JIMMY BROWN als politie-chef
ZÓ DENKT MEN IN HET BUITENLAND ER OVER
Terugkeer op aarde van bemande
raketten een groot probleem
MOET H.B.S. 6-JARIG ZIJN
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 3 NOVEMBER 1953
DR. IR. J. KOOY OVER RUIMTEVAART
Reis om de maart in negen dagen
De afdelingen voor technisch wetenschappelijk onderzoek voor krijgs
kundige techniek en voor werktuig- en scheepsbouw van het Koninklijk In
stituut van Ingenieurs hebben Dinsdagmiddag in Den Haag een gecombi
neerde vergadering gehouden, waar dr. Ir. J. M. J. Kooy uit Breda, lector
aan de K.M.A., een voordracht heeft gehouden over ruimtevaart. Dr ir
Kooy, die ook voorzitter is van de Nederlandse Vereniging voor Ruimte-
vaart (een afdeling van de Koninklijke Vereniging voorLXtïaart)hM
run voordracht de titel gegeven: „Principiële mogelükheden van ruimte-
p van de hedendaagse technische en chemische hulpmidde-
De kunstmanen, die in de V.S. zul
len worden gebouwd, zijn circulaire
raketten, die zich als kunstmatige
satellieten in een vaste baan om de
aarde bewegen. De eerste grote stap
is het verwerkelijken van de onbe
mande circulaire raket.
Ir. M. Vertregt uit Den Haag, be
stuurslid van de Nederlandse Ver
eniging voor Ruimtevaart, heeft een
provisorisch ontwerp voor een raket
opgesteld, die in vier trappen op 500
km hoogte een circulaire baanbewe-
ging bereikt. Dit ontwerp wordt
thans door de werkgroep der ver
eniging bestudeerd. De raket heeft
een lengte van elf meter, een totaal
gewicht van 13.270 kg en een nuttige
last van 50 kg. De nuttige lastverhou-
ding bjj dit ontwerp is 265,4.
Wil men bemande circulaire raket
ten vervaardigen dan is een van de
eisen, waaraan deze projectielen moe
ten voldoen dat zij op de aarde kun
nen terugkeren. Het is dan nodig de
snelheid van de raket in de circulaire
baan af te remmen, wat ook slechts
door raketkracht kan geschieden. Een
ander probleem, waarvoor nog geen
oplossing is gevonden, is het afvoe
ren van de grote warmte-ontwikke-
ling 800 C°), die optreedt als het
voertuig door de luchtlagen naar de
aarde terugschiet.
Dr. Kooy betoogde dat de oplos
sing van dit vraagstuk alleen
mogelijk is bjj uïtstroomsnelhe-
den van 10 êt 15 km per secon
de.
Deze snelheden zullen waar
schijnlijk alleen kunnen worden
bereikt, zodra het gelukt atoom
splitsing toe te passen bij ge
bruik van waterstof als uitstro
mend medium.
Om uit de circulaire baan te gera
ken en een reis langs de maan te ma
ken moet het ruimteschip een snel
heid hebben van 11,1 km per seconde.
Aangezien de snelheid op de baan op
500 km hoogte 7,6 Ion per seconde
bedraagt moet deze dus aanzienlijk
worden opgevoerd. Dan is het moge-
lijk om met het ruimteschip zonder
landing op de maan dit hemellichaam
„achterom" te passeren en in onge
veer negen dagen op de circulaire be
weging om de aarde terug te keren.
Wanneer de mens tot Mars zou wil
len doordringen, dan zijn chemische
aandrjjvlngsmiddelen ontoereikend.
Daarvoor komt een ruimteschip met
electrische aandrijving in aanmer
king. Met zulk een ruimteschip van
280 ton aanvangsgewicht en 50 ton
nuttige last zou de meng de heen- en
terugreis naar Mars, zonder landing,
in ongeveer drie jaren kunnen vol
brengen.
EUVELEN VAN HET ONDERWIJS
bottpo^
cVirin
7ooc-de9°
De beste vulling ooi»
voo» ballpoints gemaakt.
Eis daarom beslist
de ecblo
voor Uw leeggeschrevoo
ballpoint!
Verkrijgt) OU!
ballpoinl-fyi
Een antwoord
Met grote belangstelling las ik het
artikel van collega Snijders (Goes) in
de Provinciale Zeeuwse Courant van
13 oktober naar aanleiding van mijn
korte beschouwing in het nummer van
8 oktober. Mag ik daarbij de volgende
kanttekeningen maken?
