FILMS
Klanken uit de ether
Pnzzel-rnbriek
HET TREURIGE BOS
JEUGD
/Hijn ozienbjes
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 10 MAART 1956
JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
Wy mensen hebben de nei
ging, alles wat gewoonis ge
worden, als vanzelfsprekend en
kritiekloos te aanvaarden. Het
kost ons een zekere moeiteons
te bezinnen op wat we als nor
maal zijn gaan beschouwen.
Uw jongen van veertien
vraagt U geld om een film te
kunnen zien. Is die rolprent
geschikt voor de knaap „Na-
tuurlQk", zegt U, „in ae krant
staat: leeftijd 14 jaar" en als
U dat niet antwoordt, doet de
jongen het wel. Maar geeft U
er zich rekenschap van, dat de
films worden gekeurd op toe
laatbaarheid en niet op ge
schiktheid? Kent U de film
zelf? In den regel niet. Kunt
U min of meer van te voren
uitmaken, welke invloed van
déze film op dit kind uitgaat
Evenmin. Kinderen zijn raad
selachtige wezens voor vol
wassenen; wie heeft de pre-
tientie ze te kénnen? En wat
ze „ouderlnke vóórkeuring"
onmogelijk. Maar dan blijft de
gelegenheid, het programma
mét de kinderen te volgen en
een discussie te openen na de
voorstelling. Een halve maat
regel, maar die is beter dan
helemaal niets.
Er is trouwens nog een punt
van betekenis. Tijdens de voor
stelling van een film, die toe
gelaten is voor 14-jarigen,
worden ook voorfilms afge
draaid en zonder mankeren
brokstukken uit films, die te
verwachten zijn. Voor deze
fragmenten geldt blijkbaar de
leeftijdsclausule niet: men
kiest zo goed als altijd de
meest-sensationele en prikke
lendste gedeelten om de lust
tot later bezoek aan te wak
keren.
Wethouder Van der Vlist
uit Utrecht deelde tijdens een
lezing mee. dat de niet-leer-
plichtige kinderen gemiddeld
Rondom de Kinderen
weten wij over de beïnvloe
ding door de bioscoop in het
algemeen
Vergeet niet, dat er een
enorm verschil bestaat tussen
een boek en een film. Al lezen
de. stelt de jongen zich de we
reld en de gestalten voor, die
door de auteur min of meer
vaag worden getekend. Er
blijft een zekere afstand tus
sen de lezer en de verbeeldings
situatie uit het boek. Maar in
de cinema verloopt dit proces
veel heftiger.
De toeschouwer vereenzel
vigt zich met bepaalde figuren,
hij leeft in de situatie, hij
neemt deel aan de handelin
gen. En daardoor wordt de
rechtstreekse beïnvloeding veel
sterker dan tijdens en door de
lectuur. Welnu: als we de eis
stellen, dat de volwassenen
ook de kinderboeken lezen, én
om te beoordelen of een be
paald verhaal voor hun kroost
geschikt is én om stof te heb
ben voor een gesprek over de
dramatis personae uit het
boek en hun al of niet bewon
derenswaardige acties, ligt het
voor de hand. dat deze voor
waarde veel klemmender is,
waar het de film betreft. Ergo:
niemand moet zijn kinderen
films laten ondergaan, die hij
of zij niet zelf vooraf kritisch
heeft bekeken. Een onmogelij
ke eis? Niemand heeft zijn
kinderen voor zijn gemak! Bij
de televisie-uitzendingen is de
één keer per week naar de
bioscoop gaan.
Een onderzoek op de Utrecht
se scholen leerde hem, dat dit
ook het geval is bij de spes
patriae, die nog onder de leer
plicht valt. Voor Engeland en
Schotland noemde hij de cij
fers: 29% van de 57-jarigen
1 keer per week, 76 van de
1620-jarigen 1 keer, 18
van de 515-jarigen minstens
2 keer, 50 van de kinderen
3 keer of vaker per week.
