Kamer van Koophandel deed goed
werk in Duitsland
Enkele interessante reisboeken
voor de lange winteravonden
IN AUSTRALIË REKENT MEN
NAUWELIJKS MET AFSTANDEN
SNEEUWRUIMEN IN CANADESE
STEDEN KOST MILLI0ENEN
VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1955
PROVIN 01 ALE ZEEUWSE COURANT
15
BIJ HET VIJFTIGJARIG BESTAAN
Goederenomzet in 1954 niet
minder dan 3,2 milliard
(Van een speciale verslaggever)
De Nederlandse Kamer van Koophandel voor Duitsland herdenkt op 18
November a.s. het vijftigjarig bestaan. Men is op de goede gedachte geko
men het Concertgebouworkest als cultureel afgezant naar West-Duitsland
te zenden, waar dit orkest in het kader van de feestelijkheden rond dit
jubileum concerten gaf onder leiding van Eduard van Beiniun in Frank
furt, Stuttgart en Düsseldorf.
Voorts werd een honderdtal jonge vertegenwoordigers van het Duitse
bedrijfsleven uitgenodigd om een rondreis door Nederland te maken tenein
de indrukken op te doen van onze economische en openbare bedrijvigheid.
Op 18 November zal er een receptie in Den Haag gegeven worden, waar
vooraanstaande Duitse en Nederlandse autoriteiten worden verwacht.
der voorwerp heeft gezien, en nu wil
weten, wie de fabrikant is. Hoe moei
lijk het dan ook mag zijn op het spoor
te komen van die fabrikant, de Ka
mer is er nog altijd in geslaagd ant
woord te geven.
Een andere belangrijke activiteit
schuilt in de afdeling „Afwikkeling
Handelstransacties", die men fluiste
rend de „geschillen-afdeling" noemt.
Ze komt in het geweer, zodra er een
beroep wordt gedaan, als er betalings-
of andere zakelijke moeilijkheden tus
sen relaties zijn gerezen.
Dat voorts de representatie van ons
land op de Keulse, Leipziger,
Frankfurter of Hannoverse Messe,
dan wel op de Neurenburger speel
goed Messe, aan de Nederlandse Ka
mer van Koophandel voor Duitsland
is toevertrouwd, is welhaast vanzelf
sprekend, zoals het even vanzelfspre
kend is, dat haar secretarissen in
Duitsland de Utrechtse jaarbeurs ver
tegenwoordigen.
Het jubileum van de Kamer valt in
een tijd, die gekenmerkt- wordt door
een ongekende bloei van het Neder
lands-Duitse handelsverkeer.
De waarde van de goederenomzet
tussen beide landen bereikte in 1954
met 3.2 milliard gulden een nog nooit
vertoonde hoogte. Er is geen Euro
pees landenpaar aan te wijzen, dat een
hogere omzet in de onderlinge han
del bereikte. Zelfs de cijfers van het
Benelux-verkeer, tot en met 1953 de
hoogste in Europa, werden in 1954
door die van het handelsverkeer tus
sen ons land en de Bondsrepubliek
overtroffen.
Nederland was in 1954, evenals in
1953, de grootste afnemer, en na de
Verenigde Staten, de grootste leve
rancier van de Bondsrepubliek. Daar
tegenover bezette de Bondsrepubliek
in 1954 voor het eerst sinds de oorlog
ook onder de afnemers van Nederland
de eerste plaats, die tot dan toe steeds
door de Belgische-Luxemburgse Eco
nomische Unie (BLEU) was ingeno
men.
Onder de leveranciers van Neder
land had de BLEU in 1954 nog een
kleine voorsprong op de Bondsrepu
bliek, die overigens op dit punt een
royale tweede plaats bezet.
De Nederlandse Kamer van Koop
handel in de oorlog geliquideerd,
maar in 1946 onder de bekwame lei
ding van professor H. Gelissen weer
herrezen heeft aan deze ontwikke
ling bijgedragen. Opgericht als Ned.
Koopmansgilde, omdat particuliere
instituten zich in Duitsland niet als
„Handelskammer" mochten annonce
ren, heeft ze zich in de practijk kun
nen ontwikkelen tot een van officiële
Duitse zijde erkende tweelandenka-
mer.
