Bundel Italiaanse vertellingen uit de 19e en 20e eeuw Middelheim (Antwerpen) nieuw getuigenis van beeldhouwkunst Fam. Doorsnee en Showboot pi us „Mimoza" keren terug Een tentoonstelling over Jac. van Looy als schilder ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MEESTERS DER VERTELKUNST Vaak sombere, navrante verhaten, verzameld door Cor van Schendel WE HEBBEN ER in deze rubriek al eens eerder op gewezen, dat een van de beste manieren om tot de ware aard van een volk door te dringen is: kennis te nemen van zijn literatuur. Een boek met goede Nederlandse no vellen, vertaald in de wereldtalen (gesteld dat het mogelijk was) zou de beste ambassadeur zijn voor de kennis van de Nederlandse volksziel en zou de nog steeds gangbare buitenlandse opvatting over ons land (allemaal tulpen, molens, Volendamse mutsen, klompen en kaas en alle huizen op palen) wellicht wat ten goede kunnen corrigeren. Nu kunnen we die vreem delingen uitlachen, of zie o.a. de winkeluitstallingen hun illusies in de hand werken, maar is onze eigen opvatting over vreemde volken ge middeld zoveel beter? Om de staarten van alle Chinezen en de verentooi der Indianen e.d. nu nog maar met rust te laten en be trekkelijk dicht bij huis te blijven: wat is voor ons „de" Italiaan? Heeft hij geen honingzoete tenor, een zwarte krullebol en tokkelt hij niet op een mandolien (liefst met avond lijk golfgeruis op de achtergrond) of danst hg niet zorgeloos en lachend door het leven, of hij nu visser, vrachtrijder dan wel zwerver is, met een mooi, donker meisje onder een onbewolkte Zuidelijke hemel En meer van dergelijk operettefraais Zo een opvatting van het „zonnige Zuiden" wordt reeds dadelijk gecor rigeerd bij een bezoek aan het land, en wellicht nog beter door naar de Italiaanse schrijvers te luisteren. Zelfs een zo oppervlakkige kennis making met de Italiaanse literatuur als de door Corinna van Schendel bijeengebrachte bundel uiteindelijk Letterkundige kroniek door HANS WARREN blijft, zal de lezer reeds overtuigen: de toon die uit vrijwel al deze verha len opklinkt is ernstig, zo niet be paald somber, navrant of rauw. Armoe, mislukte levens, nogmaals armoe, gekruid met de galgenhumor verworven in een hard bestaan, dat is het stramien waarop de meeste schrijvers van de laatste honderd jaar hebben geborduurd. Felle zon werpt zwarte schaduwen. In Italië heeft tijdens de Renais sance, in de 14de, 15de en 16de eeuw, de novelle een grote bloeitijd ge kend. Maar in de 19de eeuw, toen vele, nu wereldberoemde auteurs in West-Europa en Rusland de roman en het verhaal tot een hoogtepunt brachten, had Italië een grote han dicap: het moest zich moeizaam ont worstelen aan Franse en Oostenrijk se overheersers, en pas in 1870 kwam de nationale eenheid tot stand. Deze omstandigheden hebben blijkbaar de nieuwe opbloei van de Italiaanse let teren een enkele voorloper uitge zonderd vertraagd. Niettemin heeft sedert de tweede helft van de 19de eeuw Italië weer vele schrijvers opgeleverd, die met recht tot de „meesters der vertelkunst" kunnen worden gerekend, en dit nieuwe boek in Meulenhoffs bekende serie (Ne derland, Rusland, Frankrijk en Span je waren reeds vertegenwoordigd) is dan ook een bijzonder mooi boek ge worden. VIJFTIEN AUTEURS Vijftien auteurs, de meeste ten on zent onbekenden, zjjn hier vertegen woordigd. Er zjjn zelfs twee Nobel prijswinnaars onder: de weer al half vergeten Grazia Deledda (1876-1936), uitbeeldster par excellence van het Sardjjnse volksleven, en de in Neder land vooral door zjjn