Hollander zocht rotsachtig St. zijn heil Eustatius op Zeeuwse oesterkwekers aan Australische stranden DE BANDRECORDER SCHEPT VELE PROBLEMEN GESTALTE GEVEN AAN DE ATLANTISCHE GEMEENSCHAP parlementsleden aan de NAVO-hoofd- kwartieren en aan de NAVO-landen te bevorderen. De Nederlandse minister van Bui tenlandse Zaken bracht een en ander ter kennis an de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken uit de Twee de Kamer. Deze was van oordeel, dat in afwachting van de totstandko ming van een interparlementair con sultatief orgaan in de NAVO een of andere vorm van parlementair contact in elk geval nuttig zou zijn. Zij deelde aan de minister mede, er niet aan te twijfelen, dat de Kamer bereid zou zijn om, indien een ge meenschappelijk bezoek van parle mentsleden uit een aantal NAVO- landen aan de hoofdkwartieren mocht worden georganiseerd, een aantal le den aan te wijzen, dat daaraan zou kunnen deelnemen. Inmiddels bleek, dat uit twee van de aangesloten landen in het bijzon der het initiatief genomen werd om tot een dergelijk bezoek te komen. De voorzitter van het Noorse Stor ting wendde zich tot zijn collega's in een reeks landen, waaronder Neder land, met de vraag ,of uit al deze lan den een aantal parlementsleden be reid zou zijn deel te nemen aan een bezoek en een discussie over vraag stukken van gemeenschappelijk be lang, betrekking hebbende op de Noord-Atlantische samenwerking. Voorts ontving de voorzitter der Tweede Kamer van de president van de Canadian Nato Parliamentary As sociation een overeenkomstig ver zoek. Op beide antwoordde de voor zitter, dat hiertoe bij de Kamer on getwijfeld bereidheid bestond. Die be reidheid is inmiddels gebleken uit een daartoe strekkend besluit. De minister van Buitenlandse Za ken deelde intussen in de Kamer nog eens mee, dat van Nederlandse zijde altijd het standpunt is ingenomen, dat het wenselijk zou zijn, dat aan de NAVO een consultatief parlementair orgaan zou worden verbonden. De stappen, die wij samen met de Noren in die richting hebben ondernomen, aldus de minister, hebben echter geen succes gehad en wij moeten daarom vooralsnog ons heil zoeken in bezoe ken van parlementariërs uit de ver schillende landen aan het NAVO- secretriaat en, naar ik hoop, ook in bezoeken aan St. Germaïn-en-Laye, waar de NAVO-staf is gevestigd. Beter begrip. Omtrent de datum van het voorge nomen bezoek vond vervolgens nog tussen de Noorse en de Canadese ini tiatiefnemers enerzijds en de voorzit ters der diverse door hen aangeschre ven parlementen anderzijds allerlei overleg plaats. Het resultaat hiervan was, dat defintief werd voorgesteld het bezoek te doen plaatsvinden van 18 t.m. 22 Juli 1955. Voorts nam de Canadian Nato Parliamentary Asso ciation in haar vergadering van 13 Januari 1955 met algemene stemmen een resolutie aan, waarin zij o.m. overwoog, dat de snelle ontwikkeling van de wereldgebeurtenissen nog maals de nadruk legt op het zeer gro te belang van een beter begrip van de zijde van parlementsleden en van het publiek in het algemeen omtrent de Srestaties, problemen en mogelijkhe- en van de NAVO. De resolutie be vatte verder het besluit om aan de president der vereniging op te dra gen zich opnieuw te wenden tot de parlementsleden, die hierin belang stellen. in de landen, aangesloten bij de NAVO met het voorstel om nu eindelijk eens te geraken tot de de finitieve oprichting van een parle mentair lichaam onder de naam Noord Atlantische Raadgevende Ver gadering; een lichaam dat met re- regelmatige tussenpozen bijeen zou moeten komen. In Australië zijn Salm flinks op de foto) en Padmos (rechts) aan de oesterkwekerij hef: ven, waarover onze correspondent deze reportage vertelt DONDERDAG 14 JULI 1955. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT TUINDER, VEEBOER EN GROSSIER ledereen op het eiland kent Gijsbertus van Veldhuisen Ruim zes jaar geleden ging een Hollander naar Sint Eustatius, een van de bovenwindse eilanden in West-InÖië, een vlekje in de Caraïbische Zee. Hy had tot taak, daar te onderzoeken, welke mogelijkheden de landbouw bood. Thans bezit hij een veestapel van ongeveer honderd runderen en hij is importeur van vele belangrijke goederen, die het kleine eiland nodig heeft. Hy is een van de bekendste persoonlijkheden in zijn omgeving ge worden en wist, in tegenstelling tot de vele anderen, die na hem kwamen, op uitstekende wijze in zijn levensonderhoud te voorzien. Gijsbertus van Veldhuisen leefde in 1948 nog als een tevreden mens in Ede. Hij had nooit over emigreren nagedacht. Op een gegeven ogenblik kreeg hij een advertentie van een zaadhandel in Bloemendaal onder ogen. Al spoedig was alles in kan nen en kruiken. Het gezin Van Veld huisen (vader, moeder en drie kinde ren) zou naar Sint Eustatius gaan om daar te beproeven, wat men op landbouwkundig gebied in de West kon bereiken. Misschien kon met de uitvoer van agrarische producten naar Curagao wat geld worden ver diend. Geen comfort Weg was alle comfort. Uit de ge moedelijke Gelderse sfeer kwam men in een omgéving die geen gerieflijk heid kende, waar electriciteit tot dan toe een schone droom was geweest, uitgaan een onbekend woord is en de enige verbinding met de buitenwereld bestaat uit het wekelijkse vliegtuig je van Sint Maarten en de maande lijkse boot uit Curagao. Hier was wilskracht nodig. Energie om iets te bereiken. Veel mogelijkhe den biedt Sint Eustatius niet. Het is een doodarm eiland waar, bij wijze van spreken, geld bij moet. De dui zend bewoners zouden verkommeren wanneer het gouvernement niet bij sprong door alleen maar inkomsten belasting te heffen, gratis medische verzorging te geven, vrije vracht te verlenen voor het transport overzee en vrijheid van invoerrechten voor de import. Vroeger welvaart Vroeger was dat anders. Toen was er rijkdom en welvaart. Geld was er in overvloed. Dit geld was echter door smokkel tijdens de Amerikaanse vrijheidsoorlog bijeen gebracht. Dat dit de woede van de Engelsen gaan de maakte, is begrijpelijk. Omstreeks 1789 heeft de Engelse admiraal Rod ney het eiland met de grond gelijk gemaakt. Dat was het ogenblik, dat de armoe er zijn intrede deed. Nog enkele herinneringen aan de welvarende tijd zijn overgebleven. Het is de naam Gouden Rots, die men aan een van de steenmassa's heeft gegeven. Naar verluidt ligt er nog een kostbare schat begraven. Andere herinneringen zijn de ruïnes uit de ty'd van voor 1800. Op een van die ruïnes is het huis van de Van Veld- huisens, Schotsenhoek, gebouwd. Het was de bedoeling, dat Van Veldhuisen groenten en fruit zou gaan telen om naar Curagao te ex porteren. Het plan is echter mislukt Veel geld is in de onderneming ge stoken. De droge perioden hebben al les verijdeld. Na drie jaar gaf Van Veldhuisen het op. Hij ging niet terug, want nog al tijd waren er de twee Friese koeien en de stier, die uit Holland waren meegenomen. Hij had ook vijftien in landse koeien gekocht en de veesta pel was weldra aangegroeid tot hon derd stuks. Daar zat geld in. Het gouvernement was gebrand op deze runderen. Met elke maandelijkse