KA PP IE EN DE SHOWBOAT
WENNEKER
C
MERKWAARDIGE VERRASSING
IN DE BUURT VAN HET ZWIN
zy
(/elddfutd
GROTE JAPANSE INPOLDERING
ONDER NEDERLANDSE LEIDING
VAL DA
De onverwachte erfenis
I
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 16 DECEMBER 1955
ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL
De buit van een trieste herfstdag
Op onze vorige natuurwandeling trokken we In een gevarieerd tempo,
de veranderlijke snelheid van de schelpenzoeker, over het Domburgse stand.
De zee bevond zich in een prettige stemming, die zich nitte In het alsmaar
zacht uitwaaien van fyne schelpjes over het zandoppervlak; ze speelde
vroegtijdig het knechtje van St. Nico laas, zo gul was ze met haar gaven
en zo speels stopte zij ze weg tussen allerlei onbelangrijke voorwerpen.
Zeeland is nu eenmaal een provincie, waar elk strandje zijn eigenaardi
ge eigen kenmerken heeft, zo rees als vanzelf de vraag: Wat zou de zee
bij Cadzand voor verrassingen hebben achtergelaten? De omstandigheden
moesten daar zo ongeveer gelyk zjjn geweest.
Maar toen de gelegenheid er was,
waren de omstandigheden allerminst
gelijk. Geen zon, geen ver en vrolijk
herfstlandschap met herfsteigen-
schappen. Mistige geslotenheid be
groette ons bij het opstaan (als men
dat nog begroeten kan noemen) en
tijdens het ontbijt regende het reeds
dat het goot. Dat werd dus thuisblij
ven, maar zie: nog was de laatste
broodkruimel niet over de tong of
door BAREND ZWERFMAN8
het was droog, er kwamen lichte stre-
Jien in de grauwe mantel, die het
andschap omhulde ende trein
was nog niet vertrokken.
Zo kwam het er nog van. Hoe ver
wensten we de busdienstregeling, die
ons, vlak bij Cadzand deed afdraaien
over Zuidzande naar Oostburg, maar
dit ongevraagd extra retourtje had
het voordeel, dat de ergste van de
buien, die nog zouden vallen, rondom
ons langs de wanden van de bus
neerplenste en ons onberoerd liet.
De zee had echter haar gemoede
lijkheid behouden; veel schelpen la
gen opeengehoopt en vele kleine ge-
IBERIA 22 ct
a gentleman's cigar
Een copie van deze tekening"kjl 9
10 x .25 cm ontvangt U n$
verzending van één gulden iö
postzegels aan,
Vêlasques, Meerveldhoven
valletjes lagen uitgewaaierd op de
rustige plekken. Hoe rijk ze ook hier
had gestrooid, kon later opgemaakt
worden uit het feit, dat zich meer dan
veertig wenteltrapjes onder de buit
werden gevonden. Niet dat ze opzet
telijk werden gezocht, maar elk exem
plaar wekt de hoop op soortgelijk ma
teriaal; het houdt om zo te zeggen
de moed er in en dit was heel nodig
bij de steeds meer dreigende lucht en
de nog altijd neerzijgende druilbuitjes.
Verrassing
Ergens, dicht bij de oude Zwinmon
ding had het verrassende voorval
plaats. Daar lag een oestertje, beho
rende tot het fossiele soort, voorlopig
aan te dulden als Ostrea plica ta. Toen
dit gewoontegetrouw werd opgeraapt
om het b\j de buit te voegen, bleek
het nog voorzien van de bijbehorende
dekschelp. Bovendien vertoonde de
laatste een nog muurvast aangehecht
laagje van de moederaarde, het „ge
steente", waarin de complete schelp
duizenden jaren bewaard was geble
ven, de „matrla", zoals dat deftig in
het latijn heet.
Het belang van deze vondst kan
men zich voorstellen, wanneer men
weet, dat fossiele schelpen door de
woelige branding meest zorgvuldig
van alle aanhangselen worden gerei
nigd en slechts Dij zeer hoge uitzon
dering blijven de bijeenbehorende
schelpen verbonden. Immers toen ze
werden ingebed in de bodemlaag had
den vele reeds een bewogen geschie
denis van verplaatsingen achter de
fiet is duidelijk dat op deze wijze
zelfs boringen zelden complete exem
plaren boven brengen en dat men de
aan het strand aangespoelde losse
kleppen slechts kan thuisbrengen op
vermoedens over de laag, waaruit ze
zijn omhooggekomen. Hier hadden we
nu door een grillig spel der natuur
een origineel en compleet exemplaar,
waaraan nog de originele bodemlaag
kon worden bestudeerd.
