Blinden in Nederland willen
nuttige arbeid verrichten
Optimistisch geluid
gezonde economie
over onze
f KLANKBORD
SOEKARNO'S EERSTE VROUW
VERZOCHT ECHTSCHEIDING
VRIJDAG 30 DECEMBER 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
De brand in de St. Servaes
Kunstkoperdrijver vrijgesproken
De Maastrichtse rechtbank heeft
bij vervroegde uitspraak de 61-jari-
ge kunstkoperdrijver G. S. uit
Maastricht vrijgesproken van de hem
ten laste gelegde schuld aan de brand
m de St. Servaestoren te Maastricht
op 9 September.
De oficier van justitie, die twee
weken gevangenisstraf had geëist,
heeft tegen de uitspraak appél aan
getekend.
OOK VOOR HEN EEN GELUKKIG LEVEN
Het Wereldgebeuren.
De beschutte werkplaats is voor
velen van hen een uitkomst
In het Nederlandse straatbeeld nemen de blinden slechts een beschei
den plaats in. Het is in Nederland niet zoals in sommige Oosterse landen,
waar men op elke straathoek een blinde ziet, die de hand ophoudt of met
een geldbakje rammelt.
Op een bevolking van ruim 10 millioen zielen telt ons land slechts ruim
5000 blinden, van wie ongeveer een vierde deel behoort tot de blindgebo
renen. Dat zijn lage cijfers en het moet mogelijk zijn voor de blinden in
Nederland zodanige voorzieningen te scheppen, dat ook zij een rustig en
gelukkig leven kunnen leiden.
Er is daarover in de laatste maan
den nogal eens gepraat. Niet omdat
er te weinig voor onze blinden ge
daan zou worden, want er werken op
dat terrein een aantal verenigingen
en instellingen, die een jarenlange en
voortreffelijke reputatie hebben.
Maar sommigen menen, dat in onze
sterk-gemechaniseerde en gemoder
niseerde maatschappij aan de blinden
ruimere bestaanskansen geboden
kunnen worden dan vroeger het ge
val was.
Ruimere kansen.
Hoe staat het met die ruimere kan
sen? Reeds thans zijn in het vrije be
drijfsleven méér blinden werkzaam
dan voorheen en de besturen van de
instellingen, die zich met blinden
zorg bezighouden, zoeken regelma
tig naar nieuwe bestaansmogelijkhe
den voor blinden.
Zo heeft men in Nederland de laat
ste jaren succes gehad met het op
leiden van blinde telefonisten. Uit
Engeland kwam het bericht, dat men
er daar reeds in geslaagd was blin
den op te leiden tot bankwerkers en
het laat zich voorzien, dat in de toe
komst meer blinden ingeschakeld
kunnen worden bij het bedienen van
bepaalde machines.
een ministeriële medede-
jepaalde i
Blijkens
Nederland slechts 26 werkzoeken
de blinden ingeschreven bij de ar-
beidsbureaux. Enigen van hen waren
door bijkomende omstandigheden
zeer moeilijk plaatsbaar. Gedurende
het jaar 1954 werden door de ar-
beidsbureaux 27 blinden in het nor
male bedrijfsleven geplaatst en in de
eerste 9 maanden van 1955 werden
20 blinden geplaatst.
Hieruit blijkt dat het aantal blin
den, dat voor plaatsing in het nor
male bedrijfsleven beschikbaar is,
bepaald gering is te noemen.
Traditie.
verschaffing "voor blinden in Neder
land sterk op de traditionele blinden-
liandwerkenmandenmaken, vlecht
werk, bezem- en borstelmaken en het
bedienen van handweefgetouwen.
Meestal worden die handwerken uit
geoefend in een blindeninrichting.
Wanneer men de grootste blinden
inrichting van Nederland aan de
Kipstraat te Rotterdam bezoekt,
die reeds dateert van 1858, ziet
Productie van suikerbieten
kleiner dan vorig jaar
Opbrengst per ha met 15 pet.
gestegen.
De gemiddelde opbrengst per ha
suikerbieten geeft, afgezien van het
suikergehalte, een stijging te zien
met 15 doch de totale op1"
(2.984.000 ton) vertoont, tengevolge
van een inkrimping van de beteelde
oppervlakte, in vergelijking met vo
rig jaar een achteruitgang met 2
Dit blijkt uit de definitieve cijfers
die het Centraal Bureau voor de
Statistiek bekend heeft gemaakt
met betrekking tot de akkerbouw
productie, oogst 1955.
