijn vriendjes neem je mij niet af. Ik ga er nog meer zoeken, want alles wat ik weten wil, dat weet ik van mijn boeken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 12