c both Wat is de stoel van uw keuze? VAN VROUW T01 VROUW VROUWEN IN ZEELAND GEEN SLANKE TAILLE - TOCH COMBINATIE-KLEDING! VRIJDAG 4 NOVEMBER 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 nxe ~üzctAH)(in/pacj'Ma IJZERSTERK, KLEURVAST, AFWASBAAR.. Van oudsher is het zo, dat wft aan iets nieuws moeten wennen, een pro ces dat soms allesbehalve snel gaat. Dat ondervindt men op ieder gebied. Het Is te constateren in de industrie bij oudere fabrieken, het Is te vinden bij gemeentelijke schoonheidscommis sies, die vaak een niet te doorbreken barrière vormen tegen (vaak niet ééns zo heel erg nieuwe) moderne ar chitectuur en we vinden het by on»- zelf. Het vreemde is, dat wjj deze geesteshouding by anderen vaak ver oordelen, maar by onszelf een soort heilige verontwaardiging met genoe gen constateren! Daar zijn nu bijvoorbeeld onze stoe len. Kijkt men eens rond op een meu belbeurs of voor een aantal etalages, dan blijkt grootvaders stoel (no. 1), ondanks het feit dat de vormgeving van 150 jaar terug dateert, voor velen nog volkomen aanvaardbaar. De mo derne versie van dezelfde stoel (no. 2) waarvan de armleuningen al dan niet bekleed kunnen zijn, wekt nog steeds een ernstig verdeelde stem ming op, hoewel er wezenlijk niet veel veranderd is. Wanneer wij echter met stoel 3 komen aandragen, dan barsten de onweersbuien los. En tocher is weer weinig veranderd, d-w.z, aan vorm: de poten zijn wat langer omdat de polstering ontbreekt. Heeft U er wel eens over nage dacht hoe onze stoelen er op het ogenblik uit zouden zien, wanneer de meubelontwerpers van Napo leon de beschikking hadden gehad over plastic, glasvezel en onze staalbewerkingsmachines Want stoel 3 heeft een zitting en leuning, in één stuk geperst van plastic met een wapening van glasvezel. IJzersterk, onbeperkt in zijn vorm geving, kleurvast en met een voch tige doek te reinigen, leverbaar in ieaere gewenste tint, vederlicht... We zouden kunnen verwachten (Advertentie) dat eigenlijk iedereen met een luid hoera deze stoelen zou aanvaar den! In werkelijkheid is, tenminste in ons land, het debiet nog beperkt tot enkele mensen die wij onvriendelijk aanduiden als „modernisten", al moe ten wij ook zeggen, dat toen „De Bij enkorf" deze stoelen in de „Ontdek Amerika"-afdeling had ingevoerd, de afzet bijzonder vlot ging. Laten wij er eens aan denken voor de eethoek, of voor de kamer van onze zoon of dochter; misschien zijn ze bij nader inzien toch nog zo gek niet, die plas tic stoelen! ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI De echtgenote van de Commissaris der Koningin in i§ Zeeland was zo vriendelijk, 1= te willen poseren voor het eerste van een korte reeks H „geschreven-portretten", wel- M ke wij dit seizoen op onze Vrouwenpagina brengen onder m de titel „Vrouwen in Zee- li land". Onderstaand artikel geeft de impressies weer, welke onze redactrice opdeed tijdens een interview met me- vrouw S. C. de Casembroot Van der Feltz. Herfstjaponnen van katoen. Europa's grootste katoenfabrikant, de Fransman Boussac in wiens fa brieken dagelijks 500.000 meter ka toen wordt geproduceerd, heeft on langs een fraaie herfstcollectie ge lanceerd van geklede en sportieve kleding, uitsluitend gemaakt uit ka toen. Speciaal bestemd voor deux- pièces, rokken en mantels was de stof „Ghislaine", een stevig soort ka toen dat er soms als linnen en soms als wol uitziet. Vooral de geruite „Ghislaine" blijkt een dankbaar ma teriaal voor herfsttoiletjes. De coutu riers van Boussac maakten onder meer bijstaande namiddagjapon uit deze soepele kreukvrije veredelde ka toen in een groot ruitdessin. De wij de driekwart mouwen worden door strakke manchetten ingehaald; de rok heeft het z.g. „zon-plissé". Advertentie) in fleurige kleuren Brehvol ^vwwvwwvw KEIZERSTRAAT ROTTERDAM pracht collectie JAPONSTOFFEN kamgaren ruiten, 130 cm breed p/mtr vanaf 8.