Er was nog een ander voordeel
aan deze vondst verbonden. In
één oogopslag zagen wij, dat het
„slot", de verbindingsmechaniek
Nieuw tijdschrift van de
C.H.U.
Zoals bekend, heeft de Christelijk
Historische Unie onlangs de Jhr. Mr.
A. F. de Savornin Lohman Stichting
fopgericht. Aan deze stichting is op-
edragen het zoeken van wegen om
e vraagstukken waarvoor de Chris-
telük-Historische Unie wordt ge
steld, aan ernstig en wetenschappe
lijk onderzoek te onderwerpen en op
zo ruim mogelijke schaal voorlichting
te geven ten aanzien van standpun
ten, welke in de Unie worden inge
nomen. Deze stichting heeft een eer
ste stap In deze richting gezet door
het „Christeljk-Historiscne Tijd
schrift" op te richten. Het bestuur
van de stichting treedt als redactie
op en is erin geslaagd, een aantal
deskundige medewerkers te vinden.
Het eerste nummer van deze drie
maandelijkse uitgave is inmiddels
verschenen. Het bevat belangwek
kende bijdragen:
Van mr. dr. J. van Brug-
fen over „De toekomstige ouder-
omsverzekering", van luit. generaal
b.d. M. R. H. Calmeyer over „Ne
derlandse defensie in onze tijd" en
van drs. A. D. W. Tilanus betreffen
de „Overheid en maatschappelijk
werk."
Het enthousiasme en de toewijding
waarmee de nieuwe uitgave is opge
zet, wekken goede verwachtingen
voor de toekomst.
0 De piloot van een Amerikaans hef-
schroefvllegtulg heeft met opzet zijn toe
stel doen verongelukken la de haven van
Lyttleton ln Nieuw-Zeeland om het leven
te redden van een aantal mensen, dat zich
op de kade bevond. De piloot slaagde
er ln zijn leven te redden. Een passagier,
die zich in het toestel bevond, werd door
twee duikers gered.
22. De opmerking van de
Meester over een gyroscoop
had Okkl's belangstelling
gewekt, maar het was hem
nog niet helemaal duidelijk.
„Dus een gyroscoop kan
een heel schip ln evenwicht
houden?" vroeg hij.
„Zeker", antwoordde de
Meester, „dat is technisch
mogelijk, als het vliegwiel
maar groot genoeg ls".
„Maar hoe kan nou zo'n
rondtollend vliegwiel een
schuit recht houden?" riep
Okkl verbaasd.
„Tja", bromde de Mees
ter, „dat ls niet zo makke
lijk uit te leggen. Weet Je,
waarom een draaiende tol
ln evenwicht blijft?"
„Omdat hij zo hard draalt
natuurlijkl" antwoordde
Okkl.
„Wel", vervolgde de Mees
ter, „zo'n gyroscoop ls nu
een reusachtige draaiende
tol binnen in een schip. En
omdat die met z'n as vast
zit, houdt hij het hele schip
in evenwicht. En zoiets hebben we nu hard nodig,
want als de storm nog iets aanwakkert, slaat deze
wankele schuit onherroepelijk om".
„Ik snap het nog wel niet helemaal", zei Okkl,
„maar als je bedoelt, dat we een grote draaiende
tol nodig hebben om vaster te liggen, dan weet lk
wel iets, dat daarvoor te gebruiken is!"
Meteen rende hij naar de grote feestzaal van de
showboat en., zette daar de draaimolen ln bewe
ging! Steeds sneller liet hij de molen ronddraaien,
tot deze snorrend rondtolde. En werkelijk, 't hlelpl
De showboat zwaaide niet langer wild heen en weerl
„Dat gaat krent!" zei Okkl.
van de belde schelpen, gaaf was
gebleven. Zou men de beide
schelpdelen dus kunstmatig van
elkaar kunnen scheiden, dan kon
men de juiste kenmerken van de
verbinding, de stand van de slot-
tandjes, vaststëllen, waardoor 't
mogelijk werd de ondetermineer-
bare dekschelpen van fossiele
oesters, die hier en in Domburg
aanspoelen, nader te onderzoeken
op de soort, waartoe zj behoren.
