Roman over het dagelijks leven
in een modern grootbedrijf
EEN KANS voor Ellen van Hemert
HOLEAND-FESTIVAL strandt op
SCHOU W BURG-ACCOMMODATIE
M8
KUNSTVORMEN uit dv
Belgische Kon^o
M
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1956
provinciale zeeuwse courant
SCHERVEN LANGS DE HcMEL"
G. van de Walcheren schrijft een
verfrissend, dynamisch proza
Met de roman „Scherven langs de hemel" heeft de tot nu toe
onbekende schrijver G. van de Walcheren zich op slag een
aparte plaats verzekerd in onze hedendaagse letteren. Al
lereerst al door zijn stijl, die sterk afwijkt van het min of meer
gestandaardiseerde proza dat in „goede kringen" gebruikelijk
is-„Van de Walcherens stijl is beslist oorspronkelijk. Hij schrijft
een energiek, dynamisch proza, verfrissend en ook wel een tik
je, hoewel nergens hinderlijk gemeenzaam. Het benadert de
spreektaal, het tutoyeert de lezer en toch is het ook weer niet
al te vlot. Het kikkert je op, dat proza, zoals de aanwezigheid
van een prettig-energieke persoonlijkheid die een weldadige,
aanstekelijke activiteit uitstraalt. De schrijver houdt dat 260
dichtbedrukte bladzijden vol, zonder dat men het als een ma
niertje gaat voelen.
In de tweede plaats is Van de Wal
cherens kijk op mensen en zaken
hoogst origineel. Hij weet dingen
op te roepen door ze bijna te ver
zwijgen, en zo in een paar woorden
soms meer mee te delen dan anderen
vermogen met een gedetailleerde be-
s<jfcrijving. Een speels zijlichtje op
een situatie, een beroep op de ver
beeldingskracht van de lezer, en men
ls verrast over het effect. Van een
vrouw die onverwacht in de loop van
de dag bezoek krijgt heet het bijv.
„ze was in van die kleren waarin
vrouwen open doen". Waarmee strikt
genomen niets, maar in feite alles is
gezegd. Dat is een uiterst economi
sche manier van schrijven, want op
dezelfde wijze voert hij ook personen
in, die dan in een paar trekken ten
voeten uit voor ons staan.
En dan het derde element van
verrassing in deze roman, het be
langrijkster onderwerp en milieu. Dit
boek tekent namelijk het leven van
elke dag in een hedendaags grootbe-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
drijf, in casu een grote scooterfa-
briek in de buitenwijken van Milaan.
Als zodanig is het werk alleen al een
unicum, temeer daar het werk ten
densloos is, hoewel niet zonder men
selijke bewogenheid met het lot van
de bijna tot robot gedegradeerde
arbeider in zo'ri onderneming. De
„ik" die het relaas doet, is de Neder
landse personeelchef van dit bedrijf,
en uit hoofde van die functie kent de.
verteller de mensen van de fabriek
door en door, vanaf de werksters,
vanaf de arbeiders voor wier aan
monstering en latere belangen hij
moet zorgen, via de typistes, afde
lingschefs etc. tot aan de directeur
toe, van wie hij min of meer een
huisvriend en gunsteling is.
Uit dit werk blijkt zo'n grote
kennis van de interne aangelegen
heden van een modern grootbe
drijf met aUes wat daaraan vast
zit, dat men wel aan moet nemen
dat de schrijver een insider is;
het lijkt ons uitgesloten dat dit
zuiver een werk van fictie is. Als
buitenlander heeft de verteller bo
vendien de gelegenheid de vele
merkwaardigheden van de Ita
lianen te tekenen, en hij doet dit
op bijzonder rake, vaak zeer hu
moristische wijze.
Al met al is dit een waarlijk
uniek en tevens zeer goed boek,
waarvoor we dan ook uw bijzon
dere aandacht vragen, temeer
daar het zowel de liefhebber van
niet te zwaar op de handse lec
tuur als de veeleisende lezer be
vredigen zal.
EENVOUDIGE
CONSTRUCTIE.