Daaraan voegde hij de volgen
de opmerking toe: „De school
vormt evenmin een tegenwicht,
immers, alhoewel zoveel kin
deren naar de bioscoop gaan,
gaan onderwijzers in het alge
meen weinig. In filmaangele
genheden is er dus een aan
zienlijke kloof tussen kind en
onderwijzer. Indien men wer
kelijk van mening is, dat de
bioscoop zo'n funeste sociale
invloed op het kind heeft, dan
hebben de onderwijzers de ge
legenheid niet benut om daar
iets aan te doen. Meer dan de
helft van de kinderen bezoekt
de bioscoop; daaraan zou men
leiding kunnen geven. Er zijn
enkele uitzonderingen: denk
aan de onderwijzer, die maan
dagochtend een ogenblik tijd
besteedt aan filmverhalen van
de zaterdag en zondag om
daarbjj onopvallend leiding te
geven". Aldus een verslag uit
het Schoolblad.
D. L. DAALDER.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
(Advertentie}
ZONDAG 11 MAART 1958
HILVERSUM I. 402 m. 746 kc/S. 8.00 VARA.
12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00
IKOR. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 V. h. platteland.
8.30 IJs en weder dienende. 9.45 Geestelijk
leven, caus. 10.00 Componistenportret. 10.40
Met en zonder omslag. 11.10 Gevar. muz.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportsple-
gel. 12.35 Even afrekenen Heren! 12.45 By
zantijns koor. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of
gram. 13.10 V. d. strijdkrachten. 14.00
Boekbespr. 14.20 Pianorecital. 14.45 „Ont
moeting der levensovertuigingen", discus
sie. 15.15 „Het leven van Mozart", hoorsp.
16.00 Dansmuz, 16.30 Sportrevue. VARA:
17.00 Strijkens. 17.30 „Het zonderlinge tes
tament", hoorsp. 17.50 Nws. en sportuitsl.
18.05 Sportjourn. VPRO: 18.30 Nederlands
Herv. Kerkdienst. IKOR: 19.00 Kinder-
dienst. 19.30 Contact met Nieuw-Zeeland.
19.35 Bijbelvertelling. AVRO: 20.00 Nws.
20.05 Amus. muz. 20.50 Voordr. 21.00 Gram.
21.40 Hersengym. 22.00 Gevar. muz. 22.20
Act. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15 Act.
of gram. 23.25—24.00 Lichte muz.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 8.00 KRO.
9.30 NCRV. 10.00 IKOR. 12.00 NCRV. 12.15
KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis.
NCRV: 9.30 Nws. en waterst. 9.45-Gram.
IKOR: 10.00 De open deur. 10.30 Kerkd.
11.30 Vragen beantw. 11.45 De kerk in de
spiegel van de pers, caus. NCRV: 12.00
Clavecimbelrecital. KRO: 12.15 Gram. 12.20
Apologie. 12,40 Amus. muz. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10
Dansmuz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram.
14.00 V. d. kind. 14.30 Kamerork. 15.15 De
vliegende Hollander, caus. 15.25 Viool en
piano. 15.55 Instr. kwart. 18.15 Sport. 16.30
Vespers. NCRV: 17.00 Gereform. kerkd.
18.30 Passieliederen. 18.55 Nws. uit de ker
ken. 19.00 Boekbespr. 19.10 Zondagavond
zang. 19.30 Het Evangelie in'een draai
kolk: De brieven aan de Corinthiërs,
caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 De gewone
man. 20.05 De springplank. 20.25 Act. 20.35
Pol. praatje. 20.45 Gram. en voordr. 21.10
De verloofden, hoorsp. 22.05 Bel Canto.
22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws.
23.15—24.00 Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
NTS: 13.45—14.30 Eurovisie: Rep. v. d.
int. Lamborelle-motorraces, te Ohain
.(België).
MAANDAG 12 MAA11T 1956
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.23 Gram.
8.00 Nws. 8.18 Sport en muziek. 8.30 Ritm.
muz 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram. 9.35
Waterst. 9.40 Gram. VPRO: 10.00 „Voor de
oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding.
