Van en voor de boekenplank
Romans uit vele windstreken en
van allerlei gehalte
Het oude Rome, werk over oud tin
en Europa's cultuurgeschiedenis
BOEIENDE LECTUUR OVER
HET WERELDGEBEUREN
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1955
PROVING! ALE ZEEUWSE OOUR NT
Boeken uit de Salamander-
en Nimmer Dralend-reeks
Van de volgende uitgeverijen ont
vingen v;ij herdrukken van romans
en novellen: Querido, Amsterdam,
(Salamanderreeks): Albert Hel
man, „Hart zonder land" (2e druk),
een bundel mooie verhalen, voor het
eerst in 1929 verschenen. Voorts
van Josine Reuling: „De heilige van
St. Jean" (2e druk), de roman over
een stil Zuidfrans dorp dat „ont
dekt" wordt en in een luidruchtige
artistenkolonie verandert. Van Hen
ry James werd het magnifieke
spookverhaal „In de greep" (The
turn of the screw) herdrukt.
In de Nimmer-Dralenreeks van
Nijgh en Van Ditmar te 's-Graven-
hage verschenen opnieuw de onvol
prezen „Nieuwe verhalen" van Bel-
campo, het eveneens zéér aanbeve
lenswaardige Molukse boek „Het
hout van Bara" door Beb Vuyk, en
een herziene druk van „Moord en
doodslag in Wolhynië". de opmer
kelijke roman van Elisabeth Augus-
tin.
Bij A. W. Sijthoffs Uitgeversmij.
N.V. te Leiden verscheen de tweede
druk der dundrukuitgave van de
omvangrijke roman „Whisky-soda"
van de Hongaarse auteur Zsolt
Harsany. en Van Loghum Slaterus,
te Arnhem brengt twee verzorgde
herdrukken van de breedopgezette,
krachtige, epische werken van
Theun de Vries, n.l. „Stiefmoeder
aarde" (10e druk), de „friese ro
man par excellence", en de 2e druk
van het eveneens voornamelijk in
Friesland (Harlingen) spelende
„Anna Casparii of het Heimwee".
Tenslotte is -er ook een herdruk,
maar van een bijzonder soort: de
uitgave van J. M. Meulenhoff/We-
reldbibliotheek, Amsterdam, van
Arthur van Schendels: „Shakespea
re, Verlaine". In één band zijn than3
deze van elkaar volkomen vrijstaan
de, magistrale rtudies verschenen
die Van Schendel aan deze grote fi
guren wijdde. Ieder die belang stelt
zowel in de behandelde figuren als
in de schrijver zal dit boek. dat bo
vendien zeer fraai van stijl is,
graag willen bezitten.
De volledige werken van
Stijn Streuvels.
Met grote regelmaat komen de
„Volledige werken" van de Vlaamse
schrijve- Stijn Streuvels van de
persen van de Wereldbibliotheek.
Wij ontvingen deel 8, dat de om
vangrijke historische roman „Ge-
noveva van Brabant" omvat, en deel
9. dat bestaat uit „Herinneringen"
en „Land en leven in Vlaanderen",
korte stukken, waarin de schrijver,
breedsprakig-schilderend als altijd,
maar ook altijd beeldend en onder
houdend. over allerlei onderwerpen,
zijn geliefde Vlaanderen betreffend,
vertelt- Wij blijven het nog steeds
betreuren dat de W.B. deze qua in
houd zo aantrekkelijke werken in
zo'n allernaarst jasje heeft gesto
ken. H. W;
William Shakespeare, een drietal
werken uit zijn oeuvre gecompri
meerd in een F.isma-uitgave van
de uitgeverij Het Spectrum te
Utrecht/Antwerpen. Deze uitgave
behoeft geen aanbeveling. Drie
eminente werken bevat dit boekske:
Koning Richard in. De vrolijke
vrouwtjes van Windsor en De
storm.
De uitgave kwam tot stand met
medewerking van Sijthoffs uitge
versmaatschappij in Leiden. De ver
taling is van dr L. A. J. Burger-
dijk, de bewerking is van prof. dr
F. de Backer en dr G. A; Dudok,-
voor een groot deel zijn toe te schrn-
ven, wees de auteur reeds op de
noodzaak voor het Westen, op maat
regelen te zinnen om de toenemende
communistische invloed tegen te
gaan. De 213 pagina's bevatten veel
wetenswaardigs, dat bij de beoorde
ling van de situatie van belang kan
zijn.