Het verhaal is even eenvoudig als
ingenieus ingekleed. Het bevat
vijf hoofdstukken, genaamd
naar de dagen van de week vanaf
vrijdag tot en met dinsdag, vijf da
gen waarin we de belevenissen van
personeelchef Cras en daardoor van
de hele Moto-Minini-scooter-fabriek
van uur tot uur volgen. Het is ver
bazingwekkend hoe Van de Walche
ren ons op deze wijze geboeid weet
te houden, vooral als men er zich re
kenschap van geeft dat de in ro
mans haast onvermijdelijke liefdes
geschiedenis volkomen achterwege is
gebleven, en hij het andere „span
nende" thema (de uitslag van een
race) eenvoudig schieten laat. Wer
kelijk, het is een boek vol verrassin
gen, vrij van elke banaliteit.
Er loopt wel een draad door, dat is
de volgende: Een van de arbeiders?
Musesti, die staand werk heeft en
klaagt over onwel zijn, dient öf
steunzolen of zittend werk te krij
gen. Personeelchef Cras, mogelijk
wat te humaan voor het volgens on
wrikbare regels voortrollende groot
bedrijf, probeert voor Musesti te
doen wat hij kan, maar de steunzo
len worden niet vergoed door de so
ciale verzekering en van zittend
werk kan ook niets komen. Zijn
tocht langs de diverse instanties
geeft reeds gelegenheid allerlei per
sonen die bij de Moto-Minini werken
ten voeten uit te tekenen. Musesti,
verongelijkt, veroorzaakt een rel en
wordt daarbij neergeslagen. Dezelfde
avond nog pleegt hij zelfmoord. De
pers kleurt dit geval ongunstig voor
de bekende fabriek, en een ongeluk
kig besluit waardoor een collecte
voor een steen op Musesti's graf, tij
dens de werktijd verboden wórdt,
wekt ontevredenheid en stakings-
drang onder de arbeiders. Het geval
dreigt opgeblazen te worden tot zeer
onaangename proporties, en dat kan
de maatschappij op dat ogenblik niet
gebruiken daar alles op alles gezet
moot worden orn de volgende dins
dag een nieuw scootertype klaar te
hebben voor een demonstratie.' terwijl
er ook een groep invloedrijke Ame
rikanen de fabriek wil bezichtigen in
verband met een belangrijke com
merciële overeenkomst met de U.S.
A. Uiteraard volgen we deze verwik
kelingen en nog andere moeilijkhe
den in alle lagen, vanaf arbeiders tot
directeur, waarbij diverse typische
wrijvingen, ruzies en jaloezieën wor
den blootgelegd.
Er is een delicate oplossing: Mu
sesti kan als zelfmoordenaar
niet in gewijde aarde begraven
worden tenzij hijkrankzinnig
verklaard wordt. Zijn weduwe voelt
daar veel voor, vooral daar zij zeer
bijgelovig is. Musesti's broer voelt er
echter niets voor en de behandelende
geneesheer evenmin. De merkwaar
dige vrouw van de directeur echter
alles, en zij heeft veel invloed. Bo
vendien ontheft deze lezing de direc
tie van de fabriek van elke eventuele
verantwoordelijkheid. Een professor
uit Rome, op het juiste moment voor
een conferentie gearriveerd, ontdekt
achteraf dat Musesti een typisch ge
val van een bepaald soort krankzin
nigheid vertoonde, en tijdens een lu
xueus intiem etentje wordt ook eeh
uitgenodigde kerkvorst ertoe over
gehaald om toestemming te geven
voor Musesti's kerkelijke begrafenis.
Hier dreigt het boek, hoe amusant
en knap het betoog van de professor
ook is, even te ontsporen in een enor
me klucht, het is te gechargeerd.
En in wezen is deze roman stellig
geen klucht. Al zouden we het niet
gaarne een protest noemen tegen te
moderne techniek, zoals op de om
slag gebeurt. Daarvoor is de „ik", de
verteller, eigenlijk te ongeïnteres
seerd, te zeer buitenlander en buiten
staander, te zeer met zichzelf bezig.
Zijn mededogen met de medemens,
onder welke omstandigheden ook, is
echter onmiskenbaar. Dit hartver
warmende, moderne, zo oorspronke
lijke boek verdient een groot succes.
De even bevreemding wekkende titel
slaat op de verre Alpenketen waar
van de besneeuwde toppen een paar
maal vergeleken worden met een
muur vol glasscherven, waar men
niet over mag, onderlangs de blauwe
Italiaanse hemel.
