KAPPIë EN DE OERMUZIEK Mevrouw Bouman stelt vele vragen in de zaak-Schmidt DE STICHTING VAKOPLEIDING BOUWBEDRIJF IS BEZORGD CONFERENTIEFILOSOFIE BALASTORE Chefarine „4" doet wonderen 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 27 JULI 1955. LEUGENACHTIGE GETUIGE. Tegenstrijdige verklaringen Voor de zevende zitting: in de zaak tegen de Nederlander Schmidt, die Maandag is gehouden, bestond geen publieke belangstelling. Alleen een vertegenwoordiger van het Nederlandse hoge commissariaat was aanwezig. Getuige Harris Bin Soemaeni, die d e vorige keer van onderzeeboten en droppings vertelde, werd door mevrouw Bouman ondervraagd over de details. Zij merkte acht tot negen tegenstrijdigheden op, waarvan zij een lijstje aan de rechter overhandigde. Deze zeide dat dit dan maar in het pleidooi verwerkt moet worden. Verdachte merkte op: „Getuige verklaart, dat liij door de politie op 19 Dec. 1953 werd verhoord. Toch wist inspecteur Endoeh mij op 18 Dec. precies te vertellen, wat deze getuige de volgende dag ging ver klaren." Verder werd gehoord Oekar bin Soeltarta, een 25-jarige onderne- mings-arbeider, vroeger militair bij het K.N.I.L., die na 1950 militair bij de Apri was. Hij zeide, dat hij Jung- schlager en Schmidt op de onderne ming „Drarrtaga" had gezien, waar Tomasoa hem vertelde, wie zg wa ren. Getuige moest de wacht houden en zag Jungschlager later nog enke le keren, toen hij wapens kwam halen. Getuigen zeide Schmidt te herkennen als degene, die hij in 1950 zag. Mevrouw Bouman zeide, dat getui ge Harris bin Soemaeni in het voor onderzoek heeft verklaard, dat hij beklaagde voor de tweede maal op de linker zijgalerij van het hotel der Nederlanden heeft ontmoet in gezel schap van Kartosoewirjo. Het hotel- heeft echter bij de lobby geen zijgale rij en later op de zitting heeft ge tuige gezegd, dat de ontmoeting plaats had in de linkerhelft van de voorgalerij. Zij vroeg, wie getuige na zgn gevangenschap op de hoogte heeft gebracht van de ware situatie in het hotel. De rechter zeide dit een strikvraag te achten. Voorts verzocht verdedigster om een beschrijving van het kamp-Ma- kassar, waar getuige gezegd heeft beklaagde voor de eerste keer te heb ben ontmoet. Mevrouw Bouman merkte op, dat getuige nu eens spreekt over een stenen, dan weer over een houten gebouw.-Getuige ant woordde, dat het een half stenen, half houten gebouw was. De rechter maakte aan de hand van de verklaringen van getuige een situatieschets. Schmidt verklaarde hierop, dat getuige helemaal niet weet, hoe de situatie daar was. Te kleine details. Getuige bleef bij zgn verklaring, De officier van justitie zeide, dat dit alles al vijf jaar geleden is gebeurd. De verdedigster vroeg te kleine de tails. Na zo'n lange tijd kan men zich alleen de grote lyn herinneren en die is, dat getuige daar is ge weest en Schmidt heeft ontmoet. De rechter sloot de zitting na te hebben meegedeeld, dat de officier van justitie, de verdedigster en de beklaagde gelegenheid zullen krijgen de getuige verder te ondervragen. Op 15 Aug. is de volgende zitting. Vermogensonderzoek bij middenstandsonderneming De staatssecretaris van economi sche zaken, dr. G. M. J. Veldkamp, heeft Dinsdag te Den Haag de com missie vermogensonderzoek bij de middenstandsonderneming officieel geïnstalleerd. Hij noemde de ontwik keling van de vermogenspositie van de middenstand een belangrijk onder werp, zowel voor de middenstand als voor het middenstandsbeleid. Dit onderwerp heeft reeds sinds enige tijd de publieke aandacht. Spr. herinnerde er aan, dat het verzoek om naar de ontwikkeling van de vermo genspositie