KAPPIE EN DE GROENE WIMPEL
De Duitse Evangelische Kerk wil
verbinding Oost en West
bó&im
Ook Spierpijn
E
N.V.v.h. GEBR.
POLAK
VLISSINGEN
SPIONNERENDE DIPLOMATEN
TIJDENS KOREAANSE OORLOG
ZELFBEDIENINGSWINKELS
GROEIEN IN AANTAL
Waar is de
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 1 OCTOBER 1955
INTERVIEW MET DR. MARTIN NIEMOELLER
De kerk lijdt bitter onder
de verdeling van Duitsland
(Van een speciale verslaggever)
„De Duitse Evangelische Kerk is op het ogenblik de enige organisatie,
welke zeer bewust de verbinding tussen Oost en West handhaaft. Zij is
daardoor een zeer positieve factor voor de hereniging. De Kerk weigert het
IJzeren Gordijn als een absolute scheiding van beide landsdelen te erken
nen. Dat heeft voor een deel een practische reden. Ongeveer vijf en dertig
procent van allo Duitse protestanten wonen in de Oostzöne; dit gebied is zo
goed als geheel protestants. Maar zwaarder weegt het besef, dat wij tóch
broeders zyn, dat w\j bij elkaar horen, hoe verschillend ook de wegen zyn
die wij gaan. Want wij zyn Christus' volgelingen. In dit besef worden alle
tegenstellingen verzoend". Aldus dr. Martin Niemoellcr, de bekende en zeer
militante Duitse Evangelische predikant in een kort vraaggesprek, dat ik
met hem mocht hebben.
Dr. Niemoeller bezocht Nederland,
om een deel mee te maken van een
conferentie van Kerk en Vrede,, de
geloofsgemeenschap van antimilita
ristische christenen. Zaterdagavond
1.1. sprak hy in het gebouw van de
Vrye Gemeente te Amsterdam over
het onderwerp: „Duitsland tussen
Oost en West", Zondagmorgen leidde
hij een kerkdienst in het Theater Car
ré. Ik vond hem 's avonds in de be
stuurskamer van de Vrije Gemeente,
omstuwd door allerlei mensen, die in
lichtingen wensten, een radio-inter-
interview voorbereidden, of hem
slechts wilden begroeten. Temidden
van deze branding stond de tengere,
gebruinde man met zijn brandende
oogopslag, en zijn smalle, vastbeslo
ten en toch gevoelige mond. Hij was
rustig, vriendelijk, maar beslist, even
rustig en beslist als hy tevoren in zyn
rede was geweest.
Toen had hij betoogd, dat voor
Duitsland de kans op hereniging voor
lange tijd zou zijn verkeken, omdat
de Sowjet-Unie zich bij de huidige
toestand heeft neergelegd. Zij heeft
geen enkel belang meer by de Duitse
eenheid, omdat de intrekking van de
Parijse verdragen daarmee niet meer
te bereiken valt. Nu stuurt zij het er
op aan, dat West-Duitsland met Oost-
Duitsland in rechtstreeks contact
treedt. Bonn weigert dit nog steeds,
omdat het absoluut voor het Westelij
ke blok heeft gekozen. Maar Adenau
er heeft in Moskou ervaren, dat de
politiek van kracht als een zeepbel
uiteen is gespat. Eens zal hij ook ge
noodzaakt zyn, onderhandelingen met
het regime in Pankow te openen. Dan
is de verdeling voorlopig definitief.
De beide landsdelen houden elkaar
met hun nieuwe legers ongeveer in
bedwang, Iets onvoorziens kan er vry-
wel niet meer gebeuren, waardoor
voor de grote mogendheden dit pro
bleem niet meer zo dringend is. De
zaak is „bevroren".
