Jeremias Gotthelf's Spin" in een nieuwe „Zwarte vertaling Midzomernachtdroom in de bossen van Diever Drie toneelgezelschappen in het Holland-Festival Daumier-tentoonstelling in Middelburg CULTURELE CAVALCADE VRIJDAG 24 JUNI 1955 PROVINCIALE Z E EUW 8 E COURANT UITBEELDEN VAN HET BOERENLEVEN Negentiende eeuws Zwitsers schrijver is hier vrijwel onbekend MEN OVERDRIJFT STELLIG niet al te zeer door te zeggen, dat Jere mias Gotthelf in ons land een vrywel onbekend schrijver is. Zijn eigenlijke naam luidde Albert Bitzius, en hij werd in 1797 in Murten, Zwitserland, ge boren. Na theologie te hebben gestude erd werd hij predikant in het dorp Lützelflüh, waar hij in 1854 stierf. Hy is een der weinige Duits-schrijvende Zwitsers die buiten hun land bekendheid verwierven, ook al wordt hij over schaduwd door zijn jongere tijdgenoot Gottfried Keller (1819-1890) wiens autobiografische roman „Der grüne Hcinrich" ten onzent nog wel eens op middelbare scholen behandeld wordt. Gotthelfs naam wordt echter, zoals gezegd, zelden genoemd. Of dit nu zo verschrikkelijk ten onrechte is, betwij felen we, hoezeer we het ook toejuichen dat de Wereldbibliotheek een lange vertelling, „De zwarte Spin" opnieuw in een aanvaardbare vlertaling van Nico Rost uitgaf Maar om met de vertaler van „geniaal" en „wereldlite ratuur" te spreken, neen, daarvoor is o.i. dit werk toch te bescheiden van vlucht, te beperkt. Zelfs de min of meer vermaarde Uil-boeken („Wie Uli der Knecht glücklich ward" en „Uli der Pachter") blijven toch wel wat bin nen de begrenzing der Zwitserse bergen. Deze boeken zijn door en door eerlijk, eenvoudig en oorspronkelijk, „volks", en daardoor kan men hen een zekere grootsheid niet ontzeggen. Gotthelf is de uitbeelder bij uitstek van het boerenleven, en ook zijn boeken heb ben iets van die onwrikbare en on veranderlijke oerkracht van het land leven. Het is wellicht een kwestie van smaak of men hem tot de cory- pheeën der in het Duits gestelde lite ratuur rekenen wil, o.i. is hij dat be slist niet. Maar wel zijn we het ten volle met de vertaler eens dat het hoogst merkwaardig is dat deze 19de eeuwse predikant-schrijver met zijn realistische volksverhalen en breed- Letterkundige kroniek door HANS WARREN uitgesponnen verbeeldingen van het landleven ten onzent geen weerklank heeft gevonden. De bewering dat zijn werk „een wereld is, die ook door de Nederlandse lezer ontdekt moet wor den en die hem veel te bieden heeft' kan men eveneens onderschrijven. Het is op zichzelf al een merkwaar digheid, kennis te maken met een auteur die het er letterlijk op aan legde om „keukenmeidenlectuur" te leveren („ich habe eine Idee Lektur für Knechte und Magde zu schaffen" schreef hij naar aanleiding van zijn Uli-boeken) en die in plaats daarvan, in alle eenvoud, tot grote literaire prestaties kwam. En ook in menig ander opzicht was deze tegelijk re bels én oer-conservatieve dorpsdomi- né een vat vol tegenstrijdigheden. Wie na „Die scnwarze Spinne" de smaak te pakken heeft (wij brachten het nooit verder dan de Uli's en een eindje „Bauernspiegel") heeft overi gens een seizoen lang lectuur: Gott helfs verzamelde werken beslaan een dertigtal bandjes. Voor een kennismaking is De zwarte Spin zeker geschikt, want het is een goed en specifiek staal van zijn eenvoudige, breed-volks- verteltrant. Het is enerzijds zeer realistisch (Gotthelf is een typi sche voorloper van de 19de eeuw- se „naturalisten") en anderzijds maakt het die eeuwenoude indruk van „er altijd geweest te zijn" die kenmerkend is voor zyn meeste werken. Bovendien is het typisch Zwitsers. Wie enigszins met het Zwitserse boerenleven bekend is, zal de sfeer in Gotthelfs boeken terugproeven, ook al zijn ze meer dan honderd jaar oud. Essentieel is er niet veel veranderd. LIJST-VERHAAL „De zwarte Spin" dan, is een uit voerig verhaal van middeleeuws dui- vel-bygeloof, gevat in een even uit voerig getekend, puur-realistisch lrjstverhaal: een deftige boerendoop- plechtigheid in het begin van de 19de eeuw. Als de dag aanbreekt zien we hoe het fraaie huis in gereedheid wordt gebracht. Het beste is nog niet goed genoeg om de gas ten te