c O Het goede meubel krijgt steeds meer waardering in ons land Twee eeuwen Zeeuwse schoonheid tot ozena) A" De PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 10 MAART 1956 „TIENDAAGSE VOOR DE WONINGINRICHTING" Maar de rommel gaat helaas nog vaak naar het platteland... Kaal, koud en raar vinden nog duizenden Nederlanders de veel heid en verscheidenheid van nieu we vormen en kleuren, waarin het moderne meubel in de handel wordt gebracht, en daarom is het bijzon der interessant om een aantal „vo gels van zeer uiteenlopende plui mage" van gedachten te horen wisselen over uiterlijk, doelmatig heid, hanteerbaarheid en niet te vergeten de prys van het meu bilair en textiel, waarmee het Ne derlandse volk zrjn woningen pleegt in" te richten. Wy konden daar de zer dagen getuige van zijn, tijdens een bijeenkomst waarmee de Stich ting Propaganda Woninginrichting de jaarlykse „Tiendaagse voor de Woninginrichting" inluidde. Een plattelandsvrouw, een binnenhuis- architccte, de leidster van het Ge- zinsbegrotingsinstituut, een fabri kant en twee vertegenwoordigers van de handel vertelden daar el kaar precies wat ze dachten van al le misstanden, die er nog zijn of waarvan men het bestaan veron derstelt. Ze namen bepaald geen blad voor de mond, vooral niet wanneer 't ging over de vele rommel die door ver scheidene fabrikanten nog: steeds in de handel wordt gebracht. Er was, met name van de kant dei- dames, veel kritiek op de „gammele" meube len, die in de volksmond „brandhout" heten. „Al die rommel, die een le vensduur heeft van nög geen drie jaar, moet door middel van de Wa renwet van de markt worden ge weerd", was een suggestie uit de kring van toehoorders, die zich ook niet onbetuigd liet. „Toch heb ik nog nooit gehoord van een fabrikant, die een partij meu belen moest verbranden omdat hij ze niet meer kwijt kon", verzekerde de heer P. Hoefsloot, vice-voorzitter van de Federatie van Meubileringsbon den, blijkbaar bedoelende dat de fa brikant alleen maar maakt waar het publiek om vraagt. „Nee", antwoord de mevrouw G. J. BeekhoffVan Selms, voorzitster van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen, zeer ad rem, „die meubelen komen bij ons terecht, op het platteland. Een groot deel van de goede dingen, die industrie en han del leveren, gaat de dorpen voorbij. Maar de produkten, waar de hande laar in de stad mee. blijft zitten, ko men bij ons. En toen wij onze reizen de tentoonstelling voor woninginrich ting organiseerden, vonden veel plaatselijke en regioygle winkeliers 't magr onzin, dat wij dat nodig von den". Het was trouwens nog een hele toer geweest om voor die tentoon stelling een behoorlijke collectie te krijgen, want wel is er al veel moois, maar ook nog veel lelijks, op het wanstaltige af, terwijl ook aan de doelmatigheid nog wel eens iets ontbreekt. Van de stoelen bij voorbeeld zjjn de meeste voor de plattelander te licht. Niettemin, er is in beide opzich ten een verheugende verbetering, daar was men "het tamelijk wel over eens. Er heerste ook een stemmigheid óver het bestaan van een wisselwerking tussen produ cent en consument. De denkbeel den van de ontwerpers en de smaak van het publiek staan niet los van elkaar, constateerde prof. Dresden al in zijn inleidend woord. Ze beïnvloeden elkaar wederzijds. ..Maar de perfectie is nog niet be reikt", erkende dr. F. Ulmann, voor zitter van het Produktiviteitscen- trum voor de Meubel-, Matrassbnin- dustrie en