Onder deze overwegingen werd het
zeldzame voorwerp- zorgvuldig en
apart opgeborgen. Al 't andere viel
daar eigenlijk Dij in 't niet.
Het spreekt vanzelf, dat een derge
lijke vondst aanspoort tot doorzoe
ken; zelfs al brachten de donkere
wolken de regen, waarmee ze zo lang
hadden gedreigd en al begon plotse
ling een onaangename wind plagerig
deze regen neer te striemen. Einde
lijk werd het ons toch te bar en moes
ten we vluchten naar een tijdelijk op
non-actief gesteld koffiehuisje, waar
men ons toch op ons verzoek een kop
dampende koffie verschafte, zodat we
ons inwendig wat konden verwarmen.
Achteraf bekeken was het eigen
lijk een pet-dag, maar de bult, waar
onder enkele fossiele zoetwaterschel
pen en drie heel fraaie fuikhorens
verzachtte de narigheden. En het is
heel prettig te bedenken, dat ergens
In Nederland een geleerde gebogen
zit over een binoculair microscoop
om uit deze vondst te halen, wat er
uit te halen is. Misschien kunnen we
er later meer van vertellen.
Gevangenispersoneel van
België dreigt met staking.
De Belgische gevangenissen zullen
met Nieuwjaar waarschijnlijk zonder
bewaking zijn, want de katholieke
vakbond heeft een vooraanzegging tot
staking bij het ministerie van justitie
ingediend en bekend gemaakt, dat de
bij dit verbond aangesloten cipiers en
andere leden van het personeel der
Belgische gevangenissen op 1 Januari
gedurende 24 uur het werk zullen
neerleggen. Het personeel der gevan
genissen eist in een aan de minister
van justitie overgemaakt memoran
dum o.a. herziening van de loonschaal,
aanwerving van 30 cipiers en aanpas
sing van bepaalde vergoedingen.
Onderwijsinstelling
overtrad auteurswet.
De enkelvoudige kamer van de ar
rondissementsrechtbank in Den Haag
heeft Woensdag uitspraak gedaan in
de verkorte procedure tussen enkele
uitgevers enerzijds en een onderwijs
instelling anderzijds.
De uitgevers eisten dat de onder
wijsinstelling haar schriftelijke cur
sussen zouden stopzetten omdat deze
voor het overgrote deel uittreksels
waren uit door hen uitgegeven boe
ken, waardoor het auteursrecht werd
overtreden.
Rechtdoende heeft de rechtbank de
onderwijsinstelling veroordeeld om
binnen 24 uur het rondzenden der
schriftelijke cursussen te staken. De
rechtbank legde gedaagde voorts 'n
dwangsom op van 2.000 voor elke
overtreding, een schadevergoeding
aan eigenaresse en betaling van de
kosten van het kort geding.
LANDAANWINNING IN HET OOSTEN
Pleidooi voor meer mechanisatie
Duizenden naar een stuk eigen land hunkerende Japanse boeren hopen
vurig op verwezenlijking van de plannen voor inpoldering van de Ari-
akebaai die door een 40 kilometer breed schiereiland is gescheiden van
Nagasaki, en van het eilandje Decima, waar in vroeger eeuwen een Ne
derlandse handelsmissie was gevestig d. Gaat die hoop in vervulling, dan
zullen Japanse arbeiders, werkend volgens plannen, die Japanse in
genieurs en Nederlandse adviseurs baseren op de ervaringen met de in
poldering van de ZuMersee, 170.000 hectare vruchtbaar bouwland aqn de
zee gaan ontrukken.
Zo ver is het echter nog lang niet,
die plannen staan zelfs nog met op
papier. Eerst wil men nog een proef
nemen op kleinere schaal, namelijk
met de inpoldering van de 10.000 hec-
xx- T*-X_J,ata in de
naar het
inpolderingswerkzaam
heden zullen het volgend jaar be
ginnen. Slaagt dat inpolderingspro-
BIJ HOEST EN KEELPIJN
PASTILLES
ONTSMETTEND - VERZACHTEND
Gevangenisdirecteur of roofridder?
De directeur van de
'plaatselijke gevangenis
in Comacchio fit.) is
op het ogenblik zonder
werk. Toch stuift hij
telkens weer veront
waardigd op, als men
hem vraagt of hij elke
avond de driz enige ge
vangenen uit hun oei
losliet om in de buurt
rooftochten te onder
nemen. De drie mannen
•zélf wijzen een derge
lijke beschuldiging al
even heftig van de
hand. De politie is er
echter van overtuigd,
dat Dario Perini, de di
recteur, een onjuiste
opvatting heeft van
zijn taak. Een paar
avonden geleden zat zij
drie kerels op de hie
len, die by het binnen-
van een op
slagplaats op heter
daad werden betrapt.
