Meer dan 1500 doden per jaar bij ongelukken in het verkeer t LöetciV ZÓ DENKT MEN IN NET BUITENLAND ER OVER AANWAS AMBTENARENCORPS NIET 10.000 MAAR 1555 MAN RADIO PENSIOENGRONDSLAGEN ZIJN NOG AAN DE LAGE KANT 12 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 16 DECEMBER 1955 MINISTER ALGERA AAN TWEEDE KAMER Nog geen verplicht verkeersexamen voor berijders van bromfietsen Minister J. Algera geeft in zün memorie van antwoord aan de Tweede Kamer over de begroting van verkeer en waterstaat een overzicht van verkeersongelukken in ons land. Uit dit overzicht blijkt, dat in de eerste negen maanden van dit jaar 83.176 verkeersongelukken gebeurden. Het aantal bij zulke incidenten overledenen bedroeg 1068. Ernstig gewond werden 14.258 personen; licht gewond 11.015.. In 1954 was het totaal aantal ongelukken 101.260; er vielen toen door verkeersongelukken 1524 doden; 17.121 mensen werden zwaar, 13.315 licht gewond. Voor de eerste negen maanden van 1954 waren deze cijfers resp. 73.703 ongelukken; 1077 doden; 12.420 zwaar gewonden en 10.241 licht gewonden. Volgens de voor lopige cijfers is 't aantal overleden slachtoffers in de eerste negen maan den van 1955 dus iets kleiner dan in de overeenkomstige periode van 1954. De minister noemt enkele maatregelen, die worden overwogen om de ver keersonveiligheid te verminderen. Dat volgens de minister voor bromfiet sen een maximumsnelheid van 40 km per uur moet worden ingesteld dient in dit licht te worden bezien. De leden van de R.A.I. hebben zich zoals bekend verbonden, zo spoedig mogelijk ervoor zorg te dragen, dat de door hen aan de markt te-brengen rywielen met hulpmotor zodanig zijn geconstrueerd, dat daarmede op een vlakke weg en met uitschakeling van windinvloeden geen grotere snelheid kan worden bereikt dan 40 km per uur. In verband met de daartoe nood zakelijke voorbereidende maatregelen en de afwikkeling van reeds gedane bestellingen zal het uiteraard enige tjjd vergen alvorens deze vrijwillige snelheidsbeperking volledig zal kun nen zijn doorgevoerd. De minister acht het evenwel aan gewezen, dat reeds eerder een alge mene beperking van de snelheid van de reeds in gebruik zijnde bromfiet sen wordt bevorderd in de vorm van invoering van een maximumsnelheid voor deze voertuigen van 40 km per uur. Even nadenken yw+-!-+«+-H-na +yu UM U-uri ■■■-tl ■iiüsiB UH De omschrijvingen voor dit kruis woordraadsel luiden: HORIZONTAAL: 1. loofboom, 4 vo- fel, 7. hete droge wind op W.-Afri- aanse kust. 10. pers. vnw., 11. deel van de dag, 13. Duitse ondernemings vorm, 14. Myth, figuur, 16. van onde ren, 17. riv. in Azië, 19. loodoxyde, 21. korf, 22. netelig, 23. losse naad, 25. titel, 27. voorzetsel, 28. vergis sing, 29. getijde. 30. onmeetbaar ge tal, 31.: ter plaatse, 32. geestesziekte, 39. lol, 40. brood. VERTICAAL: 1. dierengroep, k.T, 4. 1 bywoord, 3. ongeveer (afkj, 4. toon der diatonische toonladder, 6. berg- glaatsTTT overwicht 8 riv. in Italië, scheepvaart, 10. waterkant, 12. ru zie, 14. hemelgave, 15. werkend be ginsel, 18. dwaas, 20. Bijbelse figuur, 23. rand, 24. zakje. 26. lengtemaat, 33. inhoudsmaat, 34. pers. voornaam woord, 35. niet even, 36. deel van de dag, 37. vr. maat, 38. ego. In de vorige rebus moest het vier kantje als volgt tussen de puntjes geplaatst worden: Mede in verband met de om standigheid, dat het R.A.I.-be- stuur geen middelen ten dienste staan om te waarborgen, dat niet by die vereniging aangeslotenen zich eveneens aan de vrijwillig aanvaarde snelheidsbeperking zul len houden, zal voorts nader wor den overwogen, eventueel door middel van een wettelijk voor schrift waarborgen te scheppen, dat in de toekomst door het be drijfsleven geen rijwielen met hulpmotor worden afgeleverd, welke een hogere snelheid berei ken dan 40 km per uur. Mocht echter blijken, dat deze fect hebben, dan zal het instellen van een verplicht verkeersexamen voor bromfietsen alsnog in overweging moeten worden genomen. Verbetering van de wegen acht