IM Rapport over loonpolitiek ook voor S.E.R. van grote betekenis Twee boeiende steden in het noorden van Griekenland GRIEKEN HOUDEN VAN HET LEVEN (VI) ZUIDAFRIKAANSE REGERING HEEFT GIGANTISCHE PLANNEN "ST JSiSSSFl eveneer 12 P ROV IN CI ALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 7 JANUARI 1950 In de sfeer van de Balkan Joannina en Saloniki De beste wegen die men kan kiezen om een vreemd land goed te leren kennen zijn omwegen. Om die reden versmaadden wij de directe treinverbinding van-Athene naar Saloniki en kozen wij als vervoer middel een autobus, die ons om te beginnen t« een grote boog langs de westkust van Noord-Griekenland leidde. Aan de avond van een lange dag rijden we in één van de boeiendste Griekse steden.' Joannina. De helft van de tocht er heen was als het ware reeds een voorbereiding op de andere sfeer, die ons hier te wachten stondde sfeer van de Balkan. Reeds in Arta, en stadje van ongeveer 15000 inwoners, een paar uur rijden van aan een tak eucaZtyptus of olijf, kleurige stoffen waren overal uitgestald tig ingericht, schoenen in vele kleuren hingen aan pilaren als de bladeren Joannina verwijderd viel die andere sfeer op: de winkels waren bazarach- en ook de huizen op het platteland vertoonden een zekere ongegeneerd heid, die typisch is voor de balkan. De daken zijn met rafelig stro be dekt en krijgen zo het karakter van hutten, de bedden stonden er in de open lucht: vier palen waartussen een houten platform was aange bracht. Daarop lag het beddegoed en een hemel, bestaande uit een ver- rafeld strooien dak, beschermt de slapenden tegen zonnebrand en nachtelijke kou. In Joannina met zijn ruim dertigduizend inwoners, de hoofdstad van de landstreek Epirus, kregen deze indrukken echter eerst degelijk hun beslag. Vooral ook om dat we geluk hadden, want de eerste de beste ochtend dat we in Joannina de straat opgingen, bleek er een soort van jaarmarkt begonnen, die 'n groot deel van de bevolking der naburige bergdorpen met hun koop- woren naar de stad had gelokt. In de straten krioelde het van mannen in half Albaneese klederdrachten, met een soort van fez en een wit vilten broek, vrouwen die opvielen door hun prachtige vuurrode blouses, daar tussendoor zigeunervrouwen in lange witte gewaden, met gouden munten in de oren, soms hun kinde ren op de arm. Opvallend groot was het aantal handelaren in kippen. De poten aan elkaar gebonden, hingen de dieren in levende trossen aan hun lijf. Midden op de straat in het ge drang werden ze door belangstellen de kopers van de tros afgehaakt, be voeld en beknepen tot dat de koop gesloten werd of niet. De stroom van mensen leidde als vanzelf naar een plein tussen oude huizen waar de eigenlijke markt gehouden werd. Een bonte wemeling van kleurige vruchten, citroenen, paprika's, vij gen, druiven, maiskolven, meloenen en daar tussendoor bedrijvige men. sen. Zelfs een paar Pappa's (Grieks- katholieke geestelijken) deden hier eveneens hun inkopen, niet zonder de waren eerst aan een nauwkeurig en vakkundig onderzoek te onder werpen. s De journalist en letterkundi- H ge Willem Enzinck vervolgt H met deze serie zijn reportages uit Griekenland. De vorige ar- H tikelen verschenen resp. op 6, 13, 14 october en 10 en 23 no- vember in onze krant. Illlllllllllllllllllllllllll kee vindt men allerlei voorwerpen die aan de vrijheidsstrijd herinne ren, degens, zwaarden en uitrus tingsstukken van generaals en volkshelden die er een belanrijke rol in speelden en toch behoren zij niet tot net interessantste gedeelte van de museuminventaris. Dat laatste moet men zoeken in een paar vitri nes, die aan Dodona gewijd zijn. ORAKEL Dodona is een oord, op ongeveer vijftig klometer afstand van Joannina gelegen. Na Delphi was het in de Oudheid het oudste en beroemdste orakel van de Grieken, gewijd aan de oppergod Zeus, waar priesters de toekomst voorspelden uit het ruisen van een heilige eik, en het gemurmel van een bron aan zijn voet. In Dodona zelf is er van dit all§s niets meer te vinden, er zijn alleen een paai- ruïnes van het thea ter en de muren van de Akropolis, doch in het museum van Joannina bewaard men enige