VARA: 10.20 Amus. muz. 11.00 Gram. 11.30
Schoolradio. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land
en tuinb. meded. 12.33 Voor het platte
land. 12.38 Dansmuz. 13.00 Nws. 13.15 Voor
de middenstand. 13.20 Orgel, harp, viool en
zang. 13.45 V. d. vrouw. 14.00 De Bruiloft
ls alleen maar het begin, hoorsp. 15.10
Gram. 15.30 Gevar. progr. 16.30 Viool, cel
lo en piano. 17.00 Orgelspel. 17.25 Lichte
muz. 17.50 Mil. commentaar. 18.00 Nws. en
comm. 18.20 Act. 18.25 Lichte muz. 18.40
Pari. overz. 18.55 Liedjes v. d. jeugd. 190.5
Jeugdconc. 19.45 Regeringsuitz.: Land-
bouwrubriek: Paarden tractie op een mo
dern landbouwbedrijf van 36 ha. 20.00 Nws.
20.05 De Familie Doorsnee, hoorsp. 20.35
Het hangt aan de muur en het tikt. 21.10
Gram. 21.10 Mozartherdenking. 22.00 Het
volle pond, caus. 22.15 Dansmuz. 22.50
Gram. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00—24.00
NCRV: 7.00 Nws. en S.O.S.-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag 8.00 NWf. en weerber. 8.15 Sport
uitsl. 8.25 Gram. 9.00 V. d. zieken. 9.25 v. d.
vrouw. 9.35 Mastkllmmen, 10.05 Gram. 1030
Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Lichte
muz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Zigeuner
kwint. 12.53 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Lichte
muz. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35
Gram. 14.45 V. d. vrouw. 15.15 Gram. 15.40
Vocaal ens. 16.00 Bijbeloverdenking. 16.30
Strijkkwart. 17.00 V. d. kleuters. 17.30
Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.:
Rijksdelen overzee: dr. J. I. S. Zonneveld:
„De Surinaamse kust". 18.00 Meisjeskoor.
18.20 Sportoverz. 18.30 Gram. 18.40 Engel
se les. 19.00 Nws. en weerbèr. 19.10 Orgel-
conc. 19.30 Pari. comm. 19.45 Huismuz.
20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.45
Laatste wagon, hoorsp. 21.40 Strijkkwart.
22.00 Het ULO-Uitbouwmogelijkheden
voor de ULO-school, caus. 221.5 Clave-
cimbel en cello. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
(Advertentie).
ELKE AVOND
televisie-uitzendingen.
Zie ze met PHILIPS.
Elektro- en Radio-Technisch Bureau
GEBR. KUNST
Lange Delft 68, Middelburg, tel. 2471
Sabotage op Londense
vlieghaven
Op het vliegveld van Londen is sabo
tage gepleegd aan een DC-4 van de
Griekse luchtvaartmaatschappij.
Werktuigkundigen, die het toestel ge
reed maakten voor vertrek naar Athe
ne, bemerkten, dat verscheidene in
strumenten in de stuurhut beschadigd
waren. De politie stelt een onderzoek
in. Men houdt rekening met de moge
lijkheid, dat het hier een persoonlijke
wraakneming betreft. Zondag j.l. ont
plofte een tijdbom in een Brits vlieg
tuig op het vliegveld van Nicosia, kort
voor de 63 passagiers in het toestel zou
den plaats nemen.
(Advertentie)
Vragen staat vrij...
Steeds méér huisvrouwen zien
in, dat het haar eigen belang
is bij het kopen van een bind
middel MAÏZENA DURYEA
te vragen. En haar winkelier
geeft het haar graag, want het
is ook zijn belang dat haar maal
tijden slagen. Hij weet door ja
renlange ervaring dat er voor
groenten, soepen en sausen
geen beter bindmiddel bestaat
dan juist MAÏZENA DURYEA.
By het gebruik daarvan zijn
mislukkingen by voorbaat uit-
De eerste prijswinnaar van het kruiswoordraadsel van vorige week zater
dag is de heer J. H. de Kramer, Hoogstraat 13 te Sluis. Een prijs van f 2.50
werd toegekend aan: mevrouw De Bruinv. d. Have, Hoge Zoom, Renesse;
mevr. E. VerschellingHoogesteger, Meïdoornlaan 20, Middelburg; dpi. sld.
L. den Hollander, Radiodienst K.L., Cort. Heiligerskazerne, Bergen op Zoom;
de heer B. van Overbeeke, Monnikendijk 39, Kattendijke; de heer A. Kievit,
Bergboekslraat 22a. Kruiningen.