Woninglmnchtingbranches. Er is nog niet voldoende research bij het ontwerpen van de meubelen, die tegenwoordig in series -n honderden en duizenden worden vervaardigd. Dat is geen ambachtswerk meer, maar een industriële produktie, het geen in allerlei opzichten hoge eisen stelt aan het produkt. Een meubel mag geen „praalstuk" meer zijn, maar moet gebruikswaarde en een smaakvol uiterlijk hebben, doelmatig en verkoopbaar zijn. Een ontwerper moet daarom eigenlijk een schaap met 5 poten zjjn. Zulke ontwerpers zijn er nog te weinig. Aan hun oplei ding moet veel meer aandacht wor den besteed. Veel aandacht Maar alle pessimistische geluiden over smaak en wansmaak ten spijt, kan toch worden geconstateerd, dat de woninginrichting in Néderland veel meer aandacht krijgt dan in ve le andere landen. De sociale toestanden hebben ech ter een enorme invloed op de behoef te. In de kleine huizen van vandaag heeft men eenvoudige meubelen, die niet te duur mogen zijn. De levens duur mag wel wat korter zijn dan die Advertentie Wacht niet tot U grijs bent... Haar wordt dof lang voordat U grijs bent. Maar dat is zo gemakkelijk te verhelpen. Met een COLOR FRICTION (géén haarverf, maar een korte behandeling) geeft Uw kapper aan Uw haar de oorspronkelijke, levendige, jeugdige diepte terug. Vraag zijn advies. Hij kan U helpen,want... kappershanden zijn „denkende"handen Color Friction 'n product van Indola Ook dit voorjaar is plissé weer bij sonder gewild. De Parijse ontwerper Pierre Billet voorzag dit mouwloze japonnetje met boothals vdn een rijk geplisseerde rok, waarboven een tot de taille reikende bolero wordt gedra gen die van voren een knoopsluiting heeft. Het hoedje is van modiste Ma rie Christiane, der monumentale pronkstukken van weleer, maar het moet toch ook weer niet te gek worden. „Bij het moderne mcuhe! is het dagelijks onderhoud veel gemak kelijker geworden", constateerde mevrouw WilzenBruins. leidster van het Gezlnsbegrotingsinstituut, „maar op de lange duur juist moeilijker. Het wordt eerder be schadigd; krassen zijn slecht te verwijderen en juist het moderne meubel ziet er dan gauw armoedig uit. Meubelen moeten degelijk zyn en het is tegenwoordig uiterst moeilijk om een goed en goedkoop meubel te vinden. Het kan voor hetzelfde geld vaak veel beter. Naar m\jn mening wordt er te weinig aandacht besteed aan de degelijkheid". Om op 't uitgangspunt terug te ko men: aan de publieke smaak kan nog wel veel verbeterd worden. Dat voor lichting daarbij een belarfgrijke rol moet spelen, was men in het alge meen wel eens. Dat kan zowel door de detailhandel gebeuren als door al lerlei organisaties er door binnen huisarchitecten. „Er zou ons veel meer om advies gevraagd moeten worden", meende de binnenhuisarehi- tecte mevrouw C. NicolaïChiallet. ..Maar de binnenhuisarchitect moet dan zoveel zelfbeheersing tonen, dat hij alleen de grote lijnen aangeeft, en ophoudt voordat hij 't „lekker leuk" gaat vinden. Al wordt zijn ziel mis schien in tweeën gesneden, de afwer king moet hij overlaten aan zijn cliënt zelf, want anders wordt alles te uni form!" Intussen is de „Tiendaagse voor de Woninginrichting" begonnen. Van 8 tot 17 maart worden in Arnhem, N(j- megen, Leeuwarden en Terneuzen tentoonstellingen van woninginrich ting georganiseerd. Voor enkele an dere plaatsen zijn nog plannen in de maak. Alom in den lande zal een spe ciale krant (met prijsvraag worden verspreid, en lezingen op vele pluat- sen in het land