Over het algemeen kan worden
geconstateerd, dat de oogst 1955
vrijwel over de gehele linie een ho
gere opbrengst per ha te zien geeft
Ban in 1954. (Voor veldbonen zelfs
74 Een uitzondering hierop vor
men rogge, kool- en raapzaad en
karwijzaad, waarvan de gemiddelde
opbrengst per ha respectievelijk 2,7
en 11 lager was. De totale pro
ductie van bruine en witte bonen
bedroeg thans 1.300 ton, hetgeen 'n
toeneming betekent ten opzichte van
1954 met 30
SCHAPESLAAPJE. Dr Clïve Balch,
een Brits geleerde, heeft laatst aan
de universiteit van Reading ver
klaard: „Schapen slapen maar heel
weinig, misschien helemaal niet".
Honderden fokkers in Afrika en
Australië zijn, toen zij dat hadden
gelezen in hun pen gekropen. „Scha
pen?", schreven zij, „dat zijn harts
tochtelijke slapers, meneer Balch. Ze
zijn dikwijls zo diep in slaap, dat
men ze kan omrollen zonder dat ze
wakker worden. Ze worden soms al
slapende opgepakt en meegenomen
naar de markt.
DIERENBEZOEK. De 37-jarige me
vrouw Eva Carlander (Chicago)
heeft een gerechtelijk vonnis ge
vraagd over een probleem, dat haar
veel hoofdbrekens kostte. Haar man
had haar uit huis gezet en nu leed
zij diep omdat zij haar twee honden,
haar schildpad en haar papegaai zo
miste. De rechterlijke uitspraak luid
de, dat zij drie keer per week op die-
renbezoek mag gaan.
NIEMAND. D' burgemeester van
Lecluse (Frankrijk) kan sober zijn in
zijn oudcjaarsovërzicht. Er is daar in
1955 niemand geborc i, niemand1 ge
trouwd en niemand gestorven.
men aan de straatzijde een rui
me winkel, waar moderne rotanmeu
belen en allerlei soorten vloermatten
sierlijk zijn geëtaleerd. Men bemerkt
nauwelijks, dat de dame, die uit een
kleine bureau-ruimte naar voren
treedt om bezoekers te begroeten een
blinde is, die zich geheel in deze om
geving thuisgevoelt. Zij stelt telefo
nisch de directeur, de heer D. F. van
Esveld, op de hoogte van het bezoek
en dan kan een rondwandeling begin
nen.
Modern bedrijf.
De Rotterdamse blindeninrichting,
waar 120 personen werken, is mo-
deyn en uiterst practisch ingericht.
Een blinde kan er tastend langs de
muren lopen, zonder dat hij vrees be
hoeft te koesteren plotseling van een
trap te duikelen of tegen obstakels
te botsen. In Be locafiteiten is veel
ruimte, zodat men er zich vrij kan
bewegen.
Men ziet er in de vrouwen-afdeling
dames, die sokken breien. Twee an
deren zijn bezig aan handweefgetou
wen de prachtige handdoeken te ma
ken, waarop huisvrouwen zo trots
zijn.
In twee grote werkzalen arbeiden
de mannelijke blinden. Er staan in
drukwekkende weefgetouwen, waar
op vloermatten in velerlei model en
kleur vervaardigd worden. Men treft
er ook mannen aan, die met verbluf
fende vaardigheid de modernste ro
tan-meubelen produceren en anderen,
die het sierlijkste vlechtwerk maken,
dat zich maar denken laat.
Hij was architect
Men schrikt even op als de direc
teur, wijzend op een man, die een
rotanzitting in een stoel vlecht, zegt:
„Hij was architectnu is hij to
taal blind".
Daarna wijst hij op een andere
man: „Diedaar gaat wel eens
naar een voetbalwedstrijd kijken
in de verte kan hij zien, maar dicht
bij ziet hij praktisch niets".
De bezoeker bemerkt hoe de bor
stelmakers in vrij snel tempo vele
soorten borstels produceren en hij
ziet de bezembinders, die in een soort
(Vervolg op pag. 4)
PRESIDENT WIL NIET.
Moeder van vijf kinderen.