Nieuwe politiek
Aangezien Duitsland echter een
spanningsveld blijft, waar, als de wan- j
hoop en het gevoel van onvrijheid ten
top stijgen, allerlei hoogst gevaarlyke
uitbarstingen kunnen optreden en
zelfs een nieuw nationalistisch mili
tairisme mogelijk is, pleitte dr. Nie
moeller voor een nieuwe internationa
le politiek. Het zou er een moeten zijn
van oplossing der spanningen door
nieuwe onderhandelingen en vermin
dering der bewapening, gecombineerd
met een Europees veiligheidsstelsel,
waarvan de door allen gegarandeerde
neutraliteit van een herenigd Duits
land de kern is. Op deze wyze zou
Duitsland, dat toch altyd tot het Wes
ten zal blyven behoren, de brug tus
sen Oost en West kunnen zijn.
De kerk lijdt
Uit deze schets van de politieke si
tuatie, die hier overigens zeer be
knopt is weergegeven, vloeide mijn
vraag naar de positie van de Duitse
Evangelische Kerk in het huidige
krachtenveld als vanzelf voort. Dr.
Niemoeller wees er in zijn antwoord
op. dat de Kerk onder de verdeling
van Duitsland bitter lijdt. Alleen al
uit een oogpunt van bestuur stelt zij
ons voor grote moeilijkheden. De ver-
Advertentie j
en rheumatische pijnen
wryft U weg met
bindingen met het Oosten z(jn uiterst
moeilijk te handhaven. Bovendien is
er eeri zeer scherpe grenscontrole, die
de uitwisseling van boeken en ge
schriften ernstig belemmert. Men
hjy adres
VOOR IJZERWAREN,
GEREEDSCHAPPEN
ENZ.
weet eenvoudig nooit van te voren,
wat zal worden doorgelaten en wat
terugkomt.
Dat alles is ook psychologisch van
invloed, aldus dr. Niemoeller. Men zou
willen mai-cheren, maar men ontdekt
telkens opnieuw, dat men zeer moei
zaam door een moeras waadt, en dat
men elke voetstap op die tocht zeer
weloverwogen moet zetten. Dat is op
de duur zeer vermoeiend. Het gevaar
bestaat dan ook, dat men het plezier
in dit werk verliest vooral wanneer
iedere nieuwe stap telkens weer ver
moeiender blykt te zjjn dan de voor
gaande.
In de Oostzöne
Aan de andere kant is er veel posi
tiefs, zo vertelde dr. Niemoeller ver
der. De gemeenten in de Oostzöne
met uitzondering van die in het vijf
kilometer brede verboden gebied
langs de zönegrens, waar elke geeste
lijke verzorging verboden is verto
nen een opgewekt kerkelijk leven.
De kerkdiensten, de diaconale zorg,
de catechisaties en de bevestiging van
nieuwe lidmaten verlopen volkomen
normaal. Ook de door de staat ver
strekte gelden komen gewoon binnen.
Het gevoelige punt in dit alles is uiter
aard de politiek. Het bekende conflict
algemeen probeert de staat de kerk
niet onnodig te provoceren, zolang de
ze zelf geen moeilijkheden veroor
zaakt. Müt de overheidsfunctionaris
sen valt te praten, men kan hun zelfs
een scherp woord van critiek toevoe
gen, mits men de ideologie maar on
gemoeid laat. Ook is het vaak opval
lend, hoeveel de voorgangers in hun
prediking nog kunnen zeggen. Maar
uiteindelijk is het doel van de over
heid toch wel, de kerk te degraderen
tot een soort van religieuze provincie
en dat is een positie, die zij niet
kan aanvaarden.
Onderhandelen
Over de taak van de kerk In het
Europese spanningsveld had dr. Nie-
BURGESS EN MACLEAN
China niet bedreigd.
De subcommissie voor de binnen
landse veiligheid van de Amerikaan
se senaat onderzoekt op het ogen
blik of de naar de Sowjet-Unie uit
geweken Britse diplomaten Burgess
en MacLean ten tijde van de Kore
aanse oorlog strategische gegevens
aan communistische landen hebben
doorgegeven, aldus is Donderdag
door senator Eastland te Washing
ton meegedeeld.
Eastland, de voorzitter van de
subcommissie, zei aan minister Dul
les om inlichtingen te hebben ver
zocht over het contact tussen het
Amerikaanse departement van bui
tenlandse zaken en beide Britse di
plomaten.