bij de middenstandsonder- neming een onderzoek in te stellen, is gedaan bij de openbare behandeling van de middenstandsnota in de Twee de Kamer. Bosbranden in Ontario. In Ontario (Canada) zgn door brand al 80.000 ha bos verloren ge gaan. Elke dag breken 20 nieuwe branden uit. Het ziet er naar uit dat een deel van de 6000 mensen, die de branden bestrijden, tot in de herfst bezig zal zijn met het blussingswerk, aangezien er meer branden uitbreken dan men kan blussen. In het Noordelijke deel van de pro vincie woedden Dinsdag 153 branden, waarvan er 33 door gebrek aan men sen en materiaal niet bestreden wor den. (Advertentie) Brand in boerderij te Mijdrecht. Dinsdag is brand uitgebroken in de schuur van de kapitale hofstee van de gebroeders Van M. in de Amstelhoek, gemeente Mijdrecht. De brandweer uit Amstelhoek, die spoedig ter plaatse was, vroeg onmiddellijk assistentie van de brandweer van Mijdrecht. Met negen stralen werd de vuurzee aan getast en tenslotte bedwongen, eer de vlammen zich meester konden maken van de aangebouwde woning. De- schade loopt in de tienduizenden. Behalve de stallen voor het vee en het pas gewonnen hooi bevonden zich in de schuur een aantal landbouwma chines en een trekker. Alles werd een prooi der vlammen. Omtrent de oor zaak van de brand tast men in het duister. De gebroeders Van M. waren verzekerd. EEN HUIS OP E-55. Onvoldoend aantal jonge bouwvakkers De woningnood en de behoefte aan andere gebouwen maakt het nood zakelijk, dat het corps vakbekwame bouwarbeiders opvolgers krygt, die kwantitatief en kwalitatief in staat zijn de hun wachtende taak te ver vullen. De stichting vakopleiding bouwbe drijf streeft naar een objec tieve voorlichting omtrent inhoud betekenis eh eisen van het beroep bouwvakarbeider en heeft o.m, door middel van het Jbouwen van een wo ning willen tonen op de „E 55" waartoe leerlingen uit dat leerlingen- stelsel na enkele jaren opleiding in staat zgn. Het vraagstuk „hoe blijven wjj be schikken over arbeiders die kwalita tief en kwantitatief berekend zijn voor de opgelegde taak?" vervult vol gens jhr. mr. W. C. S. Laman Trip, voorzitter van de stichting, het bouw bedrijf met grote zorg. Er bestaat, zeide hg, onder de jeugd 'n zekere aversie tegen 't be roep van bouwvakarbeider. De vrees voor werkloosheid behoeft geen rol te spelen, want inmiddels zgn de so ciale voorzieningen van dien aard geworden, dat werkloosheid veel minder, zoals in het verleden, een verschrikking behoeft te zun. Mocht onverhoopt opnieuw een depressie op treden, dan zal juist het bouwbedrgf worden gehanteerd om de gevolgen daarvan ten aanzien van de werk loosheid in het algemeen te nivelle ren. Dan zullen nieuwe werken in uitvoering worden gebracht. Om tot eén waarlijk objectieve voor lichting te komen heeft de stichting vakopleiding bouwbedrijf gemeend nieuwe wegen te moeten inslaan. Zij heeft alg eerste tak van bedrijf een apparatuur laten samenstellen, dat van een aantal beroepen in de bouw vakken een beeld geeft van de in houd, van de te stellen eisen aan de candidaat, de perspectieven van de beroepen afzonderlijk en de oplei dingsmogelijkheden. De 59-jarige piloot Jean Salis zal als het weer hem dienstig is, proheren met een getrouwe weergave van het toestel, waarmee Louis Blériot in 1909 het kanaal overstak, van Frankrijk naar Engeland te vliegen. Een andere vliegenier, de kleinzoon van de lucht vaartpionier Blériot, wil mettertijd, als zijn copie van Blériot)s toestel ge reed is, eveneens, proberen de vlucht van zijn grootvader te maken. De foto toont de heer Salis bij het toestel, waarmee hij van