Haar activiteiten zijn vele ge
weest, Ze komen tot uiting in de on
der haar algemene leiding staande
districtskamers in Düsseldorf, Frank
furt, Hamburg, München en Stutt
gart, die een Duits bestuur, maar een
Nederlandse secretaris hebben, als
mede in de bijkantoren in Oost- en
West Berlijn.
"Het Nederlandse kantoor in Oo.st-
Berlijn heeft een heel bijzondere func
tie. Geen ander West-Europees land
heeft een dergelijk officieel contact
bureau met de Duitse „demokratische
republiek". In 1954 heeft het met de
„Kammer für Aussenhandel" nog een
handelsverdrag tot stand gebracht.
Eervolle plaats
Onder de vijftien Nederlandse Ka
mers van Koophandel voor het bui
tenland bezet die voor Duitsland een
eervolle plaats. Ze is niet de grootste,
voor wat het aantal leden betreft
(2200' tegenover België als grootste
3000), noch de grootste vanwege het
budgét waarmee wordt gewerkt
Amerika maar wel de grootste
wat betreft het aantal medewerkers
(plus minus 60).
Haar belangrijkste taak bestaat uit
voorlichting geven over de handels-
economische mogelijkheden tussen
beide landen. Daarnaast tracht men
Duitsers en Nederlanders bij elkaar te
brengen. Een dagelijkse routinewerk
is de verstrelvking van adressen. Hon
derden brieven gaan er uit, waarin
soms na moeizaam speurwerk, de in
formaties worden gegeven, die wer
den gevraagd. Vaak is het zo, dat
men slechts een merkje op een of an-
Na de oorlog heeft de Kamer naast
haar gewone werkzaamheden, grote
aandacht besteed aan het probleem
van de Nederlands-Duitse verstand
houding. Tal van tournees werden
organiseerd, waarbij de gelegenheid
werd gevonden elkaar van een betere
kant te leren kennen, dan in de oor
log het geval was geweest. Op dit
moment mag de Kamer met enige
voldoening constateren, dat dit aan
vankelijk alleen maar verwijten ople
verende werk betekenis heeft genad,
zowel in zuiver menselijke zin, als ook
in economische zin.
Wensen
„Van Nederlandse kant leven er
ook stellig nog wensen", vertelde ons
mr. H. R. Marius, secretaris van de
Kamer. „We denken aan verlaging
van de invoerrechten. Die van de Be-
neluxlanden zijn vrijwel de laagste
van de hele wereld, maar Duitsland
heft op tal van artikelen nog aan
zienlijke rechten, soms zelfs 25
Dat dit een belemmering is voor on
ze export-industrieën is duidelijk. Het
pleit intussen voor het Nederlandse
bedrijfsleven, dat het niettemin de ex
portcijfers jaar op jaar aanzienlijk
heeft weten op te voeren.
De belangrijkste Nederlandse wen
sen liggen op verkeersgebied. Ons
land zou graag deelnemen aan het in
terne Duitse vervoer. Dit is echter
nog maar zeer beperkt vrij gemaakt.
De „Seehafensondern-Tarife" van
de Duitse Bundesbahn maken voorts
concurrentie op gelijke basis van Am
sterdam en Rotterdam met de Duit
se Noordzeehavens onmogelijk. Daar
door kunnen Amsterdam en Rotter
dam al geen goederen meer aantrek
ken, die nauwelijks drie kilometer
van de Rijn af moeten worden wegge
haald. Dat Hamburg geholpen wordt,
nu het als haven voor het Oost-Duitse
achterland is uitgeschakeld, is goed",
aldus mr. Marius. „Maar niet met
„Sondern-Tarife" van de Duitse
spoorwegen".
HET VIJFDE WERELDDEEL
Kinderen reisden 3200 km om deel
te nemen aan sportwedstrijden
(Van onze Australische correspondent)
Dat Australië een enorm brok aarde is, groter dan de Verenigde Staten
van Amerika en slechts bevolkt door een dikke 9 millioen mensen, weet
men wel. En men heeft dus ook wel leren inzien, dat deze mensen heel
dun over dit stuk aarde zijn verspreid en dat er enorme afstanden af te
leggen zijn van de ene nederzetting naar de andere temeer waar van
die 9 millioen er al 3'/2 millioen in Sydney en Melbourne wonen. Maar
ook al is er dikwijls gesproken over deze ruimte en deze afstanden, het
is en blyft altijd moeiLyk er zich een duidelijke voorstelling van te maken
zelfs wanneer men reeds tientallen jaren in Australië woont en het
gehele werelddeel heeft doorkruist.