Een van de doelen van het onder
zoek is, zo zei de senator, vast te
stellen of Burgess of MacLean de
leiders van communistisch China
Aesthetische vorming
op de scholen.
Het ligt in de bedoeling de aesthe
tische vorming op de scholen zoveel
mogelijk te stimuleren. In verband
hiermede ligt het in het voornemen
van de minister aan o.m. de volgende
instellingen subsidie te verlenen:
VAEVO, stichting sehoolconcert;
het toneelgezelschap Puck en het
Scapino ballet, zodat deze in staat
zijn tegen een betrekkelijk geringe
vergoeding schoolvoorstellingen te
geven of voor zover het de VAEVO
betreft aesthetisch onderwijsmate
riaal te verschaffen.
Voor de activiteiten van het bouw
centrum te Rotetrdam is thans
15.000 opgenomen.
hebben meegedeeld, dat zij geen
Amerikaanse aanvallen op hun land
behoefden te vrezen, indien zij zich
zouden mengen in de Koreaanse
oorlog.
Toen de communistisch-Chinese
troepen eind 1950 Noord-Korea bin
nentrokken was Burgess tweede se
cretaris van de Britse ambassade te
Washington en MacLean hoofd van
de afdeling Amerika van het minis
terie van buitenlandse zaken te
Londen. Beide diplomaten verdwe
nen in 1951.
moelier in zijn rede
3 enige op
merkingen gemaakt, toen hij betoog
de, dat de Christenen in het Westen
onmogelijk de broeders in het Oosten
kunnen bevrijden en zeker niet door
middel van een oorlog. Er zou na af
loop eenvoudig niets meer te bevrij
den zijn noch zouden er bevrijders
over zijn. Wij zijn nu een nieuw tijd
perk van onderhandelingen ingetre
den. Het is nu de vraag, of de Chris
tenen er niet aan kunnen medewer
ken, dat de besprekingen gladder ver
lopen of zij de atmosfeer er voor
niet kunnen helpen verbeteren, de
geesten ertoe bereid maken. Maar al
te veel bestaat nu nog over en weer
de neiging, elkaar te „verteufeln".
Aan deze haatpsychose mogen de
Christenen niet toegeven noch aan
de verbreiding ervan medewerken. In
tegendeel moet dit nieuwe stadium
een reden van grote blijdschap zijn
voor die Kerken, die reeds op de bij
eenkomst van de Wereldraad in
Evanston op de noodzaak ervan heb
ben gewezen.
Thans 205 in Nederland.
Volgens het door de vereniging
van zelfbedieningsbedrijven inge
stelde onderzoek, waren er bij de
aanvang van dit jaar in ons land in
totaal 205 zelfbedieningsbedrijven
gevestigd, waaronder 124 zelfstan
dige zaken, 71 filialen van groot
winkelbedrijven en 10 coöperaties.
Het grootste aantal zelfbedienings
bedrijven is gevestigd in Noord-
Holland en Zuid-Holland, de twee
provincies met de grootste bevol
kingsdichtheid. Noord-Brabant komt
met 27 bedrijven op de derde plaats
en Gelderland met 21 en Overijssel
met 17 bedrijven op resp. de vierde
en vijfde plaats.
Er zijn reeds meer dan 160.000
B.B.-ers, die in tijden van nood
de behulpzame hand kunnen
bieden. Geregeld stellen zij
een stukje van hun vrije tijd beschikbaar voor oefening
met modern en uitstekend materiaal. Maar er moet nog
meer hulp komen. Op elke twee noodwachters is nog
een derde nodig. U kunt die derde zijn!
Vraagt U eens aan het Hoofd Bescherming Bevolking
in Uw woonplaats, aan Uw wijk- of blokhoofd wat de
B.B. voor U zal doen en wat U in de B.B. kimt doen.
