KAPPIE EN DE OERMUZIEK ËJ^ és e met melk meer mans OUDE MAN BESTOLEN DOOR TWEE HAVENDORPERS STEMMEN UIT DE KERKEN m-- a 1 l'Cv /WÉ Het tafelzilver van de burgemeester 12 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1955 GERAFFINEERD COMPLOT VOOR POLITIERECHTER Hoge boete voor 66-jarige Schoondijkenaar Voor de politierechter in Middelburg, mr. J. A. Abbing, moesten zich Vrydagmorgen twee bewoners van het Vlissingse Havendorp verant woorden. Tezamen hadden zij een complot gesmeed om een oude man, die zij vrij goed kenden, wat geld afhandig te maken. Het waren de 50-jarige R. S. en de 62-jarige L. de P., beiden zonder beroep. Na eerst met him slachtoffer in een café te zijn geweest, gingen zy de man, een zekere Van W. uit Souburg', achterna. De P. kwam er achter waar het geld was in Van W.'s huis. Hij maakte dit aan S. duidelijk en ging toen met Van W. de kippen voeren! Intussen stal S. het geld uit een kastje. In totaal werden beiden 46 gulden rijker. Diefstal is diefstal en dit geringe bedrag leverde De P. nu 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar op, waarbij de politierechter nog rekening hield met de leeftijd van deze verdachte en het feit, dat hij hartpatiënt is. S. kreeg 3 maan den voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en onder toezichtstelling. Deze vonnissen waren conform de eis van de officier van justitie, mr. G. J. B. van der Dussen. Wreedaardig noemde de politie rechter het optreden van de 66-jari- ge Schoondijkenaar D. H. Deze was na een woordenwisseling boos gewor den en had toen zijn 76-jarige zwa ger met een stok verschillende ma len geslagen. Het slachtoffer kreeg blauwe plekken op het lichaam en werd ooft aan zijn hoofd gewond. ,,U moest u schamen, dat u zich op die leeftijd niet beter kunt beheersen", zei de officier. ,,U verdient eigenlijk een gevangenisstraf". Rekening hou dend met verdachte's ouderdom vroeg mr. Van der Dussen echter 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en 150 of 30 aagen. verdachte's verdediger, mr. J. G. v. d. Burgt. voerde verzachtende om standigheden aan. Hij merkte o.a. op, dat niet duidelijk is komen vast te staan wie van de twee bejaarden de eerste hand uitstak. Er ligt aan bei de zijden schuld. De politierechter vonniste 150 of- 3 dagen. De los werkman E. van H. uit Mid delburg, 22 jaar. had levensmiddelen ,,op de pof" gekocht, en niet. betaald. Voor een bedrag van 10, niet groot, aldus de officier, maar wel geraffi neerd van opzet. Van H. is nu bezig de betrokken winkelier af te beta len. Bovendien heeft hij thans vast werk. Toch vond de officier hier een vrijheidsstraf op zijn plaats. Hij vroeg dan ook 3 weken. De verdediger, mr. J. J. van Lujjk, wees er o.a. op, dat de gezinsom standigheden van Van H. die reeds meer veroordelingen op zijn strafblad heeft staan, thans weer ver beterd zijn. Hij bepleitte clementie. Mede op grond van het uitgebrach te reclasseringsrapport wilde de po litierechter het nog wel eens met verd. proberen. Het vonnis werd drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Koperdieven Toen de chauffeur C. F. S uit Mid delburg, 33 jaar oud. bij het verla ten van het terrein der N.V. Polak, waar hij werkzaam was werd gefouil leerd ontdekte men enkele stukjes koper. S. had het „zonder voorbe dachte rade gedaan", zo zei hij, maar de officier achtte het bewijs wel ge leverd, dat hier van diefstal gespro ken kon worden. Mr. Van der Dus sen vroeg 75 of 15 dagen. Rekening houdend met verdachte's financiële omstandigheden legde de politierech ter hem 2 weken voorwaardelijk op. Ook de 27-jarige machinebankwer ker W. H. uit Vlissingen was dief stal van koper ten laste gelegd. In de tassen van zijn bromfiets vond men 26 kg van dit metaal, eigendom van het bedrijf, waar H. werkte. „De Schelde". De verklaring was,dat verd. in