®^ tot 32.50 Dames, die niet op zo'n heel slanke taille kunnen bogen, tonen zich in rok en blouse zelden op haar voordeligst en zeker niet, als ze ook nog wat klein van stuk zyn. En toch profite ren ze wel graag van de voordelen, die een z.g. combinatie biedt. Dan brengt de overgooier uitkomst, en vooral een slank makend model als hier getekend. U ziet hem op twee manieren uitgevoerd: de eerste in ef fen stof met een stikselgarnering van wat donkerder tint langs de randen, de tweede in tweed, waarbij de strek kende lijn door afstekende knopen geaccentueerd wordt. U heeft ervoor nodig ca. 2.25 m van 130 breedte. Van het patroon van de rokvoor- baan knipt U het heupstuk (h. st.) af. Van de zak maakt U twee patroon tjes, waarvan U er één aan het heup stuk plakt. U stikt de figuurnaadjes in voor- en rugpand en sluit de schouder- en zij naden. De voorkanten, de rughals en de armsgaten worden met in de vorm geknipte biezen van 3 cm breedte af gewerkt. Neem U de stikselgarne ring, dan tweemaal doorstikken met 1 cm tussenruimte. In de achterbaan maakt U de figuurnaadjes en legt U de plooi in, die U over de halve rok- lengte van binnen dichtstikt. Aan de zakopening van de voorbaan stikt U de losse helft van de zak. U zet het heupstuk aan de rok en verbindt daarna de zakdelen. Middenvoor legt U van rechts naar links een plooi, waarbij U er voor zorgdraagt, dat de bovenvouw 2 cm links van de mid- denvoorlijn komt, dus in aansluiting op de overslag van het lijfje. By het tweede model wordt deze plooi met knopen vastgezet. Bij de andere over gooier stikt U de plooi tweemaal over de gehele lengte door. U verbindt de rok met het lijfje en brengt in de linkerzijnaad een taille- split met een rits aan. De ceintuur maakt U 2 cm breed en ca. 110 cm lang. Desgewenst kunt U ook een doorlo- Van onze redactrice) I i ie, gezeten in de ambts- W woning van de Commis- saris der Koningin in Zeeland, zich een hort ogenblik overgeeft aan de sfeer in deze woning met haar hoge statige vertrekken en haar stijlvol oud meubilair, zou licht tot de illu sie kunnen komen, dat in deze historische omgeving de tijd heeft stilgestaan. Een ilhisie, die echter weer teniet wordt gedaan door de driftige twin- tigste-eeuwse bedrijvigheid van herstel- en restauratiewerk zaamheden in de onmiddellijke nabijheid van deze woning en een illusie die volkomen verdwijnt in een gesprek met de echtgenote van de commis saris. Want de vrouw van Zee- lands eerste burger staat mid den in dit leven anno 1955! DrieenUointig jaar is het geleden, dat mevrouw S. C. de Casembroot-baronesse Van der Feltz Gelderse van geboorte naar Zeeland kwam en zich vestigde in Westkapelle waar haar echtgenoot tot burge meester was benoemd. Sinds dien is er veel gebeurd in Zee land, maar mevrouw De Ca sembroot bleef Walcheren trouw! En de jaren waarin zij de rol va nburgemeestersvrouio in Westkapelle vervulde vanaf haar komst tot 19J(0, la ter nog van 191,6 tot 191,8 bleken van niet te onderschat ten nut te zijn toen zij in 191)8 geroepen werd tot het bekleden van de funcie van Zeelands eerste burgeres. Het opdoen van mensenkenyiis, het leren organiseren en met mensen omgaan zijn, aldus mevrouw De Casembroot, vjaardevolle ervaringen geweest voor haar in die periode die als het ware een voorbereiding vormde voor de plaats, welke zij sinds 191)8 in het Zeeuwse leven inneemt. Sprekend over deze plaats in het Zeeuwse leven komt men onwillekeurig tot de vraag: .Krengt de functie