boot gingen er wat naar Curagao. r Zwemmen Het nare was, dat dit vervoer voor risico van Van Veldhuisen geschied de. Eerst moesten de beesten achter een roeibootje naar het zeeschip zwemmen (een haven is er niet) om vervolgens aan boord getakeld te worden. Toen de Franse kooplieden van Martinique en Guadeloupe kwa men, werd dat beter. Ze betaalden meer en droegen zelf het risico. Thans verwisselen elke maand vyf zes runderen van eigenaar. „Ik heb er niet aan gedacht om te rug te gaan", zegt Van Veldhuisen, die nu met verlof in ons land verblijft. „Het ging natuurlijk niet altijd even gemakkelijk. Vooral in het begin De Methodistendominee lièeft zojuist Andréeen van de kinderen, gedoopt. Het gezin Van Veldhuisen is lid van de Methodistenkerk, die van de drie kerken, die het eiland kent, (behalve deze de Rooins-Katholieke en Angli caanse) die de Nederlands-Hervormde het meest nabij komt. kostte het wel wat moeite om je aar de toestand aan te passen". Dat het moeilijk was, er in te ko men, bewijzen wel de andere Hollan ders, die na 1948 op Sint Eustatius kwamen. Ze redden het niet en zrjn allemaal weer vertrokken. Voor emi granten is het geen oord om heen te gaan. Mogelijkheden zijn er zo goed als niet op dit primitieve eiland, dat bovendien maar 3 bij 10 kilometer groot is. De perioden van droogte zijn de grootste handicap. Overigens heeft het eiland een goed klimaat, sub-tro pisch, nooit benauwend en broeierig. Het gezin van Van Veldhuisen is in de ruim zes jaar, dat hij in Sint Eustatius is geweest, uitgegroeid van vijf tot acht personen. Drie kinderen kwamen er bij. Voor hen is het eiland een paradijs, waar ze de hele dag al leen maar in een broekje behoeven te lopen. Een hoogtepunt in het leven van de Van Velahuisens, was het be zoek, dat prins Bernhard in 1948 bracht. De inlanders zijn eenvoudig en vriendelijk. Ze vormen verreweg de meerderheid. Er zijn maar 35 blan ken op het eiland, onder wie vier Hol landse gezinnen en enkele zeer oude Engelse families. Zij zijn de bezitters van de zeven luxe auto's, welke Sint Eustatius telt. De laatste tijd is Van Veldhuisen er toe overgegaan, uit ons land goe deren, in hoofdzaak levensmiddelen te importeren. „De bevolking is hier zeer mee gebaat", zegt hij. Zo werkt deze Hollander op dit kleine eiland, eens zo groot en dicht bevolkt, maar nu zo arm. Alle bewo ners kennen hem. „The farmer is zijn bijnaam. „The farmer" het is op Sint Eustatius een begrip geworden. „Het is jammer, dat u weggaat", hebben ze tegen Van Veldhuisen gezegd, toen hij naar Holland vertrok. Maar hij heeft beloofd terug te komen. Zelf zou hij voor geen geld anders willen. VOOR „HUISELIJK" GEBRUIK. Mag men radio-programma's en gramofoonplaten copiëren? De technische vooruitgang heeft een aantal Nederlanders zo is ons gebleken er weer een probleem bij gegeven. Het probleem namelijk van de bandrecorder, die bezig is ons land stormenderhand te veroveren. Het is een zeer bijzonder apparaat, dat velen uren plezier verschaft. Zoals men met een fototoestel aardige momenten uit de geschiedenis kan vastleggen, zo kan men deze ook met behulp van een bandrecorder aan de vergetelheid ontrukken. De speech van de ambtenaar van de burgerlyke stand op de huwelijksdag; de eerste schuchtere woordjes van een baby; een gezellige feestavond, een afscheid of een jubileum. Alle hoogtepunten uit een men senleven laten zich vastleggen op de band en later luistert men in een rustig uurtje nog eens naar wat vroeger gebeurde. fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii; §j