Volgens de Indonesische minister
van voorlichting, Shamsoeddin Soe-
tan Makmoer, heeft mevrouw Fat-
mawati Soekarno, de eerste echtge
note van de president, schriftelijk
een echtscheidingsverzoelc ingediend
bij premier Harahap. Hij deelde mee,
dat het verzoek in de ministerraad
zal worden behandeld. Mevrouw Soe
karno zelf weigerde commentaar te
leveren.
In het begin van het vorig, jaar
nam de president een tweede vrouw,
Hartini geheten, die dit jaar een
kind kreeg. Met dit kind woont zij
nu in het paleis van de president in
Bogor.
Ir. P. F. S. Qtten van Philips,
wordt 31 December 60 jaar
Ir. P. F. S. Otten, voorzitter van
het presidium van de raad" van be
stuur der N.V. Philips' gloeilampen
fabrieken, viert op 31 December
zijn 60e verjaardag. Hij werd te
Berlijn geboren, waar zijn vader, dr.
ir. J. D. Otten als hoofdingenieur
Werkzaam was bij de A.E.G. Enkele
jaren later verhuisde het gezin naar
Amsterdam. De jonge Frans Otten
volgde hier de tweede 5-jarige H.B.
S. In 1917 liet hij zich inschrijven
voor de opleiding electro-technisch
ingenieur aan de Technische Hoge
school te Delft. In Januari 1923 ver
wierf de heer Otten het diploma van
de T.H.
Per 1 Augustus 1924 kwam de be
noeming bij Philips, gevolgd door de
aanstelling tot onder-directeur in
1927. In 1934 werd ir. Otten voorzit
ter van het college van onderdirec
teuren en secretarissen, in 1936 ver
kreeg hij de functie van directeur,
waarop in 1939 het presidentschap
over de Philips-bedrijven volgde. In
1946 werd hij voorzitter van het
presidium van de raad van bestuur
De (blinde) braille-leraar in de Rot
terdamse blindeninrichting tikt op
zijn braille-schrijfmachine.
Mevrouw Fatmawati en Soekarno
hebben samen vijf kinderen. Vele
vooraanstaande Indonesische vrou
wen protesteerden vorig jaar fel,
toen de president een tweede vrouw
huwde. Zij beweerden, dat die vrouw
een verleden had en niet geschikt
was om naast Soekarno in de open
baarheid te treden en zij gingen zo
ver de president te boycotten door
niet op zijn recepties te verschijnen.
Tenslotte bracht Soekarno de pro
testerende dames tot bedaren door te
beloven dat hij zijn tweede vrouw
nooit de plaats van de eerste zou la
ten innemen.
Fatmawati heeft nu haar intrek
genomen in een voor haar gebouwd
huis Kemajoran, een buitenwijk van
Djakarta. Volgens het Indonesische
blad „Indonesia Raya", tracht men
haar over te halen haar verzoek in
te trekken, omdat Soekarno niet wil
scheiden. Krachtens het Mohamme
daanse geloof kan het niet tot een
scheiding komen, indien de echtge
noot dit weigert.
Besprekingen met
Indonesië voortgezet.
Op 4 Januari ministers bijeen.
Het politieke overleg tussen Neder
land en Indonesië is vandaag in Genè-
ve voortgezet.
Na afloop van een bespreking
van deskupndigen die twee en een
half uur duurde werd alleen medege
deeld dat de deskundigen hadden ver
gaderd en dat zij na Nieuwjaar hun
overleg zouden voortzetten.
Van enige voortgang werd geen
melding gemaakt.
Op 4 Januari zetten de Nederlandse
en Indonesische ministers-delegalies
onder leiding van de twee ministers
van buitenlandse zaken, Luns en
Anak Agoeng Gde Agoeng, de confe
rentie voort die onlangs werd onder
broken.
Het wachten schijnt te zijn op de
resultaten van de financieel-economi-
sche besprekingen tussen beide lan
den. Voor die resultaten bekend zijn
kan er van politieke afspraken tussen
beide landen nog niets komen.
Blinde vrouw werkt aan een weefge
touw in de Rotterdamse blindenin
richting.
Abe: geen sigarenzaak en
geen koffiehuis
Het bijvoegsel van de Nederlandse
Staatscourant van Donderdag be
helsde de statuten van de onlangs op
gerichte „Handelmaatschappij Abe
Lenstra N.V." te Enschede, Hieruit
blijkt, dat deze maatschappij tot
doel heeft de handel in sportartike
len. Het maatschappelijk kapitaal is
vastgesteld op 18.000, verdeeld in
36 aandelen van 500. De heer Abe
Lenstra voert de directie. Tot com
missaris is benoemd de heer A. ,J.
