G Mevrouw Sugino, Japans coupeuse, heeft zevenduizend leerlingen nze "DzoMvenpagina VROUWEN IN ZEELAND (VUL ~öan ozcutv ZWITSAL Gezonde Babies ZATERDAG 28 JANUARI 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 PIONIERSTER DER MODE Ondanks vele vooroordelen wist zij westerse kleding populair te maken Er zijn maar weinig dingen die zo aan verandering onderhevig zijn als onze kleding. Geestelijke stromingen, levensomstandigheden, zelfs poli tieke gebeurtenissen oefenen een voortdurende invloed uit op de mode; niet alleen op de Westerse, maar ook op die van landen die niet direct tot deze sfeer gerekend kunnen worden. Zo heeft de Amerikaanse bezetting van Japan, gevolgd door de vriendschappelijke legering van Amerikaanse troepen in dat land een stroom van Japanse modieuze en kunstzinnige voortbrengselen naar de Verenigde Staten doen ontstaan. Dit heeft niet nagelaten Amerikaanse modeontwerpers te beïnvloeden, zodat de laatste Jaren steeds meer Oosterse accenten merkbaar werden in Amerika. Waar Parijs zeer gevoelig is voor de Amerikaanse markt, is nu ook daar een ware opbloei van Aziatische motieven te zien geweest. Daar tegenover staat, dat ook het westen enorme invloed heeft op lan den als Japan. Hiervan is wel een van de mooiste voorbeelden de modeschool van mevrouw Yoshiko Sugino in To kio. Dertig jaar geleden was mevrouw Sugino getuige van een verschrikke lijke aardbeving, waarbij een brand massa's houten huizen vernielde. Zij zag daarbij, hoe duizenden van haar vrouwelijke landgenoten omkwamen doordat haar prachtige kimono s vlam vatten, terwijl deze onhandige kledingstukken haar verhinderden te MEVROUW SUGINO ..zevenduizend leerlingen.., vluchten. Dit was een van de belang rijkste redenen voor mevrouw Sugi no's besluit, te trachten de kleding- gewoonten in Japan drastisch te ver anderen en op Westerse grondslag te brengen, een besluit dat overigens te verwachten viel van een vrouw die juist teruggekeerd was van een meer jarig verblijf in de Verenigde Staten, waar zij kledingfabricage bestudeer de, en die bovendien gehuwd was met een landgenoot die aan de Stanford University In Amerika zijn in genieurstitel had verworven. De Sugino School voor het Kle- dingvak werd geboren, maar het borelinkse moest groeien: met drie leerlingen en de algemene opvat ting dat het maar een vreemde Sril was, deze onderneming, zag e toekomst er niet rooskleurig uit. Doch na tien jaar was. reeds het aantal van 2000 leerlingen be reikt en nu staan jaarlijks niet minder dan 7000 leerlingen aan de Sugino School ingeschreven. Hon derden hiervan zijn intern. Het wonderlijkste is, dat deze school wel de oudste maar bij lange na niet de grootste van Japan is. Resultaten? Voor de eerste wereld oorlog droeg 10% van de Japanse be volking westerse kleding. In 1940 was dit gegroeid tot 35% terwijl nu een percentage van 70 mag worden aan genomen. Mevrouw Sugino heeft niet alleen al haar krachten nodig gehad om haar school .op te bouwen; zij moest bovendien alle vooroordelen overwin nen die golden voor de werkende ge trouwde vrouw. Haar echtgenoot, noe wel eerst weinig enthousiast, heeft zich tenslotte aan de zijde van zijn vrouw geschaard en heeft zijn loop baan als ingenieur opgegeven om de administratie van de school onder zijn beheer te nemen. Dat dit een niet geringe taak was zal men licht be grijpen: 7000 leerlingen, een enorm gebouwencomplex waaronder ver schillende woongebouwen voor de in wonende leerlingen gymnastiekzalen en een bibliotheek. Duizenden gegadigden Op de inschrrjfdag kan men gega digden in de rij zien staan, vier naast elkaar over niet minder dan een kilo meter van de weg. Normaliter worden ieder voorjaar een 2800 leerlingen in geschreven, in het najaar nog eens een duizendtal. Iedere dag ontvangt de helft van de leerlingen klassikaal onderwijs, terwijl de andere helft zich met practisch werk zoals ontwerpte- kenen en naaiwerk bezighoudt. Op deze wijze wordt een