Twee veehouders te Oosterend jjj (Friesland) hebben bij het bin- H nenhalen van hooi een eigen- ij aardige vondst gedaan. Op een schelf hooi vonden zij namelijk een nest met jonge bunzings. Na een korte jacht werd de moeder bunzing on- schadelijk gemaakt en ook de m j| jonge bunzings werden gedood. Voor proviand was voldoende gezorgd, want in het nest la- |j gen niet minder dan 3 jonge p eenden. IllllllllllllllllllllDlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllW Dr. Glazema en Prof. Van Griffen naar Spanje Op uitnodiging van de Spaanse re gering zullen dr. P. Glazema, direc teur van de rijksdienst voor het oud heidkundig bodemonderzoek te Amersfoort en prof. dr. A. E. van Griffen, oud-hoogleraar aan de rijks universiteit te Groningen en de uni versiteit van Amsterdam in interna tionaal verband opgravingen in prae- historische grotten gaan doen in het Noorden van Spanje bij Santander. NAVO-PARLEMENT (I). Nog geen eenheid. ER IS EEN parlement in de maak, dat tot taak zal krygen gestalte te geven aan wat min of meer by voorbaat de Atlantische Gemeenschap heet. Zulk een gemeenschap bestaat nl. niet in de harten der mensen. De inwo ners van de Arkansas voelen zich niet gebonden aan die van Luxemburg en de banden tussen Saskatchewan en Lonibardye zyn al even zwak, zo niet imaginair. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie is tenslotte een zakelyke overeenkomst tusen twee landen aan gene zijde van de Atlanti sche Oceaan en dertien landen aan deze kant .die alle soortgelijke belangen hebben te verdedigen. Zij zyn overeengekomen, dat zy die gezamenlijk zulen verdedigen als het ooit nodig mocht worden. Maar daarom vormen zy nog geen eenheid, geen gemeenschap in de diepste betekenis van het woord. Nu zijn er mensen die menen, dat daar iets aan gedaan moet worden. Daar is niets op tegen. Integendeel, dat zal in hoge mate nuttig- zijn. De instelling van een NAVO-parlement zal ongetwijfeld kunnen bijdragen tot de eenheid van het NAVO-gebied, tot het vorm geven aan de gemeenschap, schap. Het maken van geluidsopnamen met een eigen gebouwde bandrecorder een boeiende hobby. Dat heeft ook de Noord-Atlantische Raad dat is het hoofdbestuur van de NAVO .bestaande uit de veertien ministers van Buitenlandse Zaken ingezien. Vandaar, dat hij op 4 De cember 1953 heeft besloten aan de veertien regeringen Duitsland telde destijds nog niet mee te laten we ten. dat hij het nuttig acht parlemen taire debatten over NAVO-aangele- genheden en de Atlantische Gemeen schapsgedachte uit te lokken. Voorts was de Raad bereid bezoeken van Tot zover schept de bandrecorder nog geen bijzondere problemen, of het moesten al zijn de financiële van degene, die een apparaat wil kopen. Maar zo'n bandrecorder is voor meer doeleinden te gebruiken en daar zit de moeilijkheid. Men kan er namelijk ook radioprogramma's mee „conser veren" en men kan er leuke gramo- foonplatenprogramma's mee „inblik ken/' Dat hebben de bandrecorder- bezitters reeds ontdekt en snode na turen zagen er zelfs een middel in om met een dergelijk apparaat geld te verdienen of althans te besparen. Caféhouders en bioscoopexploitanten bijvoorbeeld, die programmatje's van de radio „oversnijden" om die dan la ter in hun zaak terug te draaien. Ze behoeven dan geen gramofoonplaten meer te kopen, die immers vrij kost baar zijn, wil men „up to date" blij ven. Rechten betalen. En hier begint nu de schoen te wringen, want zodra men een bandje niet zuiver voor eigen gebruik in de