Vooral in Noord-Brabant speelt
het grootwinkelbedrijf in de zelf
bediening een grote rol. Het aantal
zelfbedieningsbedrijven van het
frootwinkelbedrijf is daar groter
an het aantal zelfstandige bedrij
ven in deze bedrijfstak. Voorts blijkt
uit het overzicht, dat de ontwikke
ling van de zelfbedieningsbedrijven
in de provincie Utrecht achterblijft
bij de ontwikkeling in de andere
provincies. Het is thans nog niet
duidelijk, wat de oorzaak is van de
ze. achterstand. Wanneer de grootte
van de vestigingsplaats in aanmer
king wordt genomen, dan blijkt, dat
40 procent van de zelfbedieningsbe
drijven is gevestigd in gemeenten
met meer dan 100.000 inwoners, ter
wijl de resterende 60 procent gelijk
verdeeld is over de middelgrote en
de kleine gemeenten.
Centraal instituut
sportopleiding.
Hogere Rijkssubsidies.
Uit met de landelyke organisaties
op het gebied van de lichamelijke op
voeding en de sport ter zake van de
subsidiëring gepleegd voortgezet over
leg is minister Cals gebleken, dat
voor het handhaven en voortzetten
van de in 1955 door de gesubsidieerde
bonden getroffen voorzieningen en
ontwikkelde activiteiten in het begro
tingsjaar een hoger bedrag aan sub
sidie nodig zal zijn. Gelet op de bete
kenis welke aan goed geleide sport
beoefening moet worden toegekend
meent hij de belanghebbende organi
saties enige verhoging van subsidie
niet te mogen onthouden.
In het voorlopig verslag, betrek
king hebbend op de begroting voor
het dienstjaar 1955, hebben vele leden
de vraag gesteld of er geen aanleiding
is over te gaan tot het stichten van
een centraal instituut voor de oplei
ding van sportleidsters.
Mede op grond van ingewonnen In
formaties naar de behoefte aan dege
lijk geschoolde vrouwelijke leerkrach
ten op het gebied van de sport, meent
de minister dat het verantwoord is
naast het bestaande instituut voor
mannelijke cursisten, een soortgelijk
opleidingscentrum voor meisjes in het
leven te roepen, dat op basis van een
tweejarige cursus vijf en twintig leer
lingen per jaar zal kunnen afleveren.
Er wordt thans gezocht naar een ge
schikte plaats voor deze instelling. De
minister streeft er naar de opleiding
in September 1956 te doen aanvangen.
Rijksstudietoelagen.
Aanvragen om toekenning van
rijksstudietoelagen nemen nog steeds
toe. Aangezien ook de studiekosten
een voortdurend stijgende lijn ver
tonen, is het noodzakelijk over de
gehele linie de bedragen voor de
studerenden te verhogen. Bijzondere
aandacht is door miniser Cals be
steed aan studietoelagen voor onder
wijzers, aan toelagen fonds perdu
voor studenten aan universiteiten en
hogescholen en aan de toelagen in
verband met promotie.
1. Na een lange reis keerde
de Kraak eindelijk weer
naar zijn thuishaven terug.
Allen aan boord waren ver
langend om weer eens de
benen te strekken op de ka
de van hun oude vertrouw
de stadje.
„Lang geleden, dat ik bij
Tjaling Wiebes mijn Heren
baai kocht", bromde Kap-
pie, naar de omtrekken van
Lutjewier turend. „Ik zal
daar dadelijk na aankomst
eens aangaan".
„En ik ga naar Nanneke
Teutl" riep de Maat, „om
eens te proeven of ze nog
steeds zulke lekkere worst
maakt!"
„Jij proeft maar, jong",
zei Kappie goedgeluimd.
„Laat het schip twee gra
den afvallen, dan varen we
recht op onze steiger af".
Hij greep zijn kijker en
richtte deze op de naderen
de kade.. Meteen was het
met zijn goede bui gedaan.
„Hossende haaienl", riep
hij. „Daar ligt al een schuit aan de steigeraan
ONZE steiger I En het is ook een sleepbootl Wat
moet dat ding daar?l Wat moet een andere sleep
boot in Lutjewier?!"
„Ik.ikklk weet het niet", stamelde de Maat on
gerust.