plan is de vlucht te maken. Indonesië verbiedt „De Spiegel". Het Nederlandse Christelijke week blad „De Spiegel" is voor onbepaalde tgd in Indonesië verboden. Aan de postkantoren in Nederland is op dracht gegeven alle Spiegel-zendingen met bestemming Indonesië aan de af zenders retour te sturen of indien dit onmogelijk is, de bladen als onbestel baar te behandelen. Het is niet de eerste maal, dat dit weekblad zich de toegang tot Indone sië versperd ziet. Ook in het verleden is het blad door de Indonesische autoriteiten geweerd. Onderzoek naar het voorkómen van rheuma In 24 gemeenten in ons land, o.a. te Eemnes, Utrecht en Amersfoort, zal een onderzoek worden ingesteld naar het voorkomen van rheuma. Deze en quête zal worden gehouden bij de be volking van 15 t.e.m. 64 jaar, tenein de te kunnen vaststellen welk deel ge leden heeft of nog lijdende is aan rheuma. Men wil niet alleen gege vens verzamelen van de stadsbevol king, doch ook der landelijke bevol king. Het onderzoek wordt, met mede werking der gemeentebesturen, ver richt door de gezondheidsorganisatie Grundig-radio tekende hoger beroep aan. Mr. Paul Groenewegen, raadsman van de Duitse radiofabriek Grundig, die door de Amsterdamse rechtbank in zijn zaait tegen de Amsterdamse radioharidelaar Prins in het ongelijk is gesteld, heeft hoger beroep aange tekend. De laatste werd door de Grundigfabrieken als eisende party gedagvaard, omdat hij Grundig radio apparaten buiten de Nederlandse im porteur Jobo om in Duitsland van Duitse handelaars be'rok en impor teerde en op die wgze goedkoper kon aanbieden dan andere Nederlandse radiohandelaren, die wel de bemid deling van de importeur inriepen. De rechtbank besliste op 29 Juni, dat de eis van de Grundig fabrieken niet kon worden toegewezen en ver- port doorgaan. oordeelde eiser in de kosten. Prins mocht dus vrgelgk met zijn eigen im- Tegen deze beslissing heeft mr. Groenewegen thans beroep aangete kend. Dit beroep zal op 1 September a.s. dienen voor de Eerste Kamer van het gerechtshof te Amsterdam. Raadsman van Radio Prins is mr. J. Brenkman. LEZERS SCHRIJVEN Ontspanning of inspanning? In het hoofdartikel van de P.Z.C. van 16 Juli 1955 werd het nut van de vrij talrijke conferenties onder de loupe genomen. Daarbij trof mij in het bijzonder de volgende passage: „Keert men daarna terug tot het dagelijks werk, dan blgkt, dat er bij al dat geconfereer toch heel weinig is bereikt en dat in kantoor en werk plaats, op het land en in de fabriek, geen conferentiestemming mogelijk is. Daar gaat het niet meer om ont spanning maar om inspanning, niet om praten over het werk, maar om het werk zelf." Vooral de laatste zin suggereert dat confereren ontspanning is. Pas teruggekeerd van de conferentie van de Christelijk Historische Unie, en waarvan U in een beknopt overzicht hebt kunnen meeleven met de refera ten van de heren Tilanus en prof. van Niftrik, vraag ik me'af: Is dat wel zo? Geeft een conferentie meer ontspanning dan inspanning? Ilc loof het niet. Beide onderwerpen ik voor U weergaf spreken m.i. al voor zichzelf. Tevens werd op deze conferentie het woord gevoerd door mr. Evenhuis, secretaris van het C. V. O., over „Het Kleuteronderwijs" en door mr. Mertens over „De ont wikkeling van het goederenvervoer in Nederland". Stuk voor stuk levende onderwerpen, waar iedere practise- rende politicus, in de Kamers, Pro vincie of Raad mee in aanraking komt. Daarom is het zo nuttig, ja sterker nog, zelfs onmisbaar aat er wordt geconfereerd. Op een conferen tie is het geen zitten aan de voeten van de leraar maar een gezamenlijke beraadslaging onder