RAADHUIS VAN SLUIS WORDT HERSTELD!
Met restauratie-werkzaamheden zal
binnenkort begonnen worden
11
Grepen uit de geschiedenis
het oude schepenhuis
van
H:
De oudste klokkenluider
van heel Vlaanderen!
Bevolking sireed hardnekkig voor
behoud van hei oude Sluis
Streven naar herstel in
de oorspronkelijke vorm
„Symbool van onafhankelijkheid
ZATERDAG 25 JUNI 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
ONMISKENBARE SCHOONHEID van het
y stadje Sluis wordt nu reeds jaren ontsierd
door het geschonden hart van deze gemeen
te: het centrum met de armzalige overblijfselen van
het eens zo imposante stadhuis. Van jaar tot jaar is
er in Sluis gevochten voor het herstel van dit bouw
werk en nu inderdaad aRe administratieve en ambte
lijke beslommeringen uit de weg zijn geruimd, nu er
binnenkort met de restauratie-werkzaamheden zal
Karakter van de stad onaangetast
Vooral de kern van de oude bevolking was het er roerend over eens:
Sluis moest worden, zoals het ook voor de oorlog was geweest en
het raadhuis, mét Jantje (het befaamde houten manneke, dat de
klok slaat) moest ook herbouwd worden", aldus de heer Van Hootegem.
Hij herinnert er aan hoe er kort na de oorlog in Sluis enkele stemmen
opgingen met het voor een rechtgeaard Sluizenaar absurde denkbeeld
om de overblijfselen van het raadhuis te bewaren alseen herinnering
aan de oorlog. „De gemeenteraad was er vierkant tegen", merkt de bur
gemeester kort en bondig op
derom geïnspireerd door de kern van
de oude bevolking ontstond tegen de
ze onzalige gedachte een krachtig
verzet. De doortastende wederop-
bouwfiguur, die vervolgens voorstel
de de Kaai maar te dempen zou
indien er ooit iets van dit plan geko
men was vermoedelijk een niet ge
ringe kans hebben gelopen om die
demping van zeer nabij mee te ma
ken
Uit deze voorbeelden blijkt wel, dat
het besluit om over te gaan tot res
tauratie van het stadhuis niet zonder
meer gevallen is. Er ging het een en
ander aan vooraf en eerst in 1949
kv/am het definitieve ministeriële be
sluit tot herbouw van het raadhuis.
Er was een periode van vier jaar
voor de werkzaamheden uitgetrok
ken. Maar de moeilijkheid bleek te
zijn, dat met de werkzaamheden niet
worden begonnen, heerst er vreugde in de harten van
vele Sluisenarenl
„De wederopbouw van Sluis is steeds gedacht met
een herrezen stadhuis als middelpunt", zo verklaart
de burgemeester van deze gemeente, de heer P. F.
van Hootegem, die grote waardering koestert voor
de nimmer aflatende ijver, waarmede zijn gemeente
naren voor herstel van het middeleeuwse bouwwerk
hebben gestreden. Een strijd, die thans gewonnen is!
begonnen kon worden. Het was ten
tijde van de „bewapeningswedloop"
en de financiering van het Sluisse
project was in die dagen een ernsti
ge belemmering. De restauratiekos
ten worden namelijk getaxeerd op
circa één millioen gulden, waarvan de
staat, dank zij de medewerking van
Monumentenzorg, 90 procent ver
goedt.
Zo begon wederom een wachttijd.
Burgemeester VAN HOOTEGEM
stadhuis als middelpunt
Het was dan ook dezelfde gemeen
teraad, die in een van de eerste na
de oorlog genomen raadsbesluiten
bepaalde, dat bij de wederopbouw het
oude stratenplan gehandhaafd zou
moeten worden.
Een storm van verontwaardiging
stak op, toen iemand overwoog om
een straatje naar de Kaai af te slui
ten„Sluis van voor de oorlog
moest terugkomen"!
Misplaatst chauvinisme
Kenners van het sfeervolle stadje
zullen dit onmiddellijk fel tegenspre
ken. Men kan slechts dankbaar zijn
voor zulk een „chauvinisme", dat niet
anders dan uit gevoel voor schoon
heid kan zijn voortgesproten. Dank
zij dit chauvinisme komt inderdaad
„het Sluis van voor de oorlog" terug,
zij het behoudens enkele kleine wij
zigingen van ondergeschikt belang.