zullen de aandacht vragen voor het inrichten van het Nederlandse huis met smaakvol, de gelijk, gemakkelijk hanteerbaar, doel matig en niet te duur meubilair textiel. De Engelse mode van dit voorjaar De twaalf voornaamste ontwer pers van Londen hebben ook dit sei zoen weer getoond, dat zij reden van bestaan hebben. Hun collecties z\jn anders dan die van Parijs of Rome. Gebouwd op dezelfde principes van lange slanke lijnen met een ruim ac cent om de schouders, is de Lond'ense mode in de uitwerking wezenlijk ver schillend. Vaak minder buitenissig, meer praktisch ingesteld en afge stemd op een minder felle zonne schijn. Dit betekent niet. dat de Londena- ren geen kleurige kleding zouden ma ken. integendeel! Wie dit seizoen de salons van Michael binnentreedt, wordt verrast met pompoengeel, ci troengeel, meloenrose en mandarijn, terwijl John Cavanagh U vergast op pioenrose, cyclame en zacht rose. Norman Hartnell en Hardy Amies, de twee couturiers van koningin Eli zabeth, strooien een schaterlach van allerlei blauwen om zich heen, van turquoise via saffier naar aquamarijn. Ondanks het feit, dat het hier de voorj aars-collectie betreft, zijn, zo als altijd trouwans in Engeland, wollen modellen zeer veelvuldig. Dit vindt zijn ootzaak in het klimaat, dat evenals het onze, het dragen van zeer luchtige zomertoileties slechts be perkte tijd toelaat. Daarenboven necht Engeland grote waarde aan zijn wolindustrie, gebaseerd op een aantal oude volkstechniekcn, zoals 'tweed, cheviot, West of England e.d., wat vrijwel steeds merkbaar is in de collecties. Zo toont Hartnell een manteltje van zachtblauw tweed, gedragen r Kostbare Fath-collectie komt weer naar Nederland. Het Parijse modehuis Fath zal 24 en 25 maart zijn collecties weer tonen in kasteel Oud-Wassenaar. Madame Geneviève Fath zal gedurende het weekend van 24 Maart zelf op het kasteel aanwezig zijn. De te tonen collectie bestaat uit 110 modellen tot een gezamenlijke waarde van 250.000. De verzorging van de kapsels der acht mannequins is ook nu weer toevertrouwd aan een twaalftal Nederlandse kappers. Ook deze shows in het kasteel Oud- Wassenaar zullen weer gehouden worden ten bate van het Koningin Wilhelminafonds. Iedere bezoekster kan tegen een kleine bijdrage een door het huis Fath beschikbaar ge steld flesje parfum in ontvangst ne men. Oude Zeeuwse kleding en sieraden: links een met een zilveren gesp gegar neerd „Walchers schoentje", gefotografeerd tegen de achtergrond van een groeii-wit gestreepte „kermis rok"; rechts een der vele hoofdversiersels welke men zal kunnen zien op de expostie van Zeeuwse kleding, sieraden en gebruiksvoorwerpen die volgende week zaterdag te Wemeldinge wordt gehouden. rubriek „Vrouwen in Zeeland" brengt onze redactrice deze week een voorbeschouwing over een expositie van Zeeuwse sieraden, kleding, en gebruiks voorwerpen, welke op zaterdag 17 maart te Wemeldinge ge houden Wordt. over een japon van bijpi ribde jersey, een ideale voorjaars combinatie. Over de plaats van de taille is. men minder eensgezind: Harnell en Worth zijn zeer overtuigd van mening, dat de taille hoort waar hij hooyt, in ons middel dus, maar an deren zijn het daar niet of niet hele maal mee eens. V. (Van onze redactrice) Ergens in het onmetelijke Amerika woont een man die een stel complete Wal- cherse kostuums met toebeho ren bezit. Toen hij op vakantie m Europa was en Zeeland be zocht, heeft hij zich in verbie ding gesteld met een