toneelstukken bekende Luigi Pirandello (1867-1936). Van de laatstgenoemde werden twee verhalen opgenomen (hij schreef er een dikke tweehonderd)waarvan vooral „Mevrouw Frola en meneer Ponza, haar schoonzoon" niet alleen knap, maar ook interessant is, daar het de basis was voor het ook in ons land opgevoerde toneelstuk „Wat is de waarheid?". Het beschrijft de verwarring waar in de bewoners van het plaatsje Val- dana verkeren doordat ze er niet achter kunnen komen wie van de twee bekende ingezetenen stapel krankzinnig is, mevrouw Frola dan wel haar schoonzoon. Het leuke is dat de lezer het ook niet te weten komt. Het oudste verhaal in de bundel is van een tamelijk onbekende schrij-' ver: Iginio Tarchetti (1841-1869), „De geest in de framboos" een ver haal dat terwijl men het leest veel beter lijkt dan het uiteindelijk blijkt te zijn. Aan het slot ploft de hele zaak vrij banaal in elkaar en daar door devalueert eigenlijk ook het middenstuk dat eerst magistraal leek, wat op zichzelf een nogal won derlijke sensatie is. tisch verhaa.1, „De wolvin" en ook de voornamelijk als dichter be roemde Gabriele d'Annunzio geeft een knappe realistische schets, „Turlendana dronken". Het zjjn verhalen waarin een speurtje van de beroemde Zuidelijke rozengeur en maneschijn te bemerken is, ook al schijnt de maan in het laatste verhaal glashard op de stomdron ken man die door zijn kameraads hoonlachend neergelegd is op het ontbindende kadaver van zijn ka meel. DE DRIE BESTE De drie mooiste verhalen uit deze bundel zijn naar onze smaak van de twintigste eeuwse auteurs Moravia, Brancati en Pavese alle drie on derling weer zeer verschillend. Al berto Moravia, geb. 1907, is thans wereldberoemd door zijn roman over een Romeinse lichte vrouw, „La Ro- mana" (Vrouw van Rome), een be roemdheid die hij helaas min der aan de goede kwaliteit van zijn werk daa wel aan een bepaalde nieuwsgierigheid te danken heeft. Zjjn verhaal „Misdaad op de Tennis club" is cru en hard. Het is een jeugdwerk, maar het is zo meester lijk en beheerst geschreven, dat men de sporen van de jeugd alleen in de nog weinig soepele geesteshouding achter het verhaal merkt. Het beeldt uit hoe een stel knappe jongelui op een elite-feestje uit spotlust een wat zonderlinge en niet meer jonge prin ses verleiden, dronken voeren en, als hun spel te ver gedreven blijkt, dood slaan. Een verhaal dat onwillekeurig de beruchte zaken uit de Italiaanse pers in herinnering brengt, ook al is dit verhaal veel ouder. Tot een van de interessantste schrij vers van de laatste tijd behoort stel lig ook de in 1954 gestorven roman cier Vitaliano Brancati, van wie „De oude Prent" werd opgenomen, moge- j lijk het intiemste en geconcentreerd- 1 sfp stille uit* r?p"7P rr De bekende Giovanni Veren i ?te ,st.uk "5 .de'e. bloemlezing. De ,10.n inoox 4. T i bundel werd besloten dbor „Kermis- (1840-19^2) is vertegenwoordigd nacht" van de net als Brancati vrij door een hard, schroeiend, realis- jong gestorven Cesare Pavese (1908- 1950). Een breed opgezet, wat abrupt eindigend verhaal waarin niet de in trige die ontbreekt haast maar vooral de sfeer onvergetelijk is. De uitbeelding van het landleven, de na tuur en de kermis in een nabije stad weven een magische sfeer rondom de simpele figuren: een pater, een onderwijzer, drie opgroeiende arme jongens. Ook de niet genoemde verhalen zijn echter, op een enkele uitzonde ring („Stervend Paard" van Gianna Manzini) na, bizonder treffend, ter wijl de Nederlandse weergave van Corinna van Schendel en Frieda Vo gel zo goed