Het karakter van deze stad echter
bleef onaangetast en dat is ontegen
zeggelijk ook de opzet geweest van
degenen, ambteloze burgers, raadsle
den en ambtenaren, die voor herstel
naar de oude toestand geijverd heb
ben.
„W.angeluid"
-retgeen allemaal niet wegneemt,
dat ook in Sluis ten aanzien van
de ederopbouw wel eens een
„wangeluid" viel te beluisteren. Zo is
er eens een (nogal valse) stem in
het herbouwkoor opgegaan, opperend
de gedachte om op de plaats van het
raadhuis een schepping in beton,
staal en glas op te trekkenWe-
Lange tijd reeds doet dit gebouw
dienst als raadhuis in Sluis. Het is
ontegenzeggelijk een fraai, modern
gebouwtjemaar Sluis was te
recht andets gewend
(Foto: P.Z.CJ
Waakzaam
Een wachttijd, waarin men evenwel
waakzaam bleef. De gemeente
Sluis besteedde een aanzienlijk
bedrag bij wijze van voorschot
aan werkzaamheden, om de resten
van het raadhuis voor verder verval
te behoeden. Bovendien was het in
het belang van Sluis, „invalspoort van
Zuid-Nederland", om het centrum
van de gemeente althans een zo goed
mogelijk aanzien te geven, in afwach
ting van het definitieve herstel van
het raadhuis.
Na vele, vele jaren zal dan binnen
kort het ogenblik zyn aangebroken,
waarop dit herstel ter hand zal wor
den genomen. Men hoopt het glorieu
ze bouwwerk van weleer in i960
zestien jaren na de verwoesting
in oude luister hersteld te hebben.
Een waardiger sluitstuk voor de her
bouw van West Zeeuwsch-Vlaanderen
is moeilijk denkbaar!
JANTJE VAN SLUIS...
Enkele legenden
Op de markt van Sluis staat in de
zomermaanden een houten beeld,
bekend onder de naam: „Jantje van
Sluis". In zijn sterke armen heeft
Jantje een ijzeren hamer, waarmee
hij in de goede, oude tijd de uren
op de klokken sloeg. Want toen het
Bolfroid nog domineerde in het ou
de stedeke, hing daar een fraai
carillon en verschillende luïdklokken
daarvan droegen een aparte naam.
De oudste van de verzameling heet
te Victor en werd gegoten in het jaar
1395. In 1921 werd het carillon gron
dig nagezien en werd er een nieuwe
klok gemonteerd, welke de naam
droeg: De stad Sluis 1921. Deze laat
ste werd bijgeplaatst door de firma
Eysbouts uit Assen en had een ge
wicht van 185 kg. Jantje, het houten
beeld, overleefde op wonderbaarlijke
wijze de ramp van 1944. Van zijn ho
ge standplaats stortte hij neer op een
stuk grond, waar de vlammen hem
niet deerden en thans staat hij, pront
in de verf te kijk voor de vele toeris
ten, dié Sluis bezoeken en die hem in
groten getale fotograferen!
Een oude stadsrekening van
1423 vermeldt o.m. het volgende:
„Jacoppe van Huusse over hem-
zelven ende in den name van An-
thonise de Beildescriver van haren
lone; te wetene den vorsz. Jacop
pe, van dat hi heift ghesneden den
houtenen man ende thout daertoe
ghelevert, dewelke staet boven ant
tdbeelfroit van scepenhuuse, dien
de ten engiene van der stede huer-
clocke, XIII s. HHd., ende den
vorsz. Anthonise, dan dat hi den-
zelven man ghestoffeert en ghe-
vaerwet heift VIII s. gr. comtbee-
de. Bi certificate XXI s. IV d."
Er is dus in de vijftiende eeuw een
manneke 1
ei het „scepenhuuse" ge-
laaist en net maken daarvan, aan-
leden en verven, staat in de boek
houding dier dagen verantwoord.
Maar er zyn ook andere verhalen over
Jantje in omloop, verhalen die min
der historisch betrouwbaar zijn dan
het bovenstaande. De neiging tot le
gendevorming over eigenaardigheden
van een kleine gemeenschap, heeft
zich hier in sterke mate ontplooid.