vondsten uit die heilige aarde, die beslist enig zijn in hun soort. Het zijn een aantal kleine koperen plaatjes, waarop duizenden jaren geleden een paar mensen een vraag stelden aan het orakel. Met enige moeite kan men ze goed ont cijferen: Moet Onassinos een vrouw nemen? luidt een vraag. Een ande re: Aschilmos vraagt aan Jupiter of hij in de richting van de Adriatische Zee naar Italië kan varen. Merk waardigerwijze staat op dit plaatje ook het antwoord van het orakel ge grift. Het luidt: niet varen. Tenslot te. Wie van ons beiden kwam in re latie met de vrouw en deed haar kinderen geboren worden? Welk 'n ontroering gaat er uit van die drie koperen plaatjes, uit de zesde eeuw voor Christus. Gebogen over hun in schriften ziet men plotseling hoe door alle eeuwen heen de vragen van de mens aan de Godheid dezelfde zijn gebleven. Het menselijk hart, de menselijke problemen, ze zijn I eeuwig eender. WILLEM ENZINCK EDELSMEEDWERK Het produkt waardoor Joannina een gtote naam heeft, vindt men echter niet op de markt, maar in de vele kleine, donkere win keltjes, die er als het ware door worden verlicht. Het edelsmeedwerk van Joannina is een kunst van rag fijn filigrain, dat in sommige fraaie armbanden en broches doet denken aan Brugse kant in zilver. Aan ieder werkstuk merkt men dat deze een voudige zilversmeden hun krachten niet te boven gaan, ze houden zich aan eenvoudige rozetvormige motie ven, maar weten met liefde en met vakkundigheid kleinodiën te ver vaardigen, die hetuiterlijk van de vrouw werkelijk en waardig sieren. Het stedelijk museum is één van de interessantste bezienswaardighe den van de hoofdstad van Epirus. In de eerste plaats al door het uiter lijk van het gebouw, want het is 'n majestueuze Turkse minaret, op en kele vervallen stukken van een ring muur na, nog geheel intact. Joannina bezit drie van zulke mi naretten. De herinnering aan de tijd van de Turkse overheersing is er in het algemeen nog zeer levendig, wat te begrijpen is ais men weet, dat de stad eerst in 191.3 na een lange be- j legering door de Grieken van het Turkse juk werd bevrijd. Die mos kee Asian Aga is trouwens omspon nen door de tragedie van enige scho ne vrouwen, die door de wrede Turk se sultan Ali Paeha ter dood veroor deeld waren en die door het volks lied en vooral door de dichter Valao- ritis worden bezongen als de eerste martelaressen voor de Griekse vrij heid. In het intieme museum in de mos- APARTHEID IN PRAKTIJK Bantoe- gemeenten worden uit de grond gestampt In het memorandum, dat India onlangs aan de politieke commissie van de Verenigde Naties heeft overhandigd, heeft dit land opnieuw en met kracht de radicale politiek van de Zuidafrikaanse regering aange vallen. Dit offensief richtte nog eens de ogen van de wereld op de moei lijkheden, die het blanke ras in Zuld-Afrika heeft om zich als Europese minderheid te handhaven in een land met elf miljoen niet-Europeanen. De nationalistische leiders zijn er zich wel van bewust dat slechts een po litiek van „apartheid" hen in staat zal stellen deze krachttoer te verrich ten en daarom hebben z\\ een plan op lange termyn ongesteld, dat een sociale omwenteling teweeg moet brengen in het land van Van Riebeeck. Joannina: Turkse moskee. Duizenden negers zijn in de afgelo pen jaren naar de steden getrokken om in industrie of mijnen te gaan werken. Zij leven daar in grote ge meenschappen, zogenaamde „loka- sies", bij elkaar en hebben ieder contact met hun stam verloren. Dit is volgens de Zuidafrikaanse rege ring de oorzaak on hun verval. Doordat de negers uit het stamver band zijn losgeraakt hebben zij alle morele waarden verloren. In de kraal kenden zij hun rechtspraak. Er was een opperhoofd, dat gehoorzaamd moest worden en eikaars bezit werd gerespecteerd. Zo gauw de Bantoe's echter in een voor hen vreemde en vijandige wereld komen, missen zij hun cultuur en het gevolg daarvan is, dat zij alle remmen verliezen en tot criminaliteit neigen. Het Zuidafrikaanse ministerie voor inheemse zaken wil nu de Bantoe cultuur ontwikkelen door in speci fieke Bantoe-streken gehele steden te bouwen, die door de negers moe ten worden bevolkt. Om