Tot hun verbazing za
gen de agenten twee
van de vluchtelingen
door de voordeur de
gevangenis binnendui-
ken, terwijl de derde
naar de achterzijde van
het gebouw rende en
spoorloos verdween.
Met veel moeite geluk
te het de politie een
slaperige directeur aan
de deur te krijgen,
maar deze weigerde
botweg de agenten bin
nen te laten. „Alle
vreemdelingen, dus ook
dienaren der wet, moe
ten een door de reoh-
ter getekend papier
hebben om 's avonds
de gevangenis te mo
gen betreden" aldus
Perini. ,R>e drie gevan
genen slapen vreed
zaam. Niemand kan
hier binnengeslipt zijn,
want de deur was ge
sloten. Wel te rusten."
De afgewimpelde
agenten lieten echter
versterkingen aanruk
ken en hielden de ge
vangenis tot het aan
breken van de ochtend
omsingeld. Toen zij
eindelijk binnen moch
ten vonden zij slechts
de drie ingeschreven
gevangenen. Nu blijft
b\) de politie van Co
macchio een zeer sterk
vermoeden bestaan, dat
de drie inbrekers de
zelfden zijn als de ge
vangenen, maar dit is
volgens de nu werkloze
Perini onmogelijk.
Advertentie
GENEVER
ject, dan gaat men plannen maken
voor inpoldering van de Ariake-baal.
Besluit de regering tot inpol
dering van de Ariake-baal, dan
zal dat betekenen, dat Japan in
één slag een gebied wil gaan in
polderen, dat half zo groot is
als de totale oppervlakte van al
het sedert 1200 in Nederland in
gepolderde en drooggemalen
In de loop der eeuwen is ln Japan
rond 30.000 hectare land aan het wa
ter ontrukt, tegen in Nederland, se
dert 1200, rond 340.000 hectare.
Hoewel de Japanners zelf veel er
varing hebben met landwinning, heb
ben zij niet geaarzeld de raad in te
winnen van Nederlandse deskundi
gen. Zij beseffen, dat zij voor het
reusachtige project, dat thans in
eerste voorbereiding is, de kennis en
ervaring van Nederlandse water
bouwkundigen niet kunnen ontberen;
Nederlands advies
De Japanse waterbouwkundigen
hebben nimmer de durf getoond die
de Nederlanders moeten hebben ge
had toen zij kort na de eerste we
reldoorlog begonnen aan de inpolde
ring van de Zuiderzee. Zij hebben
nooit meer dan hapjes van 1000 hec
tare gelijk durven inpolderen.
Daarin zal misschien spoedig ver
andering komen. Voor een groot deel
zal dat te danken zjjn aan prof. P.
Jansen, hoogleraar aan de Technische
Hogeschool te Delft, die samen met
de hoofdingenieur van de Zuiderzee
werken, Adriaan Volker, drie maan
den lang de in Japan gevolgde me
thodes bestudeerde.
De twee Nederlandse deskundigen
zetten in een rapport over hun be
vindingen de tekortkomingen van de
Japanse werkwijze uitvoerig uiteen.
Prof. Jansen was niet zuinig met
zijn crltiek, die als volgt kan worden
samengevat:
1. De werkzaamheden worden uit
gevoerd in te langzaam tempo, waar
door veel arbeid te niet wordt gedaan
als gevolg van overstromingen, tai
foens en springvloeden.
2. De schaal is te bescheiden, waar
door de totale kosten op den duur
veel te hoog worden.
3. De inpolderingen zjjn nog veel te
weinig gemechaniseerd.
Op zijn advies vertrok Katsoeml
Degoetsji, een Japanse waterbouw
kundige, naar Nederland om een uit
gebreide studie te maken van de Zui
derzeewerken. Men verwacht dat hjj
in Februari zal terugkeren en dat hij
dan de leiding zal krijgen van de in
poldering van de Hatsjirogata-lagu-
ne en de Ariaka-baai.
Men overweegt ook Nederlandse in
genieurs te laten overkomen; bespre
kingen daarover zijn nog gaande.