G. van de Walcheren: Scherven
langs de hemel.
J. M. Meulenhoff, Amsterdam.
Dit „Sluipend luipaard" is het werk
van de negerkunstenaar Madya, die
leeft en werkt in 't donkere oerwoud
van Belgisch Kongo en die met- het
versieren van kalebassen naam heeft
gemaakt.
(Van een speciale verslaggever)
Een geluksvogel" noemt me
vrouw Van Hemert haar acht
tienjarige dochter Ellen en tot op
zekere hoogte heeft ze gelijk. Je
moet immers maar boffen, om zo'n
papa te hebben. Maar met geluk al
leen kom je nog niet zo heel erg ver
in de wereld. Er is meer nodig als
je wat wilt bereiken, vooral als dat
„wat" in zo sterke mate onderwor
pen is aan de nietsontziende kritiek
van „het grote publiek" als dat met
Ellen het geval is. Dan is alle ge
luk' alleen maar in staat, je een
kans te geven. Wil je die benutten,
dan moet je hard werken, liefde
voor het vak hebben, enthousiast
zijn en.het belangrijkste van al
les, talent bezitten.
Nu, de kans heeft Ellen van He
mert gekregen. Een paar jaar gele
den al, toen ze nog in Hilversum
op de middelbare meisjesschoolwas
en in een toneelstuk op mocht treden.
Dat zij daarvoor uitgekozen werd was
overigens niet zo vreemd. Per slot
van rekening was haar vader nie
mand minder dan Willy van Hemert,
schrijver-regisseur bij de radio en la
ter een van Nederlands eerste tele
visieregisseurs. Dank zij hem kreeg
het meiske met de gitzwarte ogen het
acteren met de paplepel .ingegoten.
Ze had uiteraard meer belangstelling
voor de kunst dan menig ander bak
visje. ze „deed" wel eens iets voor
de radio en ze was op balletles. Ja,
het ballet, dat is lang haar grote
ideaal geweest. En het werd de di
recte aanleiding tot haar liefde voor
het toneel. Voor het rolletje in het
stuk dat de leerlingen van haar
school zouden opvoeren was namelijk
een meisje nodig, dat wat kon dan
sen. En dat was Ellen. Zo zette ze de
eerste schreden op. de planken. Er
zouden vele volgen: kleine rolletjes
zelfs op het grote toneel en een echt
optreden met het Rotterdams Toneel
in „Meneer Pennypacker". MaaV dat
was allemaal „spielerei", alleen te
danken aan haar leeftijd. Vlotte
meiskes van omstreeks zestien, die in
staat zijn zich zonder zich aan te stel
len op het toneel te bewegen zijn im
mers niet dik gezaaid.
Ellen van Hemert en
Jack Gimberg in
Spiegeltje aan de wand"
Tot
h.
ei
•oen Ellen van school' kwam werd
het anders. Ze begon nu echt aan
een carrière te denken. En ook
nu weer kreeg ze de kans: bij het
bekende televisie-spel „De Familie
Van Buren" (een soort Doorsneei
werd een dochter gezocht. En wie
zou men daarvoor beter kunnen vra
gen dan Ellen van Hemert, de doch
ter van de regisseur, die precies op
de hoogte was van de gang van za
ken in de studio, die een pietsie to
neelervaring had, zelfs zo nu en dan
wel eens aan een televisie-program
ma had meegewerkt en die er boven
dien nog allercharmantst uitzag
ook Het werd het eerste vaste con
tract voor Ellen, een verbintenis van
een jaar bij de televisiekern, waaraan
ze ook nu nog verbonden is.
Tot zover speelde het geluk iii
de gedaante van haar vader een
belangrijke rol in het leven van Ellen.
Ze beseft zelf maar al te goed, dat
ze veel aan hem te danken heeft.
