KAPPIë EN DE OERMUZIEK
Mevrouw Bouman stelt vele vragen
in de zaak-Schmidt
DE STICHTING VAKOPLEIDING
BOUWBEDRIJF IS BEZORGD
CONFERENTIEFILOSOFIE
BALASTORE
Chefarine „4"
doet wonderen
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOENSDAG 27 JULI 1955.
LEUGENACHTIGE GETUIGE.
Tegenstrijdige verklaringen
Voor de zevende zitting: in de zaak tegen de Nederlander Schmidt,
die Maandag is gehouden, bestond geen publieke belangstelling. Alleen
een vertegenwoordiger van het Nederlandse hoge commissariaat was
aanwezig.
Getuige Harris Bin Soemaeni, die d e vorige keer van onderzeeboten
en droppings vertelde, werd door mevrouw Bouman ondervraagd over de
details. Zij merkte acht tot negen tegenstrijdigheden op, waarvan zij
een lijstje aan de rechter overhandigde. Deze zeide dat dit dan maar
in het pleidooi verwerkt moet worden.
Verdachte merkte op: „Getuige
verklaart, dat liij door de politie op
19 Dec. 1953 werd verhoord. Toch
wist inspecteur Endoeh mij op 18
Dec. precies te vertellen, wat deze
getuige de volgende dag ging ver
klaren."
Verder werd gehoord Oekar bin
Soeltarta, een 25-jarige onderne-
mings-arbeider, vroeger militair bij
het K.N.I.L., die na 1950 militair bij
de Apri was. Hij zeide, dat hij Jung-
schlager en Schmidt op de onderne
ming „Drarrtaga" had gezien, waar
Tomasoa hem vertelde, wie zg wa
ren. Getuige moest de wacht houden
en zag Jungschlager later nog enke
le keren, toen hij wapens kwam halen.
Getuigen zeide Schmidt te herkennen
als degene, die hij in 1950 zag.
Mevrouw Bouman zeide, dat getui
ge Harris bin Soemaeni in het voor
onderzoek heeft verklaard, dat hij
beklaagde voor de tweede maal op de
linker zijgalerij van het hotel der
Nederlanden heeft ontmoet in gezel
schap van Kartosoewirjo. Het hotel-
heeft echter bij de lobby geen zijgale
rij en later op de zitting heeft ge
tuige gezegd, dat de ontmoeting
plaats had in de linkerhelft van de
voorgalerij. Zij vroeg, wie getuige na
zgn gevangenschap op de hoogte
heeft gebracht van de ware situatie
in het hotel.
De rechter zeide dit een strikvraag
te achten.
Voorts verzocht verdedigster om
een beschrijving van het kamp-Ma-
kassar, waar getuige gezegd heeft
beklaagde voor de eerste keer te heb
ben ontmoet. Mevrouw Bouman
merkte op, dat getuige nu eens
spreekt over een stenen, dan weer
over een houten gebouw.-Getuige ant
woordde, dat het een half stenen, half
houten gebouw was.
De rechter maakte aan de hand
van de verklaringen van getuige een
situatieschets. Schmidt verklaarde
hierop, dat getuige helemaal niet
weet, hoe de situatie daar was.
Te kleine details.
Getuige bleef bij zgn verklaring,
De officier van justitie zeide, dat dit
alles al vijf jaar geleden is gebeurd.
De verdedigster vroeg te kleine de
tails. Na zo'n lange tijd kan men
zich alleen de grote lyn herinneren
en die is, dat getuige daar is ge
weest en Schmidt heeft ontmoet.
De rechter sloot de zitting na te
hebben meegedeeld, dat de officier
van justitie, de verdedigster en de
beklaagde gelegenheid zullen krijgen
de getuige verder te ondervragen.
Op 15 Aug. is de volgende zitting.
Vermogensonderzoek bij
middenstandsonderneming
De staatssecretaris van economi
sche zaken, dr. G. M. J. Veldkamp,
heeft Dinsdag te Den Haag de com
missie vermogensonderzoek bij de
middenstandsonderneming officieel
geïnstalleerd. Hij noemde de ontwik
keling van de vermogenspositie van
de middenstand een belangrijk onder
werp, zowel voor de middenstand als
voor het middenstandsbeleid.
Dit onderwerp heeft reeds sinds
enige tijd de publieke aandacht. Spr.
herinnerde er aan, dat het verzoek om
naar de ontwikkeling van de vermo
genspositie bij de middenstandsonder-
neming een onderzoek in te stellen, is
gedaan bij de openbare behandeling
van de middenstandsnota in de Twee
de Kamer.