is, dat men volkomen vergeet, met vertalingen te doen te hebben. Meesters der Italiaanse vertelkunst J. M. Meulenhoff, Amsterdam, geb. 7.50. „Vincent van Gogh-huis" wordt gerestaureerd. Over enkele maanden hoopt men een begin te kunnen maken met de restauratie van het huis van Vin cent van Gogh in Nuenen. Hiertoe werd reeds in 1953, ter gelegenheid van de herdenking van Van Gogh's honderdste geboortedag, besloten. Met ministerie van O., K. en W., het provinciaal bestuur, de gemeen te Nuenen en de Van Gogh-stichting droegen een aandeel bij in de res tauratiekosten. Met de verbouwing zelve kon evenwel geen begin wor den gemaakt, omdat het enigszins vervallen huis nog steeds werd be woond en omdat de bewoner weiger de het huis te verlaten. Een ander huis werd hem aangeboden, doch hij weigerde. De zaak kwam voor de rechter, die de bewoner in het gelijk stelde. Enkele weken geleden heeft de zaak een gunstige wending geno men. De naast het Van Gogh-huis gelegen pastorie van de Ned. Herv. Gemeente wordt namelijk gerestau reerd en de bewoner van het Van Gogh-huis heeft zich bereid ver klaard na voltooiing van deze ver bouwingswerkzaamheden te verhui zen naar de pastorie. Daarna kan dus een begin worden gemaakt met de restauratie van het Van Gogh- huis. Hierin zal in de toekomst de pastorie van de Ned. Hen'. Gemeen te worden ondergebracht. Als zoda nig heeft het uit 1764 daterende huis vroeger ook dienst gedaan. Er be staan plannen om in het huis een Van Gogh-kamer in te richten met reproducties en tekeningen van de schilder. GROOTSE DERDE BIENNALE Fraai en indrukwekkend maar minder gestyleerd dan in Arnhem (Van een onzer redacteuren) Tot 16 September kan men in Antwerpen de derde Biennale voor beeld houwkunst in het Middelheim-park bezoeken. Hier heeft da stad Antwerpen in een bijzonder fraai stadspark een per manent openluchtmuseum van de beeldhouwkunst met niet minder dan 75 beelden, waaronder vele meesterwerken. Rond deze kern is thans een expositie opgebouwd, waarin een overzicht wordt gegeven van de Franse beeldhouwkunst. Middelheim-Antwerpen en Sonsbeek-Arnhem, waar naar gemeld even eens een tentoonstelling wordt gehouden, hebben dit gemeen, dat het beide stadsparken zijn, maar daarmede houdt de overeenkomst op. Een ver gelijking brengt markante verschillen naar voren. Verschillen, die overigens geen en kele afbreuk doen aan de waarde en de opzet van beide exposities. Natuur lijk kan men het veel grootsere en monumentale Middelheimpark als zodanig niet vergelijken met Sons- beek. Een vergelijking wordt pas vrucht- geheel, baar als men ziet naar de artistieke betekenis van beide exposities. Sonsbeek-1955 dan biedt een strak, streng gestyleerd en zorgvuldig gese lecteerd overzicht van de ontwikke lingsmogelijkheden van de moderne, internationale beeldhouwkunst. Sonsbeek is een instructief waar de bezoeker als het ware met vaste hand wordt aangepakt en ook onder geleide zijn in trede kan doen in deze kunstwereld. Middelheim wil vóór alles een confrontatie geven in de zin van een niet al te nauwlettend samonbn-iigoi gen van de verschillende richtingen in de beeldhouw kunst, waarbij in eerste instantie ook nn- een in druk wordt gegeven van de Franse beeldhouwkunst, die met het niet geringe getal van honderd beelden vertegenwoordigd is. Evenzeer als S-.nsbeek 1955 geslaagd is en in zijn bescheidenheid, vergeleken bij Antwerpen, alle aan dacht verdient, evenzeer is Middelheim in zijn grote omvang in totaal 'n 275 beelden een overtuigend bewijs van het juiste