KA PP IE EN DE SHOWBOAT WENNEKER C MERKWAARDIGE VERRASSING IN DE BUURT VAN HET ZWIN zy (/elddfutd GROTE JAPANSE INPOLDERING ONDER NEDERLANDSE LEIDING VAL DA De onverwachte erfenis I PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 16 DECEMBER 1955 ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL De buit van een trieste herfstdag Op onze vorige natuurwandeling trokken we In een gevarieerd tempo, de veranderlijke snelheid van de schelpenzoeker, over het Domburgse stand. De zee bevond zich in een prettige stemming, die zich nitte In het alsmaar zacht uitwaaien van fyne schelpjes over het zandoppervlak; ze speelde vroegtijdig het knechtje van St. Nico laas, zo gul was ze met haar gaven en zo speels stopte zij ze weg tussen allerlei onbelangrijke voorwerpen. Zeeland is nu eenmaal een provincie, waar elk strandje zijn eigenaardi ge eigen kenmerken heeft, zo rees als vanzelf de vraag: Wat zou de zee bij Cadzand voor verrassingen hebben achtergelaten? De omstandigheden moesten daar zo ongeveer gelyk zjjn geweest. Maar toen de gelegenheid er was, waren de omstandigheden allerminst gelijk. Geen zon, geen ver en vrolijk herfstlandschap met herfsteigen- schappen. Mistige geslotenheid be groette ons bij het opstaan (als men dat nog begroeten kan noemen) en tijdens het ontbijt regende het reeds dat het goot. Dat werd dus thuisblij ven, maar zie: nog was de laatste broodkruimel niet over de tong of door BAREND ZWERFMAN8 het was droog, er kwamen lichte stre- Jien in de grauwe mantel, die het andschap omhulde ende trein was nog niet vertrokken. Zo kwam het er nog van. Hoe ver wensten we de busdienstregeling, die ons, vlak bij Cadzand deed afdraaien over Zuidzande naar Oostburg, maar dit ongevraagd extra retourtje had het voordeel, dat de ergste van de buien, die nog zouden vallen, rondom ons langs de wanden van de bus neerplenste en ons onberoerd liet. De zee had echter haar gemoede lijkheid behouden; veel schelpen la gen opeengehoopt en vele kleine ge- IBERIA 22 ct a gentleman's cigar Een copie van deze tekening"kjl 9 10 x .25 cm ontvangt U n$ verzending van één gulden iö postzegels aan, Vêlasques, Meerveldhoven valletjes lagen uitgewaaierd op de rustige plekken. Hoe rijk ze ook hier had gestrooid, kon later opgemaakt worden uit het feit, dat zich meer dan veertig wenteltrapjes onder de buit werden gevonden. Niet dat ze opzet telijk werden gezocht, maar elk exem plaar wekt de hoop op soortgelijk ma teriaal; het houdt om zo te zeggen de moed er in en dit was heel nodig bij de steeds meer dreigende lucht en de nog altijd neerzijgende druilbuitjes. Verrassing Ergens, dicht bij de oude Zwinmon ding had het verrassende voorval plaats. Daar lag een oestertje, beho rende tot het fossiele soort, voorlopig aan te dulden als Ostrea plica ta. Toen dit gewoontegetrouw werd opgeraapt om het b\j de buit te voegen, bleek het nog voorzien van de bijbehorende dekschelp. Bovendien vertoonde de laatste een nog muurvast aangehecht laagje van de moederaarde, het „ge steente", waarin de complete schelp duizenden jaren bewaard was geble ven, de „matrla", zoals dat deftig in het latijn heet. Het belang van deze vondst kan men zich voorstellen, wanneer men weet, dat fossiele schelpen door de woelige branding meest zorgvuldig van alle aanhangselen worden gerei nigd en slechts Dij zeer hoge uitzon dering blijven de bijeenbehorende schelpen verbonden. Immers toen ze werden ingebed in de bodemlaag had den vele reeds een bewogen geschie denis van verplaatsingen achter de fiet is duidelijk dat op deze wijze zelfs boringen zelden complete exem plaren boven brengen en dat men de aan het strand aangespoelde losse