Atoompolitiek
Na een militaire loopbaan, waar
in hij beroepshalve geïnteresseerd
was in de ontwikkeling van de kern
energie en de gevolgen daarvan op
het gebied van de internationale po
litiek, heeft de Zweedse, admiraal
Elis Biorklund een boek geschreven,
dat in Nederlandse vertaling van
Sven Hof onder de titel „Atoompoli
tiek" is uitgegeven door Van
Loghum Slaterus te Arnhem. Dat dit
„historisch-politieke onderzoek naar
het probleem der atoomwapens tij
dens de jaren 1945 tot 1955" de aan
dacht waard is van degenen, die niet
met een oppervlakkige kennisne
ming van de feiten willen volstaan,
blijkt wel uit het feit, dat het boek
in niet minder dan 25 talen is ver
schenen.
De politieke gang van zaken in de
afgelopen jaren wordt geanalyseerd
aan de hand van de ontdekkingen,
die de wetenschap deed. Bovendien
besteedt de admiraal (die dit boek
geheel en al voor eigen verantwoor
delijkheid neemt) veel aandacht aan
de conferenties, die op touw werden
gezet om het dodelijke gevaar van
een atoomoorlog te bezweren. Met 'n
constructief voorstel wordt het leer
zame boek, dat 144 pagina's telt, be
sloten.
Wat sympathieker, zij het ook
niet bepaald een uitblinker in zijn
soort is de christelijke boerenro
man „Het leven begon opnieuw"
van Annie OosterbroekDut-
schun (Kok, Kampen). Een wat
dromerige boerenzoon wordt als
soldaat naar Indonesië gezonden
en komt, innerlijk slerk veran
derd en gerijpt in zijn omgeving
terug. Volgt het eeuwig scha-
keerbare clichéverhaal dat tel
kens weer lezers blijkt te vinden.
Mevrouw Oosterbroek schrikt
niet voor een ruw woord terug
hoor. En bepaald grappig is de
manier waarop zij soms opeens,
doodernstig haar geesteskinderen
toespreekt en begint te berispen,
in de trant van: „Toe nou Sonja,
dat is toch slecht van je, zoiets
moest je niet doen, etc". Happy
ending overigens, na veel ver
driet.
UIT HET DEENS.
Fluks naar een ander boek, een
vertaling uit het Deens: Alexis Ha-
reng's grillig gecomponeerde roman:
„Een avond in het cholerajaar": (J.
M. Meulenhoff, Amsterdam). Het
heeft ons enigszins verwonderd, te
lezen dat dit werk in Denemarken
sensatie heeft teweeggebracht. Want
ondanks zijn ontegenzeggelijke kwa
liteiten: zo'n meesterwerk is het nu
ook weer niet. Alexis Hareng is een
pseudoniem waarachter al dan niet
een bekend schrijver schuilgaat, maar
„al dan niet": het boek is zeker niet
vrij van de pretentie veel meer (voor
al diepzinniger) te willen ljjken dan
het is. Het is één tamelijk verwarde
opeenvolging van op nog al duistere
wijze samenhangende verhalen (waar
in soms leuke anecdotes voorkomen)
die twee stokoude dames en een be
jaarde professor elkaar vertellen tij
dens een dinertje op de avond van een
gedenkwaardige nacht (17 Juli 1853)
tijdens de choleraepidemie in Kopen
hagen. Het boek is nog al ongelukkig
uitgevallen: voor de liefhebbers van
lichte lectuur is het ontoegankelijk,
voor de „highbrow" ook niet erg lees
baar. Een boek voor snobs wellicht.
Greta Baars-Jelgersma die een zeer
verzorgde vertaling gaf, had er goed
aan gedaan ook een vertaling te ge
ven van de vele citaten en uitspraken
in vreemde, vaak zelfs minder alge
meen-bekende talen.