Sluis was in de Spaanse tijd voor
beide partijen een bezit van strate
gisch belang. Tot 1587 was de stad in
handen der Geuzen geweest. Toen
deed Parma een succesvolle aanval
en nam de stad, waardoor de Span
jaarden een belangrijke sleutelpositie
in Zeeuwsch-Vlaanderen hadden. In
1604 heroverde Maurits de belangrijke
vesting waardoor de Staatse macht
zich definitief in deze streek vestigde.
DAPPERE TAMBOER
Toen Sluis in Staatse handen was,
wilden de Spanjaarden een onver
wachte aanval op de stad doen. De
trompetter van de vesting kreeg dat
in de gaten en roffelde zo lang en
zo hard op zijn instrument, dat de
Spanjaarden dachten, dat er een groot
ontzettingsleger op komst was. Zij
namen geen risico's en sloegen op de
vlucht! Van de kleine, dappere tam
boer werd een nabootsing gemaakt
en op de toren geplaatst.
Maar nog verder gaat de legendevor
ming.
Twee jaar na de verovering door
Maurits werd er in Sluis vrolijk ker
mis gevierd en de gewoonte van die
dagen getrouw, dronk men op zulk*
een feest een stevig glas brandewijn,
een lekkernij, die men overigens nog
wel lust! Zo'n laatste kermisdag
vooral was het dan bijzonder leven
dig, maar omdat het tenslotte maai
één keer per jaar kermis was zagen
de burgerlijke en de militaire overheid
graag iets door de vingers.
Huib Mossel, de klokkenist was
iemand, die bij zulke gelegenheden
een bekend feestnummer was. In
de late avond was hij niet meer in
staat de klok behoorlijk op te win
den. Daartoe had hij assistentie
nodig van zijn neef Govert Hen-
driksz, die nu ook niet bepaald fris
meer was. Deze had niet zo veel
verstand van uurwerken en wond
de klok zo vast op, dat slaan on
mogelijk geworden was
Toch redden de twee feestgeno
ten die nacht de stad Sluis van
een onverwachte aanval van de
Spanjaarden
KLOK SLOEG NIET
Louis de Comboursier, seigneur De
Terrail zou met bijna 4000 Walen een
aanval op de stad doen. Hij rekende
op mindere waakzaamheid vanwege
de kermis. Op slag van twee uur zou
de aanval van verschillende kanten
beginnen. Maar de klok sloeg niet.
Wel overrompelden de Spanjaarden
de wacht, wel drongen velen hunner
mannetje na mannetje de poort door,
maar ze wachtten tevergeefs en toen
de wacht afgelost moest worden, ont
dekte men de ongenode gasten! De
militaire aanvoerder, gouverneur Van
der Noot nam zijn maatregelen. In
een kort gevecht lieten 500 Walen
het leven.
Doordat Jantje zweeg werd de stad
gered. Als later Huib Mossel zyn we
derwaardigheden vertelde, en die
schynen er nogal wat te zijn ge
weest, en als iemand hem er dan op
attent maakte, dat hij toch nooit had
vergeten zijn natje op tijd in te ne
men, antwoordde hij, dat hij met dat
druppeltje dan toch maar de Stad
Sluis gered had van de Spanjaarden.
3 ,"t 1
i
I J"'~Ó '-i*;.
mi
•- -
v V*r-y
G';' -
Het geschonden hart van Sluis. Tries-1
te overblijfselen van het eens zo im-
posante middeleeuwse bouwwerkdat
echter in 1960 weer herrezen kan
z'\jn
(Foto: P.Z.C.
BIJ DE RESTAURATIE
In de toekomst een
Raadskelder?
Bij de restauratie van het Sluisse
raadhuis, die zal worden uitgevoerd
onder architectuur van de heren ir.
F. H. Klokke en G. M. Sturm te Mid
delburg, zal er naar worden ge
streefd, het gebouw zo veel moge
lijk in zyn oude vorm te herstellen.
Dit betekent o.m., dat wijzigingen,
welke werden aangebracht bij de rond
de eeuwwisseling uitgevoerde restau
ratie, ongedaan gemaakt zullen wor
den. Zo zal bijvoorbeeld het aantal
dakkapellen verminderen en zal in
de foren weer een rooster worden
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^i
1 Geliefd Jantje 1
M „Jantje van Sluis", het kleu-
rige houten mannetje, dat vroe-
m ger op het stadhuis de klokken
„bediende", is in Sluis een ge-
liefd mannetje. Bij de oorlogs-
handelingen werd Jantje, die
hulpeloos in een straat lag, in js
allerijl in veiligheid gebracht.
p Sindsdien heeft hij in het stadje j|
steeds een ereplaats gehouden:
eerst als „wachtpost" voor het
H noodgemeentehuis en de laat-
ste jaren wacht Jantje gedul- m
dig in de hall van het huidige
j§ raadhuis op het ogenblik, waar-
op hij zijn oude plaats weer zal
i!