maximaal ge bruik gemaakt van de accomodate. De volledige cursus duurt drie jaar. Er zijn 24 eerste klassen en 31 klas sen voor gevorderden. Verder geeft mevrouw sugino twee speciale cur sussen voor ontwerpen en twee voor het hoedenvak. Tenslotte is er nog een hogere confectieschool voor 350 stu denten, 54 leerkrachten en 100 in structeurs zijn aan de school verbon den. Het tijdschrift van de school heeft een oplage van 200.000 stuks. Om het diploma te verkrijgen is het nodig de volledige cursus te vol- -gen en een examen af te leggen dat o.m: omvat het maken van 10 volle dige kledingstukken, w.o. een mantel pak, overall, kinderkleding. Waar zoveel leerlingen van deze en dergeljjke scholen jaarlijks hun diploma ontvangen zou men zich kunnen afvragen of Japan niet met kledingproducenten wordt be volkt. Wat zijn de toekomstmoge lijkheden voor de oud-leerlingen? Voor de verre toekomst valt er weinig van te zeggen, maar voor het moment zyn zjj zeer rooskleu rig. In de eerste plaats heeft Ja pan een enorme bevolking die om goede kleding vraagt. Veel waren huizen hebben Suginomensen in dienst als ontwerpers en afdelings hoofden. Mevrouw Sugino, bezig met les geven De leerlingen dragen allemaal moderne westerse kleding. Andere oud-leerlingen hebben zelf scholen geopend in de provincies. Een ander aspect van deze enorm grote toevloed van kledingwerkers is ae invloed die zij hebben gehad op de Japanse textielindustrie. De wolindu strie toont hiervan de duidelijke te-, kenen. Toen de school in 1925 ont stond was er slechts een uiterst ma gere wolproduktie in dit land. Maar vandaag de dag is deze sterk toege nomen. Daarnaast zijn ook de wol-im porten uitgebreid, omdat de produktie van wollen stoffen enorm is gestegen, tengevolge van 't westers worden van de kleding. De Sugino School alleen al verbruikt bijna 100 kilometer wol len stoffen per jaar! Overheidssteun heeft het de Japan se fabrikanten mogelijk gemaakt thans hun wollen stoffen aan te bie den op de wereldmarkt, tegen prijzen die zo laag zijn, dat zij een gevaar vormen voor de produkten in vele an dere landen. Hoogwaardige Japanse wollen kleding bijvoorbeeld wordt in New York op de Fifth Avenue, het luxueuze winkelcentrum, verkocht te gen prijzen die 20% liggen onder die van de overeenkomstige Britse pro dukten. Mocht een definitieve invloed van Japan op de wollen kleding-markt een feit worden, dan zou dit in met ge ringe mate een gevolg zijn van de on dernemingsgeest van mevrouw Sugi no, Japans modevrouw no. 1. Karnemelkook f8 winters. In de zomer is karnemelk 'n heer lijk frisse drank, maar ook In de winter zijn er talloze smakelijke gerechten van te maken, zoals het volgende nagerecht: Karnemelkse pap met rozijnen. 1 ys liter karnemelk, 50 gr. rozij nen, 80 gr. maïzena, stroop. Meng de maïzena aan met wat karnemelk en voeg langzaam aan alle karne melk toe. Breng dit aan de kook on der voortdurend roeren, was de ro- zijrien, laat ze uitlekken en strooi ze in de karnemelk, laat alles tezamen 6 minuten koken, steeds roerende. Geef de pap warm met stroop of bruine basterd suiker. Het volgende weekmenu ls speciaal voor koude Januaridagen samengesteld: Zondag: groentensoep; varkensvlees, prlncessebonen (blik of diepvries), aard appelen: broodschotel met gember. Maan dag: kop soep; varkensvlees, bleten, aard appelen. Dinsdag: koolschotel met purée en kaas; fruit. Woensdag: gehakt, sprui ten, aardappelen: karnemelksepap met ro zijnen. Donderdag: gehakt, winterpeen, aardappelen; appelmoes met vanlllevla. Vrijdag: gebakken vis, sla van lof of veld sla met geraspte knolselderij, gebakken aardappelen; griesmeelvla. (Capucijners weken). Zaterdag: capucijners, spek, ge bakken uien; fruit. |IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM In de rubriek „Vrouwen In Zeeland" wil onze redactrice §i U deze week een beeld trach. ten te geven van het dagelijks leven van een hoteliersvrouw. Zij had daartoe een gesprek M met