Maar even goed weet ze, dat ze het
verder zélf zal moeten doen. Enthou
siast is ze genoeg, want ze vindt het
heerlijk op te treden. En talent La
ten we direct zeggen, dat ze het ver
trouwen van haar papa niet be
schaamd heeft. Ze heeft in een aantal
belangwekkende stukken de aan
dacht op zich gevestigd van mensen,
die beter dan wie ook tot oordelen
bevoegd zijn. Jack Grimberg, die bij
film en televisie in het buitenland een
duurbetaalde kracht is, stak toen hij
onlangs als gast in Bussum optrad,
de bewondering voor zijn jeugdige
tegenspeelster niet onder stoelen of
banken. Hg was enthousiast en hn
niet alleen. Cees Laseur en Paul
Steenbergen zaten voor het toestel en
ook zij zagen dat Ellen van Hemert
meer was dan het dochtertje van een
televisieregisseur: namelijk een meis
je met talent.
En zo komt het, dat Ellen op 25
februari in de Koninklijke Schouw
burg in Den Haag zal debuteren
naast Steenbergen en onder regie
van Laseur In het nieuwste stuk van
Jean Anouilh „Orlifie". Nu speelt ze
geen klein rolletje, maar een van de
hoofdrollen. En nu pas komt de kans
van haar leven. De televisie-stichting
heeft haar toestemming gegeven en
de zaken zo geregeld, dat het con
tract, met de televisie blyft bestaan,
zodat Ellen zo nu en dan ook nog op
het scherm te zien zal zyn.
QpiuezkeUjk ttflent üóoz
qzaoeten oan kalebassen -
(Bijzondere correspondentie).
T\ iep in het oerwoud van Belgisch
Kongo leven twee begenadigde
kunstenaars, graveurs van ka
lebassen, die in handigheid niet voor
elkaar onderdoen: Boemboe en
Madya. Boemboe's stijl is traditio
neel, met alle goede en slechte eigen
schappen van dien; Madya's icerk is
eerder Europees van opvatting, al
thans wat de proporties betreft. Toen
zij dan ook beiden deelnamen aan een
wedstrijd in kunstnijverheid, welke
door de Raad voor Inlandse Kunst
was uitgeschrevenviel het de jury
niet gemakkelijk om een beslissing te
nemen, aan wie van hen de eerste
prijs moest, worden toegekend. Dat
de Raad tenslotte Boemboe tot eerste
prijswinnaar verklaarde doet niets
af aan het feit, dat Madya belang-
wekkenderis. Zijn werk is een uitste
kend voorbeeld van de gevolgen van
een botsing tussen twee bescliavin-
adya werd omstreeks 1908 ge
boren in Kitombé, een' dorpje
vlakbij de machtige stroom
van de Kongo en omgeven door slan
ke kokospalmen. Hij werd een harts
tochtelijk beoefenaar van de jacht en
daardoor leerde hij de planten en die
ren kennen, die hem later tot menig
kunstwerk inspireerden. Reeds op
jeugdige leeftijd begon hij ook kale
bassen met een mes te bewerken- en
hij verwierf er zich grot.e handigheid
in.
Kitombé werd Madya ëchtér te
klein. Hy voelde de drang om de we
reld van de blanken, stroomafwaarts
langs de oevers van de Kongo, te
gaan verkennen en daarom monster
de hij als losser aan op een boot, .die
een geregelde dienst onderhield tus
sen Matadi en het kustplaatsje Bana
na. Tn zijn vrije tijd ging hij door met
het graveren van kalebassen, welke
hij verkocht aan opvarenden vari an
dere boten of weggaf aan leden van
zijn stam.
De kwaliteit van zijn werkstukken
Het Holland Festival is uit zijn jasje gegroeid. Dat is de conclusie, die
te trekken valt uit een boekje, dat dezer dagen aan Kamerleden en
andere overheidspersonen werd uitgereikt als nabeschouwing over het
Festival-1955. Het Holland Festival is uit zyn jasje gegroeid, omdat het
eigenlijk geen behoorlijk jasje heeft. Omdat het in Deii Haag, maar vooral
in Amsterdam, te kampen heeft met te kleine en verouderde schouwbur
gen. De vraag naar plaatsen is aanzienlijk groter dan er zijn. Reeds by do
schriftelijke voorbespreking voor de dure rangen moest men ongeveer 15%
der bestellingen weigeren. En by de kassa-bespreking voor de goedkopere
rangen moest men vaak zelfs voor 100% „neen verkopen". Omdat er dus
tweemaal zoveel liefhebbers waren als men plaatsen had.