deskundige lei ding. Wederzijds worden gedachten uitgewisseld en gezamenlijk zoekt Woning, werkplaats, school, kantoor... alles schreeuwt om DOORZICHTIGE ZONGORDIJNEN 3. „Zeg eens. Uitgeplozen poetsdot, wat bezielt jou?!" riep de Meester verwoed. „Die gitaar zul je me ver goeden!" De heftige vreemdeling hoorde hem hooghartig aan. „Jullie kwetsten mijn oren met jullie vals gezang", ver klaarde hij. „JIJ bent vals!" riep de Maat huilerig, „je hebt mijn hoofd gekwetst! Kijk eens. wat een buil je me hebt ge slagen!" „En wat erger is: dat deed je met mijn gitaar!" riep de Meester, „Aan flar den, meneer! Daar kan ik nooit meer op spelen!" „Je hebt er nooit op kun nen spelen", kaatste de vreemdeling terug. „Neem dat maar van mij, maestro Picolini aan. Ik heb meer muzikaliteit in mijn pink, dan jullie in je onwellui dende hoofden." Terwijl deze woordenwis seling op de Kraak aan de gang was, keerden Kappie en Okki teriig, twee ko lossale rammen aan een touwtje meevoerend. „Klaarmaken om te vertrekken, jongs!" riep Kap- pie, toen hii de Kraak naderde. „We varen af naar Singapoeti en. Bij het horen van de rUziestêmmen brak hij af. „Wat is er Ja nu aan de hand?" men naar een oplossing van de vele problemen van deze tijd. Het is daar bij van onschatbare betekenis dat ook niet-practiserende politici hun ge luid kunnen laten horen. Zij zijn vaak objectiever in hun oordeel, practi- seher in hun stellingen. Daarom moe ten we dankbaar zijn dat er wordt geconfereerd. Ondanks alle verschei denheid is er vaak veel meer eenheid, veel meer contact tussen verschillen de stromingen dan men voor een conferentie kon vermoeden. Neem nu die eigenaardige politie ke groepering in ons vaderland die zich in de Christelijk Historische Unie heeft georganiseerd. Van rechts en van links vaak een Onbe- f.rijpelijk© formatie. Fel laaien soms e meningsverschillen op over be paalde kwesties en tochOp de iaarlijke conferentie zijn alle geeste lijke en maatschappelijke stromin gen vertegenwoordigd: Gereformeer de Bonders en Heilssoldaten, arbei ders met het C.N.V.-insigne op de borst maar ook zij die in het N.V.V. zijn georganiseerd. Wonderlijk, maar het is zo. Intellectuelen maken een praatje met een schipper en met een boer, die beiden in hun eigen dracht waren vertegenwoordigd. Mid denstanders en ambtenaren leerden elkaar begrijpen en waarderen. Is dat niet wat waard? Onderen en jonge ren, hooggeplaatsten en „gewone mensen" gingen vrij en onbevangen met elkaar om als gewone mensen, nu zonder aanhalingstekens. Dat is geen ontspanning, maar inspanning. Want naar mijn overtuiging wordt er niet alleen in ons kleine vaderland maar ook overal daarbuiten te wei nig inspanning opgebracht om te trachten elkaar te begrijpen. Inder daad, als men van een conferentie een ontspanningsoord is deze waardeloos als men in het leven van iedere dag terugkeert. De zeer ge slaagde conferentie van de CHU stond in het teken van de inspanning een pogen elkaar te begrgpen. Dat is dan ook het wonder van deze Unie dat zij, ondanks alle voorspellingen, telkens weer blgkt te zijn "een stuk levende volkskracht! De jaarlijkse conferentie levert daartoe een waar devolle bgdrage. Uit volle overtui ging werd aan het slot van de con ferentie het schone lied gezongen: ,Wg reizen met elkander, [wij wandlen hand in hand; d'een zg tot troost de ander op [.weg naar 't Vaderland. Zijn wy als broed'ren één, geen [strijd om beuzelingen, daar eng'len ons omringen [en zweven om ons heen!" Alleen wie dit iets van de bïndinj telijk Historische begrijpt, begrijpt binnen de Chris- Middelburg. A. J. Kaland. (Advertentie) TEGEN PIJNEN, GRIEP. 