Bosbranden in Ontario.
In Ontario (Canada) zgn door
brand al 80.000 ha bos verloren ge
gaan. Elke dag breken 20 nieuwe
branden uit. Het ziet er naar uit dat
een deel van de 6000 mensen, die de
branden bestrijden, tot in de herfst
bezig zal zijn met het blussingswerk,
aangezien er meer branden uitbreken
dan men kan blussen.
In het Noordelijke deel van de pro
vincie woedden Dinsdag 153 branden,
waarvan er 33 door gebrek aan men
sen en materiaal niet bestreden wor
den.
(Advertentie)
Brand in boerderij
te Mijdrecht.
Dinsdag is brand uitgebroken in de
schuur van de kapitale hofstee van de
gebroeders Van M. in de Amstelhoek,
gemeente Mijdrecht. De brandweer uit
Amstelhoek, die spoedig ter plaatse
was, vroeg onmiddellijk assistentie
van de brandweer van Mijdrecht. Met
negen stralen werd de vuurzee aan
getast en tenslotte bedwongen, eer de
vlammen zich meester konden maken
van de aangebouwde woning. De-
schade loopt in de tienduizenden.
Behalve de stallen voor het vee en
het pas gewonnen hooi bevonden zich
in de schuur een aantal landbouwma
chines en een trekker. Alles werd een
prooi der vlammen. Omtrent de oor
zaak van de brand tast men in het
duister. De gebroeders Van M. waren
verzekerd.
EEN HUIS OP E-55.
Onvoldoend aantal jonge
bouwvakkers
De woningnood en de behoefte aan andere gebouwen maakt het nood
zakelijk, dat het corps vakbekwame bouwarbeiders opvolgers krygt, die
kwantitatief en kwalitatief in staat zijn de hun wachtende taak te ver
vullen.
De stichting vakopleiding bouwbe
drijf streeft naar een objec
tieve voorlichting omtrent inhoud
betekenis eh eisen van het beroep
bouwvakarbeider en heeft o.m, door
middel van het Jbouwen van een wo
ning willen tonen op de „E 55"
waartoe leerlingen uit dat leerlingen-
stelsel na enkele jaren opleiding in
staat zgn.
Het vraagstuk „hoe blijven wjj be
schikken over arbeiders die kwalita
tief en kwantitatief berekend zijn
voor de opgelegde taak?" vervult vol
gens jhr. mr. W. C. S. Laman Trip,
voorzitter van de stichting, het bouw
bedrijf met grote zorg.
Er bestaat, zeide hg, onder de
jeugd 'n zekere aversie tegen 't be
roep van bouwvakarbeider. De vrees
voor werkloosheid behoeft geen rol te
spelen, want inmiddels zgn de so
ciale voorzieningen van dien aard
geworden, dat werkloosheid veel
minder, zoals in het verleden, een
verschrikking behoeft te zun. Mocht
onverhoopt opnieuw een depressie op
treden, dan zal juist het bouwbedrgf
worden gehanteerd om de gevolgen
daarvan ten aanzien van de werk
loosheid in het algemeen te nivelle
ren. Dan zullen nieuwe werken in
uitvoering worden gebracht.
Om tot eén waarlijk objectieve voor
lichting te komen heeft de stichting
vakopleiding bouwbedrijf gemeend
nieuwe wegen te moeten inslaan. Zij
heeft alg eerste tak van bedrijf een
apparatuur laten samenstellen, dat
van een aantal beroepen in de bouw
vakken een beeld geeft van de in
houd, van de te stellen eisen aan de
candidaat, de perspectieven van de
beroepen afzonderlijk en de oplei
dingsmogelijkheden.
De 59-jarige piloot Jean Salis zal als
het weer hem dienstig is, proheren
met een getrouwe weergave van het
toestel, waarmee Louis Blériot in 1909
het kanaal overstak, van Frankrijk
naar Engeland te vliegen. Een andere
vliegenier, de kleinzoon van de lucht
vaartpionier Blériot, wil mettertijd,
als zijn copie van Blériot)s toestel ge
reed is, eveneens, proberen de vlucht
van zijn grootvader te maken. De foto
toont de heer Salis bij het toestel,
waarmee hij van plan is de vlucht te
maken.
Indonesië verbiedt
„De Spiegel".