in zicht in de betekenis van de beeldhouwkunst. Het enige wat men, wat de natuurlijke omgeving betreft, als een voordeel van Sonsbeek zou kunnen noemen is het geacciden teerde terrein, dat hier zul ke bijzondere effecten geeft. Weliswaar is dit ook enigszins het geval met het gazon vóór het restau rant in Middelheim, Het is bekend, dat bur gemeester L. Craeybeckx van Antwerpen de beeld houwkunst een warm hart toedraagt. Hij is dan ook voorzitter van de raadge- Op de grote gazons in het park Middelheim in Ant werpen vindt men dit voor treffelijke werk van de Fransman Henri Laurens Océanidebehorend tot het vaste bezit van het open luchtmuseum Middelheim. vende commissie van het open luchtmuseum voor de beeldhouw kunst en van het werkcomité der der de Biennale. Dank zij zijn streven en de me dewerking, die'hij daarbij van zo vele zijden ontvangt, is het gelukt iets unieks te scheppen, dat ner gens ter wereld zó gevonden wordt: een permanent openlucht museum voor de beeldhouwkunst. Een trots bezit, een wereldstad als Antwerpen waardig! Burgemeester Craeybeckx nam het initiatief daartoe in 1950. Men ging daarbij van de gedachte uit, dat ah dus de beeldhouwkunst nieuwe im pulsen gegeven konden worden, ter wijl tevens de belangstelling en waardering bevorderd.zouden kunnen worden. Opmerkelijk is de ruime geest en het gezonde beoordelen van de betekenis van de moderne kunst, waarvan hier blijk wordt gegeven! (Vervolg op pag. 8) UIT DE RADIOWERELD Deze zomer herhaling van hoorspelen De V.A.R.A. heeft steeds getoond angst te hebben voor verstarring in de programma's. Verscheidene ma len heeft zij een bepaalde reeks uit zendingen, terwijl die nog volop suc ces hadden, eenvoudig beëindigd om dat zij vreesde, dat ze op den duur niet fris genoeg gehouden zouden kunnen worden. Nu in de zomer en kele bijzonder populaire program ma's zijn vervallen de Familie Doorsnee en de Showboat vraagt men zich natuurlijk af, of die in het komende winterseizoen opnieuw te beluisteren zullen zijn. Om maar met een met de deur in huis te vallen: ze komen terug, allebei, en van de Showboat zal Mimosa deel blij ven uitmaken ondanks alle an dersluidende geruchten! Op het ogenblik reeds werkt de programmadienst druk aan het pro gramma voor de komende winter. Voor de samenstelling van zulk een programma komt namelijk heel wat kijken. Men moet rekening houden met de auteurs, met de beschikbaar heid van de artisten en van de tech nische apparatuur in de periode, waarin men bepaalde uitzendingen wenst te plaatsen, met de program ma-coördinatie, dat wil zeggen met wat de andere omroepen tezelfdertijd aan programma's zullen hebben - dit om doublures te voorkomen met tal van studioproblemen en na tuurlijk ook met de financiële moge lijkheden. Als de programmadienst SJOERD DE VRIES regie zjjn schema gereed heeft, volgen be sprekingen in vergaderingen van da gelijks- en hoofdbestuur en tenslotte hebben, zoals het in een democra tische organisatie betaamt, de direc te vertegenwoordigers van de leden het laatste woord: dan wordt het schema, dat in October moet ingaan, voorgelegd aan de verenigingsraad. BIJ EEUWFEEST VAN GEBOORTE Veelzijdig en goed kunstenaar Jacobus van Looy kennen velen onzer slechts als de schryver van zeer romantische herinneringen aan een allerminst onverdeeld gelukkige jeugd in het Haarlemse weeshuis. Zijn drie boekjes: Jaapje, Jaap en Jacob, zijn eenmaal „best-sellers" geweest. Maar zijn prachtige bundels schetsen „Gekken, Feesten, Reizen", behoren allang tot de officiële