1. Het ging in mijn kroniek je niet
over „de euvelen van hét huidige on
derwijs", maar uitsluitend over het
toenemende tekort aan leraren; er
werd een middel aangegeven niet
door mij uitgevonden om aan dit
éne „euvel" een einde te maken; uit
het artikel van mr. Snijders blijkt ner
gens, dat dit niet inderdaad het geval
zou zijn als het plan werd gerealiseerd.
2. Evenmin werd door hem aange
toond, dat bij deze verwerkelijking de
door de voorzitter van de Vereniging
van Leraren aan rijkshogereburgen-
scholen genoemde begeleidende voor
delen achterwege zouden blijven: een
zekere onderwijsvernieuwing, minder
overlading, lagere kosten.
3. Natuurlijk ben ik het met mijn
opponent eens, dat het genoemde mid
del niet beschouwd mag worden als
een panacee: er blijven nog „euvelen"
genoeg over, als de plannen werkelijk
heid worden uit mijn artikeltje
blijkt nergens, dat ik dit ook maar een
moment zou ontkennen.
4. Wij zijn het er dus over eens, dat
het lerarentekort een angstwekkend
verschijnsel is tot mijn spijt blijft*
mr. Snijders in gebreke, door niet te
vertellen, hoe hij het .wil te niet doen.
5. Het spreekt wel vanzelf, dat ook
ik van mening ben, dat de huisves
tingsmogelijkheden te wensen overla
ten, maar over deze kwestie werd ner
gens gesproken.
Een feit
6. Resten de bezwaren, die zullen
ontstaan, wanneer de H.B.S. van 5-
jarig 6-jarig wordt. Er mag wel ter
loops worden opgemerkt, dat in het
project-Bolkestein, de nota-Rutten en
de nota-Cals deze 6-jarigheid als een
vanzelfsprekend feit wordt aanvaard,
terwijl ook de vakverenigingen der le
raren zich er voor hebben uitgespro
ken. De volgende bezwaren werden
genoemd:
a. Goede leerlingen kunnen de stof
wel in 5 jaar verwerken; ongetwijfeld,
al mag men niet vergeten, dat ook
voor deze kleine categorie te weinig
uren overblijven om naast het huis
werk voldoende sport te beoefenen,
de natuur te verkennen, muzikale vor
ming te ontvangen, te knutselen, lid
te worden van een jeugdvereniging en
te lezen om maar .te zwijgen van de
meisjes, die toch ook wel iéts mogen
leren van handwerken en huishoud
kunde; het blijft trouwens de vraag,
of het maatschappelijk en moreel ge
oorloofd is, terwille van de 20 procent,
die na 5 jaar het einddiploma haalt, de
hele school 5-jarig te houden; voor het
grootste deel der leerlingen Is de
H.B.S. al minstens 6-jarig!
b. Men zal het programma toch wel
verzwaren als de school 6-jarig wordt;
opgemerkt moet worden, dat het te
gendeel een conditio sine qua non is
in het besproken project, dat de in
spectie tegen uitbreiding kan waken,
dat het eindexamen geen hogere eisen
mag stellen dan vroeger en dat bepaal
de vakonderdelen zonder schade kun
nen worden gemist, als. men terecht
de ontwikkeling der wetenschappen
wil „bijhouden".
Ongewenst
o. Het is ongewenst, de studietijd
met nog een jaar te verlengen; er
werd al gewezen op het feit, dat voor
de meeste kinderen de H.B,S.-periode
toch al met een jaar wordt verlengd;
waar bij de 6-jarige kursus het aantal
zittenblijvers jaarlijks belangrijk klei
ner zal worden, is het aantal, dat een
jaar verliest, gering; trouwens, ook de
heer Snijders betreurt niet het feit, dat
het Gymnasium 6-jarig is en blijft:
ook daar is wel een deel van de leer
lingen, die de stof in 5 jaar kan ver
werken, maar niemand denkt eraan,
de klassieke opleiding te verkorten;
bovendien: in de nota's, die hierboven
werden genoemd, is naast de 6-jarige
H.B.S. met „voorbereidend weten
schappelijk onderwijs" de 5-jarige
A.M.S. of school voor H.A.V.O. gepro
jecteerd, "bestemd voor de leerlingen
van het M.O., die geen academische
vorming wensen.