van deze steden volwaardige gemeenschappen te maken moeten zij de beschikking hebben over een miljoen rechters, artsen, zakenlieden en ambtenaren van hun eigen ras. Door deze concentraties van Ban toe's zal er op het platteland meer ruimte komen voor beu, die niet naar de nieuwe steden trekken en dat is dringend noodzakelijk, want de toenemende bevolking slaagt er op het ogenblik niet in om zijn le vensonderhoud te halen uit de land bouw, een van de redenen, dat de negers in de steden der blanken gaan werken. De regering stelt zich bovendien voor de inlandse landbouw te moderniseren. Dit gigantische project van de regering schept belangrijke finan ciële moeilijkheden, die niet door de inlanders kunnen worden op gelost omdat dezen slechts een bescheiden Inkomen hebben. De volle last zal daarom neerkomen op de schouders van de blanken, die zich enorme opofferingen zullen moeten getroosten. MEER IMMIGRATIE. In een verder gevorderd stadium, als de nieuwe Bantoe-steden in hun eigen behoeften moeten voorzien, zal er een plaatselijke Industrie wor den geschapen. Om de talloze open plaatsen in handel en industrie te l)an en oócz Langzaam maar zeker groeit alom in West-Duitsland het nieuwe leger. Op de bovenste foto uit Andernach ziet men een groep Westduitse solda ten in gloednieuwe uniformen een nieuwe Duitse jeep bewonderen. Foto onder: leden van een groep van £7 officieren van de nieuwe strijd krachten wuiven naar hun familiele den op het vliegveld van Düsseldorf alvorens zich aan boord te begeven van een Superconnie van de Duitse Lufthansa, waarmede zij naar New York zullen vliegen. vullen zal het de eerste taak van de regering worden om duizenden ne gers een technische vakopleiding t: geven. Dit project bergt echter een groot gevaar voor de economie van Zuid-Afrika. Immers door de grotere mogelijkheden, die lien in de Bantoe steden worden geboden, zullen vele zwarte arbeidskrachten de steden van de blanken verlaten. Hoewel dit de eigenljjke bedoeling van de „apartheid" zal het toch een ernstige crisis veroorzaken, tenzij de regering er in slaagt door middel van een geleide immigratiepolitiek voldoende buitenlandse krachten aan te trekken om de vele Qpen plaatsen te vullen. Hoe het ook zij, het Zuidafrikaan se volk heeft een enorme taak op zich genomen, waarvan de verwer kelijking vele jaren zal vergen. Zoon verweerde zich tegen dronken vader Met noodlottig gevolg Toen donderdag laat te Rotterdam de 40-jarige opkoper te water J. J. van der S., dronken thuiskwam en zjjn 17-jarige zoon en naamgenoot te Ij|f ging, heeft laatstgenoemde hem met een metalen stofzutgerbuis zo hard op het hoofd geslagen, dat hjj aan de gevolgen overleed. Bij thuiskomst in zyn woning op de tweede verdieping in de Dordtselaan vond Van der S. sr. zyn 17-jarige zoon die te bed lag, alleen thuis. De opko per raakte hierover blijkbaar zo ont stemd, dat hij zijn zoon bij de keel pakte, .uit bed sleurde en met een Eook en een tafeltje afroste. De zoon eeft, naar hij later heeft verklaard, een stofzuigerbuis gepakt om zich te verweren en daarmee zijn vader op het hoofd geslagen, met het noodlot tige gevolg. De benedenburen die het tumult hoorden waarschuwden de po litie, zodat korte tijd later de jongen, die lichtmatroos is, gearresteerd werd, Hij was gewond aan gezicht, hals en armen. PROF. DE VRIES IN NIEUWJAARSREDE: Taak van de raad staat nog geenszins vast In do eerste openbare vergadering in Den Haag van dc sociaal-econo mische raad in het nieuwe jaar, heeft de voorzitter, prof. dr. mr. F. de Vries, vrydag een rede gehouden, waarin hij een beeld gaf van de werk zaamheden, die in het vorig jaar werden verricht en die welke de raad in dit jaar te wachten staan. Samenvattend kan worden gezegd, dat hetgeen tot dusver werd be reikt niet onbelangrijk mag worden genoemd en tot verontrusting geen aanleiding geeft. Het zou in strijd met het wezen van de P. B. O. zijn thans tot dwingende maatregelen over te gaan. Steeds opnieuw blijkt het nodig de beginselen, die aan de wet ten grondslag liggen, te propa geren, hetgeen allereerst de taak aer privaatrechtelyke organisatie is. Zonder met