NEDERLANDS ENIGE BELFORT
(Van een bijzondere medewerker)
In 1290 ontving Sluis van Guy van Dampierre stadsrechten en in 1392
wordt reeds melding gemaakt van een poorterhuis, waar de schepenen het
gerecht spanden. Hoogstwaarschijnlijk heeft dat schepenhuis gestaan op de
plaats, waar nu het stadhuis zich bevindt, want in 1375 lezen we, dat, „sce-
penen te dien tijde hare steden hielden in 't huls te Sceepstale in die Hoghe-
strate". Had het eerste schepenhuis op een andere plaats gestaan, dan was
liet niet nodig geweest de openbare zaken te behandelen in een huis op de
Hoogstraat. Sluis werd steeds rijker en machtiger en daarom verlangden
de poorters een schepenhuis, dat hun rykdom tot uiting bracht. Bovendien
verlangden zij een „belfroot" (Belfort), want het „belfroot" was het sym
bool van vrijheid en onafhankelijkheid!
In 1391 was het schepenhuis al ln
gebruik, wat blijkt uit het feit, dat de
vloer reeds hersteld werd „daers van
node was". Aan de toren en het klok-
kewerk werd echter nog gewerkt.
Nauwelijks was het trotse gebouw
voltooid of het werd bijna een prooi
der vlammen.
Op de le Mei 1393 brak brand uit
tussen de O.L. Vrouwekerlc en het
schepenhuis.
Het gebouw had zodanige schade
opgelopen, dat de schepenen er niet
meer vergaderen konden. Deze verga
deringen werden toen gehouden in het
huis van Jan Slijp, de baljuw v an
Sluis.
Inmiddels werd een begin gemaakt
met de herstellingen. Als een feniks
uit zyn as, zo herrees het Sluisse sche
penhuis uit zijn puin.
de toren werd gekroond door een
Belfort, op het met „schaelgen" ge
dekte dak werden twee dakvensters
aangebracht en later buiten de over
eenkomst nog een derde. Hierin waren
ijzeren spillen met loden priemappelen
geplant, dragende vaantjes, die door
Jan Loof gesmeed waren en door de
schilder Robrecht van Cothem ver
sierd met de wapenen van Bourgondië
en Vlaanderen, van de hertogin en van
de stad. Een nieuwe grote klok werd
gegoten met een gewicht van 3400
pond. Deze klok hing tot 1944 in de
stadhuistoren en droeg het volgende
randschrift: „Victor es minen name.
Jan Leenknecht van Aeltre me fecit.
Ao MCCCXCV".
Ook goot Jan Leenknecht de schel,
die in de toren hing en waarmee de
schepenen opgeroepen werden „ter
vierschare en ter vergaderingen van
de wet". Deze werd gegoten uit een
gescheurde schel van de St. Janskerk
en had een gewicht van 1200 pond.
Het nieuwe uurwerk moest door
meester Everaard gemaakt worden.
Deze had echter zijn werk in de steek
gelaten en nu werd de vervaardiging
van het nieuwe „enghien" van der
stede uurklok opgedragen aan Gillis
de Proost uit Brugge, die het in 1397
leverde.
In 1424 werd daarbij de bouten man
geplaatst, gesneden door Jacob van
Huse, die in de loop der tijden als
Jantje van Sluis, heinde en ver bekend
is geworden. Zware balken werden
aangevoerd om de nieuwe zolders van
het stadhuis te dragen en hun ge
beeldhouwde sleutels, die nog in de
Oudheidkamer te zien zyn, strekken
nu nog tot bewys van de kunstvaar
digheid van de Sluisse beeldensnyders
uit vroegere eeuwen!