FEUILLETON
Door Hargarot Malcolm
Weer greep hij haar steviger beet
en misschien besefte hij zelf niet hoe
veel kracht hij daarbij aanwendde
want plotseling viel Rilla, zonder ook
maar 'n woord te hebben gezegd,
voorover en zou op de grond zijn ge
gleden. als hij dit niet met een snelle
beweging van zijn kant had weten te
beletten.
En toen ze daar in zijn armen lag,
kwam er eensklaps een heel ander
gevoel over hem. Wat was ze toch
klein, mager en hulpeloos. Geheel
aan zjn genade overgeleverd en
tochtoch had ze tot het uiterste
gestreden. Een ontroering als hij
nooit tevoren had gekend, maakte
zich van hem meester. Was het me
delijden, tederheid? Ja, ongetwijfeld
beide, maar daarbij kwam nog iets
anders: Het verlangen om haar te be
schermen.
Hij nam haar op en droeg haar uit
het kleine museum, door de galerij en
de trappen af. Op haar neerkijkend,
bemerkte hij dat ze doornat was.
Haar oude rijbroek en trui kleefden
letterlijk aan haar lichaam en haar
laarzen waren doorweekt.
rij fronste de wenkbrauwen. El
lendig toch, dat hij elke dag om
ringd door gemakken binnenshuis
kon blijven zitten, terwijl dit kind in
de regen voor hem had staan werken.
Hij liep naar een klein vertrek,
waar hij dikwijls vertoefde en legde
haar op een divan, waarna hij de
eleetriscne radiator in de ha..rd aan
draaide. Toen nam hij een waterglas
van een zijtafeltje en schonk een
sterke whisky in.
Terwijl hij weer naar de divan
liep, begon ze tekenen van leven te
geven; hij liet zich op een knie naast
naar neer vallen en sloeg een arm
onder haar magere schouders.
„Probeer dit op te drinken", zei hij.
Kalm en gehoorzaam deed Rilla wat
haar gezegd werd. Ze kuchte en sput
terde wel, maar Piers was onverbid
delijk.
„Opdrinken", beval hij. „Misschien
vat je dan geen kou!"
Toen het glas leeg was, nam hj
het weg en voor het eerst keek ze
hem aan.
„U is erg vriendelijk", zei ze en
onwillekeurig schrikte hij van haar
verbaasde toon. *t Klonk alsof vrien
delijkheid wel het laatsté was, dat ze
van hem verwachtte. Hij was een
dwaas hij wist, dat hj een dwaas
was. want ze begreep immers, dat hij
in het nadeel was geraakt, en zou
dat zeker ten volle uitbuiten, maar
het maakte geen verschil. In dit ene
kwartier haa hjj iets geleerd, dat zijn
verdere leven zou veranderen.
Piers was van plan geweest, met
een vrouw te trouwen, die zijn naam
waardigheid en luister zou bijzetten.
Een vrouw met gezag en zelfbeheer
singzoals b.v. Eve. En inplaats
daarvan was hij verliefd geraakt op
een onopgevoed verwilderd kind, met
een hartstochtelijk temperament. Een
meisje, dat naar alle schijn er geen
been in zag, iemand voor wie ze nog
kort tevoren vriendschap had ge
toond, te beroven. Welnu, er restte
hem slechts één gedragslijn. Hij zou
haar onderrichten. In de eerste plaats
hoe ze hem moest liefhebben en dan
hoe ze een vrouw moest worden, zo
als hij die wenste.
De tijd daarvoor was echter nog
niet gekomen.
Hj liep naar de ouderwetse bel en
drukte erop.
„Ik zal mevrouw Honeysett laten
roepen", zei hj bedaard. „Zij zal je
andere kleren geven terw jl deze dro
gen en danWanneer heb je het
laatst wat gegeten?" vroeg hj plot
seling.
„Ik weet het niet vanmiddag
geloof ik", antwoordde ze vermoeid,
„maar maak u alstublieft geen zor
gen. Ik red me heus wel. ine maar,
ik ben niet zo erg nat en al veel war
mer. Laat me nu gerust naar huls
gaan!"
,Neen", hernam hj beslist. „Neen,
je moet me nog een paar dingen ver
tellen. En ik wjs je erop, dat je in
gegeven omstandigheden gee
pje met me kunt nemen. Je nel
de M
loopje
te doen wat ik wil!"
Voor ze kon antwoorden, kwam
een dienstbode binnen, wie hj ver
zocht mevrouw Honeysett te roepen.