huiselijke kring maakt, komt men in conflict met de auteurswet. Wie muziek op een band over brengt en deze in het openbaar ge bruikt, moet daartoe toestemming hebben van de auteur, wat in de praktijk betekent, auteursrechten be talen. De Buma en waar 't het op nemen van muziek betreft, de Stern- ra waken nauwlettend over de be langen van de geestelijke vaders en moeders van de muziek en zij zijn ook op elke plaats paraat, waar een bandrecorder in gebruik is. Er zijn nog enkele andere belang hebbenden en wel de gramofoonpla- tenmaatschappijen en de radio. Zij voelen er uiteraard niets voor, dat het resultaat van hun werk (en geld) zonder meer iedereen als gebraden duiven in de mond vliegen. De radio heeft daarom reeds stappen onderno men om het oversnijden van pro gramma's op de band tegen te gaan. Naar goed Nederlands gebruik is een commissie in het leven geroepen, die deze zaak zal onderzoeken. De fabrikant. Voor de gramofoonplatenfabrikant ligt de situatie nog weer anders. Hij betaalt veel geld voor het maken van een opname van een bepaald werk. En is die opname door de vele tech nische en artistieke wei-kzaamheden in de studio niet voor een deel ook zijn „geestelijk" eigendom gewor den Uiteraard zal ook de platenfa- brikant er weinig op tegen hebben, als iemand voor eigen gebruik een plaat op een bandje overneemt om het slijtagevraagstuk zo klein moge lijk te maken. Maar anders wordt de zaak, als iemand bandjes in omloop gaat brengen en daarop gramofoon- tractoren. „oK h.t vraagstuk van de caféhouders, die platen copiëren en de bandjes in het publiek tenigdraaien. In de kring der platenfabrikanten heeft men ons ver- Een van de eiland Sint-Eustatius kent, het eigen dom van de Hollander Bertus van Veldhuisen. Het is een trouw vervoer middel in dit primitieve oord. zekerd, dat men het probleem van de bandrecorder nauwlettend volgt en in studie heeft. Men overweegt van ogenblik tot ogenblik, of er reden is om een gerechtelijke vervolging in te stellen tegen degenen die platen op banden overbrengen. Zou er inder daad sprake zijn van het in de han del brengen van deze banden, dan kan men er op rekenen, dat prompt ingegrepen wordt. EMIGRANTEN AAN HET WERK Ook in eenvoudige restaurants eet men Australische oesters Vermoedelijk zult ge het plaatsje Salt Ash tevergeefs op uw kaart van Australië zoeken. Er zijn in dit land zeer veel plaatsjes, die men niet de moeite waard vond tot vermelden; een plaatsje met veertien huizen. En toch, daar bevindt zich het grootste oesterbedrijf van Australië hetwelk trouwens de enige bestaansreden voor het plaatsje is. Er woont niemand, die niet met dat oesterbedrijf te maken heeft. Daar wonen ook de families Padmos en Salm, beide uit Yerseke afkomstig. Ze zijn om zo te zeggen, tussen de oesters opgegroeid; weten hun weetje in het vak. Wanneer Padmos my vertelt: „De oestercultuur hier verschilt geheel van die in Holland, dan weet Padmos waarover hij praat. Het was in 1951, dat de heer Pad mos meer brood zag in de Australi sche- dan Zeeuwse oesters. Om die reden nam hij contact op met de lieer Drost, Inspecteur der Visserij, die meteen alle volle medewerking toezegde. Hij liet het niet bij woor den, want de heer Drost stelde zich in verbinding met het departement voor de Visserij in Sydney. Dit re sulteerde in een vlotte overtocht per KLM naar Astralië, waar beide man nen dadelijk te werk werden gesteld op het hiervoor vermelde bedrijf. De heer Salm was nog ongehuwd, doch een jaar later vloog zijn verloofde hem achterna en