financiële moeilijkheden ver keerde. Hij had namelijk twee brom fietsen gekocht en die moesten uiter aard worden betaald. - Ongunstig voor H. was nog, dat hij na de ontdekking het koper op bru tale wijze had opgeëist, net alsof het van hem was. De officier vond eigen lijk gevangenisstraf wel verdiend, maar mede omdat verdachte nu weer werk heeft werd de eis 100 of 20 dagen. Het vonnis luidde ook in dit geval 2 weken voorwaardelijk. Een derde koperdiefstal was ge pleegd door de Rotterdamse gzerwer- ker G. L., 31 jaar oud. Ten nadele van de l'Azóte in Sluiskil had hg van het terrein van deze industrie wat oud koper meegenomen, omdat hij wel een extraatje kon gebruiken. „Het is een plaag, waaronder derge lijke fabrieken steeds maar weer lij den", verzuchtte de officier, die te gen L. 60 of 12 dagen vroeg De politierechter maakte er 50 bf 10 dagen van. Beledigingen Ook beledigingen kwamen weer eens aan de orde. De 2o-jarige me vrouw M.-S. uit Schonodgke was zo vrij geweest een controleur van de W.- en W.-verzekering, die niets an ders deed dan zijn werk, eens flink de waarheid te vertellen. Dit liep uit op het bezigen van enkele niet te pu bliceren uitdrukkingen. De officier was er zeer verbolgen over en vor derde 25 of 10 dagen en het vonnis luidde conform. Ook de Philippiense huisvrouw S. M. de H. had haar, blijkens de dagvaar ding, niet geringe vocabulaire van „vreemde" worden geopend. Het ge hoor bestond in dit geval uit haar buurvrouw. De oorzaak van dit alles was het feit, dat de buurvrouw door haar werk stof veroorzaakte, dat te recht kwam op de nog natte verf van verdachte's woning. De buurvrouw die als getuige was verschenen 54. Maestro Picolini scheen nog niet helemaal tevreden te zijn over de muziek van zijn fakir-orkest. „Er ontbreekt nog Iets I" mompelde hij. „De oer muziek is bijna bereikt De ziel zit er wel in, maar de harteklop is zoek. Wacht eens., een slaginstrumentI" Even later speelde het fakir-orkest vol vervoering een wilde compositie, ter wijl Picolini druk op de trommel sloeg. De oermu ziek, waar de toonkunste naar zo lang naar had ge zocht, scheen nu eindelijk bereikt - Het resultaat was verrassend! Blijkbaar had deze muziek sterke in vloed op de fakirs, dat ze begonnen te dansen, en ra re bewegingen maakten bij het fluiten. Kapple en de Maat ston den verbaasd toe te kijken. Hun oorkleppen verhinder den. dat zij de oermuziek hoorden, zodat ze ook niet de sterke invloed daarvan ondervonden. „Jong. jong!" dacht Kappie. „Het lijkt ja wel wat op zo'n danstent, zoals we die ln Lutjewier wel hebben! Die Picolini doet maar met die spijker- klonten mee, zonder zich iets van ons aan te trek ken! Bah!" Hij keek eens voorzichtig om zich heen, en ont dekte zo achter zich een open poort. „We moeten proberen, of we daardoor weg kunnen komenI" mompelde hij. „Als we nu.." en hij deed voorzich tig enkele passen achteruit.. Brandschade 1115 millioen galden ln tien jaar tijds De directeur-generaal voor openba re orde en veiligheid van het ministe rie van binnenlandse zaken, mr. F. R. Mijnlièff, heeft Vrijdag te Den Bosch namens de minister de grote nationa le brandweertentoonstelling geopend, die gehouden wordt ter gelegenheid van liet tienjarig bestaan van de Ne derlandse vereniging van brandweer commandanten. Sprekend over de negatieve facto ren die de wederopbouw hebben be lemmerd, noemde mr. Mijnlieff enke le cijfers die te denken geven. In de afgelopen tien jaar ontstond er tenge volge van brand een directe schade van 315 millioen gulden en een indi recte schade van naar schatting 800 zei niets van het verven te hebben feweten. Tien gulden of 4 dagen kost et verdachte nu. Tijdens de Breskense kermis had de los werkman J. M., 33 jaar oud, een collega een klap gegeven. Het kwam nogal aan, want het slacht offer vertoonde daarna