van eerste vrouw in de provincie erg veel beslommeringen met zich meel" Die beslommeringen zijn in derdaad talrijk! Daar zijn de maatschappelijke verplichtin gen wélke zich vooral doen gelden, nu het winterseizoen weer begonnen is; daar zijn de véle verenigingen die op de daadwerkelijke belangstelling van mevrouw De Casembroot kunnen bogen, zoals ,JLinder- zorg", de Soroptimistenvereni- ging, Raden van.' Toezicht op huishoudondemoijs. Voorts ts mevrouw De Casembroot onder meer hoofdbestuurslid van het Nederlands Bijbelgenootschap, ere-lid van de U.V.V. en Platte landsvrouwenbond, en presi dente van de afdeling Zeeland /Heozcuw C. 2e C-asemèzcel- bazonesse ~öan 2ez ellz der Nederlandse Federatievoor Vrouwelijke Vrijwillige Hulp verlening, welke laatste func tie vooral in verband met de momenteel op gang zijnde hulpactie voor vluchtelingen veel van haar werktijd in be slag neemt. En verder komt er eigenlijk nooit een einde aan de officiële gelegenheden van ve lerlei aard waarbij de echtge note van een Commissaris der Koningin aanwezig dient te zijn. Maar al deze beslomme ringen zijn, volgens mevrouw de Casembroot van zo uiteen lopende aard, dat zij tezamen een zeer afwisselend leven ga randeren! „Voor de oorlog toen de be langstelling voor ons gewest minder groot was dan tegen woordig, zal de echtgenote van een Commissaris der Koningin in Zeeland ongetwijfeld een rustiger leven hebben gehad dan heden ten dagemaar ik zou niet met de toenmalige si tuatie willen ruilen. Er zit nu-, populair gezegd, in dit leven veel meer muziek I élen kennen in onze pro- vincie de vrouw van Zee- lands hoogste ambtsdrager als „officieel persoon", onver moeid acte de présence gevend bij velerlei gelegenheden en evenementen. Vermoedelijk slechts weinigen kennen haar als de huiselijke natuurdie zij in feite is, genietend wan neer haar plichten haar niet el ders roepen! van de rust in de sfeervolle Abdijwoning te Middelburg, die als geen an dere omgeving de gelegenheid tot ongestoord werken en lezen biedt. Maar daarnaast al klinkt het wellicht wat para doxaal is reizen haar hobby. Reizen, meestal per auto, en bij voorkeur naar Zuid-Europa en het nabije Oosten (dit jaar werd Israël bezocht), waarbij mevrouw De Casembroot dan meteen de gelegenheid aan grijpt tot het beoefenen van een andere hobby: de fotogra fie, en speciaal de kleurenfoto grafie. Haar liefde gaat voorts uit naar de muziek zij volgt lezingen op muziekgebied en zingt in het koor „Oefening en uitspanning" naar lezen veel lezen! en naar tuinie ren, maar de beide laatste lief hebberijen schieten er vaak bij in tengevolge van bezigheden op ander gebied. ,J3en druk maar boeiend le ven, met als consequentie dat je inderdaad lééft, in de volste zin des woords", zo luidt haar slotsom, Toen iemand aan de Com missaris der Koningin eens de vraag stelde, of hij niet graag naar een andere provin cie zou gaan, luidde het be sliste antwoord ,Jgooit! Hier of nergens. Dan liever emigre ren!" En stelt men dezelfde vraag aan mevrouw De Casem broot dan blijkt zij deze uit spraak van haar man te on derschrijven, zij het dan in min der gedecideerde bewoordin gen. Ook zij geeft boven alle andere Nederlandse vrovinciën, de voorkeur aan Zeeland, daar mee bewijzend, dat zij, hoewél geboortig uit het Gelderse, in de achter haar liggende jaren Zeeuwse in denken en voélen is geworden! VVWVVVV*W*/\AA»VVVVWV\VV*WA<\AAAAAAAi'WWS/VWA'VVWS*A*VVW*/vVVW*\\V** pende knoopsluiting nemen, door aan de middenvoorlijn 8 cm aan te knip pen; 2 cm overslag en 6 cm voor het beleg. ELLA BEZEMER. PLOOlVQUW Mi ACljT^R' I STQFVQUWt W. 11% cm. Historie van een Hollands product Een onlangs