De beroemde Finse schrijver van
historische romans, Mika Waltari
(we noemen vooral zijn „Sinuhe de
Egyptenaar") brengt ons met „De
zwarte Engel" naar het Constantino-
pel van 1453. De hoofdpersoon, Johan
nes Angelus (de „engel"), van kei
zerlijke bloede, keert na een veelbe
wogen leven terug naar deze, zijn va
derstad, die, verzwakt door innerlijke
twisten, op het punt staat ten onder
te gaan door de aanvallen der Tur
ken. Uitvoerig wordt ons de strijd ge
schilderd, waarin eerst Angelus ge
liefde, en daarna hijzelf mede ten on
der gaan. Vanzelfsprekend is de lief
desgeschiedenis die door dit boeien
de, kleurrijke boek loopt zeer aan
grijpend. (Van Holkema en Waren-
dorf N.V., Amsterdam). Groter nog
dan Waltari en stellig niet minder
beroemd, is de Roemeense auteur Vir
gil Gheorghiu die vele lezers over de
hele wereld wist te treffen door zijn
„Het vijf en twintigste uur" en „De
tweede kans". Van hem verscheen nu
„De man die alleen reisde". (Uitge
versmij. PAX 's-Gravenhage). Dit
boek bevat een stuk autobiografie en
oratio pro domo: de Roemeense dich
ter Trajan Matisi. hoofdpersoon, lijkt
in zijn lotgevallen erg veel op Ghe
orghiu zelf, ook al is dit boek dan geen
zelfbeschrijving in de strikte zin van
het woord.' Matisi wordt n.l. door de
verwikkelingen waarin hij bekneld
raakt van antisemitisme en nazisme
beschuldigd. Analoog heeft men Ghe
orghiu aangevallen. Dit boek is een
antwoord op deze beschuldigingen.
Het is veel minder sterk dan „Het
25ste uur". De vertaling, uit het
Frans, is van Hohan M. Palm.
Besluiten we dit overzicht van boe
ken uit allerlei windstreken met de
uitgave (in de Prisma-reeks van
Spectrum, Utrecht) in twee deeltjes
van Dostojewsld's „De vernederden
en vertrapten". Het is zijn eerste gro
te roman, reeds vol dramatiek en ty
pische Dosto jewski-figurenonbere
kenbare gedrevenen, mensen die des
nachts leven, elkaar eindeloos bezoe
ken en even eindeloze gesprekken
voeren. Het is in deze uitgave nu on
der ieders bereik. De vertaling is van
J. C. van Wageningen. H. W.
Noblesse oblige
Na zijn eersteling, „De witte weg",
is de Vlaamse schrijver André de
Splenter vrij spoedig met een twee
de roman, „De onbewogen vlucht"
gekomen.
(Nijgh en Van Ditmar, 's-Graven
hage).
Het eerstgenoemde boek kon ons
maar matig bekoren, het tweede
nog minder. We zouden niet graag
beweren dat de schrijver geen ta
lenten heeft, maar hij dient nog heel
wat te leren (in de zin van af te le
ren), eer hij een volkomen aan
vaardbare roman afleveren kan.
Dit vaak hoogdravende proza wijst
op een groot gebrek aan beheer
sing en ervaring, en als we dan le
zen dat de schrijver toch al 35 jaar
oud is, zijn we verbaasd. We zou
den hem wellicht minder hard val
len als hij aanmerkelijk minder ta
lent had. Maar noblesse oblige.
Op gevaar af, verkeerd begrepen
te worden, bekennen we ronduit,
meer plezier te beleven aan het tege
lijk gezellige en ernstige boek van
zijn wat oudere landgenoot Lode Can-
tens „Jeroen de Vliegenvanger", be
helzende de wonderlijke geschiedenis
van Jeroen Drop, leurder met vlie
genvangers en voddenraper; 'een filo
sofisch aangelegd man die eerst de
wereld wel heel zwart bekijkt, maar
dan door toedoen van een pater
een doel in het leven vindt. Jeroen
gaat zich geheel toeleggen op het
snijden van beelden. Het merkwaardi
ge zelfkant-volk je van de Antwerp
se Scheldeoever brengt Cantens hier
ten tonele en hij doet dat met goed
verteltalent en Vlaamse verve. (Uit
gave: (Hofboekerij, Heemstede).