Men beseft eigenlijk pas goed wat
„afstanden tellen niet" betekent,
wanneer men leest, dat 29 schoolkin
deren 3200 kilometer gaan reizen om
aan sportwedstrijden deel te nemen.
Nationale sportwedstrijden in hun
eigen land! In Darwin aan de Noord
kust. Deze 29 schoolkinderen wonen
in Alice Springs in het hart van dit
werelddeel. Na de 3200 kilometer lan-
je reis zullen zij zich in Darwin met
andere schoolkinderen meten in tafel
tennis, handbal, voetbal, korfbal en
de kunst van het debatteren. En dan
zullen ze weer vrolijk de 3200 kilo
meter lange terugweg aanvaarden om
weer op tijd met het nieuwe school
jaar te kunnen beginnen.
Terwijl de kinderen Alice
Springs voor hun „schoolreisje"
verlaten, zullen 23 mannen en
6 vrouwen er na een reis van
2500 kilometer aankomen om
aan de kerk te werken, welke
daar is opgericht ter ere van.
John Flynn de man die de
„vliegende dokter"-dienst in
het binnenland van Australië
oprichtte en hieraan zijn gehele
leven gaf.
Deze groep vrijwillige arbeiders
van verschillende gezindten zal het
kerkplein plaveien en er een open
lucht-preekstoel bouwen.
Het behoeft nauwelijks verwonde
ring te wekken, dat er gezien deze
afstanden verschillende plaatsen
op de kaart van Australië te vinden
zijn, die, wanneer men zou gaan zoe
ken, er helemaal niet zouden blijken
te zijn. Sommige van die plaatsjes in
het binnenland liggen zelfs 50 kilo
meter van de plaats waar ze volgens
de kaart zouden moeten liggen.
De oorzaak hiervan is, dat men
de plaats van deze dorpen as
tronomisch heeft vastgesteld.
Men had eenvoudig nog niet de
tijd en niet de mensen om hun
positie ook landmeetkundig
vast te stellen.
Het Australische departement van
binnenlandse zaken is thans doende
alle steden en dorpen hun juiste
plaats op de kaart te geven.
Vierde plaats.
Wanneer men leest, dat in het zo
juist afgelopen boekjaar 124.180 nieu
we immigranten zich in Australië
;-s
50 jaar bestaat de technische hoge
school te Delft. In deze jaren heeft
zij zich een wereldnaam weten te
veroveren. De Italiaanse kunstenaar
F. Carassodie op het ogenblik in
Amsterdam leeft, heeft voor deze ge
legenheid een legpenning gemaakt:
Technische Hogeschool Delft 1905
1955. De energie bestijgt, maar be
teugelt tegelijkertijd, Pegasus, het
mythologische paard, om op te stij
gen naar' dichterlijke hoogten. Het
menselijk vernuft wil mede opstij
gen, dit alles met zijn verstandelijke
vermogens bedwingend. Op de keer
zijde van de penning worden de em
blemen van de techniek wederom in
de hand gehouden van de mens,
waarbij de liggende antieke zuil het
dragende, maar tegelijk overwonnen
standpunt in de bouwkunst en de in
de natuurwetenschappen veranderde
zienswijzen symboliseert. De penning
werd geslagen door de ,jKon.
te Voorschoten.
Nederlands aandeel in Ierse
industrialisatie?
Een Ierse delegatie zal in Novem
ber ons land bezoeken om te probe
ren contacten te leggen, waardoor
ook Nederland een aandeel in de in
dustrialisatie van Ierland zou kunnen
krijgen. De Ierse delegatie, die ook
naar Duitsland en België zal reizen,
zal bestaan uit de voorzitter en een
lid van de Industrial Development
Authority en de economische advi
seur van de minister van economische
Ierland ziet de mogelijkheid voor
buitenlandse hulp bij zijn industriali
satie voornamelijk daarin, dat bui
tenlandse ondernemingen halffabri
katen zouden kunnen leveren, die in
Ierland verder worden verwerkt of
dat buitenlandse ondernemingen
dochterondernemingen in Ierland
zouden vestigen.
Zes maanden voor Anita,
wstekelinge uit Samoa.