verschenen historisch werk over de voeding in ons land, leert ons dat onze voorvaderen het wel wisten. Zij lieten zich de kaas niet graag van het brood eten, zomin in figuurlyke als in letterlijke zin! Want kaas was in ons land in vroe ger eeuwen zeer geliefd. In het buitenland moet het Neder landse product ook al gewaardeerd ,zyn, want in de 16e eeuw was onze uitvoer van kaas reeds belangrijk en in de 17e eeuw zou het zo worden dat we nog maar 2 overhielden voor eigen consumptie. Vooral de Edam mer kaas was in het buitenland zeer gezien. De Nederlander zelf hield het het liefst op schapenkaas. In de 16e eeuw b.v. stond de Texelse kaas bo venaan in waardering, daarop kwa men de Griendse, de ^s-Gravenzandse en de Edammer. Ook in de 17e eeuw is de schapenkaas geliefd, maar men beperkt er zich niet toe in zyn keuze. Zo gaven de rijke kooplieden de voorkeur aan kaas, die sterk gekruid was, van vreemde herkomst en bele gen. De gewone man at oude taaie kaas, de boer hield het bij zijn zoete- melkse of komijne kaas. Maar kaas eten deed men in verschillende stre ken van ons land vrijwel dagelijks. Ook het krijgsvolk en zij, die onze roemruchte vloot tot nieuwe helden daden voerden, hadden recht op een wekelijks kaasrantsoen. De algemene verbreidheid van kaas als volksvoedsel stamt al uit de 14e en 15e eeuw. Men belegde er graag het brood mee, echter zonder dit eerst te besmeren met het laagje bo ter, dat wij nu maar node zouden mis sen. Die gewoonte heeft men lange tijd volgehouden. Nog in de 17e eeuw achtte men twee zuivelproducten op elkaar wat te veel van het goede, vandaar de uitdrukking „Zuivel op zuivel is 't werk van de duivel". Waar mee wij echter niet willen zeggen, dat iedereen in die tijd zo afkerig was van dit duivelse werk! Mogen wij hopen, dat de goede ge woonte van onze voorzaten om dage lijks kaas te eten tot in onze dagen bewaard is gebleven De waarde van de kaas als voedingsmiddel is zekei niet verminderd. Een dagelijks rant soen van 20 g per persoon zou ook vooi ons 20e eeuwers geen overbodi ge luxe zyn. En wij behoeven ons heus niet te beperken tot kaas op het brood; ook in een warme maaltijd kan kaas verwerkt worden! Als er iets is, dat deze kolom voor schrijfster dezes zo aantrekke lijk maakt, dan zyn het de brie ven die geregeld binnen fladderen. Al le brieven, let wel: de boze zo goed als de vriendelijke, de contra's even zeer als de pro's. Want wat in het da gelijks leven zo zelden gelukt: het uitlokken van een openhartige me ning dat gaat op schrift van een leien dakje. De beleefdheid remt veel spontane opwellingen af, maar een pen en een blad blank papier doen vaak alle schroom verdwijnen! Misschien herinnert U zich nog, van enige maanden her, het incident met het knaapje. Niet een jeugdig mans persoon, let wel, maar een gebogen stuk hout met een haakje eraan, die nende ter ophanging van uw garde robe, om net eens keurig en precies te definiëren. Toen een onbekende bezoekster mijn vestibule betrad, meende ik haar een dienst te doen door haar op zo'n vacant knaapje aan mijn kapstok te attenderen, opzettelijk te haren gerie ve daar opgehangen. Waarop zy" my verbluft deed staan met de glimla chende openhartigheid, blijkbaar ter correctie van mijn provinciale piete peuterigheid: „O, maar ik ben niet zo erg netjes, ziet U". Ik heb over dit voor mij merkwaar dige verschijnsel een kolom lang mijn hart gelucht, voornamelijk over het thema: Dat had iemand in mijn jonge tijd eens moeten zeggenEn daar op is weer zo'n heerlijke rustige, grootmoederlijke brief binnengeko men, van de datum tot de onderteke ning in bedachtzaam schoonschrift, waarvan ik U de lezing vooral niet