Het Nederlandse Christelijke week
blad „De Spiegel" is voor onbepaalde
tgd in Indonesië verboden. Aan de
postkantoren in Nederland is op
dracht gegeven alle Spiegel-zendingen
met bestemming Indonesië aan de af
zenders retour te sturen of indien dit
onmogelijk is, de bladen als onbestel
baar te behandelen.
Het is niet de eerste maal, dat dit
weekblad zich de toegang tot Indone
sië versperd ziet. Ook in het verleden
is het blad door de Indonesische
autoriteiten geweerd.
Onderzoek naar het
voorkómen van rheuma
In 24 gemeenten in ons land, o.a. te
Eemnes, Utrecht en Amersfoort, zal
een onderzoek worden ingesteld naar
het voorkomen van rheuma. Deze en
quête zal worden gehouden bij de be
volking van 15 t.e.m. 64 jaar, tenein
de te kunnen vaststellen welk deel ge
leden heeft of nog lijdende is aan
rheuma. Men wil niet alleen gege
vens verzamelen van de stadsbevol
king, doch ook der landelijke bevol
king.
Het onderzoek wordt, met mede
werking der gemeentebesturen, ver
richt door de gezondheidsorganisatie
Grundig-radio tekende
hoger beroep aan.
Mr. Paul Groenewegen, raadsman
van de Duitse radiofabriek Grundig,
die door de Amsterdamse rechtbank
in zijn zaait tegen de Amsterdamse
radioharidelaar Prins in het ongelijk
is gesteld, heeft hoger beroep aange
tekend. De laatste werd door de
Grundigfabrieken als eisende party
gedagvaard, omdat hij Grundig radio
apparaten buiten de Nederlandse im
porteur Jobo om in Duitsland van
Duitse handelaars be'rok en impor
teerde en op die wgze goedkoper kon
aanbieden dan andere Nederlandse
radiohandelaren, die wel de bemid
deling van de importeur inriepen.
De rechtbank besliste op 29 Juni,
dat de eis van de Grundig fabrieken
niet kon worden toegewezen en ver-
port doorgaan.
oordeelde eiser in de kosten. Prins
mocht dus vrgelgk met zijn eigen im-
Tegen deze beslissing heeft mr.
Groenewegen thans beroep aangete
kend. Dit beroep zal op 1 September
a.s. dienen voor de Eerste Kamer van
het gerechtshof te Amsterdam.
Raadsman van Radio Prins is mr.
J. Brenkman.
LEZERS SCHRIJVEN
Ontspanning of
inspanning?
In het hoofdartikel van de P.Z.C.
van 16 Juli 1955 werd het nut van
de vrij talrijke conferenties onder de
loupe genomen. Daarbij trof mij in
het bijzonder de volgende passage:
„Keert men daarna terug tot het
dagelijks werk, dan blgkt, dat er bij
al dat geconfereer toch heel weinig
is bereikt en dat in kantoor en werk
plaats, op het land en in de fabriek,
geen conferentiestemming mogelijk
is. Daar gaat het niet meer om ont
spanning maar om inspanning, niet
om praten over het werk, maar
om het werk zelf."
Vooral de laatste zin suggereert
dat confereren ontspanning is. Pas
teruggekeerd van de conferentie van
de Christelijk Historische Unie, en
waarvan U in een beknopt overzicht
hebt kunnen meeleven met de refera
ten van de heren Tilanus en prof.
van Niftrik, vraag ik me'af: Is dat
wel zo? Geeft een conferentie meer
ontspanning dan inspanning? Ilc
loof het niet. Beide onderwerpen
ik voor U weergaf spreken m.i. al
voor zichzelf. Tevens werd op deze
conferentie het woord gevoerd door
mr. Evenhuis, secretaris van het C.
V. O., over „Het Kleuteronderwijs"
en door mr. Mertens over „De ont
wikkeling van het goederenvervoer in
Nederland". Stuk voor stuk levende
onderwerpen, waar iedere practise-
rende politicus, in de Kamers, Pro
vincie of Raad mee in aanraking
komt. Daarom is het zo nuttig, ja
sterker nog, zelfs onmisbaar aat er
wordt geconfereerd. Op een conferen
tie is het geen zitten aan de voeten
van de leraar maar een gezamenlijke
beraadslaging onder deskundige lei
ding. Wederzijds worden gedachten
uitgewisseld en gezamenlijk zoekt
Woning, werkplaats, school, kantoor...
alles schreeuwt om
DOORZICHTIGE ZONGORDIJNEN
3. „Zeg eens. Uitgeplozen
poetsdot, wat bezielt jou?!"
riep de Meester verwoed.