Van 14221427 werd het schepen
huis aanmerkelijk vergroot en ver
fraaid. In de stadsrekening, lopende
van 1 Dec. 1421—1 Dec. 1422 vond
men een lijst van poorters „die giften
gaven te hulpe van den makene van
den grooten nieuwen schepenhuize"
en dat tot een bedrag van 8 pond en
10 grooten. De toren bleef onveran
derd. In 1422 werd vooral door Joris
Lietac metselwerk verricht, terwijl in
1428 aan het houtwerk werd „gear
beid" door Jan de Pape en Gheeraerd
van Bakele. In de zomer van 1428
heeft Antonis Jansz de beeldschry-
ver „ghestoffeert tselve belfroit
voer de voorduere ende ghemaect twee
figuren van heeren metten stoffcrin-
ghe van der wapenen ende schilden
daerstaende ende noch twee steenine
beilden ghestoffeert". Of hier de beel
den in de gevel bedoeld worden is niet
duidelylc, maar zeker is dat de gevel
hiermee versierd was, want in het
volgende jaar, bij herstelling aan de
toren worden „de beilden von scepe-
nen huus" met planken tegen het be
schadigen beschermd. In het midden,
waar nu nog een nis zichtbaar is,
stond het kruis van de Verlosser,
waarvoor in 1428 een deurtje ge
maakt werd. Na de hervorming werd
het kruis-vervangen door het beeld:
van de gerechtigheid dat tot heden
bewaard gebleven is.
Tijdens het beleg van 1604 had het
stadhuis veel te lijden van het vijan
delijke vuur. In een attestatie van 7
Juli 1604 kan men lezen „dat veele
aangebracht op de plaats, waar na
1904 een venster was gemaakt.
Een nieuw facet zal evenwel wor
den gevormd door een in moderne
stijl op te trekken aanbouw aan de
Noordgevel, welke de toegang tot de
op de eerste verdieping geprojecteer
de dienstvertrekken zal vormen.
Hiervoor zal een kleine handvorm
steen worden gebruikt. De kelders
onder deze aanbouw zullen bestemd
worden voor de centrale verwar
mingsinstallatie, koienbergplaats en
voor de rijwielstalling.
Op de begane grond zijn hall (Bur
gerzaal) en raadszaal geprojecteerd.
De zolderingen zullen, evenals de
deurstijlen, van moer- en kinderbin
ten worden vervaydigd en voorzien
worden van snij- en beeldhouwwerk.
Bij de vorige restauratie werden fo
to's en afbeeldingen in gips vervaar
digd van het beeldhouwwerk in de
raadszaal. Deze afbeeldingen zijn bij
Monumentenzorg bewaard gebleven.
De onderpui van de toren (West
gevel) zal tot de eerste omloop in
blauwe arduinsteen worden uitge
voerd en verder in gele steen worden
opgetrokken. In de torenruimte zal
een brandvrije kluis worden onder-
gébracht.
De ingang voor „officiële gebeur
tenissen zal bestaan uit een monu
mentale bordes-trap met pui. Het
bordes zal gesierd worden met het
wapen van Sluis en door twee ste
nen leeuwen. De beeltenis van Vrou
we Justitia, die bewaard is gebleven,
zal wederom aan de voorgevel wor
den bevestigd.
In de Oostgevel zijn de beide oor
spronkelijke kelders intussen her
steld. Er werd tevens een natuurste
nen buitentrap aangebracht. Het ligt
in de bedoeling om een gedeelte van
de fraaie kelderruimten onder het
bouwwerk te zijner tijd te bestem
men tot Raadskelder.
Het werk zal eind Augustus onder
hands worden aanbesteed. Naar
schatting zullen de werkzaamheden 5
jaar in beslag nemen. Dit tijdsbestek
is echter van velerlei factoren afhan
kelijk, o.m. van de arbeidsmarkt en
van de vraag of men er in zal sla
gen in vlot tempo voldoende oude
stenen te verkrijgen, welke voor de
restauratie nodig zyn.
Jantje, de oudste klokkeluider
van Vlaanderen!
(Foto: P.Z.C.J
fraaien. De twee stenen leeuwen, dié
de pui versierden, werden toen aanee-
en diveersche schoten van den canon bracht.
De laatste restauratie dateert van
1900.
van den viandt voor dese selve stede
ligghende ghepasseert hadden den
buuck, daeck, mueren ende veyns-
ters". I De elfde October 1944 werd dit
In de 18e eeuw zyn nog pogingen prachtige gebouw zwaar getroffen
aangewend om het stadhuis te ver- door de oorlogshandelingen.