het principe van de vrijwilligheid in strijd te geraken, bestaat er in vele gevallen ook voor de raad aanleiding de totstandkoming van schappen te stimuleren. Neemt men alle bedryfslichamen, waaromtrent de raad een guhstig advies heeft uitgebracht (ook al is het instellingsbesluit nog niet afge kondigd) tezamen en voegt men daaraan toe het produktscnap. dat op initiatief van de regeling by de staten-generaal aanhangig is, dan komt men bij de afsluiting van het vorig jaar tot een totaal van 44. In totaal omvat een en ander 540.000 ondernemingen met 1.739.000 daarin werkzame personen, waaron der 660.000 arbeiders in dienstbe trekking. Dit betekent, dat van het totale aantal in het bedrijfsleven werkzame personen rond 43 arbei den in ondernemingen, waarvoor een produkt- of bedrijfschap reeds is, of spoedig zal worden ingesteld. Spoedig zal meer dan 40 van het bedrijfsleven onder dé werkings sfeer van de wet op de bedrijfsor- f'anisatie zijn gebracht. Zou men in etzelfde tempo verder kunnen gaan, dan zou er geen enkele reden tot ontevredenheid zijn. Op het ogenblik is dat echter niet te venvachten. In totaal werden uitgebracht zes tien adviezen, waarvan Vijf door de plenaire raad, tien door de sociale commlBsie en een dóór de commissie premie verplichte ziekenfondsverze kering. In verband met hun belangrijkheid vermeldde professor De Vries slechts een tweetal met name. Het ene be treft een nieuwe prljswetgeving. welk advies echter tot dusver nog hiet voor publikatie werd bijgege ven, zodat daarover geen opmerkin gen kunnen worden gemaakt. Het tweede handelt over het door de stichting van den arbeid uitgebrachte rapport inzake de toekomstige loonpolitiek. Dit laat ste kan ook voor de werkzaam heden van de raad zelf van ver strekkende betekenis worden. Op het sociaal-economisch beleid van de regering heeft het advies reeds in zoverre invloed gehad, dat het heeft geleid tot een besluit om meer differentiatie in de loon regeling toe te staan. Over de wijze, waarop het loonbeleid zal worden gevoerd en over de orga nen, die daarmede zullen worden belast, waren de meningen in de raad verdeeld. Deze onderwerpen zullen in de komende maanden nog veel over leg vragen. Noch in het rapport van de stichting noch in het ad vies van de raad is de nadere Uitwerking ervan reeds aan de orde gekomen. Het staat nog geenszins vast, welke taak de raad in het toekomstige stelsel zal worden toegekend. In de wet op de bedrijfsorganisa tie is een regelend optreden van de raad ten aanzien van de lonen niet voorzien. Mocht op de een of ande re wijze daartoe worden besloten, dan zal wetswijziging derhalve no dig zyn. Waarschijnlyk zal dat ook reeds het geva) Zijn, wanneer aan de raad alleen het geven van richt lijnen zal Worden overgelaten, ter- wyi daarnaast een loonraad zal op treden. waaraan dan een eigen wet telijke basis zal moeten worden gé- geven. Het waagstuk van het stelsel van de loonvorming is derhalve met het Uitbrengen van dit advies allerminst definitief van de agenda van de i raad afgevoerd. 1 „A.B.C." en „Ooievaar' met .interessante uitgaven A.B.C."-boeken (uitgave N.V. de Arbeiderspers te Amsterdam) zyn voor boekenvrienden oude#^enden, het is een van de véle reeksen goed kope uitgaven, die wy tegenwoordig kennen en men kan er altijd van verzekerd zijn, dat de gr in dergelijke reeksen plegen te ver schijnen, van prima gehalte zijn. In de A.B.C.-serie kwamen weer drie nieu we werkjes uit, die stuk voor de aan dacht ten volle verdienen, namelijk verklikker" van de Ierse auteur Liam O'Flaherty, „De bewaarschool van de Fransman Léon Frapie en Pit-tah de graze wolf van Jacit London De Verklikker" verscheen al in 1925 werd naderhand -verfilmd, èn boeit nog altijd. Het ia het ver- pSüSf da «lijver filmd is het bekende verhaal over een kleuterschool in een volkswijk van Parys, met als hoofdfiguur een academisch gevormde vrouw, die om den brode oen baantje als weikmeid moet accepteren. Léon Frapié kt eeg destijds voor deze voortrefxelyke ro man de Prix Goncourt. Jack London schreef met „Pit-tah, de grijze wolf" de levensgeschiede nis vin een wolf met hondenbloed een vaak