„Die gitaar zul je me ver
goeden!"
De heftige vreemdeling
hoorde hem hooghartig aan.
„Jullie kwetsten mijn oren
met jullie vals gezang", ver
klaarde hij.
„JIJ bent vals!" riep de
Maat huilerig, „je hebt mijn
hoofd gekwetst! Kijk eens.
wat een buil je me hebt ge
slagen!"
„En wat erger is: dat
deed je met mijn gitaar!"
riep de Meester, „Aan flar
den, meneer! Daar kan ik
nooit meer op spelen!"
„Je hebt er nooit op kun
nen spelen", kaatste de
vreemdeling terug. „Neem
dat maar van mij, maestro
Picolini aan. Ik heb meer
muzikaliteit in mijn pink,
dan jullie in je onwellui
dende hoofden."
Terwijl deze woordenwis
seling op de Kraak aan de
gang was, keerden Kappie en Okki teriig, twee ko
lossale rammen aan een touwtje meevoerend.
„Klaarmaken om te vertrekken, jongs!" riep Kap-
pie, toen hii de Kraak naderde. „We varen af naar
Singapoeti en.
Bij het horen van de rUziestêmmen brak hij af.
„Wat is er Ja nu
aan de hand?"
men naar een oplossing van de vele
problemen van deze tijd. Het is daar
bij van onschatbare betekenis dat
ook niet-practiserende politici hun ge
luid kunnen laten horen. Zij zijn vaak
objectiever in hun oordeel, practi-
seher in hun stellingen. Daarom moe
ten we dankbaar zijn dat er wordt
geconfereerd. Ondanks alle verschei
denheid is er vaak veel meer eenheid,
veel meer contact tussen verschillen
de stromingen dan men voor een
conferentie kon vermoeden.
Neem nu die eigenaardige politie
ke groepering in ons vaderland die
zich in de Christelijk Historische
Unie heeft georganiseerd. Van
rechts en van links vaak een Onbe-
f.rijpelijk© formatie. Fel laaien soms
e meningsverschillen op over be
paalde kwesties en tochOp de
iaarlijke conferentie zijn alle geeste
lijke en maatschappelijke stromin
gen vertegenwoordigd: Gereformeer
de Bonders en Heilssoldaten, arbei
ders met het C.N.V.-insigne op de
borst maar ook zij die in het N.V.V.
zijn georganiseerd. Wonderlijk, maar
het is zo. Intellectuelen maken een
praatje met een schipper en met
een boer, die beiden in hun eigen
dracht waren vertegenwoordigd. Mid
denstanders en ambtenaren leerden
elkaar begrijpen en waarderen. Is dat
niet wat waard? Onderen en jonge
ren, hooggeplaatsten en „gewone
mensen" gingen vrij en onbevangen
met elkaar om als gewone mensen,
nu zonder aanhalingstekens. Dat is
geen ontspanning, maar inspanning.
Want naar mijn overtuiging wordt
er niet alleen in ons kleine vaderland
maar ook overal daarbuiten te wei
nig inspanning opgebracht om te
trachten elkaar te begrijpen. Inder
daad, als men van een conferentie
een ontspanningsoord is deze
waardeloos als men in het leven van
iedere dag terugkeert. De zeer ge
slaagde conferentie van de CHU
stond in het teken van de inspanning
een pogen elkaar te begrgpen. Dat is
dan ook het wonder van deze Unie
dat zij, ondanks alle voorspellingen,
telkens weer blgkt te zijn "een stuk
levende volkskracht! De jaarlijkse
conferentie levert daartoe een waar
devolle bgdrage. Uit volle overtui
ging werd aan het slot van de con
ferentie het schone lied gezongen:
,Wg reizen met elkander,
[wij wandlen hand in hand;
d'een zg tot troost de ander op
[.weg naar 't Vaderland.
Zijn wy als broed'ren één, geen
[strijd om beuzelingen,
daar eng'len ons omringen
[en zweven om ons heen!"
Alleen wie dit
iets van de bïndinj
telijk Historische
begrijpt, begrijpt
binnen de Chris-
Middelburg.