Mag ik eindigen met de mededeling,
dat ik overtuigd ben van het nut der
onderscheiding in kern- en keurvak-
ken, van de noodzaak, het onderwijs
systeem zoveel mogelijk aan te passen
aan de mentaliteit van de kinderen
zonder de toekomst Uit het oog te ver
liezen en dus „de stof ontwikkelings
psychologisch te verdelen over de
schooljaren"?
Maar dat alles is bij een 6-jarige
(Advertentie)
f 26,-
2,75
4211 "TOSCA"
EAU DE COLOGNE
De frisheid van "4711"
met de romantische geur
van Tosca-Parfum.
4111 .KÖLIMISCH.
EAU DE COLOGNE
met dcvapo verstoven of tot per
soonlijke verfrissing aangewend,
verschaft die atmosfeer die het ken
merk van de ware beschaving is.
4211 "TROIKA"
EAU DE COLOGNE
met de aparte pittige geur van
Troika-Parfum.
Past bij het sportieve type,
2,25 tot 12,50
H.B.S. evenzeer gewenst en mogelijk
als bij een 5-jarige.
D. L. DAALDER;
GEREF. KERKEN (art. 81 K.O.)
Beroepen te Tiel-Zaltbommel: L.
W. G. Blokhuis, cand. te Oosterbeek.
63. Jimmy begreep eerst niet goed wat de bedoeling
was van de twee kerels die zijn richting uit stormden,
maar zij waren hem nauwelijks voorbij, of Jimmy be
greep het maar al te goed! Zij renden hals over kop naar
de politiejeep, die op het middenpad stond Jimmy zag,
dat de zwarte achter het stuur sprong, terwijl de ander
zich aan de andere zijde iri de jeep werkte. „Als er geen
contactsleuteltje in zit, beginnen ze nog niets", dacht
Jimmy, die echter voor alle zekerheid toch in de richting
van de jeep begon te sluipen, zoveel mogelijk dekking
zoekend achter de struiken. Met een schok hoorde Jim
my hoe de motor eensklaps aansloeg en geen seconde
later begon te jeep te rijden. De vent achter het stuur
accelereerde zo wild, dat het grint onder de wielen weg-
spaitteOp htezelfde moment sprong Jimmy te voor
schijn. Hij rende in gebogen houding achter de Jeep aan,
want hij wilde niet dat de kerels hem zouden ontdek
ken. Jimmy sprintte wat hij kon, greep het reservewiel
dat achterop zat en klemde er zich zo goed en zo kwaad
als dat ging aan vast. '<t Viel niet mee, daar de jeep
reeds grote snelheid had. Door de hoofdingang reden
de twee kerels het Vondelpark uit, draaiden op de
Stadhouderskade scherp naar rechts en reden dwars
door een rood verkeerslicht in de richting van de Hobbe-
mastraat
Concertgebouworkest
Morius Flothuis tot artistiek
leider benoemd.
Het bestuur van de Nederlandse
orkeststichting tot beheer van het
Concertgebouworkest deelt mede, dat
als nieuwe leden van het bestuur
zijn benoemd de heren dr F. Bender,
prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers en
mr. G. Landré.
De bestuursvergaderingen worden
bijgewoond door ar J. Hulsker, hoofd
afdeling Kunsten, als vertegenwoor
diger van de minister van 0„ K. en
W. en door mr. A. de Roos, de Am
sterdamse wethouder van kunstza
ken.
De heer Marius Flothuis is be
noemd tot artistiek leider. Door het
bestuur is een commissie voor artis
tieke aangelegenheden gevormd, be
staande uit de heren Eduard van Bei-
num, prof. dr. K. Ph. Bernet Kem
pers en P. C. Heuwekemejjer.
Even nadenken
De omschrijving voor dit kruis
woordraadsel luidt:
Horizontaal: 1. knaagdier, 5. gierig
aard. 9. wuft, lichtzinnig, 12. m me-
moriam, 14. eendengroen, 15. behou
dens de titel, 16. plaats in Brazilië,
18. Godin, 19. Eng. bier, 20. delfstof,
22. guitig. 23. dakbedekking, 24. vuil
nishoop, 25. emmer, 27. strook, 29.
voorzetsel, 30 maand, 32. lof, 33.
lengtemaat, 34. richting, 36. dun, 37.
bode, 39. zanger (in de Germ, myth.),
40. visschuit.
Verticaal: 2. klaar, 3. woonschip,
4. titel, 5. taai, zonder sap, 6. paard,
7. lengtemaat, 8. vr. munt, 10. voor
zetsel, 11. loot, ent, 13. wonder, 15.
tapperij, 17. viseter 19. laan, 21.
plaaggeest, 22. grondsoort, 25. bloed
vat, 26. trap. ladder, 28. dierenhuid,
30. lef, 31. bloem, 34. visgerei, 35.
zoon van Noë, 37. vogel, 38. deel van
de mast.