Volkomen talentloos melodramatisch
leesvoer levert ons iemand die zich
Philip Brommet noemt (en die moge
lijk ook wel zo heet) mét het boek
„Nancy". Zelfs op de buitenkant van
de omslag lezen we al: „Nancy, een
zeer begerenswaardige jonge vrouw,
ongekroond heerseres van de opko
mende badplaats; haar glorie en haar
ondergang..." en als we dan nog ver
melden dat het drama zich voorna
melijk afspeelt tussen deze beeldscho
ne en rijke Nancy, haar zuster Tine,
„lelijk als de nacht" ('t staat er) eri
een in het leven geslaagde maar in
zijn liefde (voor Nancy) mislukte
dorpsbibliotheekhouder in een plaats
je dat „opklimt" (ook dat staat er)
van eenvoudig dorpscentrum tot in
ternationaal centrum van vermaak,
dan kunt U zo ongeveer gissen wat U
te verorberen krijgt. Wj) voor ons
hebben nog het meest genoten van
het bijgevoegde aanbevelingsbriefje
waarin we de prachtzin aantroffen
(met hoofdletters en al): „Het be
treft de opkomst van een Hollandse
Badplaats en is Literair werk". Uit
gever is de Nederlandse Keurboeke
rij N.V. Amsterdam, 't Loopt niet zo'n
vaart hoor met dat „Literaire", luis
tert U maar naar een dramatisch
hoogtepunt: „Hij had door zijn daad
zijn eigen wezen vernietigd. En nu
verkeerde hij nog in dit pijnlijke hu
welijk, waarin alles tot de bodem ver
rot was door één misstap, waartoe
zijn noodlot hem had bestemd", (pag.
230).
Boeken, boeken, boeken In
deze maanden wordt de boe
kenmarkt weer overstroomd
door talloze nieuwe uitgaven en
zelfs de Sint, hoog op het dak,
is verdiept in wat een „Goed
heilig verhaal" zou kunnen
zijn. Overigens: wie met de
feestdagen een bo^k ten ge-
sclienke wil geven, heeft, keus
te over
V
tuurlijk, donker patina heeft verkre
gen. Nederland heeft het lang zonder
monografie over tin moeten stellen,
terwijl ons land toch door de eeuwen
heen zeer mooi* tinnen voorwerpen
heeft geleverd. Thans is dit werk er,
en men kan er niet dankbaar genoeg
voor zijn dat het is van de hand van
de heer A. J. G. Verster, zelf vergrijsd
in de dienst van het oude tin. Zijn lief
de voor dit mooie metaal en het edel
handwerk van de tinnegieter spreekt
uit elke bladzijde van dit standaard
werk. Een boek, eenvoudig, waardig
en sympathiek als het tin zelve.
„Slechte praatjes bij plaatjes" zegt
bescheiden de heer Verster, en dat
moge dan in zekere zin juist zijn (120
waarlijk magistrale vol-pagina foto's
van De Herder, Dingjan en Frequin
illustreren dit werk) het neemt
niet weg dat hij ons in zijn vijftal in
leidende hoofdstukken zeer veel we
tenswaardigs mededeelt over de werk
zaamheden en voortbrengselen van de
tinnegieters.
De hoofdstukken heten „Tin in
huis en herberg", „Tin in kerk en
klooster", „Gieten en gilden",
„Merken en bewerking", „Verza
melaars en vervalsers". Bovendien
is een zeer uitvoerige bibliografie
toegevoegd waarin vrijwel alle be
langrijke boeken en artikelen over
dit onderwerp worden opgegeven,
terwijl de uitvoerige beschrijving
van de ilustraties in twee talen,
Engels en Nederlands, is opgeno
men. (De foto's zelf dragen geen
onderschriften, zjjn enkel genum
merd). Het is een prachtig boek,
prachtig uitgegeven ook, dat men
telkens met liefde openslaat; een
werlt waarmee zowel schrijver, fo
tografen als uitgeefster grote eer
inleggen en waaraan de bezitters
groot genoegen beleven zullen. We
bevelen het daarom met warmte
aan aan een ieder die van tin
houdt.
(A. J. G. Verster: „Tin door de
eeuwen", J. H. de Bussy, Amsterdam,
geb. 18.90).