mevrouw H. M. Stan- daertVan Woerkom, echtge- note van de eigenaar van Grand-Hotel „Rotterdam" In Terneuzen. Bij het Franse modehuis Jean Pa- tou verstaat men niet aTleen de kunst van het kleding scheppen, men durft er ook te experimenteren. Deze bontmantel is er een voorbeeld van: Patou verwerkte het zeldzame gevlekte pantervel tot een uitge sproken sportieve jas met een dub bele rif knopen. Kraagrevers en manchetten zijn van beevrbont. Een klein ceintuurtje in de rug versterkt het sportieve element nog. (Van onze redactrice) Het hotelbedrijf is, meer dan enig ander bedrijf, 'n wereldje-op-zichzelf, zoals men dat pleegt te noe men. Een wereld, waarin bui tenstaanders zich moeilijk kunnen verplaatsen; een we reld ook, waarover diezelfde buitenstaanders vaak de meest uiteenlopends oordelen vellen. Degene, die aTleen de buiten kant er van, kent, spreekt met enige afgunst over de voorde len van een belangrijke positie in dit geval de positie van hoteliersvrouw in het hotel- bedrijf: werken in een comfor tabele omgeving, dagelijks ont moetingen met steeds weer an dere mensen, eigen baas zyn... Daarentegen is degene die uit eigen aanschouwing weet, wat er allemaal omgaat achter de schermen van een dergelijk be drijf, al spoedig geneigd om het hotelleven als „een slaven leven" te bestempelen. Dat de waarheid ook hier in het midden ligt kan men ont dekken tijdens een gesprek met een vrouw, die een erva ring van tientallen jaren in het hotelbedrijf heeft: me vrouw E. H. M. Standaert Van Woerkom, echtgenote van de heer P. F. Standaert, eige naar van Grand-Hotel „Rot terdam" te Terneuzen. Zij heeft een groot gedeelte meegemaakt van de groei van dit bijna negentig jaar oude hotelbedrijf, dat van vader-op-zoon in handen van de Zeeuws-Vlaamse familie Standaert is gebleven en menselijkerwijs gesproken ook zal blijven, althans in de naaste toekomst. Haar ma nier van optreden verraadt on middellijk haar jarenlange er varing in het hotelbedrijf; zij ontvangt de bezoekster harte lijk en gastvrij, weet levendig te converseren en schroomt niet, persoonlijke accenten deze conversatie te leggen maar tegelijkertijd is er in haar ogen achter de randloze brille- glazen een waakzaamheid wel ke bewijst, dat zij ook zaken vrouw kan zijn, en in de om gang met mensen en personeel de kunst van het geven én ne men verstaat. Een kunst die haar vermoedelijk is aangebo ren, en tot het perfectioneren waarvan zij in het hotelbedrijf ruimschoots de gelegenheid heeft gehad! Reeds voor haar huwelijk dreef ze, tezamen met een broer, een hotelbedrijf in haar geboorteprovincie, Bra bant. In 1921, na haar huwe lijk met de heer Standaert, kwam zij naar Terneuzen en eerlijk gezegd twijfelde ze er in de eerste jaren wel eens aan, of ze ooit zou wennen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Maar haar taak in het gestadig groeiende Grand-Hotel „Rot terdam" boeide haar dusdanig, dat het heimwee naar Brabant op den duur het veld moest ruimen. £en „slavenleven" wil me vrouw Standaert haar taak beslist niet noemen! Daar voor ligt haar dit werk te na aan het hart. Maar wel geeft se onmiddellijk toe, dat het hotelleven mooier lijkt dan het is. Het is een leven van des ochtends vroeg opstaan en des tféspzek mét één hctéUéZSüZbHW avonds laat eindigen, het ge hele jaar door, en wanneer men, zoals de familie Stand aert, er bovendien nog een ïrietal theaterbedrijven bij heeft twee in Terneuzen, alsmede het nieuwe, binnenkort te ope nen Ledelteater in Oostburg worchm de woorden „vakantie" en „vrije tijd" tot bijna ab stracte begrippen. ,fNaast de dagelijkse taak contröle van kamers en linnenkamer, ont vangst der logeergasten zyn er voor de hoteliersvrouw non zoveel andere dingen wel ke drukte aanbrengen. Diners, congressen, bruiloften: het be tekent een enorine hoeveelheid werk en controle, vooral wan neer met extra personeel moet worden gewerkt. Maar de vol doening, wanneer alles op rol letjes loopt en er na