Anita W., de 18-jarige verste-
kelinge van Samoa, die vorige week
uit eèn afgesloten hut op het Neder-
te ontsnappen door zich door
patrijspoort te wringen, is in ec«
voorstad van Sydney aangehouden, in
gezelschap van een lid van de be
manning van de „Zonnewijk", D. van
der H., die was achtergebleven toen
zijn schip naar Melbourne vertrok.
Het tweetal werd tot zes maanden
gevangenisstraf veroordeeld, in af
wachting van hun uitwijzing. Een
ambtenaar van het departement
voor immigratie, Wallace, deelde de
rechtbank mee, dat intussen regelin
gen zullen worden getroffen om Ani-
t?' terug te brengen naar Auckland
in Nieuw-Zeelana, waar zij enige
weken geleden in gezelschap van een
vriendin met hulp van Van der H.
aan boord van de „Zonnewijk" was
gekomen. De vriendin, die bij haar
ontsnappingspoging te Sydney werd
gegrepen is inmiddels naar Nieuw
Zeeland teruggezonden.
President-directeur K.L.M.
ereburger van Texas.
De president-directeur van de KLM,
de heer I. A. Aler, is door de gou
verneur van de staat Texas tot ere
burger van deze staat benoemd.
De heer Aler ontving deze onder
scheiding tijdens een reis die hij de
afgelopen tien dagen door de Ver
enigde Staten heeft gemaakt. Hij
heeft daarbij o.m. de vestigingen van
de K.L.M. in Texas bezocht en voorts
aan de westkust bezoeken gebracht
aan diverse vliegtuigfabrieken.
vestigden, dan schrikt men niet eens
meer van dit cijfer, maar begrijpt dat
het slechts een druppel op een gloei
ende plaat is.
De plaats die de immigranten uit
Nederland onder deze stroom inne
men? Net op het nippertje de vierde
plaats, wanneer men de Duitsers en
Oostenrijkers tenminste splitst.
Van die 124.180 nieuwelingen had
namelijk 48,51 procent de Britse na
tionaliteit. Van die andere 51.49 pro
cent namen de Italianen het leeuwen
deel met 12,564 immigranten gevolgd
door de Grieken met 6466. Dan ko
men de Hollanders met 5580, op de
voet gevolgd door de Duitsers met
5392 en de Oostenrijkers met 2106.
Er kunnen echter nog vele mil-
lioenen komen, voordat men van een
enigszins bevolkt werelddeel Austra
lië zal kunnen spreken.
DUUR KLIMAAT
Bijzondere problemen bij aanleg
van grote verkeerswegen
(Van een speciale correspondent)
De verwijdering van sneeuw en ijs van de straten van Montreal heeft de
gemeente verleden jaar winter een bedrag van liefst vier millioen, twee
165.000 dollar gekost. En dit jaar heeft Montreal al meer
dan de helft van het op de gemeentelijke begroting opgebrachte bedrag
besteed, in totaal namelijk iets meer dan twee millioen dollar, waarvan
ongeveer twee derde voor de verwijdering van sneeuw en een derde voor
liet strooien van zand, as, zout, enzovoort, op straten en trottoirs. Cana
da's federale hoofdstad, Ottawa een stad met een bevolking van nauwe
lijks 300.000 zielen besteedt elk jaar gemiddeld ruim een half millioen
dollar voor hetzelfde doeL Na zware sneeuwval heeft Ottawa ongeveer
zeven honderd kilometer wegdek sneeuwvrij te maken. En Toronto, de
hoofdstad van Ontario, blijft daar niet ver onder, hoewel het veel zuidelij
ker ligt en een milder klimaat heeft dan Ottawa.
Alle grote Canadese steden ten
Oosten van het Rotsgebergte, en»
honderden kleinere plaatsen moeten
elk jaar opnieuw rekening houden
met grote uitgaven in verband met
de sneeuwval en de ijsvorming. Voor
al die gemeenten is de winter een
buitengewoon dure tijd.
Canada's grote snelverkeerswegen
worden in de winter eveneens zoveel
mogelijk schoon gehouden. In de
winter van 1952 op '53 bijvoorbeeld
werd in de provincie Quebec alleen
meer dan 40-duizend kilometer snel-
verkeersweg de hele winter door be
rijdbaar gehouden, dat is eenmaal de
aarde rond.
Vlam sloeg in pan
met terpentijn.
Gevolg: brandschade van
duizenden guldens.