Hesselink.
Dezelfde Staatscourant bevat de
statuten van- de N.V. Bandfabriek
Bevax, eveneens te Enschede. Deze
maatschappij heeft ten doel het fa
briceren van alle band- en elastiek
soorten en de confectionnering hier
van. Het maatschappelijk kapitaal is
vastgesteld op 20.000, verdeeld in
40 aandelen van 500. De directie
wordt gevoerd door de heer H. B.
Bekker, commissarissen zijn de heren
A. J. Hesselink en Abe Lenstra.
VOORZITTER WERKGEVERSVERBOND
Industriële productie in 1955
met negen procent gestegen
De industriële productie, die in het jaar 1955 met 9 pet. is toegenomen bo
ven die van een jaar tevoren, ligt thans ongeveer 30 pet. hoger dan in het jaar
1952 en die zoveel grotere productie is verkregen met een personeelsbezet
ting, die nog geen 10 pet. groter was. Het onderscheid tussen beide laatste
cijfers geeft aan, hoe aanzienlijk de industriële productiviteit in die wei
nige jaren is gestegen, aldus de voorzitter van het Verbond van Nederlandse
Werkgevers, de heer T. J. Twijnstra, in een terugblik over 1955, in een ra
diorede die hij Donderdagmiddag hield.
Deze verhoging van productie in de
bedrijven, aldus de heer Twijnstra,
werd voor alles verkregen door goe
de organisatie en door een verdere me
chanisering van het productieapparaat.
Die mechanisering kan alleen wor
den bereikt door het aanschafen van
nieuwere machines en moderne instal
laties en dat is weer alleen mogelijk
doordat steeds nieuwe kapitalen daar
voor beschikbaar worden gesteld.
Ook in dit opzicht is 1955 een gunstig
jaar geweest, waarin de investeringen
in de industrie een record hebben be
reikt, zo stelde de heer Twijnstra vast.
Arbeidskrachten.
Sprekend over het tekort aan ar
beidskrachten, zeide de heer Twijnstra,
dat het geen zeldzaamheid is, dat be
drijven per jaar evenveel niei
werkkrachten moeten aantrekken als
hun totale gemiddelde personeelsbe
zetting bedraagt.
Het spreekt vanzelf, dat deze situatie
spanningen oproept, die tot een verho
ging van lonen en prijzen kunnen lei
den.
Spreker meende, dat wanneer aan de
ze krachten de vrije loop zou worden
gelaten, een verdere waardedaling
van ons ruilmiddel zou volgen, waar
van vele groepen in ons iand de dupe
zouden worden, terwijl ons concur
rentievermogen met het buitenland,
één van de pijlers waarop onze in
dustriële ontwikkeling steunt, zou
afnemen.
De minister van economische zaken
legt grote activiteit aan de dag om
gelingen, welke een aanpassing van de
prijzen naar beneden zullen kunnen
verhinderen, te doorbreken. Aan de
andere kant zal er voor moeten wor
den gezorgd, nu men tot een grotere
differentiatie in de loonvorming heeft
besloten, dat de ionen niet door de op
waartse druk, die arbeidsschaarste
nu eenmaal meebrengt, stijgen boven
het niveau, dat door verbetering der
arbeidsproductiviteit verantwoord zou
zijn.
Kerngezond.
De heer Twijnstra besloot zijn toe
spraak met vast te stellen, dat het eco
nomisch leven kerngezond eruit ziet
en er zeker geen reden is om aan een
doorgaande gunstige ontwikkeling te
twijfelen en de blik niet gericht te
houden op nieuwe mogelijkheden. Re
denen tot pessimisme zag hij geenszins,
wel echter reden tot behoedzaamheid.
„De industrie zal zich zo moeten in
stellen als stond een omslaan van de
conjunctuur reeds morgen voor de
deur, maar tegelijk als had zij nog een
reeks van bloeiende jaren in het voor
uitzicht" aldus de heer Twijnstra.