DRIE PRACHTIGE GESCHENKEN
Stuk voor stuk kostelijk bezit
De tjjd van het cadeaux geven breekt weer aan, en menigeen die de
leuze „geef een boek" tot de zijne heeft gemaakt, zal ongetwijfeld al
weer naar de étalages van de boekwinkels gaan kijken, teneinde met
de feestdagen iemand een verrassing te bereiden. Er zjjn tegenwoordig
voor élke beurs, ook de meest beperkte, boeken van topklasse te verkrjj-
gen, maar van zulke zeer goedkope uitgaven laat de uitvoering vanzelf
sprekend wel eens wat te wensen over. Voor de drie boeken waarvoor we
hier uw aandacht vragen, dient men echter een nog al behoorljjke som neer
te tellen. Ket zjjn echt boeken voor een speciale gelegenheid, voor een Sint
of Kerstman met een welvoorziene buidel. Hoe verschillend ook onderling:
stuk voor stuk vormen zjj een kosteljjk bezit. Persoonlijk zouden we moei-
Ijjk een voorkeur kunnen geven. Alleen dit feit: dat zjj alle drie zo uiter
mate geschikt zijn om iemand in uw familie of van uw vrienden eens echt
bljj te maken met een geschenk voor het leven, heeft deze drie werken hier
onder één hoofd samengebracht.
„Vita Romana, het leven in het
oude Rome" is de titel van het eerste.
Het is het beste werk van de bekende
schrijver over de antieke oudheid Ugo
Enrico Paoli, professor in Florence.
De N.V. uitgeverij Lieverlee te Am
sterdam bracht een tweede herziene
en uitgebreide druk naar de zesde
Italiaanse uitgave, vertaald en be
werkt door drs. Jac.. Storms en G. A.
J. Emonds.
In dit omvangrijke boek valt het
volle licht op het dagelijkse leven van
de Romein in de antieke tijd, een on
derwerp dat vrijwel iedereen interes
seert. Uit talloze bronnen, oude schrij
vers, oudheidkunstige vondsten, af
beeldingen en kunstwerken enz., kort
om uit een schier onoverzichtelijk en
vaak zeer dor feitenmateriaal heeft
de schrijver een reconstructie van het
leven in de oudheid weten te maken,
en hij geeft ons een uiterst levendig,
historisch volkomenverantwoord
beeld van dit huiselijke verkeer en
het gemeenschapsleven van de Romei
nen. Hoe en wat ze aten en dronken,
hoe ze sliepen, hun haar verzorgden;
hoe ze op reis gingen, zich vermaak
ten, welke scholen ze bezochten en
wat ze daar leerden, hoe ze de doden
begroeven, te veel om op te noemen.
(Het werk beslaat een kleine 500 blz.
tekst). Dat alles is zonder enige
zwaarwichtigheid verteld en uitge
beeld, men leest dit werk zo geboeid
alsof het een roman betreft, wat het
toch geenszins is. Integendeel, elke
opmerking is gedocumenteerd, overal
wordt naar de bronnen verwezen en
Advertentie
een „populariserend" boek, in de
slechte betekenis van het woord, is
het geenszins. Paoli geeft ook een bij
zonder instructief overzicht van de
ontwikkeling van de bouwkunst in
die tijd.
Honderden zeer fraaie illustraties
van minder bekende en juist daarom
zo interessante voorwerpen, kunst
werken e.d., en vele figuren in de
tekst begeleiden de hoofdstukken van
dit fraai uitgegeven werk dat elke
classicus en verder elkeen die zich
voor de oudheid interesseert gaarne
zal willen bezitten. Het boek kan ook
uitstekende diensten bewjjzen bjj het
onderwijs.
„Symphonie in grijzen
Van voorwerpen, vooral oude, ver
vaardigd van tin, gaat een eigenaar
dige bekoring uit. Tin is een zeer
mooi metaal, vooral als het een na-
Uit de wereldbibliotheek
De Wereldbibliotheek deed de derde
druk het licht zien van haar uitgave
Van den Vos Reynaerde (Klassieke
galerij nr. 8) ingeleid en verklaard
door prof. dr P. de Keyser. Bjj de
zelfde uitgeverij verscheen een uiterst
fraai liedboek, „Den Bloem-hof van
de Nederlantsche Jeught", naar de
drukken van 1608 en 1610 uitgegeven,
ingelegd en geannoteerd door dr L.
M. van Dis met medewerking van dr
Jac. Smit. Deze uitgave kwam tot
stand dank zij de medewerking van
de ministeries van Onderwijs in Ne
derland en België. Deze „bloemhof"
geeft een boeiende weerspiegeling van
"t letterkundige leven uit die dagen.