onthalen. Uitvoerig wordt ge schilderd hoe meter en peter voor de vorm telkens alle heerlijkheden wei geren, maar voortdurend zwichten moeten om zich goed te vullen. Op weg naar de kerk leven we mee met de angsten van de jonge meter: in de drukte heeft men vergeten, haar de namen van de dopeling te zeggen, en zij meent dat ze die de vergeetach tige priester in het oor moet fluiste ren. Er naar vragen is uitgesloten: dan zou het kind zijn hele leven nieuwsgierig worden. Het meisje is een bezwijming nabij, maar de prie ster blijkt uitstekend van geheugen en de plechtigheid verloopt zonder hapering. In het huis volgt dan een Bruegheliaanse maaltijd. Wanneer men werkelijk niet meer kén, gaat men zich wat vertreden: de mannen bezichtigen stallen en akkers, de vrouwen huis en moestuin. Tenslotte komen allen samen onder een scha duwrijke boom, en dan vraagt men de oude grootvader waarom er in de fraaie nieuwe behuizing toch zo'n le lijk oud raamkozijn is aangebracht Na enig tegenstribbelen volgt dan het verhaal van de zwarte spin, een echt middeleeuws duivelspact- verhaal: Eeuwen terug werden de boeren van de streek uitgebuit door een ridder, die hen tenslotte een onmogelijke taak opdroeg. De duivel was bereid, de boerderij bij te staan, maar dan moest men hem een ongedoopt kind afstaan. Een slimme vrouw dacht de dui vel te kunnen bedriegen met een vage belofte, die „slechts" beze geld wordt door een kus op haar wang. Een paar maal is men de duivel inderdaad te slim af, maar dan ontstaat onder helse pijnen een afgrijslijke spin op het gelaat der vrouw, daar waar de duivel haar kuste. Het is nog maar het begin, het zou te ver voeren, dit gruwelijke verhaal in alle details na te gaan. Er zij slechts vermeld dat de vrouw tenslot te helemaal in een duivelse, onkwets bare spin verandert die allen die ze aanraakt onder de gruwelijkste pij nen doet sterven. Nadat ze duizenden slachtoffers gemaakt heeft, weet ein- delgk een moedige jonge moeder haar ten koste van haar eigen leven in een gat van het raamkozijn op te sluiten, welk gat ze met een in wijwater ge doopte pin afsluit. En dit kozijn is steeds gebleven, ook al werd het he le huis vernieuwd. Ook de spin zit er nog in. Knap heeft de schrijver de bijgelo vige huiver getekend, die de gasten na dit lugubere verhaal bevangt: ze aarzelen, het huis opnieuw te betre den en niemand wil voor het oude raam zitten. De stemming is gedrukt, en men komt op het verhaal terug, dringt aan op het vervolg: hoe eens, in een nieuwe godloze tyd een door de wol geverfde knecht de pin laste rend uit het gat trok, waarna de spin gezwollen door het gif der eeuwen, opnieuw en nog vreselijker haar ver woestende werk begon. Tot opnieuw iemand de moed vond, zich vrijwillig te offeren. Zo werd de opgesloten spin een constante maning tot gods vruchtigheid in het huis en in de he le streek, wat tenslotte natuurlijk de moraal van deze geschiedenis is. Diep in de nacht gaan de gasten dan ook gesticht huiswaarts. Jeremias Gotthelf: De zwarte Spin. vert. Nico Rost. Wereldbibliotheek Amsterdam. Wandschildering van Rubens? Het gemeentebestuur van Goslar in de Harz voert een drukke corres pondentie met de stad Antwerpen over een ontdekking in de Sint Ja- cobskerk te Goslar. Men meent, dat één van de altaarschilderingen in die kerk van de hand van Peter Paul Ru bens is. Anderen geloven, dat het een werk is van één van Rubens' leerlingen. De altaarschildering dateert uit de zeventiende eeuw. De middelste groep toont het tafereel van een aan tal mannen, die bezig zijn met de op richting van het kruis. Aan de rech terzijde staat een groep vrouwen, die de dood van de Verlosser bewenen. Aan de linkerzijde komt een groep Romeinse soldaten op. Tot nu toe zijn dé maker of ma kers van dit werk altijd als onbe kend genoteerd. Vergelijkende stu dies hebben echter aangetoond, dat het werk uit Goslar in hoge mate overeenkomt met de altaarschilde ring, die Rubens in 1610 vervaardig de voor de Walpurgiskerk te Antwer pen. Grote Van Gogh-expositie in Amsterdam Een halve eeuw geleden werd de eerste Van Gogh-tentoonstelling in het Stedelgk Museum te Amsterdam gehouden, waar 