„Bah", gromde Kappie. „Ons verdringen, als we
eens een tijdje weg zijnl Maar dat laat ik niet op me
zitten. De Kraak en Lutjewier horen bij elkaar en
daar zal zich geen vreemde snoeshaan tussen drin
gen I"
FEUILLETON
Een ogenblik zwegen beiden. Dick
fronste zijn wenkbrauwen en om
Claudia's mond speelde dat geheim
zinnige lachje, dat hem altijd zo
waanzinnig verliefd maakte. Ze
dwaalden weer bij de tent weg.
Hij gaf haar een arm en speelde
met haar vingers. „We zouden nu
direct kunnen trouwen en zo een
eind maken aan alle planeetjes van
je tante Cecilia".
„Wil je dan, dat ik mijn ouders
in de steek laat?"
„Wil je dan niet met mij trou
wen?"
„Natuurlijk wel! Dat weet je toch,
maar
„Maar wat?" Hij draaide zich
naar haar toe en zag haar grimmig
onderzoekend aan.
„We moeten tante Cecilia zover
zien te krijgen, dat ze ons helpt.
Dat is absoluut noodzakelijk, snap
je. Ik ben er van overtuigd, dat ik
haar vroeg of laat over kan halen.
Het is alleen maar een kwestie van
tijd. En ik ben niet van plan de
door TERRY DEAN
kans te lopen, alles te verliezen door
aan jouw grillen toe te geven!"
„Mijn grillen? Beschouw je mijn
liefde voor jou zo?"
„Nu Dick. Je weet heel goed wat
ik bedoel. Je toont wel een heel erg
groot gebrek aan standvastigheid
voor'iemand, van wie verondersteld
wordt, dat hij met de beide benen
vast op de grond staat en verstan
dig is. En niet te vergeten, voor een
officier met een borst vol medailles
lijkt mij jou bevattingsvermogen
voor de elementaire strategie wel
ontstellend zwak".
„Officier? Strategie? We praten
toch zeker niet over het leger? We
hebben het over ons? Over onze
toekomst!"
„Poeh, het mocht wat. Dat is
toch precies hetzelfde. Heb jij ooit
zonder een behoorlijk plan de cam
pagne een veldslag gewonnen?"
„Waar we het nu over hebben, is
een kwestie van liefde. En dat
woord ligt me niet voor in de mond,
als ik aan het leger de- k. Ik was
namelijk beslist niet verliefd op het
leger!"
Claudia trok haar hand terug.
„Dan behoorde je zoveel fatsoen te
hebben, dat je die kwestie met wat
meer kiesheid behandelde".
Dick kreunde.
„En het is ook niet nodig dat je
geluiden maakt als een aangescho
ten hert. Ik heb je al vaker gezegd
dat er meer mensen bij deze zaak
betrokken zijn, dan wij tweeën. Bo
vendien, je kunt je nu eenmaal niet
altijd gedragen als een stier in een
porceleinkast en alles vertrappen
wat je voor de voeten komt".
Dicks ogen rolden in de kassen
heen en weer. „Lieve help. Nu ga je
nog net zo praten, als die onnozele
neef van je. Laten we nu maar op
houden niet? En vergeet om mijn
part, dat je vanavond met mij over
die ellendige geschiedenis gesproken
hebt!"
„Natuurlijk", zei Claudia koel.
„Nu blijkt, dat je mis bent, moeten
we over iets anders praten! Als je
maar weet, dat ik niet van plan ben
al die beledigingen te slikken. Als
je vanavond misschien een beetje
tot jezelf gekomen bent, mag je me
excuus komen vragen. En loop me
nu niet achterna, want dan maak
ik een scène".
Dick staarde Claudia hulpeloos na,
toen zij in de menigte verdween om
de wedstrijd te gaan zien, die aan
de andere kant van het terrein werd
gespeeld. Toen draaide hij zich om
en liep stampvoetend van woede in
de tegenovergestelde richting.
Waar hij heen ging wist hij niet.
Het kon hem niet schelen ook. Hij
bleef alleen maar lopen, met zijn ge
dachten boordevol onredelijke razer
nij. Juist had hij de kleigroeve be
reikt, toen hij een bekende stem
hoorde. Opkijkend zag hij Peter, die
een groepje kinderen onthaalde op
zijn hoge neusgeluiden, die scherp
door de lichte zomerlucht sneden.