A. J. Kaland.
(Advertentie)
TEGEN PIJNEN, GRIEP. 20 TABLETTEN 85 cl
FEUILLETON
25
Zijn heldere, wat spottende ogen
richtten zich, met kennelijk geringe
belangstelling op de vijf oudere men
sen, aan wie hg zou Worden voorge
steld. Daarna liet hg 2e even over
Linnét Oakley dwalen en nam verder
geen notitie van haar, Gregory, als
Volmaakt gastheer, haastte zich,
cocktails aan te bieden, om de situa
tie wat te veraangenamen.
Justin Leigh was Zélf enigszins
Verrast door de indruk, die Do-
rinda's verschijnen op hem had ge
maakt, Die indruk werd nog sterker
door de omstandigheid, dat zij de ja
pon droeg, die ze samen hadden uit
gezocht. Het. was een mooie japon en
gij kwam er goed in uit. Het licht
speelde in de heldere diamantjes van
de broche, die hij haar had gegeven.
Maar er was meer. By zichzélf moest
hij toegeven, dat er in zgn ogen al
tijd iets bijzonders aan Dorinda was
•geweest, zelfs al droeg ze kleren,
welke niet naar zgn smaak waren.
Dat bijzondere moest je, meende hij,
zelfs opmerken als zij zich temidden
van vele anderen bevond. Het lag
deels in de houding van haar hoofd,
deels in de merkwaardige, buitenis
sige wijze, waarop de natuur met
haar en ogen was omgesprongen. De
ongebruikelgke kleur van haar wan-
door PATRICIA WENTWORTH
gen, haar gehele optreden, haar blik
als van een verstandig kind, dat al
les werkte natuurlijk mee. Toch was
er nog wat anders iets dat hem
een gevoel Vah saamhorigheid met
haar zou gegeven hebben ook als ze
elkaar voor het eerst in een auto
bus, op 'n tot wrak geslagen schip, in
een bazar in Bombay of in de Gobi-
woestijn zouden hebben ontmoet. Zo
iets was iiiét te verklaren en zoiets
raakte je ook niet kwijt. En
wat wel het meest betekende: je
wilde het ook niet kwijtraken!
Haar begroeting: „Hoe kom jij
hier, Justin?" liet duidelijk blgkên,
dat zg het prettig vond hem te zien.
Bij Uitzondering verborg óok hg zyn
gevoelens ditmaal niet. Lachend
spralc hij:
„Moira Lane kwam hier voor het
weekend. Ze had mij opgebeld en ge
vraagd, of ik haar kon brengen".
Dorinda was te welopgevoed, óm
niet te blijven glimlachen. Ze hoopte
maar, dat Justin niet zou opmerken,
hoe krampachtig dat lachje was.
't Klonk uit zgn mond ongelooflijk,
maar hij zei het toch:
„Wees niet flauw. Ik kwam hiér
om jou te ontmoeten eigenlijk niet
jou, maar de Oakley's in mijn
kwaliteit z.l s beschermer."
was alles wat zij antwoordde,
en het kan niet anders worden ge
schreven, maar hét klonk als een
lichte blijde lach.
Op dit ogenblik kwam Gregory
Porlock tussenbeiden,
„Deze jonge man zal uw tafelheer
Zijn, maar laat ik u nu met de an
deren in kennis brengen. En u moet
ook een cocktail nemen."
Bij de nu volgende voorstellingen
deed zij eén reeks indrukken op. Mr.
Tote was rood en fors, met ogen als
van een ngdig varken. Mr. Master-
man, dié haar, waaróm wist ze niet,
aan een begrafenis-Ondernemer
deed denken. Mrs. Tote, kléin en
schraal in een massa grhs satijn en
met veel diamanten, M: haar opge
stoken alsof ze een bad ging nemen
en precies een angstige muis. Do
rinda vroeg zich af, waarom iemand
zo'ri hele collectie diamanten aan
deed, die alleen maar óp een brood
mager nekje schitterden en hét ge
zicht, boven dat nekje wel anderhal
ve eeuw oud deed lijken.
Miss Masterman daarentegen droeg
geen enkele diamant. Ze was gehuld
in een ouderwetse kanten japon,
met lange mouwen én een bijna
hoge hals, bevestigd met een klein
paarlen broche. Toen ze die donkere
ogen ontmoette, kwam het woord
„rouw" bg Dorinda opZe rouwt
om iets." Maar dat had niets met
de zwarte kanten japon te maken, 't
Was de uitdrukking van haar ogen..
alsof ze iets voor altijd had verlo
ren
Dorinda had juist by zichzelf uit
gemaakt, dat mr. Carroll haar te
genstond, toen de deur openging en
als laatste gast, Moira Lane binnen
trad, die eruit zag alsof de hele we
reld haar eigendom was. Zé droeg
een fluwelen japon van lichtrode
kleur en haar wangen vertoonden
dezelfde tint. Haar buitengewoon
mooie aririen Waren tot de schouders
bloot en aan haar lnikerpöls prijkte
Josephine's diamanten én robijnen
armband. Na een ogenblik op de
drempel te hebben gestaan, ging ze
vlug en met lichte tred op de groep
bij de haard toe en strekte haar
versierde pols naar Gregory Por-'
lock uit.