kleppen slechts kan thuisbrengen op vermoedens over de laag, waaruit ze zijn omhooggekomen. Hier hadden we nu door een grillig spel der natuur een origineel en compleet exemplaar, waaraan nog de originele bodemlaag kon worden bestudeerd. Er was nog een ander voordeel aan deze vondst verbonden. In één oogopslag zagen wij, dat het „slot", de verbindingsmechaniek Nieuw tijdschrift van de C.H.U. Zoals bekend, heeft de Christelijk Historische Unie onlangs de Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman Stichting fopgericht. Aan deze stichting is op- edragen het zoeken van wegen om e vraagstukken waarvoor de Chris- telük-Historische Unie wordt ge steld, aan ernstig en wetenschappe lijk onderzoek te onderwerpen en op zo ruim mogelijke schaal voorlichting te geven ten aanzien van standpun ten, welke in de Unie worden inge nomen. Deze stichting heeft een eer ste stap In deze richting gezet door het „Christeljk-Historiscne Tijd schrift" op te richten. Het bestuur van de stichting treedt als redactie op en is erin geslaagd, een aantal deskundige medewerkers te vinden. Het eerste nummer van deze drie maandelijkse uitgave is inmiddels verschenen. Het bevat belangwek kende bijdragen: Van mr. dr. J. van Brug- fen over „De toekomstige ouder- omsverzekering", van luit. generaal b.d. M. R. H. Calmeyer over „Ne derlandse defensie in onze tijd" en van drs. A. D. W. Tilanus betreffen de „Overheid en maatschappelijk werk." Het enthousiasme en de toewijding waarmee de nieuwe uitgave is opge zet, wekken goede verwachtingen voor de toekomst. 0 De piloot van een Amerikaans hef- schroefvllegtulg heeft met opzet zijn toe stel doen verongelukken la de haven van Lyttleton ln Nieuw-Zeeland om het leven te redden van een aantal mensen, dat zich op de kade bevond. De piloot slaagde er ln zijn leven te redden. Een passagier, die zich in het toestel bevond, werd door twee duikers gered. 22. De opmerking van de Meester over een gyroscoop had Okkl's belangstelling gewekt, maar het was hem nog niet helemaal duidelijk. „Dus een gyroscoop kan een heel schip ln evenwicht houden?" vroeg hij. „Zeker", antwoordde de Meester, „dat is technisch mogelijk, als het vliegwiel maar groot genoeg ls". „Maar hoe kan nou zo'n rondtollend vliegwiel een schuit recht houden?" riep Okkl verbaasd. „Tja", bromde de Mees ter, „dat ls niet zo makke lijk uit te leggen. Weet Je, waarom een draaiende tol ln evenwicht blijft?" „Omdat hij zo hard draalt natuurlijkl" antwoordde Okkl. „Wel", vervolgde de Mees ter, „zo'n gyroscoop ls nu een reusachtige draaiende tol binnen in een schip. En omdat die met z'n as vast zit, houdt hij het hele schip in evenwicht. En zoiets hebben we nu hard nodig, want als de storm nog iets aanwakkert, slaat deze wankele schuit onherroepelijk om". „Ik snap het nog wel niet helemaal", zei Okkl, „maar als je bedoelt, dat we een grote draaiende tol nodig hebben om vaster te liggen, dan weet lk wel iets, dat daarvoor te gebruiken is!" Meteen rende hij naar de grote feestzaal van de showboat en., zette daar de draaimolen ln bewe ging! Steeds sneller liet hij de molen ronddraaien, tot deze snorrend rondtolde. En werkelijk, 't hlelpl De showboat zwaaide niet langer wild heen en weerl „Dat gaat krent!" zei Okkl. van de belde schelpen, gaaf was gebleven. Zou men de beide schelpdelen dus kunstmatig van elkaar kunnen scheiden, dan kon men de juiste kenmerken van de verbinding, de stand van de slot- tandjes, vaststëllen, waardoor 't mogelijk werd de ondetermineer- bare dekschelpen van fossiele oesters, die hier en in Domburg aanspoelen, nader te onderzoeken op de soort, waartoe zj behoren. Onder deze overwegingen