De drie lijnen op het bord met pit
ten moesten als volgt getrokken wor
den:
vraag naar
ROOS RIDEAUX
(afgepaste glasgordijnen)
'a-middags gekocht
's-avonds gehangen
(Advertentie)
Men zal zich herinneren hoe in Pont-
l'Evêque de gevangenis een vrolijk
tehuis bood voor. de zware misdadi
gers, die al vóór hun veroordeling de wens
koesterden daarheen gezonden te worden
Maar aan alle goede dingen ko7nt een ei/nde
en zo geschiedde het dat de directeur, Billa,
zélf voor de rechter stond om verantwoor
ding af te leggen voor deze merkwaardige
gang van zaken. En wie zou menen, dat
hy dit alles deed uit een opmerkelijke
levensblijheid, komt blijkens het verslag in
„France Soir" bedrogen uit
Weliswaar doet zijn uiterlijk denken aan
een bon vivant, die het niet zo nauw neemt,
maar zijn antwoorden zijn naïf en het blijkt
weldra, dat hij niet op kan tegen de subtiele
Grainville, zijn medeplichtige. Grainville
was een gevangene, die in feite in Pont-
l'Evêque voor directeur speede. „Ver
wacht maar niet, dat ik U feliciteer met
deze gang van zaken", zeidé de rechter
droogjes en Billa maakte een gebaar, waar
uit bleek, dat hij alle hoop had laten varen.
De rest van dit proces verloopt zakelijk
en zonder opwinding met wederzijdse be
schuldigingen, waarbij tenslotte als enige
verrassing het nog milde requisitoir en von
nis uit de bus kwamen.
Zo werd ook deze romantische geschiede
nis, waarover Frankrijk en de buitenwereld
hartelijk gelachen hebben, terug gebracht
tot een simpele affaire van machtsmisbruik
en verkeerd beleid van de verantwoordelijke
autoriteiten. Drie jaar lang kan Billa thans
in een andere gevangenis peinzen over de
wonderlijke loop van het leven.
TAAK VAN AMBASSADEUR
In de „Frankfurter Zeitung" verweert de
Duitse gezant in Buenos Aires, dr. Ter-
denge, zich tegen de verwijten uit zjjn land
betreffende de rol van de ambassadeur in
Argentinië. Hg accepteert in principe het
recht van de openlijke critiek en dienten
gevolge ook met een zekere gelatenheid de
verkeerde voorstellingen, die daarin tot
uiting kwamen.
Hij komt dan op tegen de beschuldigingen,
dat hij al te vriendschappelijk omging met
dictator Peron. Ook de andere diplomatieke
vertegenwoordigers moesten zich recht
streeks tot de president wenden, wilden z$
iets bereiken.
Een persoonlijkheid van het nieuwe be
wind in Argentinië verzekerde hem, dat hg
het de plicht achtte van een diplomaat zo
goed mogelijk om te gaan met de functio
narissen, die het op dat ogenblik voor het
zeggen hebben. En in dat verband verwijst
de beschuldigde naar het voorbeeld van
Frangois Poncet, de bekwame Franse am
bassadeur, die in Duitsland de Franse be
langen diende tijdens het Hitler-régime
maar ook na de tweede wereldoorlog.
ADVIES
De spanning in het Midden-Oosten vraagt
op het ogenblik sterk de aandacht. In dit
verband is het interessant, dat blijkens een
relaas in de „Manchester Guardian", welk
blad daarbij weer mr. Sulzberger, diploma
tiek correspondent van de „New York
Times" citeert, er een scherp verschil van
mening is tussen de Amerikaanse adviseurs
in Israël en in de Arabische landen.
De Amerikaanse officials in de Arabische
hoofdsteden staan er op, dat tegenover
Israël een krachtige politiek wordt gevoerd
wil het Westen niet dé oliebronnen en de
strategische vliegvelden in gevaar gebracht
zien. Er zijn er zelfs, die menen, dat men
desnoods een einde moet maken aan alle
economische en militaire hulp door het
Westen aan Israël.
Maar in Tel Aviv verzekeren de adviseurs
aan Washington, dat men pas resultaat be
reikt door economische druk op Egypte en
een dumping van Amerikaanse katoenvoor-
raden. om dit land tot rede te brengen. En
mr. Sulzberger constateert, dat het enige
resultaat van deze tegenstrijdige adviezen
tot dusver een impasse was in de politiek
van Washington met betrekking tot deze
situatie.