De oplossingen kunnen door abonees
ingezonden worden en moeten uiter
lijk op woensdag dus deze maal
woensdag 14 maart in het bezit van
de redactie zijn. Wilt U er ook bij ver
melden of U dame of heer bent? Ver
meldt uw volledig adres in blokletters
en adresseer de oplossingen aan RE
DACTIE P.Z.C., VLISSINGEN met in
de linkerbovenhoek van de enveloppe
of briefkaart het woord PUZZEL
RUBRIEK. Voorts zouden wij onze
puzzelaars willen verzoeken niet de
ingevuld puzzel uit de krant in te
zenden, maar de oplossingen op een
vel papier of een briefkaart te schrij
ven. De omschrijving voor het volgen
de kruiswoordraadsel ^luiden:
Horizontaal: 1. gooi,.' 5. vogel, 9.
soort visnet, 11. bloeiwijze, 13. getij,
15. slechte keuze, 18. vlug, 20. teken,
21. bevel, 22. geslacht, 25. de oudere,
26. omhulsel, 28. roofdier, 30. naam-
kaart (afk.), 31. waarborg, 33. punt, 34.
erg zoet, 35. daar, 38. zeevis met lange
bek, 39. britse luchtmacht, 41. ieder
een, 43. windrichting, 44. reizigers in
woestijn, 47. ambtshalve, 48. klap, 49.
antilope, 51. bereider, 52. steeg.
Verticaal: 2. voegwoord, 3. onbe
werkt, 4. rare vent, 6. jong dier, 7. voed
sel, 8 puzzelen, 10. streng, 12. stamppot,
14. bewerkt weefsel, 16. staatsspoor, 17.
wielafdruk, 19. insecteneter, 28. Mon
gools heerser, 24. flink, 27. voedsel, 28.
afsluiting, 29. kei, 32. meisjesnaam, 36.
bijenprodukt, 37. dundoek, 40. school
meester, 41. eerstvolgend, 42. mogelijk
heid, 45. perronjongen, 46. jongens
naam, 50. ambtshalve.
De oplossing van het vorige kruis
woordraadsel luidt:
Horizontaal: 1. gelag, 6. sprot, 11.
rail, 12. sir, 14. reis, 15. simultaan, 18.
al, 20. eilacie, 21. pa, 22. gal, 24. kar, 25.
nel, 27. ene, 29. aar, 30. advent, 31. ge
bral, 32. dek, 33. sta, 35. Eos, 36. aar, 39.
sok, 41. G.G., 42. valreep, 46. 1.1., 47.
belasterd. 49, noot, 51, bes, 52. Erna,
54. titel, 55. staar.
Verticaal: 1. graag, 2. e.a., 3. lis, 4.
Alie, 5. Milaan, 7. prae, 8. ren, 9. o.i.,
10. tsaar, 12. sul, 13. R.T.C., 16. min, 17.
air, 19. landdag, 21. parasol, 23. lever,
24. karos, 26. lek, 27. ets, 28. ega, 29.
Abe, 34. torsen, 36. agent, 37. mal, 38.
ree, 40. klaar, 42. vete, 43. lab., 44. ets,
45. pret, 47. bot, 48. dra, 50. o.i., 53. na.
„Het is verschrikke
lijk", zuchtten de zilve
ren berkjes en ze rilden
van verdriet. „Naar,
naar, naai en nog veel
erger dan naar", ruisten
de hoge beukefaomen.
„Zou het nou wel echt
waar zijn?", zei de oude
eik met zijn diepe stem,
maar binnen in zijn stam
hoorde je hem kreunen
van treurgheid. Hij ge
loofde et dus ook.
„Natuurlijk is 't waar,
natuurlijk is het waar",
sisten de braamstruiken,
„we hebben het toch zelf
gehoord van de zwarte
kraai, die altijd alles
weet. En hij had het ge
hoord van het konijntje.
En die heeft zulke lange
oren dat hij het wel goed
gehoord moet hebben".
„Maar van wie heeft
't konijntje 't gehoord?",
vroeg de oude eikenboom
die het nog niet opgaf.