werd het zeldzame voorwerp- zorgvuldig en apart opgeborgen. Al 't andere viel daar eigenlijk Dij in 't niet. Het spreekt vanzelf, dat een derge lijke vondst aanspoort tot doorzoe ken; zelfs al brachten de donkere wolken de regen, waarmee ze zo lang hadden gedreigd en al begon plotse ling een onaangename wind plagerig deze regen neer te striemen. Einde lijk werd het ons toch te bar en moes ten we vluchten naar een tijdelijk op non-actief gesteld koffiehuisje, waar men ons toch op ons verzoek een kop dampende koffie verschafte, zodat we ons inwendig wat konden verwarmen. Achteraf bekeken was het eigen lijk een pet-dag, maar de bult, waar onder enkele fossiele zoetwaterschel pen en drie heel fraaie fuikhorens verzachtte de narigheden. En het is heel prettig te bedenken, dat ergens In Nederland een geleerde gebogen zit over een binoculair microscoop om uit deze vondst te halen, wat er uit te halen is. Misschien kunnen we er later meer van vertellen. Gevangenispersoneel van België dreigt met staking. De Belgische gevangenissen zullen met Nieuwjaar waarschijnlijk zonder bewaking zijn, want de katholieke vakbond heeft een vooraanzegging tot staking bij het ministerie van justitie ingediend en bekend gemaakt, dat de bij dit verbond aangesloten cipiers en andere leden van het personeel der Belgische gevangenissen op 1 Januari gedurende 24 uur het werk zullen neerleggen. Het personeel der gevan genissen eist in een aan de minister van justitie overgemaakt memoran dum o.a. herziening van de loonschaal, aanwerving van 30 cipiers en aanpas sing van bepaalde vergoedingen. Onderwijsinstelling overtrad auteurswet. De enkelvoudige kamer van de ar rondissementsrechtbank in Den Haag heeft Woensdag uitspraak gedaan in de verkorte procedure tussen enkele uitgevers enerzijds en een onderwijs instelling anderzijds. De uitgevers eisten dat de onder wijsinstelling haar schriftelijke cur sussen zouden stopzetten omdat deze voor het overgrote deel uittreksels waren uit door hen uitgegeven boe ken, waardoor het auteursrecht werd overtreden. Rechtdoende heeft de rechtbank de onderwijsinstelling veroordeeld om binnen 24 uur het rondzenden der schriftelijke cursussen te staken. De rechtbank legde gedaagde voorts 'n dwangsom op van 2.000 voor elke overtreding, een schadevergoeding aan eigenaresse en betaling van de kosten van het kort geding. LANDAANWINNING IN HET OOSTEN Pleidooi voor meer mechanisatie Duizenden naar een stuk eigen land hunkerende Japanse boeren hopen vurig op verwezenlijking van de plannen voor inpoldering van de Ari- akebaai die door een 40 kilometer breed schiereiland is gescheiden van Nagasaki, en van het eilandje Decima, waar in vroeger eeuwen een Ne derlandse handelsmissie was gevestig d. Gaat die hoop in vervulling, dan zullen Japanse arbeiders, werkend volgens plannen, die Japanse in genieurs en Nederlandse adviseurs baseren op de ervaringen met de in poldering van de ZuMersee, 170.000 hectare vruchtbaar bouwland aqn de zee gaan ontrukken. Zo ver is het echter nog lang niet, die plannen staan zelfs nog met op papier. Eerst wil men nog een proef nemen op kleinere schaal, namelijk met de inpoldering van de 10.000 hec- xx- T*-X_J,ata in de naar het inpolderingswerkzaam heden zullen het volgend jaar be ginnen. Slaagt dat inpolderingspro- BIJ HOEST EN KEELPIJN PASTILLES ONTSMETTEND - VERZACHTEND Gevangenisdirecteur of roofridder? De directeur van de 'plaatselijke gevangenis in Comacchio fit.) is op het ogenblik zonder werk. Toch stuift hij telkens weer veront waardigd op, als men hem vraagt of hij elke avond de driz enige ge vangenen uit hun oei losliet om in de buurt rooftochten te