In een chemische fabriek aan de
Elsweg te Apeldoorn is Donderdag
middag een brand uitgebroken, die
enige tienduizenden guldens schade
heeft veroorzaakt door het verloren
gaan aan grondstoffen en eindpro
ducten. De eigenaar van het bedrijf,
de heer E. S. was niet verzekerd.
Een van de arbeiders van het be
drijf, de 38-jarige J. van B. was be
zig met het verwarmen van een hoe
veelheid terpentijn op een electrische
kookplaat, toen plotseling de inhoud
van ae pan vlam vatte. De man
trachtte met de blote handen de
gloeiende hete pan naar buiten te
dragen, doch moest deze enkele me
ters verder loslaten. Hierdoor ver
spreidde de brandende terpentijn
zich over de vloer, waarbij het hout
werk en een hoeveelheid chemicaliën
in brand raakten. Van B. liep een
tweedegraad verbranding aan han
den en armen op.
Het vuur werd door de Apeldoornse
brandweer met veel moeite geblust.
Een der brandweerlieden liep door
vallend glas verwondingen op, een
andere raakte door de hevige rook
ontwikkeling bewusteloos. Zij wer
den ter plaatse door een dokter be
handeld.
In totaal is een kleine 280 duizend
kilometer wegdek in Canada ge
schikt voor gebruik voor het mo
derne snelverkeer onder alle
weersomstandigheden, dit is nog
geen derde van het totale wegdek
maar op zichzelf toch nog altijd
heel wat.
De aanleg van wegen, die bestand
zijn tegen de strenge Canadese win
ter, is een heel probleem geweest;
er is wel iets op gevonden, maar het
is een zeer kostbare oplossing.
DUUR STOKEN
Voor elk gezin, voor ieder indivi
dueel is de winter een dure tijd in
Canada. Werkverzuim als gevolg van
griep of zware verkoudheid komt el
ke winter neer op een verlies dat, in
dollars uitgedrukt, in dë mülioenen
loopt. En dan zijn daar nog de dok
tersrekeningen, de onverwachte uit
gaven voor medicijnen, hoestdran-
ken en andere middelen tegen ziekten
en verkoudheid. Bijna de helft van
alle ziekten ih Canada bestaat uit
griep of de gewone verkoudheid. Ge
middeld geniet slechts een vijfde van
alle Canadezen een geheel ziekte-vrij
jaar.
Ook de jaarlijks weerkerende
brand stof fenrekening is voor de
meeste gezinnen een zware last.
Deze uitgave beloopt gemiddeld
een bedrag tussen de 150 en 200
dollar per gezin.
Ook aan kleding en huisvesting heb
ben de Canadezen veel meer uit te
geven dan de bewoners van landen,
die met een milder klimaat zijn ge
zegend. Dit zijn uitgaven, die met
gemakkelijk in cijfers kunnen worden
uitgedrukt, maar het zijn' belangrij
ke uitgaven. Vooral voor gezinnen
met veel kinderen vertegenwoordigt
de jaarlijkse post wïnterkleding een
aanzienlijk bedrag. Ook de voeding
is in dè winter duurder, omdat het
gestel dan behoefte heeft aan zwaar
dere, rijkere kost aan duurder
voedsel dus.
En wat hebben we zoal nog meer...
de talloze verkeersopstoppingen bij
voorbeeld en het daaruit voort
vloeiende tijdverlies.de seizoen
werkloosheid, een tegen iedere win
ter terugkerend verschijnselde
betrekkelijke kortheid van het seizoen
waarin de landbouw beoefend kan
worden
Met recht kunnen we dan ook zeg
gen: Canada heeft een duur klimaat!
VAN EN VOOR DE BOEKENPLANK
Over Ardennen, Balkan en Spanje,
over „Europa, mijn vaderland"
De vacanties zijn, op een heel enkele uitzondering misschien na weer
voorbij, en het seizoen van de lange avonden is weer aangebroken. Menig
een is op reis geweest; velen bleven binnen de grenzen, maar zeer velen
ook gingen naar liet buitenland. Men herdenkt de belevenissen, spreekt er
over met vrienden, plakt foto's in en..... mijmert weer al over de reis die
men de volgende vacantie zou willen maken. Atlassen, boeken en brochures
worden in de lange winteravonden te voorschijn gehaald, en deze voorpret
is reeds een genoegen op zichzelf.