afloop een welgemeend compliment wordt gemaakt, vergoedt het alle maal ruimschoots!" Houdt de vrouw van een hotelhouder nog wél eens tijd over voor haar lief hebberyen f „Weinig" zegt me vrouw Standaert, „maar ik voél het niet als een gemis, omdat ik maar twee hobbies heb: mijn kleinkinderen en. mijn werk in het totel!" Over dat werk vertelt ze met bijzon dere voorliefde; hoe het in het verleden was „in 192S kre gen we hier stromend water op dïïe kamera, dat was toen een unicum!" en hoe het bedrijf van toen is uitgegroeid tot het huidigenog steeds sterk uit breidende Grand-Hotel „Rot terdam". Wie mevrouw Stand aert hoort praten over deze onderwerpen, verwondert zich niet over het feit, dat drie van haar vier kinderen haar am bitie voor het hotelvak geërfd hebben! S'lechts één probleem ver duistert het enthousiasme van deze hoteliersvrouw: het personeelsprobleem. Goed geschoold personeel is moeilijk te krijgen; personeel dat blijft, als het ware met de zaak mee groeit. en de verantwoordelijk heid deelt, vindt men praktisch niet meer. Zéker niet in dit deel van Zeeuwsch-Vlaanderen waar de fabrieken en 's zomers de landarbeid zoveel werk krachten opslokken. Over personeel gesproken: mevrouw Standaert heeft maar één wens. Wanneer haar man en zij zich mettertijd geheel uit de zaak zullen terugtrekken, wil zij graag gaan wonen in een kleine bungalow, zodat ze voor het eerst sinds haar hu welijk geen personeel meer no dig zal hebben. Maar ze vreest zelf (met een lachend gezicht) dat. het wel bij een illusie zal blijven C tOt OZOMfV De onvolprezen uitverkoop ia weer bijna voorbij met oli fanten van advertenties en me ters opgewonden papier dwars over de winkelruiten, die de stad het drif tig aanzien van een politieke cam pagne geven. Er zit iets feestelijks in deze royale mentaliteit van: voor uit, pak mee, wy moeten van 't spui af, wie biedt er geld voor? En voor wie de vijf zinnen een beetje bij elkaar houdt en zich niet van een eenmaal opgemaakt budget laat aflokken ls er in deze lawine van koopjes heus wel iets voorde ligs in de wacht te slepen. Maar dat eist dan ook een behoor lijke voorbereiding en een stevige dosis zelfbeheersing. Want die hele hupse uitverkoop wordt een enorme muizenval voor de wankelmoedige huisvrouw wier oog groter is dan haar beurs, of die zonder voorzich tige voorbereiding in de vorm van een papiertje met vereiste maten zich waagt in deze lawine zonder te letten op de nadrukkelijke waar schuwing: Goederen in de uitver koop worden niet geruild. Wilt U zo'n klein drama in zak formaat, geen gegeven voor een spotprent, maar eerder een hoofd stuk uit een bescheiden levensro man vol zorgen? Het was een kordate, practische huismoeder die mij dit als ooggetuige uitvoerig vertelde, met de bedoeling dat Saskia daar nu eens iets publiekelijk van zeg gen moest. Want het geval was toch zo buitengewoon sneu Waar het op neer kwam? Dat zij een vrouw verslagen een winkel had zien uitgaan met een strop van zeker vijf a zes gulden, welk bedrag, dat was haar aan te zien, voor haar niet minder dan 'n ramp betekende. En zij had 't maar te nemen, want er was van ruilen Interessante textiel-nouveautés In Amsterdam houden de Neder landse textielgrossiers momenteel hun jaarlijkse beurs, ditmaal onder de naam „Hallo .textiel". Deze beurs is ook voor het publiek be langrijk, omdat de hier getoonde ar tikelen reeds over enkele weken in de winkels kunnen liggen. Er zijn op deze beurs heel wat dingen te zien, die waard zijn onder de aan dacht gebracht te worden. Men ziet er goede katoenen en wollen gordijnen, alsmede plastics voor stoelbekledingen en gordijnen, allemaal met uitstekende moderne dessins van Nederlandse ontwer pers. Op het gebied van ruitstoffen ls er een enorme verscheidenheid, van de helderste kleuren tot de diepste tinten. De tailleur- en tweed- stoffen zijn niet zelden doorweven met de bekende Lurex metaalga rens, die steeds meer worden toege- fiast. Ergens