onder nemen. De drie mannen •zélf wijzen een derge lijke beschuldiging al even heftig van de hand. De politie is er echter van overtuigd, dat Dario Perini, de di recteur, een onjuiste opvatting heeft van zijn taak. Een paar avonden geleden zat zij drie kerels op de hie len, die by het binnen- van een op slagplaats op heter daad werden betrapt. Tot hun verbazing za gen de agenten twee van de vluchtelingen door de voordeur de gevangenis binnendui- ken, terwijl de derde naar de achterzijde van het gebouw rende en spoorloos verdween. Met veel moeite geluk te het de politie een slaperige directeur aan de deur te krijgen, maar deze weigerde botweg de agenten bin nen te laten. „Alle vreemdelingen, dus ook dienaren der wet, moe ten een door de reoh- ter getekend papier hebben om 's avonds de gevangenis te mo gen betreden" aldus Perini. ,R>e drie gevan genen slapen vreed zaam. Niemand kan hier binnengeslipt zijn, want de deur was ge sloten. Wel te rusten." De afgewimpelde agenten lieten echter versterkingen aanruk ken en hielden de ge vangenis tot het aan breken van de ochtend omsingeld. Toen zij eindelijk binnen moch ten vonden zij slechts de drie ingeschreven gevangenen. Nu blijft b\) de politie van Co macchio een zeer sterk vermoeden bestaan, dat de drie inbrekers de zelfden zijn als de ge vangenen, maar dit is volgens de nu werkloze Perini onmogelijk. Advertentie GENEVER ject, dan gaat men plannen maken voor inpoldering van de Ariake-baal. Besluit de regering tot inpol dering van de Ariake-baal, dan zal dat betekenen, dat Japan in één slag een gebied wil gaan in polderen, dat half zo groot is als de totale oppervlakte van al het sedert 1200 in Nederland in gepolderde en drooggemalen In de loop der eeuwen is ln Japan rond 30.000 hectare land aan het wa ter ontrukt, tegen in Nederland, se dert 1200, rond 340.000 hectare. Hoewel de Japanners zelf veel er varing hebben met landwinning, heb ben zij niet geaarzeld de raad in te winnen van Nederlandse deskundi gen. Zij beseffen, dat zij voor het reusachtige project, dat thans in eerste voorbereiding is, de kennis en ervaring van Nederlandse water bouwkundigen niet kunnen ontberen; Nederlands advies De Japanse waterbouwkundigen hebben nimmer de durf getoond die de Nederlanders moeten hebben ge had toen zij kort na de eerste we reldoorlog begonnen aan de inpolde ring van de Zuiderzee. Zij hebben nooit meer dan hapjes van 1000 hec tare gelijk durven inpolderen. Daarin zal misschien spoedig ver andering komen. Voor een groot deel zal dat te danken zjjn aan prof. P. Jansen, hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft, die samen met de hoofdingenieur van de Zuiderzee werken, Adriaan Volker, drie maan den lang de in Japan gevolgde me thodes bestudeerde. De twee Nederlandse deskundigen zetten in een rapport over hun be vindingen de tekortkomingen van de Japanse werkwijze uitvoerig uiteen. Prof. Jansen was niet zuinig met zijn crltiek, die als volgt kan worden samengevat: 1. De werkzaamheden worden uit gevoerd in te langzaam tempo, waar door veel arbeid te niet wordt gedaan als gevolg van overstromingen, tai foens en springvloeden. 2. De schaal is te bescheiden, waar door de totale kosten op den duur veel te hoog worden. 