een gescheur de lip, terwijl 3 tanden ontbraken! De betrokkenen hadden beiden wat gedronken, maar de geslagene blijk baar het meest, want hij werd bele digend voor M., die zich toen niet meer kon inhouden. V^ftig gulden of 10 dagen was het „tarief" van de of ficier voor zo'n klap. De politierech ter deed het minder duur: 15 of 5 dagen. millioen gulden. In de laatste zeven i'aar verloren 202 mensen het leven bij iranden en werden er ongeveer 2300 min of meer ernstig gewond. Tengevolge van het niet tijdig doen vegen van schoorstenen ontstond in de afgelopen tien jaar een schade van twaalf en een half millioen, nalatig heid bij reparatie van defecte ka chels of fornuizen berokkende een schade van elf millioen, werkzaamhe den met licht brandbare stoffen by open vuur veroorzaakte een schade van twaalf en een half millioen, bos- en heidebranden een millioen per jaar, electrische huishoudelijke apparaten berokkenden een schade van negen tien millioen gulden en loodgieters werkzaamheden negentien millioen, spelen met vuur 22 millioen. Opzette lijk veroorzaken van brand berokken de in de laatste tien jaren een schade van 6.3 millioen gulden. (Slot van pag. 3) gewaagd." Aldus prof. P. J. Bouman, die het vraagstuk van de jeugd be ziet van uit de maatschappelijke ach tergrond. „Wij leven in een phase van economisch herstel en van een technische expansie. In de weten schap is er een steeds verdergaand specialisme, waarvan de beoefenaren in steeds mindere mate tot de cultu- reel-Ieidinggevende groepen kunnen worden gerekend". „Er is onderlinge verdeeldheid tussen de religieuze en culturele „elite", die de verantwoor delijkheid voor het geheel soms prijs geven tot meerdere glorie van de eigen groepering". De jeugd kan niet meer warm lopen voor versleten idea len van voorgeslachten. De school is Advertentie Publlcolle Nederlands Zulvolburoou, Grovenhogo *3 2 in vele landen blijven staan „op de grondslag van een verouderd kennis- ideaal". In zulk een maatschappij uioet de jeugd nu maar haar weg vinden. De korte opmerking van prof. Bou man over school en jeugd, vindt een bredere uitwerking in een artikel van dr. J. Koning, rector van een lyceum. Naar zijn gedachten heeft de Chr. school „ons geen nieuwe visie gege ven op het christen-zijn-in-de-we- reld". Daar heeft men zich gebogen „on der het juk der wettelijke voorschrif ten, zonder te beseffen dat zij daar mee hun vrijheid verspeelden". De energie van de voorstanders van de openbare school „werd in de verkeerde baan van de neutraliteit geleid". „Een centrale visie op het land, die in de Chr. school nog te vin den was, werd door het neutralisme onmogelijk en daarom vierden hier individualisme en intellectualisme hoogtij". Zo is, volgens Dr. Koning, de school in ons land geworden „tot een instituut van het onpersoonlijk weten, van het technisch kunnen, waar het middel tot doel is geworden en het eigenlijke doel, de ontmoeting met het kind, wordt vergeten". De school wordt, volgens hem, tot een selectie-apparaat, dat „dommen" en „knappen", meer of minder gelukkig selecteert. Hij vraagt of deze school geen „robot" geworden is. „Is deze school-robot met zijn selectie-klau wen geen spookbeeld?" Dit zijn woorden waarover nog wel eens ge dacht en nagepraat mag worden, door allen die er mee te maken heb ben; dat zijn de mensen van het on derwijs, maar eveneens de ouders, die er door hun kinderen zo nauw bij be trokken zijn. Wanneer we van de vele goede arti kelen in het Wending-nummer nog op een de aandacht willen vestigen, is het op dat van mevr. Dippel, die schrijft over „het gezin als opvoe dingsinstituut". „Het gezin is iets voorbijgaans, het is een doorgangs stadium." Het gezin is „voorbereiding van de aan ons toevertrouwde kinde ren tot zelfstandigheid in eigen le ven". Daarom kan zij het gezin niet zien