letterkunde, zijn derhalve gecanoniseerd en in de verg etelheid bijgezet. Ten onrechte welis waar, want zjj zjjn voor wie door de Tachtiger woordenpraal weet heen te lezen nog steeds zeer waardevol. Hjjzelf zou deze gang van zaken uiter mate pijnlijk hebben gevonden, want hij voelde zich in de eerste plaats let terkundige. Maar deze gang van zaken heeft er vermoedelijk toe geleid, dat de aandacht van „men" is afgeleid van een ander, niet minder belangrijk facet van deze veelzijdige en goede kunstenaar. Want Jacobus van Looy is als schilder zeker van zoveel be tekenis geweest. Het is op dit as pect, dat de komende weken de aan dacht nog eens zal worden geves tigd. Er is een aanleiding voor zulk een herdenking. Jacobus van Looy werd namelijk op 12 September 1855 te Haarlem geboren, zodat we de ko mende maand het eeuwfeest van zijn geboorte kunnen vieren. Dat ge beurt dan ook. Arti en Amitiae te Amsterdam, het kunstenaarsgenoot schap. waarvan hij sinds 1888 tot aan zijn dood in 1930 lid is geweest, houdt zoals gemeld tot eind Augustus een tentoonstelling van schilderijen en tekeningen van zijn hand; daarna volgt het Huis van Looy te Haarlem met een expositie waarin niet alleen zijn beeldende kunst maar ook zijn letterkundige werkzaamheid de attentie krijgt die haar toekomt. Het leven van Van Looy vertoont in wezen een merkwaardige gesple tenheid, welke hem tot een boeiende verschijning maakt, maar die tevens de aanleiding is geweest tot een tra gische en merkwaardige vergissing. Opgevoed in 't Haarlemse weeshuis, waar de overgevoelige en dromerige jongen zich helemaal niet op zijn hij als twaalfjarige eerst bij een let- gemak moet hebben gevoeld, kwam terzetter in de leer en ging daarna naar een rijtuigschilder, kreeg te kenlessen en werd tenslotte aange nomen op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Zjjn vorming als kunstenaar krjjgfc hij dus in dié bruisende tijd, welke als een nieuw begin en een hoogte punt in het Nederlandse kunstleven geldt. De Tachtiger Jaren. Letter kundige baanbrekers als Kloos en Van Deyssel behoorden tot zijn vrienden, grote schilders als Breit- ner en Witsen waren zijn tijdgeno ten. Dat bepaalt mede zijn geesteljj- ke habitus. Zjjn habitus: dat is in zijn letter kundige arbeid vooral het opgaan in het zuiver zinnelijk waarneembare, het beeldende, ja: schilderende, van zijn woord. Maar dat is in zijn schil derkunst in toenemende mate het gevoel voor het essentiële achter de zichtbare werkelijkheid, het tastbaar maken van een innerlijke realiteit, welke leidt tot een sterke verstilling in dit werk. TEGENPOOL. In dit opzicht is hjj de volslagen tegenpool van zjjn vriend en tijdge noot George Hendrik Breitner. Deze is in zjjn belangrijkste tijd een zeer fel levende figuur met het trotse zelfbewustzijn van de inwoner, ener snel groeiende, bruisende stad. Dat spreekt uit al zijn werk, ook in zijn portretten. Voor Breitner is de psy chologie van zijn sujetten alleen be langrijk, voor zover deze appelleert aan zijn eigen trots. Deze maakt hun noblesse uit. Van Looy is in zijn schilderijen een eenvoudig, dichter lijk mens, als ambachtsman de ge lijke van Breitner, maar nimmer zo pralend en uitbundig. Zijn vorm is strakker; elk schilderij opnieuw is een gespannen gevecht met zijn on derwerp en niet altijd behaalt hij daarin de overwinning. Zelfportret van Jacobus van Looy Dit is geen overdrijving. Van een zijner mooiste schilderijen: Aaltje in het gras, het prachtige stem- mingsbeleid van een klein meisje, dat op haar buik in het