Van gidsen kan men houden, ze als
een noodzakelijk kwaad beschouwen
of ze verfoeien, maar weinig mensen
zullen er zijn die totaal geen voor
lichting willen ontvangen over de
streek of het land dat ze bezoeken
gaan. Wie volkomen onvoorbereid er
gens komt, loopt veel kans, het in
teressantste te missen, iets waarvan
men later zegt: hé, wat jammer dat
ik dat niet geweten heb. Wie is er
bovendien beter geschikt U iets over
een land te vertellen dan een enthou
siaste liefhebber en bewonderaar er
van? Een prettig, niet opdringerig
boek van een competent auteur, een
gezellig haardvuur, 's avonds om de
kilte uit huis te jagen, en we gaan
weer op reis, comfortabel gezeten,
dicht bij, verder weg, het doet er niet
toe, maar in elk geval even weg uit
de dagelijkse sleur waarin we allen
tot de volgende vacantie gevangen
zullen zijn.
We hebben wat reisboeken voor U
uitgezocht, sommige pas, andere al
wat langer geleden verschenen, maar
stuit voor stuk aangename vrienden
voor de winteravonden.
De Wereldbibliotheek te Amster
dam bracht een allergenoeglijkste, ori
gineel boek over de Ardennen, „Nog
draaft Beyaard" geheten, van Nico
Rost. „Met Blancnette, de witte geit
van de oude Pauline, in wier boerde
rij we woonden toen dit boek geschre
ven werd, moet ik beginnen. Zonder
haar zou het anders geworden zijn.
Zij heeft immers klaar gespeeld om
het handschrift der eerste hoofdstuk
ken, dat op een zomerdag op de bank
voor het raam lag, in een onbewaakt
ogenblik op te vreten, balorig omdat
ze me niet zag en het haar rijd was
voor een snee orood", Zo vangt dit
boek aan, en dan is men er al „in"
Blanchette bleek ook al Rosts aante
keningen opgegeven te hebben. En
dan volgt, na een verhaaltje met een
moraal over een andere geit, een op
eenvolging van indrukken uit de Ar
dennen, doorspekt met legenden en
dorpsnieuwtjes, sagen van edelen en
heiligen, sproken, portretten van dor
pelingen (vooral dat van de oude Pau
line is onvergetelijk), alledaagse volks
wijsheid etc. etc. waaruit blijkt dat
Nico Rost de sfeer van de mensen en
de dorpen der Ardennen volkomen
heeft doorvoeld, terwijl hij bovendien
door zrjn goede schrijverschap in
staat is de lezer mee te laten genie
ten.
Joegoslavië is de laatste jaren ook
voor de Nederlanders een toeristen-
land aan het worden, maar lang voor
dien was li<>* al het tweede vaderland
van de Neuerlandse schrijver A. den
Doolaard. Zijn Balkanromans, met
name het bekende Oriëntexpress ge
tuigen daarvan. Over dit land ver
scheen enige tijd geleden van zijn
hand een zeer instructief boek, „Het
land van Tito". Uitgaand van het he
den, behandelt hij ook de bewogen
geschiedenis van Zuid-Slavië.
Hij beschrijft het leven en de op
komst van Tito (lezers, die zoals wij,
handel en wandel van dit staatshoofd
minder bewonderen dan de schrijver
dit blijkt te doen, zullen wel feller cri-
tiek hebben dan Den Doolaard) en
hij verklaart de breuk van deze com
munistische leider met het Moskou
van Stalin. Interessant is ook zijn on
derhoud met kardinaal Stepinats; het
hele hoofdstuk HDe koppige kardi
naal" trouwens. Enkele hoofdstukken
werden door Erie den Doolaard ge
schreven. Geen enkel facet wordt on
belicht gelaten, en in het slothoofd
stuk worden zelfs enige wenken ge
geven aan reizigers die de minder be
kende streken dan de echte „toeris
tenoorden" bezoeken willen. Zeer
mooie foto's illustreren de tekst van
dit, voorlopig „het" Nederlandse boek
over Joegoslavië. (Em. Querido, Am
sterdam, geb. f 11.50).
Naar Spanje
Een ander land, dat steeds meer in
het middelpunt van de toeristische be
langstelling komt te staan, is Spanje.