ontroerend, met liefde en begrip geschreven verhaal, waann Pit-tah de levenswet voor dieren leert, die luidt: „Eet of wordt ge- uitgeverij Daamen N.V., Den Haal en „De Sikkel", Antwerpen, deden 'n „Ooievaar-reeks" bet licht zien, waarin een drietal bloemlezin gen uitkwam, stuk voor stuk origi neel en aantrekkelijk samengesteld. Garmt Stuiveling verzamelde onder de titel „Barbertje moet hangen een aantal verhalen, parabellen en aforismen van Multatuli, waarin het kan het anders? hoogst ple zierig grasduinen is. Onder de agres sieve titel „Voor de bijl" brachtA. Maria-polemische uitingen in poezie en proza bijeen, uit twee eeuwen Nederlandse literatuur. Kostelijke staaltjes opstandigheid, zoals die be leden werden door figuren mt de Nederlandse letteren variërend van Willem Bilderdyk tot J. B. Chailes en van Multatuli tot ds. Okke Ja ger! Een waardevol werkje. Onder de opgewekte titel „Music- haU" brengt Gerrit Borgers een hij het noemt „programma vol charlestons, grotesken, polonaises en dressuurnummers van Paul van Ostaijen". Een bijzonder ondeihou- dend programma! Paul van Ostaijen, de in Antwerpen geboren dichter, jongleert in proza en poezie met de fieïerlandse tale, springt af opi alle mogelijke en ook onmogelgko onder werpen, is een scherp opmerker en een vaardig, zeer intelligent schry- ver, wiens geesteskinderen, zoals ze hier bijeengebracht worden, uiterst aantrekkelyk zyn. Hoogtij in humor Het hoogtij in de humor van de vaderlandse letteren duurt nu al ge ruime tijd en men kijkt er nauwe lijks meer van op, wanneer er weer een al dan niet in plastic gebonden boekje van een „beroepsgrapjas Verschijnt. Er zijn zo langzamerhand gerenommeerde namen op dit gebiea, waarbij die van. Simon Carmiggelt en Godfried Bomans wel een erg vertrouwde klank hebben gekregen. Wel, Godfried Bomans vulde de voorraad vaderlandse humor weer eens aan met een bundel „Nieuwe Buitelingen", een aantal schetsen in de kostelijk ironische trant, die hem zo voortreffelijk ligt en waarin hy op sublieme wijze de kunst van de kolder beoefent. Hy gaf zijn nieuwe boekje een serie ondertitels mee, die aangeven, waar zijn uitgangs punt lag, zoals „Psychologische ver kenningen", „Biografie'„Couleur locale" en „Literatuur en kunst" en enkele maal treft ge ook een serieuze Bomans, die dan zoals in de biografiën een vaak verrassend nieuwe en gedurfde visie op bestaande theoriën ten beste geeft. Vooral echter in zijn satyren blijft Godfried Bomam. een meester op eenzame hoogte, die veel, zeer veel te genieten geeft. De „Nieuwe Buitelingen', werden uitgegeven bij Elsevier, Amsterdam-Brussel. „Het Spectrum", Utrecht—Brussel, ver zorgde in de Prismareeks de tiende druk van Bomans' „Pieter Bas met kostelijke illustraties van Harry Pre- neAnnie M. G. Schmidt deed bij N. Em. Querido te Amsterdam een aantal schetsen uit „Het Parool bundelen, onder de titel „In Holland staat mijn huis." Vaardig en vaak uiterst geestig verhaalde belevems- jes uit het dagelijkse leven, neerge schreven op een schijnbaar simpele maar in wezen o, zo veel talent vragende manier. De humor van Annie Schmidt is mild en zeer men selijk en van een ontwapende op rechtheid. 5 i Minder mild, vaak zelfs een beet je cynisch, is Martie Verdenius, die via Elsevier in plastic uitroept: „Be gin er niet aan." Ook alweer een serie schetsjes, ten dele reeds ver schenen in Ëlseviers Weekblad, uit het leven van alledag, opgetekend mét ontegenzeggelijk veel gevoel voor huïnor en tot leven gebracht dank zij een vlotte pen. Een enkele maal echter zingt in Martie Verdenius verhaaltjes een bitter ondertoontje meë, maar over het algemeen weet ook deze dienaresse van de humor in onze letteren haar Jezers wel een glimlach te ontlokken. Soms zelfs een schaterlach. Tuinbouwgids 1956. De uitgave 1956 van de Tuin bouwgids is verschenen. Wat direct opvalt, is hét iets grotere formaat en de frisse omslag van dit practi- sche naslagwerk. Behalve een schat van statistische en andere gegevens over de tuin bouw in al zijn onderdelen, bevat de gids 1956 weer tal van zeer belang wekkende artikelen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 8