is een zeer aantrekke- ijke streepstof te zien, gemaakt uit continu nylongaren en Dolan, een Duitse kunststof. Deze stof voelt aangenaam aan en kan vrijwel niet kreuken. Ook is er een aantrekkelijk ny lonweefsel, dat door een bepaalde „finish" waterafstotend is ge maakt. Het is bestemd voor zeer lichte regenmantels, die er fleu rig en aantrekkelijk uitzien, en niet scheuren. Er zijn weer prachtige modieuze katoenstoffen, sommige met satijn- strepen of damesfiguurtjes. Ook aan de zomer wordt reeds gedacht, dat bewijzen de aantrekkelijke bad pakken van katoen, lastex-nylon en mousse-nylon. Heel modern zijn ook de stoffen met Oosterse dessins, sommige in gouddruk. Bijzondere aandacht verdient een uitgebreide collectie Amerikaanse lingerie waarin van alles te vinden is, van onderjurken in alle kleuren en weefsels, tot practische baby broekjes toe. Een stand die een pa radijs is voor elke rechtgeaarde vrouw De detaillisten krijgen op deze beurs alle gelegenheid, tientallen in teressante nouveauté's in te slaan! geen sprake. Het leek een alleen staande vrouw te zijn, die van een klein pensioen moest zien rond te komen, en de uitverkoop afwacht te om zich, héél met mate, iets nieuws aan te schaffen. Nu had zij in de bak vol lingerie op de toon bank iets gevonden dat haar wel leek: laten wij zeggen drie nieuwe camisooltjes. Maar omdat zij de maat niet ver trouwde het spul leek haar be trekkelijk aan de krappe kant zocht zij steun bij de winkeljuf frouw. Zou dit haar maat wel zijn? Het meisje achter de toonbank ver zekerde haar, dat zij daar gerust op aankon. Dit paste haar beslist, en zij had er een koopje aan. Maar bij thuiskomst bleek het Koopje haar helemaal niet te pas sen, en nu kwam zij verslagen te rug bij die optimistische jongeda me: Juffrouw, U hebt mij helemaal verkeerd geraden, ik moet mins tens een maat groter hebben. Spijt mij wel, mevrouw, maar dit is uit verkoop-goed, dat kunnen we niet ruilen... „Dat is toch onverantwoordelijk van zo'n meiske: een klant ver trouwt op haar warenkennis en komt dan zo bekocht uit Daar moest toch iets aan gedaan wor den", zei mijn zegsvrouw. Wat dan? vroeg ik, en dat heus niet bij gebrek aan belangstelling of medeleven. Want ach, het kleine drama is zo vaak veel wreder dan het grote. Het drama treft immers juist altijd de meest weerloze. Mijn zegsvrouw zag dat: Wèt dan? echter uiterst eenvoudig. Zij wilde protesteren, desnoods zich be klagen bij de eigenaar van de zaak, desnoods zulke incidenten wereld kundig maken... En dan? vroeg ik verder, en ik vrees dat het wel erg irriterend nuchter klonk. Maar wezenlijk, zulke gevalletjes liggen niet zo een voudig als zij lijken. Weten wij, om te beginnen, wel zo zeker dat alles zich zo en niet anders heeft toegedra gen? .vormeel hebben wij geen recht van spreken, tegen niemand, omdat het ons persoonlijk niet betreft en wij het tenslotte van horen zeggen hebben. Maar zelfs al was het hele verhaal van a. tot z. waarheidsge trouw, dan had weliswaar de win keljuffrouw een verkeerd advies ge- feven maar de verantwoordelijk- eid voor de koop blijft enkel en al leen berusten bij de koopster zelf. Die had geen geld mogen neertel len voor iets, waarvan zij in elk ge. val zeker wist dat zij het niet zou mogen ruilen. Het is een heel schrale troost voor alle lotgenoten van deze al te goedgelovige gedupeerde, maar mis schien dat het veel narigheid in de toekomst kan voorkomen: Laat zo iets U geen tweede keer gebeuren. Vertrouw in al dergelijke gevallen die uw beurs gevoelig raken uitein delijk en alleen op Uzelf. Ga nooit een koop aan die U twijfelachtig voorkomt; neem dan om te begin nen een oud exemplaar ter verge lijking mee, of noteer in elk geval de maten. En vooral: Loop Jiwer de winkel uit met het geld nog onbestccd in uw zak, dan met een dubieuze aan koop die thuis alleen maar 'n scha depost zal blijken! SASKIA (Advertentie). Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 9