Er zijn de laatste jaren vele, zeer
moderne, schouwburgen in Ne
derland gebouwd. Ondanks de
woningnood.
Omdat men de groeiende cultuurhon-
gei niet onbevredigd mocht laten, en
omdat in dit opzicht één zo'n schouw
burg honderdduizenden mensen be
dient, tegenover een blok huizen van
gelijke arbeidstijd slechts enkele tien
tallen mensen. Het was dus verant-
DOOR CON NICOLA)
woord, vaak zelfs noodzakelijk. Vele
gemeenten zagen dat in en gingen
voortvarend té werk. Maar in Den
Hsag is men al jaren aan het delibo
reren over nieuwe' of verbeterde
schouwburgniimte, en in Amsterdam
is men zelfs al sedert 1935 aan het
plannen maken, zonder dat er iets
gebeurt.
Wat men dan wel bezit in de beide
grote Festival-steden, is merendeels
erg klein. Een fatsoenlijke provincie
olaats die zich een nieuwe schouw
burg houwt maakt er meestal een
van tussen de 900 en 1500 zitplaat
sen. De Koninklijke Schouwburg m
Amsterdam heeft er 1100. Maar dit
laatste dan op papier, want van die
1100 plaatsen zijn er een dikke 120
„onverkoopbaar" wegens hun slechte
zicht. En dat bij de meeste Festival
voorstellingen ook deze plaatsen,
waarvoor men aan ce kassa eerlijk
werd gewaarschuwd, toch grit van de
hand gingen, is tekenend voor de
animo- die er voor deze avonden be
stond.
Daarnaast heeft men in Den Haag
nog een zaal voor 2000 personen: het
gebouw voor Kunsten en YVe.ten-
schappen. Maar deze „lange ltys",
waar de gemiddelde afstand van be
zoeker tot toneel buitensporig groot
is, heeft: door zijn bouw weinig sfeer,
i is i i inrichting totaal verouderd.
Een ballet als liet verwende New
York City Ballet hangt er zelf perst
een dertigtal schijnwerpers op. voor-
d het "irh hehageljjk voelt. En ook
dan nn» blijft bet behplnen, voor op-
tredenden en voor toeschouwers. Wat
-'iet verhinderde dat alle voorstellin
gen va«« dat ballpt uitverkocht waren,
met nog eens duizenden telcurgestel-
In Amsterdam heeft men theore
tisch eveneens de beschikking
over een grote zaal: Theater Car
ré, met 1600 plaatsen. Maar het Hol
land Festival laat deze mogelijkheid
ongebruikt. Tendele uit artistieke
stand-ophouderij: men durft een ge
zelschap als de fameuze „Scala de
Milano" niet te. laten optreden in een
zaal, die zo duidelijk ruikt naar het
circus, dat hier in de wintermaanden
speelt, en men geneert ,ich eigenlijk
ook een beetje voor de talloze (en
vaak „dure") buitenlandse gasten.
Qua toneel-accommodatie en modern
licht zou Carré te gebruiken zijn.
Maar de kleedkamers, de gangen en
de foyers zmi erg verouderd. Zolang
de modernisering, die geleidelijk in
Carré plaats vindt, ni-t ook op die
punten is voltrokken, blijft het Fes
tival er buiten.
Dat betekent dus dat men in de
hoofdstad des lands, voor alle mani
festaties die niet in het Concertge
bouw kunnen plaatsvinden, aangewe
zen blyft op die Stadsschouwburg
met z'n zegge 1100 plaatsen. Dat be
tekent niet alleen een indirect ver
lies, door de vele bezoekers die men
niet aan kaartjes kan helpen: het be
tekent ook direct verlies Neem een
ballet als het New York City Ballet.