DE PLAATS VAN SPANJE
De Spaanse ambassadeur ïn Washington,
José Ma. de Areilza, schrijft in een ingezon
den brief aan de „The New York Times"
dat hij met grote belangstelling vernam, dat
Spanje niet tót Europa behoort. Dit was
volgens de „New York Times" het geval
blijkens een redactioneel artikel na de dood
van de Spaanse wijsgeer Ortega y Gasset.
Het is lang geleden zo constateerde de
Spaanse ambassadeur, dat iemand schreef,
dat Afrika begon in de Pyreneeën"waar
mede bedoeld werd dat Span je een Arabisch
land was. (Overigens geen belediging maar
een eer, aldus de schrijver.)
De ambassadeur merkte vervolgens op,
dat het blad door Spanje van de Westerse
cultuur af te zonderen 8000 jaar geschiede
nis uitvlakt alsof die konden worden ge
ïgnoreerd door de „wishful thinking" van
een hedendaags journalist.
De ambassadeur begeeft zich dan in een
verdediging van de Spaanse wijsgeer
Ortega y Gasset, die in 1930 van mening
was, dat Spanje leed onder een gebrek aan
„Europese cultuur" en een aantal maat
regelen opsomde om hierin verbetering te
brengen. Het resultaat was, zo schreef de
ambassadeur, de burgeroorlog met alle ge
volgen, daaraan verbonden.
Hij herinnerde er aan, dat de wijsgeer in
1936 door linkse groeperingen werd achter
volgd als een „gevaarlijke fascist". Toen
ervoer hg persoonlijk, aldus de ambassa
deur, wat de „opstand der horden" be
tekent. Hij roemt dan Ortega y Gasset als
een toegewijd Spanjaard en besluit, dat men
zich niet weer zal laten meeslepen door
holle frasen over een „Europeanisme".
Ortega y Gasset zélf schreef eens, dat er
niets meer onoprecht en vijandig tegenover
de werkelijkheid is als deze gemeenplaatsen.
In de „New York Herald Tribune" schrijft
Georges Rotvand uit Parijs een Frans
man die deelnam aan de Spaanse burger
oorlog aan de zijde der regeringstroepen
dat Ortega y Gasset niet gemeen had met
een nazi of een- fascist.
PIN-UPS BIJ DE SOWJETS
„France Soir" bracht uit Genève van de
conferentie van de Grote Vier een verhaal
over pin-ups bij de Sowjets. Ook de Sowjet-
delegatie houdt thans persconferenties in
de nieuwe stijl op deze conferentie. En dit
niet alleen om kennis te maken met de Wes
terse pers, er is méér, aldus het Franse
blad.
De heer Ittytsjew, anders altijd streng en
nogal wat ruio in zijn optreden, was ditmaal
omringd door twee charmante vrouwen,
mevr. Ratiani klein en donkerbruin en
mevr. Vidiasova groot, blond en zelf
verzekerd.
De heer Tllytsjew opende de conferentie
met een lange opsomming van de belang
rijk persoonlijkheden van de Russische dele
gatie om te eindigen met zijn eigen naam te
se benmvnelijke (sic) informateur". (Luid
noemen onder de toevoeging„Uw dagelyk-
gelach onder de journalisten.)
Mevr. Ratiani begon daarna hevig blo
zend aan de vertaling van de vragen van
de journalisten, die o.m. de ondeugende
vraag poneerden of de aanwezigheid van
-oveel Russisch vrouwelijk schoon bij de de
legatie ook Iets te maken had met de nieu
we geest van Genève.
„Neen", antwoordde Hlytsjew, „dit is al
leen maar een bewijs van de gelijke rechten
van de vrouw in de Sowjet-Unie."
Vragen en antwoorden volgden elkaar op
in een sfeer van vriendelijkheid en welwil
lendheid, Tenslotte begaf de Rus zich onder
de journalisten om met allen persoonlijk
kennis te maken. Hij raakte verloren in een
dichte menigte, alsmaar handen schuddend
en plotseling hoorde men de bekoorlijke
maar o zo verlegen mevr. Ratiani, tot ie
ders verbazing, ontsteld mompelen: „J'ai
perdu mon patron, mais oü est done mon
cher patron?" („Ik zie mijn, chef nergens,
o, waar ia toch m\jn goede chef?")