20 TABLETTEN 85 cl FEUILLETON 25 Zijn heldere, wat spottende ogen richtten zich, met kennelijk geringe belangstelling op de vijf oudere men sen, aan wie hg zou Worden voorge steld. Daarna liet hg 2e even over Linnét Oakley dwalen en nam verder geen notitie van haar, Gregory, als Volmaakt gastheer, haastte zich, cocktails aan te bieden, om de situa tie wat te veraangenamen. Justin Leigh was Zélf enigszins Verrast door de indruk, die Do- rinda's verschijnen op hem had ge maakt, Die indruk werd nog sterker door de omstandigheid, dat zij de ja pon droeg, die ze samen hadden uit gezocht. Het. was een mooie japon en gij kwam er goed in uit. Het licht speelde in de heldere diamantjes van de broche, die hij haar had gegeven. Maar er was meer. By zichzélf moest hij toegeven, dat er in zgn ogen al tijd iets bijzonders aan Dorinda was •geweest, zelfs al droeg ze kleren, welke niet naar zgn smaak waren. Dat bijzondere moest je, meende hij, zelfs opmerken als zij zich temidden van vele anderen bevond. Het lag deels in de houding van haar hoofd, deels in de merkwaardige, buitenis sige wijze, waarop de natuur met haar en ogen was omgesprongen. De ongebruikelgke kleur van haar wan- door PATRICIA WENTWORTH gen, haar gehele optreden, haar blik als van een verstandig kind, dat al les werkte natuurlijk mee. Toch was er nog wat anders iets dat hem een gevoel Vah saamhorigheid met haar zou gegeven hebben ook als ze elkaar voor het eerst in een auto bus, op 'n tot wrak geslagen schip, in een bazar in Bombay of in de Gobi- woestijn zouden hebben ontmoet. Zo iets was iiiét te verklaren en zoiets raakte je ook niet kwijt. En wat wel het meest betekende: je wilde het ook niet kwijtraken! Haar begroeting: „Hoe kom jij hier, Justin?" liet duidelijk blgkên, dat zg het prettig vond hem te zien. Bij Uitzondering verborg óok hg zyn gevoelens ditmaal niet. Lachend spralc hij: „Moira Lane kwam hier voor het weekend. Ze had mij opgebeld en ge vraagd, of ik haar kon brengen". Dorinda was te welopgevoed, óm niet te blijven glimlachen. Ze hoopte maar, dat Justin niet zou opmerken, hoe krampachtig dat lachje was. 't Klonk uit zgn mond ongelooflijk, maar hij zei het toch: „Wees niet flauw. Ik kwam hiér om jou te ontmoeten eigenlijk niet jou, maar de Oakley's in mijn kwaliteit z.l s beschermer." was alles wat zij antwoordde, en het kan niet anders worden ge schreven, maar hét klonk als een lichte blijde lach. Op dit ogenblik kwam Gregory Porlock tussenbeiden, „Deze jonge man zal uw tafelheer Zijn, maar laat ik u nu met de an deren in kennis brengen. En u moet ook een cocktail nemen." Bij de nu volgende voorstellingen deed zij eén reeks indrukken op. Mr. Tote was rood en fors, met ogen als van een ngdig varken. Mr. Master- man, dié haar, waaróm wist ze niet, aan een begrafenis-Ondernemer deed denken. Mrs. Tote, kléin en schraal in een massa grhs satijn en met veel diamanten, M: haar opge stoken alsof ze een bad ging nemen en precies een angstige muis. Do rinda vroeg zich af, waarom iemand zo'ri hele collectie diamanten aan deed, die alleen maar óp een brood mager nekje schitterden en hét ge zicht, boven dat nekje wel anderhal ve eeuw oud deed lijken. Miss Masterman daarentegen droeg geen enkele diamant. Ze was gehuld in een ouderwetse kanten japon, met lange mouwen én een bijna hoge hals, bevestigd met een klein paarlen broche. Toen ze die donkere ogen ontmoette, kwam het woord „rouw" bg Dorinda opZe rouwt om iets." Maar dat had niets met de zwarte kanten japon te maken, 't Was de uitdrukking van haar ogen.. alsof ze iets voor altijd had