kenner op dit gebied, de heer J. de Bree te Oostkapelle, met 't ver zoek of die binnen ltf dagen kon zorgen voor een stel kos tuums voor dit gehele Ameri kaanse gezin. Er wérd voor ge zorgd, en ergens in de Verenig de Staten, komen nu vermoede lijk véle nieuwsgierigen kijken naar die curieuze kledij uit het verre Zeeland. Zo is het niet vele van de prachtige oude Zeeuwse kle dingstukken, sieraden en ge bruiksvoorwerpen gegaan. Ze werden verspreid naar alle windstreken en wellicht zullen ook eens de nog bestaande par ticuliere verzamelingen dit lot ondergaan én versnipperd wor den. Gelukkig is het nog niet zo ver, en is er nog gelegenheid tot het organiseren van een ex positie zoals die op zaterdag 17 maart in het gymnastieklo kaal aan de Dorpsstraat te We meldinge gehouden zal worden. De Plattelandsvrouwen van Kapelle, Yerseke en Wemeldin ge organiseren deze tentoon stelling op initiatief van mejuf frouw J. D, Dekker, vice-voor- zitster vanligt provinciaal be stuur der N.B.P.V. De sieraden, kledingstukken en gebruiks voorwerpen die daar van half twee des middags tot tien uur 's avonds te zien zijn, dateren van 1756 tot heden. I eel van hetgeen op deze y tentoonstelling in Wemel dinge geëxposeerd wordt, is. afkomstig uit de collecties van de heer De Bree, die in zijn woning aan de Domburgseweg te Oostkapelle een waarlijk unieke Zeeuwse collectie heeft opgebouwd. Een collectie die telkenjare, vooral tijdens de zo mermaanden. tientallen be langstellenden trekt en waarop ook de eigenaar en zijn vrouw zelf nooit uitgekeken raken. „Verzamelen wordt tot verza melwoede zonder dat je het zelf wilt", zegt de heer De Bree, die vunaf zijn vijftiende jaar por- celein verzamelde, maar zich sinds enkele jaren specialiseert op het verzamelen van al dat gene, dat met de Zeeuwse kle derdrachten samenhangt. Het begon met een gouden voor- hoofdversiering, en met 't ko pen van dit sieraad had de hob by hem eigenlijk al meteen te pakken en voorgoed! „Je koopt een pepermunt-, 'n snuif- en 'n loddereindoosje en voegt dat met een voldaan hart aan je collectie toe. Maar wat later zie je weer andere modél len van al deze doosjes Jen je kunt het niet 'laten ook die weer te kopen Ze staan als kleine zilveren persoonlijklieidjes op de ta fel in de woonkamer aan de Domburgsewegdie peper munt-, snuif- en loddereindoos- jes. Ze staan naast 'n stel glan zende breipenbeschermers in de vorm van kleine kannetjes die door een kettinkje met elkaar verbonden zijn. Uit een kraal- tjesbeurs met zilveren beugel rolt een rinkelende schat van zilveren knopen, bybelbeslag- "V JtiLoezcn iocsjes aLs kleine feisoonUjkheien jes en andere kleine voorwerp jes, op de hoek van de tafel staat een paar oude Walcherse schoentjes met zilveren ges pen. Hoe opmerkelijk, dat de ze schoentjes van tientallen ja- r.:i her zoveel overeenkomst vertonen met 't moderne flat jezoals de jonge vroüio van 19T1 dit draagt! De collectie van de heer De Bree verreweg de grootste particuliere verzameling die be kendheid genie'. is in staat jm ook de leek op dit gebied urenlang te boeien. Slechts no de schuift men het doosje met d ragfijne kapversieringen ter zijde om groter contrast is haast niet denkbaar de zwa re zilveren schoengespen en broekstukken, behorend bij het v\annenkostuum, ter hand te nemen. Vier, vijf onwaarschijn- lijk-brede gouden trouwringen liggen bij elkaar, voorzien van inscripties 10elke gissingen op roepen naar de levensgeschie