als de meest fundamentele ge meenschap. Een gezin moet voorbe reide tot verantwoordelijk menselijk leven en mag geen doel in zich zelf zijn. Het Wending-nummer eindigt met een viertal diep-ernstige open brie ven, aan de jeugd, aan de ouders, aan de minister van O., K. en W. en aan de Oecumenische Raa'd van Kerken. De lust is groot uit deze brieven lan ge citaten aan te halen. We willen ons beperken tot een enkel, en wel uit die, welke aan de jeugd zelf is gericht. „Mijn dochter, mens-zijn is tneer dan vrouw-zijn. De mode wil je aan kleden; de cosmetische industrie je mooi maken. De samenleving accen tueert dagelijks met groot succes het vrouw-zijn. Ik bedoel niet eens het slechte of prikkelende. De samenle ving echter verwaarloost je mens zijn als vrouw. Eros schijnt alles. Meiske, ik wens je een goed huwelijk toe. Maar weet, dat eerder, de wereld en ook het huwelijk behoefte heeft aan mensen". „Mijn zoon, zijn is meer dan pres tatie". „Mijn jongen, er moet ge traind worden voor het juiste schot en er moet orde gesteld worden op zaken. Maar, wéés iemand". H. Het gebeurde eens op een. heerlijke zomerse dag, dat burgemeester van Hobbelburg de wet houder van Openbaar Toezicht uitnodigde voor een maaltijd. „Stientje" had de bur gemeester tegen zijn huishoudster gezegd: „Dek vanavona de tafel in de serre, zorg dat er niets aan ontbreekt want wethouder Turelu komt eten." Zo geschiedde het en 's avonds om half zes zag de tafel in de serre er uit als een feest. Omdat 't zomer was had Stien tje ook nog de grote ra men opui gezet en toen de burgemeester nog even kwam inspecteren kon hö niets anders zeg gen dan „Uitstekend". Meneer de burgemeester en de wethouder lieten zich het eten heerlijk smaken. Halverwege werd de burgemeester echter van tafel geroe pen voor een dringend telefoongesprek. Hij kon niet vermoeden dat dit tevens het einde bete kende van de gezellige avond want bij zijn te rugkomstbij zijn te rugkomst zag hij dat een van de zilveren vorken verdwenen was. De burgervader voelde zich plotseling niet zo prettig meer. Hij keek de wethouder eens schuin aan, trok toen aan de tafelbel waarop Stientje in de deurope ning verscheen. „Stientje" zei de bur gemeester „Je hebt ver geten meneer de Wet houder een vork te ge ven!" „Stientje kreeg 'n kleur van opwinding. „Onmogelijk"zei ze. „Onmogelijk meneer ik weet zeker dat die vork er lag... trouwens u heeft zes zilveren vor ken, er zitten er nog vier in de lade dus dus er lagen er twee op tafeleen voor u en een voor meneer de wet houder!" „Je kunt gaan, Stien tje" zei de burgemeester knorrig. Hij kuchtte eens zenuwachtig en vervolg de tot de wethouder „Me neer Tureluik vind dit een zéér vervelende kwestieik had dit niet van u verwacht doet u me een plezier en legt u die vork terug!' Wethouder Turelu werd bleek van verontwaardi ging. „Hoe durft u zoiets van mjj te denken!" zei hg opspringend. „Denkt u werkelijk dat ik uw vork zal meenemen!! Wederom trok de bur gemeester aan de bel en toen Stientje weer ver scheen zei hij „Stientje, vraag of de veldwachter even komtik wil hier haring of kuit van hebben. Toen de veldwachter alle zakken van de wet houder had beklopt en niets had gevonden zei de burgemeester tot hem: „Ik zal me met me- neei Turelu terugtrek ken. Doorzoekt u deze hele serrede zilve ren vork móét terecht komen. Een kwartier later be trad de burgemeester de serre weer. „Er is niets te vinden!" zei de veld wachter. „Ilt heb alles onderzocht ér is geen vork gevonden!" De burgemeester scheen echter de woorden van de veldwachter niet te horen. Met grote ogen staarde hij naar de ta fel. .