„Zie eens, Greg, beste jongen!
Staat het niet mooi?"
Zich daarop mét een sierlijke
zwaai naar het overige gezelschap
wendend, sprak ze zo opgewekt als
maar mogelijk:
,,'t Is prettig, dat ik mgn mooie
armband, die ik verloren had, terug
heb. Greg heeft ervoor gezorgd. Dat
is prachtig van hem! Ik zal oppas-
seh, dat ik hem niet weer verlies...."
Bij de laatste woorden keek ze
andermaal Gregory aan. Zgn gezicht
drukte de bewondering Uit, die ze
naar zijn oordeel verdiende. Zo open
lijk als 't kon had ze hem uitgedaagd,
om de armband terug te eisen als hij
durfde. Als hij het nü niet deed, kon
hg het later zeker nooit meer doen.
Zè stelde hem voor dé keus: „Spreek
nu of houd je mond voor altijd!
Toen de deur werd geopend en de
„butler" aankondigde, dat het eten
was opgediend, sprak Gregory glim
lachend: „Voortaan wat voorzichti
ger, beste kind, dat is het parool."
HOOFDSTUK XVI.
In de eetzaal trad Gregory als gids
op.
„Wel, mrs. Tote, zal ik u maar
voorgaan? Geen formaliteiten, niet
waar? Ik was bang" dat het aantal
gasten niet zou kloppen, maar aan
een ovale tafel doet het er immers
niet zoveel toe."
Bij het oversteken van de hall
voelde Justin een fgn kneepje in zyn
arm. Op zij kijkend zag hij juist, dat
Dorinda haar hand terugtrok cn
merkte een smekende blik op, Hij
hield zijn pas in en liet de anderen
voorbijgaan.
„Wat is er aan de hand?"
Bijna zonder haar lippen te bewe-
gen, antwoordde ze: „Hij is de Bozé
om."
„Wie bedoel je?"
„Mr. Porlock."
„Onzin."
„Nadrukkeiyk knikkend, zeide ze:
„Hij is het."
En toen waren ze aan de deur van
de eetzaal.
Bij haar plaats aangekomen bleek
Dorinda, dat zij Gregory en mrs.
Tote tegenover zich had. Tussen haar
en mrs. Tote zaten rechts mr. Mas
terman, mrs. Oakley, mr. Tote, miss
Masterman en Gregory en links, tus
sen haar en Gregory, Justin, de zon-
derling' uitziende Leonard Carroll,
Moira Lane, Martin Oakley en mrs.
Tóte.
Haar ogen gingen terug naar Moi
ra, die lachte met Leonard Carroll.
Vólkomen eerlgk, zij het ook met te
genzin, aanvaardde ze Moira's hoge
re maatschappelijke „standing"
het was een betoverend mooie vrouw,
die zeer op haar gemak en volkomen
beheerst glimlachjes en geestigheden
ten beste gaf. Onder het nuttigen
van de soep vergat Dorinda een ogen
blik Gregory totaal. Toen dan ook
Justin haar vroeg: „meende je dat?"
had zg de draad van het gesprek
verloren en keek hem niet-begrijpend
aan.
„Ik bedoel wat je zo juist zeide",
verduidelijkte hg. ,,'t Schijnt onge
looflijk."
,,'t Spijt meik dacht ergens an
ders aan. Natuurlijk meende ik het."
„Je kunt er onmogelijk zeker van
zijn."
„O, maar dat ben ik wèl, Heel-
hèel-héél zeker."
„Dan kunnen we béter over wat
anders pi-aten."
Opnieuw keek zij naar Moira La
ne, tot wie Leonard Carroll zich met
zijn verwrongen lachje had overge-
bogen. Biykbaar voerden zij een le
vendig gesprek, met rake opmerkin
gen over en weer. Zich weer tot
Justin wendend, sprak Dorinda
zachtjes: „Wat is ze mooi!"
(Wordt vervolgd).