„Er zijn geen olifanten in Austra
lië", zei hij. „Iedereen weet dat.
Maar in Afrika heb ik kuilen gezien,
even groot als deze, waarvan de bo
dem bezaaid was met beenderen en
tanden, metershoog opgestapeld".
Met een zorgeloze beweging gooi
de hij een takje in de glibberige
diepte, met een air, als was het een
ivoren tand, die hij toevallig gevon
den had, maar die hem de moeite
van het bewaren niet waard was.
„Metershoog", herhaalde hij. Een
dozijn uitpuilende ogen volgden het
takje in zijn vlucht, totdat het in
de modderige brij beneden neerspat-
te en direct daarin wegzonk.
Grijnzend trad Dick naderbij. Op
zijn gezicht was de woede, die hem
innerlijk beroerde nog duidelijk te
lezen. „Olifantenkuilen. Ivoor, me
tershoog opgestapeld
Peter begroette hem vriendelijk.
„Hallo Forrester. Kom je mij red
den uit de klauwen van deze onver
saagde bende jongens, die mij heeft
ontvoerd en nu mijn leven be
dreigt
„Om je de waarheid te zeggen,
ja. Daar kwam ik voor. En niet om
een van je hoogdravende avonturen
verhalen aan te horen. Daar heb ik
al genoeg van". Dick zwaaide met
zijn beide armen door de lucht.
„Vooruit jongens! Kras op! Ik heb
met deze meneer enkele zaken af
te doen".
De teleurgestelde kinderen waren
nauwelijks buiten gehoorsafstand of
Dick stak strijdvaardig een vinger
in de lucht en riep: „Kijk eens aan
Ponsonby, er zijn een paar dingen
die je volgens mij behoort te we
ten. Misschien dat je niets meer
voor Pottsville voelt, als je eenmaal
de waarheid hebt gehoord".
„Ik heb eerlijk gezegd nog niet
de kans gehad, om veel over de
stad aan de weet te komen", begon
Peter beleefd. „Maar wat ik er van
gezien heb
.Ik bedoel niet de stad, maar de
mensen met wie je omgaat".
Peter raapte een kiezelsteentje op
en zaaide dat in de kuil. Hij deed
zijn uiterste best zijn verbazing te
verbergen, hetgeen hem echter
slecht gelukte. „Ik vind hen alle
maal erg aardig
„Je slaat de plank een heel eind
mis. Luister naar mij Peter Ponson
byZover kwam Dick. Peter
knikte oplettend en bukte zicli voor
over naar een polletje gras.
Een slang, die eruit zag als een
stok, en die tot op dat ogenblik een
zorgeloos bestaan had geleid, kwam
in zijn hand plotseling tot leven. Zij
kronkelde zich als een razende.
Lang duurde deze kennismaking
niet, want hun wegen scheidden zien
heel bruusk. Peter opende gillend
zijn hand. Het onschuldige reptiel
viel terug in het gras enPeter
tuimelde achterover in de diepe kuil.
Dick probeerde hem nog op te
vangen toen hij uitgleed, maar hij
slaagde er slechts in, de val een
fractie van een seconde uit te stel
len. De kinderen, die meer schrok
ken, dan ze ooit tevoren in hun jon
ge leven hadden gedaan, holden te
rug naar de kuil, zo hard schreeu
wend en gillend als hun longen hen
veroorloofden.
Op slag en stoot was de vredige
picnic veranderd in een geweldig tu
mult van hollende en dravende men
sen en van een onbeschrijfelijk la
waai. Iedereen kwam naar de rand
van de groeve. Iedereen tuurde naar
beneden, duwde tegen zijn buurman
en riep aanmoedigingen.
Peter, die tot zijn middel in de
drek stond, was zo verbluft, dat hij
niets anders wist te doen dan blij
ven staan en zwakjes te wuiven te
gen de mensen boven aan de rand.
Zijn voeten zaten zo vast als een
hiiis in de kleverige massa, toen er
eindelijk een touw gevonden was,
lang genoeg om met succes naar
hem te kunnen worden gegooid.
(Wordt vervolgd) i