ook de minister een zeer belangrijke factor in de strijd tegen de verkeers onveiligheid. Rijbewijzen De laatste jaren is het peil van de ry-examens aanmerkelijk verbeterd en steeds wordt naar verdere verbe tering daarvan gestreefd. Met betrekking tot een systeem, waarbij veroordelingen wegens verkeersovertredingen in het rij bewijs worden aangetekend, is de minister met zijn ambtgenoot van justitie van mening, dat een der gelijk stelsel hier te lande niet no dig is, omdat de recidive de rech ter altijd bekend is. Overeenkomstig de toezegging, het vorige jaar gedaan, is de kwestie van de wenselijkheid en mogelijkheid van een wettelijke regeling inzake auto rijscholen ter bestudering voorgelegd aan de commissie Veiligheid Wetver- keer. De resultaten van de rij-examens wettigen inderdaad het vermoeden, dat zich onder rij-instructeurs men sen bevinden, die daartoe minder ge schikt zijn. Het onderzoek naar ernst en omvang van dit verschijnsel is echter nog niet voltooid. REKENSOM OVER RIJKSPERSONEEL Ministerieel antwoord aan Eerste Kamer In de memorie van antwoord op het voorlopig verslag der commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over de algemene politieke beschouwin gen over de rijksbegroting voor 1956 wordt de uitbreiding van het ambte- renapparaat onder de loupe geno- ■n. De ministers vestigen de aan dacht er op, dat in het voorlopig slag ongelijksoortige grootheden den vergeleken, waardoor ten onrech- vestïgen ver- ootheden wor- te de indruk wordt gewekt, dat er sprake is van een uitbreiding met ongeveer 10.000 man. Vergelijkt men de sterkte van het burgerlijk rijkspersoneel, opgenomen in de begroting voor 1956, ad 107.808 man op 30 Juni 1955, dan blijkt in derdaad een verschil van circa 10.000 man. Een vergelijking tussen deze werkelijke sterkte en de begro tingssterkte kan echter geen juist inzicht geven in de voor het jaar 1956 aangevraagde uitbreiding van het ambtenarenapparaat, aangezien in de werkelijke sterkte niet zijn op genomen de reeds bestaande vacatu res, hetgeen wel het geval is bjj de begrotingssterkte. Voor een juiste beoordeling van de geraamde toeneming van het aantal ambtenaren van 1955 op 1956 dient dan ook een vergelij king te worden gemaakt tussen de sterkte van het burgerlijk rijkspersoneel, opgenomen in de begroting voor 1955 en die, opge nomen in de begroting voor 1956. Alsdan blijkt een toeneming van 3589 man, n.l. van 114.416 man voor 1955 tot 118.005 man voor 1956. Deze toeneming bedraagt echter in werkelijkheid slechts 2914 man, aangezien in de begro ting 1956 voor het eerst, als ge volg van een wijziging in de personen, in de sterkte zijn opge nomen 675 man, werkzaam Djj het ministerie van landbouw, vis serij en voedselvoorziening. Laat men het burgerlijk personeel bjj de militaire departementen buiten beschouwing, dan bljjkt de toene ming 2230 man te bedragen (n.l. 81.711 man voor 1955 tegenover 83.941 man voor 1956). Rekening houdende met de eerdergenoemde 675 man, is de werkelijke toene ming 1555. Achtdaagse abonnementen voor vacantie per spoor? Invoering in het algemeen van la gere spoorwegtarieven voor de va- cantieperiode, ook voor gezelschap pen, is niet mogelijk, omdat deze maatregel zou leiden tot een in de huidige periode ongewenst geachte opbrengstvermindering. Wel is de minister van verkeer en waterstaat naar liij aan de Tweede Kamer mee deelt, bereid de invoering van acht daagse abonnementen gedurende de vacantieperiode in overweging te nemen. Op de vraag of de invoering van weekendretours niet opnieuw in over weging kan worden genomen, wordt medegedeeld dat deze en andere re ductietarieven zouden leiden tot een vermindering van de opbrengsten. Een dergelijke vermindering acht de minister op dit moment voor het be drijf niet aanvaardbaar. Volgens de Amerikaanse commissie voor televerbindingen zullen in de ko mende tijd door bijzonder talrijke zonne vlekken ernstige storingen verwacht kun nen worden in het radioverkeer. De