Man van Plan
Toen de studenten van de Har-
varduniversiteit op 5 Juni 1947
hun grote collegezaal vulden,
vermoedden zij niet dat de woorden,
die generaal George C. Marshall daar
zou spreken, voor menig land de red
ding uit grote moeilijkheden zouden
betekenen. De generaal was toen mi
nister van buitenlandse zaken in de
Verenigde Staten en hij had al een
hele tijd rondgelopen met het Idee, op
een of andere manier de landen die
grotendeels verwoest en berooid uit
de tweede wereldoorlog waren geko
men, uit de put te helpen. Toen de
oud-stafchef uit de oorlogsjaren ach
ter de lessenaar in de universiteitsge
hoorzaal stond, was dat idee rijp.
„Onze politiek", zo zei hij. „is niet ge
richt tegen enig land of leerstelling
maar tegen honger, armoede, wan
hoop en chaos. Haar doel behoort het
herstel van een bruikbare economie
te zijn die de opbloei mogelijk maakt
van politieke en sociale condities,
waaronder vrije instellingen kunnen
bestaan. Elke regering, die bereid is
mee te werken aan deze taak van
herstel, zal de volle medewerking on
dervinden van de regering der Ver
enigde Staten". De studenten konden
later zeggen, dat zij bij de wieg van
het Marshall-plan hadden gestaan.
In 1953 kreeg Marshall voor zijn ver
diensten de Nobelprijs voor de Vrede.
Amerika had toen volgen^ zijn plan
in totaal 17 milliard dollar beschik-
baargesteld voor het Europese her
stel. De industriële productie in ons
werelddeel was, mede dank zij het
Marshallplan voortdurend gestegen.
In 1950 was de toeneming van de pro
ductie in de fabrieken, vergeleken
met 1946, al 66 procent
Generaal Marshall hoopt morgen,
op de laatste dag van dit jaar.
zijn 75ste verjaardag te vieren.
Menigeen zal nog eens terugdenken
aan de weldaad van het Marshallplan,
en de grijze staatsman, die nu, moe en
ziek, teruggetrokken leeft in het stad
je Leesburg (Virginia) zal zeker heel
wat gelukwensen krijgen, van heinde
en ver. Zal er ook een briefje bij zijn
van de Amerikaanse minister van
landbouw, Ezra Taft Benson? Als er
iemand reden heeft; om zijn beleid
met dat van Marshall te vergelijken,
dan is hij het wel.
Ook hij stuurt namelijk het een en
ander naar het buitenland, maar niet
in de vorm van financiële steun. Hij
verkoopt voorraden uit de landbouw
overschotten, tegen concurrerende
prijzen. De drijfveer is niet zozeer het
medeleven met andere naties, als wel
het feit, dat de Amerikaanse voor
raadschuren uitpuilen. Minister Ben
son heeft de klagende Amerikaanse
boeren allang met allerlei argumen
ten willen zoethouden, maar met de
presidentsverkiezingen van 1956 voor
de boeg, durft hy niet al te hard te
gen de stroom op te roeien. Vandaar,
dat hij tot die verkooppolitiek beslo
ten heeft.
Benson heeft wel een beetje gelijk,
wanneer hij zegt, dat bijvoorbeeld
die koelhuizen waarin botermas-
sa's zijn opgeslagen niet eindeloos zo
vol kunnen blijven met overschotten.
Maar het is vervelend, dat hij niet van
te voren overleg heeft gepleegd met
de vertegenwoordigers van andere
landen die landbouwproducten uitvoe
ren. En dat had volgens internationa
le afspraak moeten gebeuren... Pro
testen blijven niet uit en uit allerlei
hoeken krijgt Benson te horen, dat
met zijn nieuwe initiatieven niet de
hele vrije wereld wordt gediend
In verscheidene landen vreest men
dumping van de markt.
Met het Marshallplan was dat an
ders: de groeiende welvaart in de lan
den die hulp kregen was alleen een
doorn in communistische ogen. Afge
wacht moet nog worden, wat de uit
werking van de overschotpolitiek van
Benson zal zijn. Het was een goed
idee van Ezra, toen hij een paar we
ken geleden beloofde, dat liefdadige
instellingen overschotvoorraden
mochten uitdelen onder mensen, die
anders zouden verkommeren. Wie
weet, misschien kan er met die voor
raden ook iets in de zin van een Mars
hallplan worden uitgewerkt in het
achtergebleven Azië, waar de Sowjet-
propaganda druk aan het „concurre
ren" is.
Of de grijze Marshall enthousiast
kan zijn over de verkoop van goedko
pe voorraden aan Europese landen, is
een open vraag.
GEORGE C. MARSHALL
.eens met Ezra?