Enkel minuten? later verscheen de
wat ademloze en geagiteerde huis
houdster, die een kreet van schrik
slaakte toen ze zag hoe Rilla er aan
toe was.
„Ik had graag, dat U voor juf
frouw Shandon een warm bad klaar
maakte en haar andere kleren, gaf.
Als ze klaar is, brengt U dan ons
iets te eten. Soep of wat U ook maar
heeft, mits goed heet".
„Goed, meneer", zei mevrouw Ho
neysett weifelend, „maar wat de kle
ren betreft
„O, U zult wel iets vinden", meen
de Piers, vol manneljke geringschat
ting voor zulke kleinigheden.
,Tja", hernam mevrouw Honeysett
hoofdschuddend. „Als U dan wilt
meegaan, juffrouw, zal ik eens
zien
Alleen gebleven, ging Piers zitten
op de zojuist door Rilla verlaten di
van en trachtte enige orde in zijn
gedachten te scheppen. Hj l.ad Rilla
Ref en was vast van plan, met haar
te trouwen, maar herinnerde zich
óók, dat hij haar eens had vergele
ken bij een schuw, ongetemd veulen.
Ja, hj zou heel behoedzaam te werk
moeten gaan, zich tevreden stellen
met na verloop van tijd wat terrein
te winnenen in de eerste plaats
moest dit bjna nachteljk avontuur
worden opgehelderd. Rilla was geko
men om hem te bestelen. Hj moest
zien te ontdekken waarom en ook
wat ze had willen roven. Piers kon
zich weliswaar niet voorstellen, dat
ze een afdoende verontschuldiging
zou weten aan te voeren, maar in elk
geval zou hj er een aanknopingspunt
voor een ernstig gesprek in vinden.
De dienstbode kwam weer bin-
gestoord, zodat hj
rusteloos de kamer op en neer liep,
in gedachten foto's en andere voor
werpen betastte en zonder iets te
zien naar de aquarellen aan de wand
staarde. Hj hoorde niet dat de deur
open ging, maar even daarop wel een
zacht geritsel en keerde zich met een
bruusk gebaar om.
Een ogenblik keek hj haar aan
zonder zjn ogen te durven geloven
en toen lachte Rilla.
„Ja, ik ben het werkeljk", sprak
ze een tikje bulten adem. „Het is een
japon van uw grootmoeder. Is ze niet
prachtig?"
Of ze dat was, had Piers onmoge-
ljk kunnen zeggen. Al wat hj' wist
was dat de zonderlinge japon, met de
grote pofmouwen en de vreemd gol
vende rok, Rilla uitstekend stond.
De zachte zjde had een glanzende
zeegroene tint, die voor haar gescha
pen had kunnen zijn. Die tint scheen
zich te weerspiegelen in haar grjze
ogen, terwjl haar rode haardos
streng naar achteren was gekamd,
maar in bekoorlijke krullen om haar
oren en in de glooiing van haar blan
ke hals speelde.
„Welnu?" vroeg ze. „Hoe vindt U
het?"
Ze leek er groter, ook meer vol
wassen in. Wel zag ze er nog; bekoor
lijk jong uit, maar toch ontdekte hj
iets in haar gezicht, dat hj nooit te
voren bij haar had opgemerkt: Een
belofte van zachtheid en lieftallig
heid.
Al zijn „goede voornemens" waren
met één slag vergeten. Hj zag enkel
en alleen die tedere belofte, waarvan
ze misschien zichzelf niet bewust
was, maar die uitstraalde van haar
slanke jonge gestalte en haar kleine,
hartvormig toelopende gezichtje.
„Rilla!" zei hj hees, „Rilla!" En
strekte onwillekeurig de armen naar
haar uit.
Eén ogenblik aarzelde ze, maar
toen was ze vlak bj hem, de armen
om zjn hals geslagen en haar war
me jonge lippen opgeheven naar de
zjne.
„Ik had nog een hele t jd niets wil
len zeggen", bracht hij er ten slotte
uit. „Ik meende, dat ik jedat ik
je eerst moest leren
„En ik was helemaal niet van plan,
je lief te hebben", bekende ze, met
zachte, strelende lach. „Ik wilde je
haten, voor altjd, maar je was zo
aardig toen Jerry voor de professor
speelde, dat ik integendeel tot een
heel andere conclusie kwam".
Haar zonderlinge woordkeus deed
hem lachen, maar toen betrok zjn
gezicht weer.
(Wordt vervolgd).