toe neming van de zonnevlekken geschiedt over een aantal jaren. Men verwacht, dat in de "winter van 1957—1958 de storingen het grootst zullen zijn, even groot onge veer als in de jaren 1937—1938. Nu de Russen weer enige honderden nog steeds in Rusland vastgehouden Duitse soldaten en burgers hebben vrijgelaten, is een tafereeltje als op deze foto in West-Duitsland weer aan de orde van de dag. Deze gelukkig lachende mannen zijn in West-Berlijn, waar zij één dezer dagen arriveerden na jaren in een Russisch Concentratiekamp, met een vrachtwagen van de politie op weg naar een opvang-centrum van het Rode Kruis, waar verder voor hen zal worden gezorgd. Warffumse spekclub hield traditionele uitdeling Traditiegetrouw is in Warffum de thouden van de ib, die zjjn leden geheel Nederland en zelfs in Amerika. Vijf en twintig jaar geleden is men met 16 begonnen, nu telt de club 600 leden. Dit jaar werden 70 varkens geslacht die een waarde ver tegenwoordigen van 16.600. Iedere aanwezige kreeg 22 kg vers varkens vlees mee naar huis. De postleden hebben hun portie reeds thuisbezorgd gekregen. De voorzitter van de spek club wees er op, dat het goed zou zijn wanneer de club niet groter werd, daar anders het folkloristische karakter geheel verloren zou gaan. In 1955 tot dusver vijftien spoorwegongevallen Een overzicht van spoorwegonge vallen in de jaren 1954 en tot dus ver in 1955 dat de minister van ver keer en waterstaat geeft in de me morie van antwoord over zijn begro ting aan de Tweede Kamer, toont aan, dat voorkwamen 9 botsingen en 4 ontsporingen in 1954, en 8 botsin gen en 7 ontsporingen tot dusver in 1955. Volledigheidshalve wordt in dit opzicht aangetekend, dat zich zowel in 1954 als in 1955 behalve de vermelde, nog een veertigtal geval len van geringe betekenis hebben voorgedaan, merendeels veroorzaakt door kleine tekortkomingen van het uitvoerend personeel. Imp. N.V. THABUR Den Haag VOORLOPIG VERSLAG TWEEDE KAMER Vragen over cumulatiebeperking Vele leden van de Tweede Kamer hebben hun instemming betuigd met de ontwerpen tot wijziging van pensioenwetten. De voorgestelde verande ringen kunnen hoewel z\j volgens en aantal leden niet ver genoeg gaan als verbeteringen worden beschouwd, zo bljjkt uit het voorlopig verslag. Het gaat hier om de pensioenwett.n voor de zee- en de landmacht 1922 en voor personeel der Koninklijke Marine Reserve en het reserve-personeel der Landmacht 1923, de wet buitengewoon militair pensioen 1914—1918 cn de wet 1954, de wet buitengewoon pensioen 19401945 en de wet bui tengewoon pensioen zeelieden en oorlogsslachtoffers. Vele leden stelden de vraag of de cumulatiebeperking, met name van toepassing op de gepensionneerden krachtens de wet buitengewoon mili tair pensioen 19141918 de zoge naamde mobilïsatieslachtoffers wel aan redelijke eisen beantwoordt. Een ernstige lacune in de voorstel len zagen veel leden in het ontbre ken van een bepaling, dat invalidi teitspensioen ingaat, zodra de betrok kene die in de militaire dienst is op genomen, op grond van gebreken, die na zijn goedkeuring aan het licht zijn Dat de pensioengrondslag van 1500 tot 2500 wordt verhoogd, achtte men algemeen een belang rijke verbetering. Is dit bedrag echter zo werd van verschillen de zijden gevraagd bij de te genwoordige stand van de lonen en salarissen nog niet aan de lage kant? Vele leden zouden dit minimum op 3000 willen stellen. Vestigingsbeschikkïng exporthandel strovlas In de Nederlandse Staatscourant van 14 December is gepubliceerd de „Vestigingsbeschikking exporthandel in strovlas 1955." Krachtens deze beschikking van de Staatssecretaris van Economische Zakn en de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening is het zonder vergunning van de Sociaal- Economische Raad niet mogelijk, een nieuwe onderneming op het gebied van de exporthandel in strovlas te vestigen. De beschikking is afgekondigd in afwachting van de vaststelling van een vestigingsbesluit krachtens de