denis, aan elk dezer ringen ver bonden Maar reeds wor den de ringen opzij geschoven en uit fel-beschilderde ouder wetse hoedendozen komen de Icaphoeden met haar prachtige linten te voorschijn. Uit een an dere doos komen de sierlijke kanten mutsen, uit een derde de gestreepte rokken die zo zwaar van kwaliteit en zo hel van kleur bleven, dat men moet denken aar de menselijke zegs- wijze die spreekt van „tegen de eeuwigheid bctand zijn". Pas bij het zien van dat Zuid- Bevelandse beultje, waar van de heer De Bree met gerechtvaardigde trots vertelt dat 't uit 1750 stamt „realiseert men zich dat al dat schóóns bijeen werd gebracht door een man, en dat de meeste verza melingen van dit soort altijd door mannen worden aange legd. Het lijkt merkwaardigwant vrouwenhanden passen bij deze fijne sieraden, bij de oude kan ten en de rokken, b\j de man- nenjakken van glanzend da mast, waarbij een exemplaar van Oosters aandoende stof ligt. Maar misschien is het ook weer niet zó verwonderlijk. Misschien zijn vrouwen te on georganiseerd van geest, heb ben ze diep in haar hart een instinctieve afkeer van „veel rommel", al zou het in geen van haar ooit opkomen, om zo'n collectie van prachtige sieraden en oude kleding aldus te betitelen! En ongetwijfeld zullen velen van haai-, of zs 'nu? gekleed gaan in de aloude klederdracht dan wél in moderne tailleurs en neutels, de gelegenheid aan grijpen om op de zeventiende maart in Wemeldinge 'n fraaie verzameling te zien van al het moois op kleding- en sieraad- gebied, dat helaas gedoemd is om met de jaren langzaam maar zeker te verdienen. T)an ozena) lie poollandschappen en ijstijd imitaties, waarop de krant ons deze winter zo gulhartig getrac- teerd heeft, zullen niet zo lang in mijn verbaasde herinnering blijven als die ene foto van dat verkleumde haasje. Want die is wel even vertede rend als tegenstrijdig. Een verkleumd haasje, dat ergens in dc barre wildernis van bevroren sneeuw en kaal struikgewas door een eenzame wandelaar wordt opgeno men en in de arm voorzichtig wordt meegedragen naar huis. Daar zit het dan, huiverig en suf fig. als een murw verplaatst persoon tje dat alles maar met zich laat doen, gelaten te wachten tot zijn verkilde fkje voldoende ontdooid is om een voorzichtig huppeltje te wagen. Het laat de wonderlijke reus die hem met een zwaai uit zijn halve dommel heeft gerukt, en ieder die hem te na komt maar stil betijen. Wat moet het ook anders? AUcs is vreemd en ruikt vreemd en voelt vreemd in deze onwennige om geving. Er is nergens ook maar iets eigens of veiligs te ontdekken. Ta toch als het zover uit de ver- I kleuming is losgewlkkeld door de ongewone warmte, dan speurt het vlakbij eeq verwant en eigensoortig wezen. De hond die zich al eeuwen ge willig gevoegd heeft naar zoiets onna tuurlijks als vier omsluitende muren en een dode, vlakke vloer. Maar die toch genoeg natuurwezen is gebleven om met de staart op de vloer te klop pen als de deur opengaat, en om ie dere dag in pure baldadige uitgela tenheid zichzelf voorbij te rennen als hij weer in de wildernis wordt losge laten. Het is de eigen soort niet, speurt het voorzichtig instinct, maar het zou te wagen zijn om het te vertrouwen. En dan nestelt het stukje opge kweekte verkleuming zich behaaglijk tegen de vacht van zijn natuurlijke, op vangen en doodbijten afgerichte vijand. Waarop de mens er een plaatje van maakt en het hoofd schudt over de wreedheid der Win terse natuur. Maar