„Dat weet ik niet, dat
weet ik niet", zei de
braamstruik, „misschien
wel van de wind. Met
zulke oren vang je im
mers alles op".
Dat moest de eik wel
toegeven en toen ook hij
het vreselijke bericht ge
loofde, barstten alle bo
men in tranen uit. Het
droop gewoon van de
takken, zodat de dieren
die eronder sliepen klets
nat werden en verbaasd
naar boven keken. „Wat
is er aan de hand?" rie
pen ze.
„Het wordt nooit meer
zomer", snikten de bo
men.
„Nooit meer? Hoe kan
dat nou zeiden de die
ren die al eens eerder 'n
winter hadden meege
maakt.
„Het is heus waar",
ruisten de berken. „Wij
weten het van de kraai
en de kraai weet het van
het konijntje en die heeft
het met zijn lange oren
van de wind gehoord"
„Weet je het npu heus
wel zeker?", vroegen de
dieren nog eens, „jullie
bomen weten toch net zo
goed als wij dat het na
iedere winter voorjaar
wordt. Dat is toch altijd
zo geweest. Waarom dan
nu niet?"
Maar toen ze de treu
rige stemmen van de
bomen hoorden en de
tranen van de takken
zagen druipen, werden
ze ook treung en geloof
den het. Er was er maar
eentje in het hele bos die
niet treurig was. Dat
was het konijntje die van
alles de schuld was. Toen
hij 's morgens uit zijn
holletje was gekropen
en het bos nog altijd even
kaal als altijd had gevon
den, had hij hardop ge
zucht: „ik geloof dat het
nooit meer zomer
wordt". Maar dat geloof
de hij natuurljjk niet
echt, hij zei het alleen
maar omdat hij die win
ter zo verschrikkelijk
lang vond duren. Maar
de kraai, die net over
vloog. had gehoord wat
hij zei, hij was naar de
braamstruiken gevlogen
en had gekrast: „hét ko
nijntje zegt dat 't nooit
meer zomer wordt".
Maar toen het konijn
tje al zijn vriendjes en
adle bomen zo treurig
zag, begon hij ook te ge
loven dat het waar was.
Het zou nooit meer zo
mer worden, nooit meer.
En dat is toch iets om te
huilen, waar of niet Hij
huide dus met de bomen
en de andere dieren mee.
Ondertussen gebeurde
er iets onder de grond
war rop al die treurige
bomen en dieren stonden.
Daar lag een heel klein
bolletje te slapen, 't Sliep
niet echt, het soesde een
beetje, méar niet prettig
soezen hoor, het was een
beetje bang. Het moest
een bondschap brengen
in het bos en nu lag het
na te denken over al die
dieren en bomen, die veel
groter waren dan hij en
misschien wel helemaal
niet naar hem luisteren
wilden. Het was nog zo
klein en 't wist zelf niet
goed wat zijn boodschap
betekende. Bovendien
had het nog nooit bomen
en dieren gezien en het
stelde zich voor, dat het
verschrikkelijke grote
monsters waren die hem
zouden wegjagen. Hoe
meer het daaraan dacht,
hoe banger het werd en
hoe banger het werd, des
te minder kon "het sla
pen. Op het laatst was 't
fclaar wakker. Het zal
toch moeten zei het en
het rekte zijn magere
armpje uit. Maar toen 't
dat gedaan had, durfde
het al niet verder meer.
Het wachtte nog maar
wat en telkens als het te
gen. zichzelf zei: het zal
toch moeten, stak 't zijn
armpje een beetje meer
de hoogte in. Net zo lang
tot het voelde dat het ui
terste puntje bijna boven
de grond was. Toen
wachtte het een hele
poos. Even, heel
maar kwam de zon door
de wolken en scheen op
dat ene puntje arm dat
net boven de grond
kwam. Dat gaf het bol
letje moed. Het stak zijn
armpje nog wat verder
uit om nog meer van dat
warme licht te voelen.
Maar de zon was alweer
weg en het bolletje moest
tot de volgende dag
wachten. Maar toen
kwam de zon veel lan
ger en veel warmer te
rug dan de vorige dagen
en het bolletje kreeg nu
echt moed; het stak zijn
hoofdje boven de grond.