Vestigingswet Bedrijven 1954 voor de exporthandel in strc :rovlas, waarom de Vereniging van Nederlandse Stro- vlashandeïaren en Exporteurs heeft verzocht. Zij treedt in werking op 1 Januari 1955, wanneer het thans geldende Erkenningsreglement Stro- vlashandelaren en Exporteurs ver valt. De bepaling, dat een weduwe recht op pensioen heeft tenzij het huwelijk was gesloten nadat haar echtgenoot uit de dienst was ontslagen, of na dat hij de leeftijd van vyf en zestig jaren had bereikt, gaf van verschil lende zijden aanleiding tot de vraag, of er geen uitzondering dient te wor den gemaakt met betrekking tot het sluiten van het huwelijk na ontslag uit de dienst. Door deze beperking wordt de mo gelijkheid voor ernstig verminkten om ooit een huwelijk aan te gaan na delig beïnvloed. Het was sommige leden niet dui delijk, waarom de minimumpensioen grondslag in de wet buitengewoon pensioen 19401945 wordt gesteld op 2055 in plaats van op 2500, zoals in het wetsontwerp nog het geval is. Verhoging van de grondslag acht ten deze leden dringend gewenst, waarbij zij er aan herinnerden, dat naar hun mening in feite ook een minimumgrondslag van 2500 te ge ring is. Ue winter begint J[ de stryd om de gunst van de Franse kiezers is de positie van de deelnemende partijen thans bepaaldaldus ^France Soir". Twee machtsconcentraties op de flan ken bedreigcL-£oor twee extremistische for maties, kunnen thwns worden onderschel den. De klassieke tegenstelling links-rechts is ook hier van toepassing, een tegenstel ling, die trouwenswat men er ook van zegt, nimmer haar betpkenis verloor. Het republikeinse front tegenover een concentratie van de krachten van het cen trumde gematigden en de conservatieven. Het republikeinse front werd door Men- dès-France en Guy Mollet gekarakteriseerd als de party van de progressieve actie, zyn grenzen worden bepaald door de meerder heid, die achter Mendès-France staat. Daar tegenover staan als woordvoerder pre mier Faure, als organisator M. Duchet, en als de inspirerende en aanvurende krachten M. Teitgen en M. Pinay. De extremisten zijn aan de ene zijde de communisten, wier doelstellingen voldoen de bekend zyn en aan de andere kant de anti-perlementaire bewegingen als die van Poujada e.a. Met de innerlijke eenheid .van deze in slagorde opgestelde partijen is het maar slecht gesteld en in feite vormt deze het grote vraagteken van deze verkiezingen. Overigens heeft het er alle schijn van, dat het Franse volk zélf zich ditmaal wel inte resseert voor.de publieke zaak. Men kan een grote ontevredenheid con- statei-en onder het kiezersdom. Dit misnoe gen betreft niet eens zozeer de grote poli tieke beslissingen van de laatste tyd als wel de directe persooniyke gevolgen voor de Fransman. De slechtbehuisden zien met verontwaar diging, dat er wel luxueuze flats worden gebouwd en huizen voor de verkoop, maar dat er tien jaar vrijwel niets gedaan werd om hun leed op te heffen. In liberale krin gen heerst ontevredenheid over fouten in Indo-China en de politiek in Marokko. Men bespeurt algemeen een behoefte aan verandering, alsmede het verlangen om de politieke zeden te wijzigen. Maar hoe de uitslag zal zgn van de verkiezingen valt niet te voorspellen. Losgeld In een commentaar op de terugkeer van Duitse krijgsgevangenen, die geruime tyd door Moskou werd onderbroken, schrytt de „Frankfurter Zeitung", dat niet lang ge zocht behoeft te worden naar de oorzaak daarvan. Toen Bonn nog geen agrement verleende voor de nieuwe ambassadeur 2/orin, hiel den plotseling de transporten op. Nadat de toestemming was gegeven, kwamen er ook weer krijgsgevangenen terug. Het is deze „diplomatie van het losgeld", welke ook de Chinezen gebruiken tegenover de Amerikanen. Het heeft weinig zin, aldus het blad, om hierover afkeurend te spreken en dit te betitelen als in strijd met de mo raal en goede zeden. Het is nu eenmaal zo, dat de onderhandelaars in het Oosten hard zijn en tot het uiterste gaan om hun tegenstanders te