3. De inpolderingen zjjn nog veel te weinig gemechaniseerd. Op zijn advies vertrok Katsoeml Degoetsji, een Japanse waterbouw kundige, naar Nederland om een uit gebreide studie te maken van de Zui derzeewerken. Men verwacht dat hjj in Februari zal terugkeren en dat hij dan de leiding zal krijgen van de in poldering van de Hatsjirogata-lagu- ne en de Ariaka-baai. Men overweegt ook Nederlandse in genieurs te laten overkomen; bespre kingen daarover zijn nog gaande. FEUILLETON Door Hargarot Malcolm Weer greep hij haar steviger beet en misschien besefte hij zelf niet hoe veel kracht hij daarbij aanwendde want plotseling viel Rilla, zonder ook maar 'n woord te hebben gezegd, voorover en zou op de grond zijn ge gleden. als hij dit niet met een snelle beweging van zijn kant had weten te beletten. En toen ze daar in zijn armen lag, kwam er eensklaps een heel ander gevoel over hem. Wat was ze toch klein, mager en hulpeloos. Geheel aan zjn genade overgeleverd en tochtoch had ze tot het uiterste gestreden. Een ontroering als hij nooit tevoren had gekend, maakte zich van hem meester. Was het me delijden, tederheid? Ja, ongetwijfeld beide, maar daarbij kwam nog iets anders: Het verlangen om haar te be schermen. Hij nam haar op en droeg haar uit het kleine museum, door de galerij en de trappen af. Op haar neerkijkend, bemerkte hij dat ze doornat was. Haar oude rijbroek en trui kleefden letterlijk aan haar lichaam en haar laarzen waren doorweekt. rij fronste de wenkbrauwen. El lendig toch, dat hij elke dag om ringd door gemakken binnenshuis kon blijven zitten, terwijl dit kind in de regen voor hem had staan werken. Hij liep naar een klein vertrek, waar hij dikwijls vertoefde en legde haar op een divan, waarna hij de eleetriscne radiator in de ha..rd aan draaide. Toen nam hij een waterglas van een zijtafeltje en schonk een sterke whisky in. Terwijl hij weer naar de divan liep, begon ze tekenen van leven te geven; hij liet zich op een knie naast naar neer vallen en sloeg een arm onder haar magere schouders. „Probeer dit op te drinken", zei hij. Kalm en gehoorzaam deed Rilla wat haar gezegd werd. Ze kuchte en sput terde wel, maar Piers was onverbid delijk. „Opdrinken", beval hij. „Misschien vat je dan geen kou!" Toen het glas leeg was, nam hj het weg en voor het eerst keek ze hem aan. „U is erg vriendelijk", zei ze en onwillekeurig schrikte hij van haar verbaasde toon. *t Klonk alsof vrien delijkheid wel het laatsté was, dat ze van hem verwachtte. Hij was een dwaas hij wist, dat hj een dwaas was. want ze begreep immers, dat hij in het nadeel was geraakt, en zou dat zeker ten volle uitbuiten, maar het maakte geen verschil. In dit ene kwartier haa hjj iets geleerd, dat zijn verdere leven zou veranderen. Piers was van plan geweest, met een vrouw te trouwen, die zijn naam waardigheid en luister zou bijzetten. Een vrouw met gezag en zelfbeheer singzoals b.v. Eve. En inplaats daarvan was hij verliefd geraakt op een onopgevoed verwilderd kind, met een hartstochtelijk temperament. Een meisje, dat naar alle schijn er geen been in zag, iemand voor wie ze nog kort tevoren vriendschap had ge toond, te beroven. Welnu, er restte hem slechts één gedragslijn. Hij zou haar onderrichten. In de eerste plaats hoe ze hem moest liefhebben en dan hoe ze een vrouw moest worden, zo als hij die wenste. De tijd daarvoor was echter nog niet gekomen. Hj liep naar de ouderwetse bel en drukte erop. „Ik zal mevrouw Honeysett laten roepen", zei hj bedaard. „Zij zal je andere kleren geven terw jl deze dro gen en danWanneer heb je het laatst wat gegeten?" vroeg hj plot seling. „Ik weet het niet vanmiddag geloof ik", antwoordde ze vermoeid, „maar maak u alstublieft geen zor gen. Ik red me heus wel. ine maar, ik ben niet zo erg nat en al veel war mer. Laat me nu gerust naar huls gaan!" ,Neen", hernam hj beslist. „Neen, je moet me nog een paar dingen ver tellen. En ik wjs je erop, dat je in gegeven omstandigheden gee pje met me kunt nemen. Je nel de M loopje te doen wat ik wil!" Voor ze kon antwoorden, kwam een dienstbode binnen, wie hj ver zocht