volgde in Sydney de huwelijksplechtigheid. Dat is nu plm. drie jaar geleden en sindsdien heb ben Padmos en Salm hun haam bij de firma gevestigd. Grond geleend „De directeur van het bedrijf, mr. Philips is alles voor ons", zo ver klaart Salm. Niet alleen dat hij voor al de eerste tijd, toen alles nog zo vreemd cn onwennig was, zoveel mo gelijk de „new-Australiërs" terzijde stond, doch hij leende hen zelfs grond teneinde zelf aan het oesters kweken te kunnen gaan. „We hebben nu ook enige perce len kunnen kopen om onze oesters uit te planten", zegt Padmos met zelfvoldoening. Het is immers het begin tot bereiken van het doel: een eigen bedrijf. Alle vrije tijd werd benut om dat bedrijf op te bouwen; „Wan neer we iets nodig hebben, dan vra gen we het maar aan mr Phillips en het komt in orde", luidt de medede ling. Inmiddels is ook een speciaal vaartuigje aangeschaft. Dit vaar tuigje hebben hier gevestigde land genoten uit Holland doen overzen den, en is voor het bijzondere doel geschikt. Oesters op stokken „Het was hier eerst allemaal vreemd met de cultuur", aldus Pad mos. De oesters groeien nl. aan stokken, die weer op rekken gelegd worden. Zeer belangrijk hierbij is de hoogte van de stokken; zijn die te laag. dan is er veel kans dat er ziekte in de oesters komt, zijn ze te hoog dan groeien ze niet. Het is de vakmanschap welke op den duur doet uitvinden wat de bes te kweekmethode is. Er gaat minstens drie jaar mee heen alvorens de oesters groot zijn en daardoor moet er dus aardig wat geld in worden gestoken, indien men een eigen bedrijfje wil beginnen. Niettemin, zowel Padmos als Salm hebben goede hoop voor de toe komst. De afzetmogelijkheden voor oesters in Australië zijn prima. Pad mos vertelde mij, dat momenteel negen pound (plm. 75) per zak van ongeveer honderd dozijn oesters wordt betaald. De vraag nam- oesters is groter dan het aanbod, een gevolg van het feit, dat in Australië de oesters minstens even populair is als de mossel in Neder land. Tot in de kleinste zaken in de volksbuurten, ziet men de oesters op een schoteltje in de étalage prijken en menig arbeider neemt na zijn biertje een paar dozijn oesters toe. Ieder jaar heeft men een wed strijd in het openen van oesters, ge organiseerd door de organisatie van oesterkwekers. Onder deze omstan digheden is het te begrijpen, dat de twee Nederlanders zaken zien in hun oestercultuur. Inmiddels is de heer Salm aan een „zijlijn" begonnen; hij kocht de „General Store" in Salt Ash. Een dergelijke store is in de klei ne plaatsjes de „Bijenkorf", zo óók voor de bewoners der veertien hui zen. Er wordt suiker en zout; aard appelen en groenten; rijzadels en medicijnen verkocht, om slechts en kele artikelen op te noemen. En dus is de „store" dé zaak van Salt Ash. Het gaat goed in de zaak óók. Want de dichtstbijzijnde stad ls Newcastle, hetgeen altijd nog plm. dertig kilometer van Salt Ash van daan is. Salm zorgt voor de proviandering zijner dorpsgenoten; 'hij heeft er zijn „Holden", voor, de Australische auto. Het plan om in Australië in de oesters te gaan, bleek nog zo slecht niet te zijn Leden van de Egyptische kustwacht bewaken vier deserteurs van het Franse vreemdelingenlegioen na de massale desertie in het Suezkanaal, waarbij 63 man overboord van het troepentransportschip „Skaugum" sprongenliever dan na de strijd in Indo-China in Afrika ingezet te wor den. De deserteurs zullen in Egypte ver volgd worden wegens het betreden van Egypte zonder paspoort.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 5