onthouden wil: Vermoedelijk heb ik ook mijn meisjesjaren ongeveer in de zelfdeperiode als U gehad; de tyd, dat Moeder aan tafel zei: Bene den de achttien jaren spreek je in ge zelschap niet, als je niets gevraagd wordt. En waarin de directrice van de Huishoudschool ons op de gangen aanhield als we te luidruchtig waren, en, met de hand haar lange rokken een ietsje ophoudend, ons zegde: Mijn ma heeft ons geleerd: een jonge da me ziet men, maar men hoort haar niet. En nu uw bezoeksterinder daad was haar reactie op uw attente vriendelijkheid erg fout. Zoiets zegt men niet als men de eerste keer er gens ontvangen wordt. Maar anders, die oprechtheid van de huidige gene ratie, zit daar niet iets in? Werd er J OPRICHT... OF S ONHtBBlUJK? vroeger niet teveel gehuicheld? Wa ren toen alle vrouwen netjes, of al leen soms bij de gratie van een puikje var. een dienstbode? Kon iedereen naaien, of had men vreoger goedkoop een dagnaaistertje die de garderobe verzorgde en in orde hield Zelve ben ik moeder van vier zoons en heb er drie getrouwd, en kom ik in hun gezinnetjes, danmoet ik zwijgen. Wat een moeder nog aan een dochter mag zeggen of raden, wordt schoonmama gauw kwalijk ge nomen. Maar ik kijk in de harten, en als er liefde is voor man en kinderen denk je: er moet nog veel geleerd worden, maar „het voornaamste" is er! Want ons leven op aarde is een leerschool van het begin tot het ein de, zoals mijh Vader altij'd zei (hij is onderwijzer). Ik hoop dat U veel reacties krijgt en er later nog eens over schryft". Heb ik een woord teveel gezegd? Is dit geen juweel van een brief, geschreven door een juweel van een vrouw? Iemand, die de deugden van haar generatie: bescheidenheid, keurigheid, respect voor andersmans wezen, zelfdiscipline en bondigheid dankbaai heeft bewaard, maar tege lijk zo jong en soepel van geest is ge bleven, dat zij niet is verstard in een eenzijdig verheerlijken van haar goe de, oude tijd. Nu zou haar hele brief niet ge schreven zijn, vermoed ik zo, als ik meteen had onthuld, dat myn bezoek ster alles behalve een jong ding was. Integendeel en oprechtheid van de jongere generatie kan voor haar dus niet als een excuus gelden. Maar dat neemt niet weg, dat er in het schryven van deze wijze schoonmoe der zoveel aangename levenswysheid schuilt, dat ik U er geen letter van onthouden heb. Ik zou haar alleen willen zeggen: Meen niet dat U mij voortdurend in jubelzangen zult horen uitbarsten over die héérlijke tijd van vroeger, al valt de mijne wel een generatie later dan de uwe. Want „Vroeger" had in derdaad heel nare, onoprechte, onfris se kanten, zowel lichamelijk als gees telijk. En ik zou niet graag veroordeeld worden om, al was net voor één dag, teruggezet te worden in de wereld van mijn jeugd! Wel wat de natuur, de stilte, dé schoonheid van het land schap betreft. Maar stellig niet in het dagelijks leven, de kleding en voeding, de hygiëne en het comfort. Ik ver lang geen moment terug naar de knooplaarzen en het plankstugge on dergoed, de scholen als pakhuizen met de saaie leesboeken en de ellen lange geel katoenen kousen en teken lappen van de handwerkles Maar niettemin sta ik met even voorzichtige reserve tegenover „Vandaag Want oprechtheid kan de tegenpool zijn van huichelarij, en als zodanig za] niemand die meer waarderen dan Saskia. Doch wanneer wij, zonder reserve of bescheidenheid, zonder besef van eigenwaarde of decorum alles maar onverbloemd in ons verblufte gezicht opgemerkt, uitgeflapt en zelfs gead verteerd krijgen dan passen wij toch voor een dergelijke oprechtheid, die een tweelingzusje is van onhebbe lijkheid. SASKIA.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 7