Dat ging zo iedere dag
een klein eindje verder.
De dieren en de bomen
merkten er niets van. die
stonden en zaten te hui
len en te beven omdat 't
nooit meer zomer zou
worden. „Had het ons
maar nooit verteld", ze"
de oude eik tegen het ko
nijntje dat tegen zijn
stam zat gedrukt e
meehv'lde met iedereen.
„Wét verteld?", vroeg
het konijntje, „wat heb
ik verteld?"
„Wel nou nog mooi
er". snikten de beuken
verderor
verteld J
hadden we
er misschien nooit aan
gedacht".
„Maar wat heb ik dan
toch verteld?", vroeg het
konjjntje bang.
„Dat het nooit meer
zomer wordt, dat heb jij
toch van de wind ge
hoord en je hebt het ver
der verteld aan de kraai
die zijn mond nooit kan
houden en het ons alle
maal verteld heeft".
..Het is niet waar",
riep het konijn „het is
niet waar", maar nie
mand wou hem nu meer
geloven en ze joegen hem
weg. Nog treuriger dan
hij al was liep hij met z'n
kopje naar de grond door
het bos. Maar toen op
eens, stond hij stokstijf
stil, hij hapte naar adem,
keek of hij het goed ge
zien had, keek nog eens,
draaide zich toen om en
rende zo hard hij kon te
rug naar de huilende die
ren en bomen. „Het is
niet waar", juichte hij,
„het is niet waar, kom
zelf maar kijken!"
De dieren holden ach
ter hem aan en de bomen
bogen naar de grond om
te zien wat het konijntje
aanwees. En daar tussen
het mos, dat nog nat
was van tranen, wees 't
konijntje met zijn wit
pootje iets aan. Een
sneeuwklokje, dat eerst
een beetje bang, maar
toen heel gelukkig om
zich heen keek. Want
nog nooit had 'n sneeuw
klokje zoveel blijde ge
zichten gezien en zulke
mooie muziek in de tak
ken gehoord als die mor
gen toen iedereen wist
dat de winter altijd voor
bijgaat.
H nufi 1
i H-10 lil
Was de Muis niet uitge
slapen. of een beetje in
de war?
Nu. je zou het -haast wel
zeggen. Wat ze mee
maakte was bar.
Ze i.vas flink eens aan de
schoonmaak. Boenen,
dweilen, zemelap.
Toen ze even uit haar
huis liep, riep ze: „Gunst,
dat 's oojc 'n grap!"
,JZijkt, daar hangt mijn
groot karmnog. Oei
wat ziet dat ding er uit!!
Greep een klopper en
ging^kloppen. Wolken
vlogen in haar snuit
Maar dat kon de muis
niet deren. Ze bedacht
alleen maar dat
Heel haar huisje spoedig
schoon was, goede beurt
gekregen had.
Toen ze kh r teas riep
haar buurvrouw: ,JiIiesje
Muis, wat doe je daarf f
Dat is MIJN kleed
goeie grutjes ben IK
eventjes gauw klaar Hl"
Mjjn vriendjes neem je
mij niet af,
nog voor geen zak vol
tientjes,
want alles wat ik weten
wil
dat weet 11* van mijn
vriendjes.
We wonen in hetzelfde
huis,
één kamer, zij en ik.
Ze staan te waken naast
mijn bed,
mijn vriendjes, dun en
dik.
Ze staan hun ruggen
naar me toe
te wachten tot ik kom.
En als ik één iets vragen
wil,
draai ik hem even om.
Wat z
Maar vind ze dan zó
terug.
Want weet je wat het
mooie is?
Hun naam staat op hun
rug.
Vaak had ik voor mijn
vriendjes al
eer ;estje willen geven,
dan zong ik voor de
hele rij
van „lang zullen ze
leven".
Nou, je begrijpt dat lk
vandaag
een grote v'ag uitsteek.
Met al mijn vriendjes
vier ik feest.
Nü "is het boekenweek.
Mijn vriendjes neem je
mij niet af.
Ik ga er nog meer
zoeken,
want alles wat ik weten
wil,
dat weet ik van mijn
boeken.