verlo ren Dorinda had juist by zichzelf uit gemaakt, dat mr. Carroll haar te genstond, toen de deur openging en als laatste gast, Moira Lane binnen trad, die eruit zag alsof de hele we reld haar eigendom was. Zé droeg een fluwelen japon van lichtrode kleur en haar wangen vertoonden dezelfde tint. Haar buitengewoon mooie aririen Waren tot de schouders bloot en aan haar lnikerpöls prijkte Josephine's diamanten én robijnen armband. Na een ogenblik op de drempel te hebben gestaan, ging ze vlug en met lichte tred op de groep bij de haard toe en strekte haar versierde pols naar Gregory Por-' lock uit. „Zie eens, Greg, beste jongen! Staat het niet mooi?" Zich daarop mét een sierlijke zwaai naar het overige gezelschap wendend, sprak ze zo opgewekt als maar mogelijk: ,,'t Is prettig, dat ik mgn mooie armband, die ik verloren had, terug heb. Greg heeft ervoor gezorgd. Dat is prachtig van hem! Ik zal oppas- seh, dat ik hem niet weer verlies...." Bij de laatste woorden keek ze andermaal Gregory aan. Zgn gezicht drukte de bewondering Uit, die ze naar zijn oordeel verdiende. Zo open lijk als 't kon had ze hem uitgedaagd, om de armband terug te eisen als hij durfde. Als hij het nü niet deed, kon hg het later zeker nooit meer doen. Zè stelde hem voor dé keus: „Spreek nu of houd je mond voor altijd! Toen de deur werd geopend en de „butler" aankondigde, dat het eten was opgediend, sprak Gregory glim lachend: „Voortaan wat voorzichti ger, beste kind, dat is het parool." HOOFDSTUK XVI. In de eetzaal trad Gregory als gids op. „Wel, mrs. Tote, zal ik u maar voorgaan? Geen formaliteiten, niet waar? Ik was bang" dat het aantal gasten niet zou kloppen, maar aan een ovale tafel doet het er immers niet zoveel toe." Bij het oversteken van de hall voelde Justin een fgn kneepje in zyn arm. Op zij kijkend zag hij juist, dat Dorinda haar hand terugtrok cn merkte een smekende blik op, Hij hield zijn pas in en liet de anderen voorbijgaan. „Wat is er aan de hand?" Bijna zonder haar lippen te bewe- gen, antwoordde ze: „Hij is de Bozé om." „Wie bedoel je?" „Mr. Porlock." „Onzin." „Nadrukkeiyk knikkend, zeide ze: „Hij is het." En toen waren ze aan de deur van de eetzaal. Bij haar plaats aangekomen bleek Dorinda, dat zij Gregory en mrs. Tote tegenover zich had. Tussen haar en mrs. Tote zaten rechts mr. Mas terman, mrs. Oakley, mr. Tote, miss Masterman en Gregory en links, tus sen haar en Gregory, Justin, de zon- derling' uitziende Leonard Carroll, Moira Lane, Martin Oakley en mrs. Tóte. Haar ogen gingen terug naar Moi ra, die lachte met Leonard Carroll. Vólkomen eerlgk, zij het ook met te genzin, aanvaardde ze Moira's hoge re maatschappelijke „standing" het was een betoverend mooie vrouw, die zeer op haar gemak en volkomen beheerst glimlachjes en geestigheden ten beste gaf. Onder het nuttigen van de soep vergat Dorinda een ogen blik Gregory totaal. Toen dan ook Justin haar vroeg: „meende je dat?" had zg de draad van het gesprek verloren en keek hem niet-begrijpend aan. „Ik bedoel wat je zo juist zeide", verduidelijkte hg. ,,'t Schijnt onge looflijk." ,,'t Spijt meik dacht ergens an ders aan. Natuurlijk meende ik het." „Je kunt er onmogelijk zeker van zijn." „O, maar dat ben ik wèl, Heel- hèel-héél zeker." „Dan kunnen we béter over wat anders pi-aten." Opnieuw keek zij naar Moira La ne, tot wie Leonard Carroll zich met zijn verwrongen lachje had overge- bogen. Biykbaar voerden zij een le vendig gesprek, met rake opmerkin gen over en weer. Zich weer tot Justin wendend, sprak Dorinda zachtjes: „Wat is ze mooi!" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 12