beproeven. De schijn wekken alsof men zelf ook zó hard is, zonder het in werkelijkheid te zyn, elidt tot een nederlaag. Coëxistentie In de „New York Times" schrrjft C. L. Sulzberger, correspondent te Moskou, dat de Sowjet-Unie voor is op de Verenigde Staten wat betreft 't begrijpen van de ware politie ke betekenis van de „concurrerende coëxis tentie." De oorlog op grote schaal is ver ouderd, niet omdat hij immoreel is doch om dat hg met zelfmoord overeenkomt. De top leiders in Genève hebben diplomatiek aan vaard, wat reeds een wetenschappelijk feit was. Om die reden krfögt de hulp aan niet ge bonden landen een nóg grotere betekenis in de strija der grote mogendheden om meer invloed in de wereld te krygen. Moskou is er zich goed van bewust hoezeer het bui tenlandse hulpprogramma van de Verenig de Staten de positie van dat land versterkt heeft. Moskou wil op die wyze ook vrien den maken. Doch daarvoor waren volgens de Russen twee dingen nodig. Ten eerste moest de sterk gecentraliseer de eigen economie van de Sowjet-Unie voorbereid worden op de extra taak van de buitenlandse hulpverlening en ten tweede moest de ideologische opvatting hierover aangepast worden. Beide ontwikkelingen zyn in 1955 aan de dag getreden. Hoewel niemand nog weet, hoeveel Mos kou wel aan het buitenland kan lenen, zou een dergelijk programma minder gepast hebben in het kader van een ,JMalenkowis- me". Malenlcow wenste de toeneming van de kapitaalsinvesteringen op te offeren aan de productie van meer verbruiksgoederen, waardoor de levensstandaard van de Russi sche bevolking veel snéller zou stijgen dan thans het geval is. Maar voor hulp aan het buitenland zou er dan ook minder beschik baar zijn geweest. Het is dan ook vermoe delijk geen toeval, dat de theorie van Ma- lenkow verworpen is. Misschien zal een compromis tussen de denkbeelden van Kroesjtsjew en Malenkow mogeiyk zyn, maar de zware industriële productie zal er niet op achteruit mogen gaan. Ervan overtuigd dat men de commu nistische zaak het beste met economische kracht kan pousseren, schijnen de Russi sche leiders de wereldsituatie aan een her waardering te hebben onderworpen. Daar toe diende men eerst het starre isolationis me van Stalin te verlaten, waarmee in fei te zwygend de leer van Tito in de practijk werd gebracht. Toen Boelganin en Kroesjtsjew Belgrado bezochten aanvaardden zij het beginsel van de non-interventie in andere staten. Deze idee wordt nu openlijk aangehangen in lan den als India en Egypte. Dit staat Moskou toe de politiek flexibeler te maken omdat nu rustig over Nehroe's „socialisme" en Nasser's „progressivisme" gesproken kan worden, hoewel beiden geen leden zgn van de communistische club. Geenszins heeft de Sowjet-Unie haar overtuiging verloren dat het communisme het ware is en dat een uiteindelijke over winning nodig is, maar nu worden andere middelen toegepast om dit doel te be reiken. Churchill-Attlee In de „Manchester Guardian" wordt in een beschouwing, gewyd aan de figuur van Attlee bij diens afscheid als leider van de Labour-party, een interessante vergelijking getrokken met Churchill. Beiden waren zy premier en in him politieke loopbaan had den zy veel gemeen. Het toeval wil, dat zy al verbonden waren, toen beiden nog niets van eikaars bestaan afwisten. De ouders van Attlee hadden voor Clement een gou vernante aangesteld, die enkele jaren terug by de Churchills haar werk deed. En zij vertelde aan de Attlees en laat ons .al dus het blad, hopen, niet aan Clement dat zy aan Winston de handen vol had. Zij was overigens de eerste in een lange rij van mensen, die tot deze ontdekking kwamen. Maar er is tussen deze grote figuren overigens een enorm verschil, het vei'schil van het genie en de „buitengewone gewoon heid." Attlee's gave om het voornaamste te zien en daarop af te gaan positief, di rect en onvoorwaar lelijk heeft hem evenwel menigmaal de zege bezorgd op Churchill.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 8