Men kan het werk vergelijken met
een jaargang van een literair perio
diek, waarvan de redactie nog geen
afstand heeft kunnen nemen en dus
zonder veel selectie heeft opgenomen.
Het boek is fraai verzorgd.
De Wereldbibliotheek deed voorts 't
lioht zien: „Brieven over de opvoe
ding van het jonge kind" van Pesta-
lozzi en „Vrede en Oorlog van Burger
Mahasjavi" van M. Y. Ben Gavriel,
Cultuurgeschiedenis
Het derde werk van topklasse Is de
„Cultuurgeschiedenis van Europa"
van de hand van de bekende schrijver
over wijsgerige onderwerpen dr. A.
Vloemans. (H. P. Leopolds Uitge
versmij. N.V. Den Haag). Het is een
lijvig samenvattend werk, waarin de
geestesgeschiedenis van ons wereld
deel vanaf de Germanen tot aan de
relativiteitstheorie op indringende en
vooral heldere wijze wordt behandeld
en uiteengezet in één doorlopend ver
band. De meeste werken in dit genre
(met uitzondering van de meesterlij
kemaar nog al érg persoonlijke „Kul-
turgeschichte der Neuzeit" van Egon
Friedell) zijn óf onleesbaar van
zwaarwichtige dorheid, óf veel te op
pervlakkig. Dr. A. Vloemans is ner
gens onleesbaar en nergens opper
vlakkig. Hij geeft treffende beknopte
analyses van de meest uiteenlopende
wijsgerige begrippen en systemen
zonder in een vakjargon te vervallen
dat de ontwikkelde leek niet meer
volgen kan. En hij maakt het zijn le
zer ook weer niet te gemakkelijk,
d.w.z. hij beschouwt hem als een be
hoorlijke tegenpartij en niet als een te
beleren onbenul. Zijn betoog is ernstig
en helder, zjjn conclusies zijn persoon
lijk en de vrucht van grondige studie.
In zo'n boek kan men het niet altijd
met de schrijver eens zijn, maar dat
verlangt ook niemand.
Gaarna wijzen we naar aanleiding
van dit boek nog eens op twee andere
werken van dr. Vloemans, n.l. „Leven
en leer der grote denkers" en
„Aristela, geschiedenis van de opvoe
dingsidealen" waarmede deze „Cul
tuurgeschiedenis van Europa" zeer
duidelijk in verband staat. Het boek
is prettig gedrukt en degelijk uitge
voerd.
HANS WARREN.
met Philips „Infraphil"
PHILIPS
»Infraphil«
ook bij: spierrheumatiek, ver
stuikingen, verwondingen, steen
puisten. verkoudheid, winter
handen en wintervoeten. Raad
pleeg Uw dokter.
BOEK VAN ZWITSERS JOURNALIST
PREMIER NASSER
....hoofdrol in Midden-Oosten....
De spanning in het
Nabije Oosten
De omslag, die J. J. C. van der
Maas tekende voor de nieuwste uit
gave van H. Meulenhoff te Amster
dam, vertoont een onheilspellende
Arabierenkop boven moskeeën en
boortorens van een petroleumbedrijf.
Geen twijfel mogelijk aan het onder
werp van dit boek, dat tot titel
kreeg „Conflict en intrige in het Na
bije Oosten". De Zwitserse journalist
W. Bosshard heeft deze beschrijving
van.de achtergronden van diverse
spanningen in het aangeduide gebied
het licht doen zien onder de titel „Ge-
fahrenherd der Welt". De Nederland
se vertaling werd gemaakt door Ton
Schilling, die zich met toewijding
van die taak gekweten heeft.
Bosshards beschrijvingen zijn gro
tendeels gebaseerd op eigen waarne
ming: hij reisde door het Nabije
Oosten in opdracht van de Neue Züri-
cher Zeitung. Van de strijd om de
Perzische olie, de rol van Mossa
degh, de staatsgreep in Egypte, de
ontwikkeling naar zelfstandigheid
van de Soedan en van de aspiraties
van de Arabische Liga geeft hij een
boeiend relaas.
Hoewel dit boek werd geschreven
toen nog niets bekend was over Tsje
chische wapenleveranties aan Egyp
te, waaraan de huidige spanningen