hoge gras paardebloemkaarsjes ligt uit te blazen, bestaat 'n stapeltje voor studies in zwart krijt en pastel, dat bewijst, hoe consientieus Van Looy aan dit doek heeft gewerkt hoe hij heeft gezocht naar een verantwoorde vorm voor elk de tail. Dat hij in de kleinigheidjes niet verdronk, dat hij integendeel een gaaf boek heeft geschapen be wijst dat hij zijn vak verstond. Onder zijn portretten en zelfpor tretten zijn meesterwerken, die kun nen hangen naast de belangrijkste uitingen van het Franse impressio nisme. Zij zijn uiteraard, degelijker van schildering, minder flitsend en schetsmatig, maar zij zijn tevens prachtig van kleur en van factuur, gedurfd gedaan en boeiend van waarachtige, liefdevolle belangstel ling voor het wezen van het sujet. Een hoogtepunt vormen hier de bei de portretten van de kunstverzame laar Batavier en zijn vrouw. In zijn zelfportretten kan iets van trots en ongenaakbaarheid liggen. Inderdaad moet Van Looy geen ge makkelijk mens zijn geweest, een die de sterke neiging had, zich af zijdig te honden van 's werelds ge woel. Het gedurfde stuk is hier het mooie zelfportret met de blauwe kiel, dat men terecht vaak in repro ductie tegenkomt. Het is Van Looy op zjjn best. Peter Schilperoorf verlaat „Dutch Swing College Band" De leider van de „Dutch Swing College Band", Peter Schilperoort, zal dit orkest in September verlaten. Zijn studie aan de Technische Ho geschool in Delft komt dan in haar laatste stadium en omstreeks No vember van dit jaar hoopt hij het examen werktuigbouwkundig in genieur af te leggen. Hij ziet zich daarom genoodzaakt, al zijn krach ten aan de studie te geven. Men gaat dus beslist niet over één nacht ijs! Het is dus duidelijk, dat het op het ogenblik nog moeilijk is, veel over de plannen voor de winter 19&5—1956 te vertellen, maar in eik feval staat dus vast, dat aan de .A.R.A.-verenigingsraad zal worden voorgesteld de Familie Doorsnee en Showboat te prolongeren bij die programma's vreest men nog niet voor inzinkingen. Men mag aanne men, dat de verenigingsraad hieraan zijn goedkeuring zal hechten. ZOMERPROGRAMMA'S. Op korter termijn, namelijk in de tweede helft van de zomer, staan de omroeporganisaties voor andere pro blemen, samenhangend met de va- canties van de hoorspelkern en van de musici der vaste orkesten van de Nederlandse Radio Unie. Wat de hoorspelen betreft, maakte de V.A. R.A. van deze gelegenheid gebruik tot het heruitzenden van enige pro- framma's, die enkele jaren geleden averende successen zijn gebleken, namelijk de trits Rotterdam. Den Haag en Amsterdam bij Gaslicht, of wel resp. De Twee Wezen. De Fa brieksbaas en Rose Kate, samenge steld en geregisseerd door S. de Vries junior. In de zomer zal men voorts nog kunnen noren herhalingen van Mi randa, een charmant Engels blijspel, dat zowel op het toneel en verfilmd als in hoorspelvorm een aantal jaren geleden groot succes heeft gehad; „Van ander ras", een sterk spel over het rassenprobleem, „Christopher Blake'een uitermate belangrijk stuk, dat zie eigenlijk nog meer leent voor de radio, dan voor uitvoe ring op het toneel. „Meeuwen boven Sorrento", een zeemansstuk waarin wijlen Cor Rnys destijds op het toneel triomfen heeft evierd en de blijspe len „Wanneer zingt een kanarie?" en „Het witte schaap van de familie". Een origineel hoorspel, dat nog pas kortgeleden, namelijk in Juni voor het eerst werd uitgezonden, wordt weg", van de Nederlandse auteur Jo eveneens herhaald: „Het huis aan de van de Walle.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 7