diezelfde mens zet nooit een plaatje in de krant van een haasje gewurgd in een strik, of doodgeknuppeld op oen bospad. En loopt zelfs zonder een opwelling van afgrijzen voorbij aan de rijen en rijen opgehangen baasjes bij de poe lier. Of leest in diezelfde krant met een onbewogen gezicht heen over het bericht van de afgrijselijke ziekte, waartoe een geïrriteerd dokter, uit wraak over zijn vernielde tuin, de knaagdierenstapel van West-Europa heeft besmet. Wdar, zal eenrongeduldige lezer hier vragen, moet het met deze bespiegeling heen Moét een mens met een warm hart voor al wat leeft dan maar zo'n verkleumd beestje met de voet uit de weg schui ven. vanwege 't jonge hout en de boe renkool? Is deernis dan misplaatst, en de efficiënte onbarmhartigheid van Moeder Natuur de enig juiste stelregel Ach welnee Welk rechtgeaard mens zou dat kunnen, zonder zichzelf bij de warme kachel onbehaaglijk schuldig te voelen aan iets, dat hij met alle luchtdicht sluitende logica niet wegredeneren kan? Want daar, bij zo'n verkleumd hoopje haar of zo'n klaaglijk vastge vroren bundeltje veer, wordt de mens even aan de tand gevoeld op zrjn we-' zenlijke waarde. Is hij, zoals de' biolo gie wil beweren, enkel maar een hoog bewerktuigd onderdeel van die ge weldige levende en levendige samen leving. die van de mier tot de hamer haai alleen maar in stand kan blijven door de ijzeren wetmatigheid van ..de een zijn dood is de ander zijn brood Of is hij bjj alle gemeenschappelijke wezenskenmerken van lichaamsbouw en stofwisseling toch nog even. sub tiel, onbegrijpbaar verschillend van alles wat binnen die natuurstaat, leeft en beweegt en vecht om het bestaan e pessimistische materialist zoet geërgerd: Nee. En hij schrijft dikke wetenschappelijke hand boeken over de levensdrift en de gel- dingsdrift, over de met moeite door wetten en fatsoen geboeide wreed- heid over de duizend-en-een variaties op het thema: De ene mens is de an dere een wolf. Maar de optimistische idealist glimlacht om de korztichtighoid van die starre regel, die altijd, onver wacht, weer ergens doorbroken wordt door een onverklaarbare tegenstrij digheid. Want wat wint een mens er bij om een verkleumd haasje op te rapen, dat straks misschien de eigen tuin vernielt Er zijn veel ménsen, ook onder de briefschrijvers, die zich» verwonderen over de menselijke' slechtheid. En daar is juist zo weinig verwonder lijks aan want de kat knauwt de muis en de mens, als hij de krans krijgt, zijn zwakkere naaste. Maar wat altijd verbazingwekkend blijft, en een uit daging van alle biologische wetmatig heid, dat is het wonder van de men selijke deernis. SASKIA. Modeshow in Middelburg. Ook in Middelburg wordt dezer dagen weer een voorjaars-modeshow gehouden. In tegenstelling tot andere jaren zal deze show echter in min óf meer besloten kring plaats vinden. In het mantelmagazün „De Duif" aan de Noordstraat, wardt namelijk a.s. maandagmiddag, maandagavond en dinsdagmiddag voor speciaal geno digden een collectie kleding met bij passende hoedjes getoond. Dezer dagen is na een kortstondi ge ziekte een van Amerika's be roemdste mode-ontwerpsters, Hattie Carnegie op de leeftijd van 67 jaar overleden. Hattie Carnegie die van Oosten rijkse geboorte was, had in Manhat tan een modehuis. Haar creaties ver wierven over de gehele wereld be kendheid. Zij is in Wenen geboren maar kwam als kind naar de Ver enigde Staten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 10