mevrouw Honeysett te roepen. Enkel minuten? later verscheen de wat ademloze en geagiteerde huis houdster, die een kreet van schrik slaakte toen ze zag hoe Rilla er aan toe was. „Ik had graag, dat U voor juf frouw Shandon een warm bad klaar maakte en haar andere kleren, gaf. Als ze klaar is, brengt U dan ons iets te eten. Soep of wat U ook maar heeft, mits goed heet". „Goed, meneer", zei mevrouw Ho neysett weifelend, „maar wat de kle ren betreft „O, U zult wel iets vinden", meen de Piers, vol manneljke geringschat ting voor zulke kleinigheden. ,Tja", hernam mevrouw Honeysett hoofdschuddend. „Als U dan wilt meegaan, juffrouw, zal ik eens zien Alleen gebleven, ging Piers zitten op de zojuist door Rilla verlaten di van en trachtte enige orde in zijn gedachten te scheppen. Hj l.ad Rilla Ref en was vast van plan, met haar te trouwen, maar herinnerde zich óók, dat hij haar eens had vergele ken bij een schuw, ongetemd veulen. Ja, hj zou heel behoedzaam te werk moeten gaan, zich tevreden stellen met na verloop van tijd wat terrein te winnenen in de eerste plaats moest dit bjna nachteljk avontuur worden opgehelderd. Rilla was geko men om hem te bestelen. Hj moest zien te ontdekken waarom en ook wat ze had willen roven. Piers kon zich weliswaar niet voorstellen, dat ze een afdoende verontschuldiging zou weten aan te voeren, maar in elk geval zou hj er een aanknopingspunt voor een ernstig gesprek in vinden. De dienstbode kwam weer bin- gestoord, zodat hj rusteloos de kamer op en neer liep, in gedachten foto's en andere voor werpen betastte en zonder iets te zien naar de aquarellen aan de wand staarde. Hj hoorde niet dat de deur open ging, maar even daarop wel een zacht geritsel en keerde zich met een bruusk gebaar om. Een ogenblik keek hj haar aan zonder zjn ogen te durven geloven en toen lachte Rilla. „Ja, ik ben het werkeljk", sprak ze een tikje bulten adem. „Het is een japon van uw grootmoeder. Is ze niet prachtig?" Of ze dat was, had Piers onmoge- ljk kunnen zeggen. Al wat hj' wist was dat de zonderlinge japon, met de grote pofmouwen en de vreemd gol vende rok, Rilla uitstekend stond. De zachte zjde had een glanzende zeegroene tint, die voor haar gescha pen had kunnen zijn. Die tint scheen zich te weerspiegelen in haar grjze ogen, terwjl haar rode haardos streng naar achteren was gekamd, maar in bekoorlijke krullen om haar oren en in de glooiing van haar blan ke hals speelde. „Welnu?" vroeg ze. „Hoe vindt U het?" Ze leek er groter, ook meer vol wassen in. Wel zag ze er nog; bekoor lijk jong uit, maar toch ontdekte hj iets in haar gezicht, dat hj nooit te voren bij haar had opgemerkt: Een belofte van zachtheid en lieftallig heid. Al zijn „goede voornemens" waren met één slag vergeten. Hj zag enkel en alleen die tedere belofte, waarvan ze misschien zichzelf niet bewust was, maar die uitstraalde van haar slanke jonge gestalte en haar kleine, hartvormig toelopende gezichtje. „Rilla!" zei hj hees, „Rilla!" En strekte onwillekeurig de armen naar haar uit. Eén ogenblik aarzelde ze, maar toen was ze vlak bj hem, de armen om zjn hals geslagen en haar war me jonge lippen opgeheven naar de zjne. „Ik had nog een hele t jd niets wil len zeggen", bracht hij er ten slotte uit. „Ik meende, dat ik jedat ik je eerst moest leren „En ik was helemaal niet van plan, je lief te hebben", bekende ze, met zachte, strelende lach. „Ik wilde je haten, voor altjd, maar je was zo aardig toen Jerry voor de professor speelde, dat ik integendeel tot een heel andere conclusie kwam". Haar zonderlinge woordkeus deed hem lachen, maar toen betrok zjn gezicht weer. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 4