Dat moet betaald worden in dollars,
ad vier gulden per stuk. Daardoor
ligt de pry's per avond op een voor
Nederland „onbetaalbaar" niveau. Bii
prijzen van 2 tot 20 kan men in
het Gebouw voor K. en W. een re
cette maken van. ruw bereken'
f 20.000. In Amsterdam hoogten
van 10.000 Dat scheel! helft. En
het gezelschap kost méér dan
20.000 per avond
Een vreemde zaak. Het Rijk en de
gemeenten Den Haag en Am
sterdam subsidiëren op forse
voet het Holland Festival. Dit slaagt
in zijn opzet, groeit uit, heeft steeds
méér succes, en gaat steeds méér
kosten, terwijl het naar verhouding
aanzie-lijk minder ontvangt dan zou
kunnen! Als de gemeenten Den Haag
en Amsterdam nu, op korte termijn,
moderne theaters bouwden, zouden ze
een deel van de jaarlijkse afschrij
ving alléén al kunnen verhalen op
minder subsidie en méér ontvangen
vermakelijkheidsbelasting van 'het
Festival. En denk over dit laatste
niet gering. Het 3stival-1955 bracht
beide steden aan belasting bijna een
ton in het laatje! Om van de bijko
mende baten uit vreemdelingenbe-
zoek niet te reppen.
Voorshands gebeurt er echter niets.
Men praat. In Den Haag met enige
vaart: in Amsterdam in hetzelfde
tempo sedert 1935. mei de trek
schuit. Ondertussen breidt het Hol
land Festival zich gestadig uit. Naar
omvang. en naar decentralisatie,
want steeds meer steden doen mee.
Vandaar de spottende opmerking van
een journalist tydens de uitreiking
van bovengenoemd boekje: als dat zo
doorgaat, hebbei. we over een paar
jaar nog Festival in Kerkrade
°n EnseSe.de. in Deventer en in MaAs-
♦rleht- Wanl déér bouwt men
Sorters In het buitenland bouwl
!ipn eerst een enorm Festsmelhaus
o1 Fesfiva' Hall en begint dan te
feesten. Wij bouwen een schouwburg
als het feest is overleden.....
stak toen al ver uit boven die van de
plaatselijke kunstenaars, die het
meestal niet verder brachten dan een
grove weergave van meetkundige
figuren.
Madya is nu weer teruggekeerd
naar Kitombé. waar hij zich geheel
aan de kunst heeft gewijd en rustig
leeft temidden van zrjn gezin en zjjn
vrienden.
Gedurende de eerste periode van
zijn leven gaf Madya in zyn
wérk taferelen weer uit het da
gelijks leven, zoals opperhoofden,
dansers, worstelaars en de dieren en
planten uit het woud, die hij net zo
weergaf als hem dat op het moment
inviel, zonder een vastomlijnde com
positie. Zijn figuren waren levenloos,
hun bewegingen onhandig. Hij kende
geen perspectief en afstanden werden
weergegeven' door een aantal boven
elkaar geplaatste vlakken. Zijn teke
ningen werden echter spoedig soepe
ler, de stilering verfijnder. Zijn laat
ste werken zijn vol leven en levendig
heid en zij verraden de gedegen ken
nis van de kunstenaar op het gebied
van de anatomie en psychologie van
het aferebeelde onderwerp.
Aanvankelijk hadden zijn afbeel
dingen geen hepaalde compositie: de
figuren werden naar willekeur gear
rangeerd, boven of achter elkaar.
Maar later, toen hri had geleerd om
zijn comnositie een harmonieus, deco
ratief effect te geven, maakte Madya
gebruik van krullen om de personen
of meetkundige figuren te omgeven.
adya heeft als talentrijk artiest
een groter meesterschap in
techniek verworven en zijn
verbeeldingskracht versterkt door
kennis en inspiratie te vinden in een
andere beschaving. Hij heeft bewe
zen. dat de geweldige invloed, die van
de Europese beschaving uitgaat, niet
hoeft te resulteren in een „opdrogen"
van de inspiratie, wat talloze waar
nemers als onvermijdelijk beschou
wen.
Het zou onredelijk en irreëel zyn
om Europese gewoonten en materiële
waarden in Centraal-Afrika in te
voeren, zonder deze te combineren
met de plaatselijke scheppende en
geestelijke waarden. Dit is de diepere
betekenis van Madya's boodschap,
want z(jn werk zal een schakel blij
ven tussen het verleden en de toe
komst van de kunst in Belgisch-
Kongo.
..Gevangenen aan het werk onder
'oezieht ran een bewake*" bewijst,
daf Madna zich heeft losgemaakt van
dp. traditionele decoratieve figuren,
wetke zyn rasgenoten meestal schep
pen.