-ichtte toen zijn ogen op de politieman sprak streng: Er is wéér een vork wegu zit zeker met meneer Ture lu in een complotik weet nu zéker dat die andere vork er zojuist nog lagdat heb met eigen ogen gezien... u heeft die tweede vork ve°geno n... als hoofd van de plaatselijke poli tie gelast ik u: Ga naar het bureau en laat u op sluiten!" „Maar maar!" stotterde de veld wachter. De burgemees ter wilde echter geen „maar" meer horen. „Stientje" bulderde hij door de gang. „Stientje blgf jü Mer in de serre, laat niemand toeik zal persoonlijk het on derzoek moeten gaan lei denmijn naaste me dewerkers zg'n niet te vertrouwen!!" Zo bleef Stientje alleen in de serre bij de slechts half verorberde maaltijd en woedend verliet de burgemeester het huis. Maar och, Stientje was zo jong niet meer en toen een uur later de deur met een ruk open ging en de burgemeester binnenstapte schoot ze wakker. „Neemt u me niet kwalijk!" zei ze stot terend. „Ik ben in slaap gevallen. Maar.maar er is niemand binnen ge weest, dat weet ik ze ker „Zóweet jij dat zeker!!" riep de burge meester nu terwijl hij met vuurschietende ogen naar de tafel keek. „Dan ziet het er niet zo best voo: je uit, Stien... toe maar... liefst twee lepels zijn er nu verdwenen... twee van mijn zilveren lepels... ik wordt besto len in mgn eigen huis... de wethouder, de veld wachter en nu zelfs mijn huishoudster... dat je me dit moet aandoen, nadat je hier twintig jaar bent geweest!" Stientje wist geen woor den te vinden... ze sloeg haar witte schort voor haar ogen en rende naar haar kamertje om daar in tranen uit te barsten. Radeloos zonk de bur gemeester in zijn stoel voor zijn koud geworden aardappelen. „Dat ik dit moest beleven!" zuchtte hij. „Dat ik dit moest be leven Hij staarde in gedach ten het raam uit... maar wat kwam daar nu in eens boven de venster bank uit... een klein '.wart kopje met ronde ■raaloogjes... de oogjes 'uurden de kamer in... Miesje at voor haar fontbijtje Fijn drie plakken [ikrentenbrood Owat smaakte haar [dat lekker en de plakken waren [groot!! Later keek ze in de [spiegel. Grutjesriep ze Zie ik ['t juist!!" En jawel hoor, op haar [wang zat plotseling èen grote [puist!! „Hoe kan dat nuf" [zuchtte Miesje „Ga/uwdaar moet een [pleister op!! En nu kan ik ook niet [uitgaan Wat een toestand.... wat [een strop!!" Miesje helde naar haar [tante en ook naar haar nichtje [Riek: „Ik kan tot mijn spijt [niet komen Héb een puist, zeg. Ik [ben ziek!!" Toen de pleister er ['s avonds af gin werd ons muisje wit en [rood.. Want de „puist" was [slechts een krentje!', uit het fijne krenten brood!! >en zat er ineens een rote zwarte raaf op het lamkozijn... het beest vipte op, streek op de afel neer, pakte de gro- 'e soeplepel en roets... was weer door het raam aan de andere kant van de serre verdwenen Hier jij... lelijke dief!" riep de burgemeester schor. „Zóóó dus jij hebt al mijn tafelzilver weg genomen..." De Burger vader smeet de serredeur De 126 letters in bg- gaande figuur vormen samen vgf spreekwoor den. De letters staan wel allemaal in de juiste volgorde alleen de rich ting waarin het spreek woord staat, verandert steeds. Dan gaan de let ters weer naar boven, dan naar beneden, naar links of naar rechts. In elk geval moet je links boven by de W. be ginnen. Probeer de vgf spreekwoorden maar eens te vinden. WETGEBOWE ICLODNMER E AAH Z I EVK HLCTOWNLA ETHSAL VAR TST ELEAHB LTBHSENTE AAETHVGEI OLKTENEHD K BE G IN IS A JD EOGNEED ENERGENSE TTEHTK I TL HUI ST IK TT open en rende over het gras de zwarte vogel achterna... hoog in de boom streek het dier neer. De brandweer van het dorp moest er met een heel hoge ladder aan te pas komen, maar toen had de burgemeester al zijn tafelzilver weer te rug. Al' onalleen moest hg het in de toe komst stellen zonder wethouder van Openbaar Toezicht, zonder Veld wachter en zonder huis houdsteren vaak heeft hij daarna nog verzucht. ,,Ik zou al mijn tafelzilver er voor over hebben om die drie terug te krijgen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 8