Reeds vele hoeken verschenen er over
dit prachtige land, uitgestrekte land,
vaak bijzonder goede. Ook het werk
dat de reeds lang in Spanje woonach
tige Theo Stols er aan wijdde, „Span
je s pracht en praal. (Nijgh en Van
Ditmar 's-Gravonhage, geb. f 9.50).
is bijzonder aanbevelenswaardig. Op
onderhoudende wijze krijgt men van
allerlei wetenswaardigheden (feesten,
folklore, spelen, dagelijks leven, sport
etc.), vergaard op talloze tochten
door dit land, te horen, en ook de
meer practische inlichtingen, zoals
gegevens over hotels en eethuizen
(goedkoop en duur)reismogelijkhe
den e.d. treft men er in aan. Dit. boek
is zelfs als gids te gebruiken: Stols
geeft ons de beschrijving van een
reis door Spanje, die "wemelt van bij
zonderheden over de bezochte plaat
sen en streken. Aardige tekeningen
en een 36-tal foto's verluchten deze
goede gids.
Nog wat verder van huis ging
Mr. Elias, op wiens woordspelige
„Kleine Reistafel" (Elsevier,
Amsterdam) in volle rijstkommen
de kaartjes Parijs, Algiers, Lon
den, Stockholm en Kopenhagen
geprikt staan, terwijl Mr. Elias'
koffertje verklapt, dat hij ook
nog op Cyprus en Malta, in Ni-
mes en in de Sahara is geweest.
Over al die steden en landen, en
over het reizen zelf, vertelt hij
op de hem bekende geestige, wat
oppervlakkige wijze. Een amu
sant reisboek waaruit men zo
tussen beiden toch nog heel wat
opsteekt, al zij het dat men som
mige gerechten wel eens met een
korreltje zout nemen moet.
Europa,
mijn vaderland
Het reisboek van Rein Blijstra heet
„Europa, mijn vaderland" en het
verscheen bij de Arbeiderspers. Am
sterdam, geb. f 7.90. Het is, in tegen
stelling met het werkje van Mr. Eli
as, een ernstig boek: Blijstra schreef
destijds uitvoerige reportages voor
„Het Vrije Volk" en bewerkte die
voor deze uitgave in boekvorm. Voor
al de culturele aspecten van de be
reisde landen: Nederland, Engeland,
Duitsland, Frankrijk en Italië wor
den getoond. Ge vindt er zowel stuk
ken over de Friese beweging in als
beschouwingen over de herbouw van
Zandvoort, de Griekse tempels van
Paestum of de Sibylle van Cumae, en
tientallen andere onderwerpen. Het
geheel getuigt van een brede, oor
spronkelijke kjjk op de culturele toe
stand van Europa. Een mooi boek,
geïllustreerd met foto's van de schrij
ver en anderen.
Ver ook neemt C. H. J. Maliepaard
ons mee in zgn boek „In het land van
witte steden en zwarte tenten" (Ad.
M. C. Stok, Z.-Holl, uitgeversmrj. Den
Haag, ing. f 7.geb. f 8.90), name
lijk naar Jordanië, waar hij een jaar
verbleef om er als landbouwkundig
ingenieur onderzoekingen te doen.
Het Heilige Land. de woestijn, het le
ven van Bedoeïenen en Arabieren,
alles passeert de revue en de wijze
waarop ir. Maliepaard dit alles be
schrijft, bewijst dat hij zijn ogen in
dat ene jaar goed de kost heeft ge
geven. Ook hij illustreerde zgn boek
zelf met vele foto's.
Als hekkesluiter noemen we bet ge
heel apart staande reisboekje van
Hetty van den Bergh: „Een liedje van
verlangen". Zij ging het verst van al,
helemaal naar China, in 1946, in semi-
militair verband. Zij beleefde er veel,
en vertelt dat op een onnavolgbare
fijne, typisch vrouwelijke manier, met
fijnzinnige humor en fantasie. Van
begin tot eind leeft men geïnteres
seerd met de schrijfster mee. Hoe ze
in een vrij primitieve kist over de Hi
malaya vliegt, haar aankomst in
Sjanghai, waar niemand haar ver
wacht. de onbeschrijfliike toestanden
daar. Met honderden kleine details
weet zg China, vooral de verwording
in Sjanghai, prachtig op te roepen.
Er zullen niet veel mensen naar Chi
na kunnen gaan met de volgende va
cantie. En daanm raden we leder
aanlees Hetty van den Bergh koste
lijke boekje, dan lijkt het haast, of ge
er toch even bent geweest.
HANS WARREN.