439 werken werden geëxposeerd. Ter viering van dit ju bileum zal deze zomer een grote Van Gogh-tentoonstelling in dit museum worden gehouden, waarop een groot deel van de thans in Antwerpen ge- exposeerde Van Gogh-collectie, die 415 werken omvat, tentoongesteld zal worden. Bijzondere aflevering van maandblad „Maatstaf" Af en toe brengt het „Maandblad voor letteren Maatstaf' een bijzon dere aflevering. Het vorige jaar was dat het z.g. generatie-nummer. Ook dit jaar verschijnt zulk een afleve ring. Zij bevat behalve de complete vertaling van Euripides' drama He- rakles in de vertaling van mr. Evert Straat, voorafgegaan door een boei end essay van zijn hand, een groot aantal bijdragen ter gelegenheid van de 50e verjaardag van Gerrit Achter berg, zoals de tafeltoespraak, die A. Roland Holst bij Achterbergs huldi ging hield, zes nieuwe gedichten van Achterberg zelf, en een aantal aan hem opgedragen gedichten van o.a. A. Roland Holst, Lucebert en Hans Andreus. Bovendien werden acht bladzijden foto's van deze huldiging opgenomen. Voorts werd aandacht besteed aan de 70e verjaardag van Annie Salomons, o.a. met herinnerin gen van G. H. 's Gravesande aan de schrijfster en een open brief aan haar van de schilder Christiaan de Moor. Bij diens bijdrage reproduceerde de redacteur twee aangrijpende teke ningen van de dichter Boutens, één in het eerste stadium van zijn ziekte en een tweede enkele dagen voor zijn dood in 1943. Verheugend verschijnsel Nederlands stuk bij Theater" (Van onze toneelmedewerker) Drie Nederlandse toneelgezelschappen presenteren zich in het Holland Festival 1955. Dit is uitermate verheugend wanneer men bedenkt, hoe stiefmoederlijk aanvankelijk het toneel werd behandeld in deze kunstmani festatie van internationaal formaat. Verheugender is stellig nog, dat in het Holland Festival een stuk van een levende Nederlandse schrijver zijn pre mière beleefde. In de Arnhemse stadsschouwburg hield de Toneelgroep „Theater" „Herodes" van Abel J. Herzberg ten doop en het ïykt ons van zelfsprekend, dat op deze verblijdende gebturtenis de nadruk valt in een beknopte kenschetsing van hetgeen de drie beste Nederlandse gezelschap pen in het Festival hebben gepresteerd. Kunnen wjj nu met de hand op het hart beweren, dat van Arnhem de victorie begonnen is in het toneel- tournooi.^vaarin Ned. Comedie en „Theater" zich met elkaar meten? Wij zouden het gaarne willen,'al ware het slechts uit respect voor de geestelijke statuur van de schrijver. Ondanks dat hy bij 't schrijven de me dewerking had van Albert v. Dalsum die ook het stuk regisseerde, zijn de belangwekkende en.sams aangrijpen de politieke en menselijke conflicten die bovendien een over het histo rische gebeuren heen reikende alge mene strekking hebben slechts zelden uitgekristalliseerd tot een sterk aansprekende toneelhandeling. De dialogen zijn literair meer dan toneelmatig verantwoord en remden het spel, zodat het voor Richard Flink en Elise Hoomans niet ge makkelijk was om de hoofdpersoon, koning Herodes van Judea en zijn vrouw Markimme, te maken tot de fascinerende figuren, die zij beiden zijn. Bij een vergelijking met de stukken van Sophokles („Koning Oidipoes") In kunsthandel Van Benthem en Jutting Te Middelburg zal volgende week Zaterdag in de kunsthandel Van Benthem en Jutting een tentoonstel ling worden geopend van werken van de Franse schilder en lithograaf Ho- noré Daumier, de man van de poli tieke prent in grote stijl, verbeten republikein en verdediger van de drukpersvrijheid in het Frankrijk van de vorige eeuw. Daumier werd in 1808 in Marseille feboren en verhuisde als jongen van jaar naar Parijs. Zijn vader, die een lijstenwinkel in Parijs had, meen de namelijk, dat hij als dichter in de Franse hoofdstad verder zou komen. Daumier begon hier als loopjongen bij een deurwaarder en later bij een boekhandelaar. Hij wilde echter te kenen en werd daarom leerling by Lenoir. De lessen bevredigden hem echter niet en tenslotte ontwikkelde hg zich als lithograaf. In 1830 kwam hij in relatie met Charles Philipon, de bestrijder van koning Louis Phi lippe en uitgever van het republi keinse weekblad „La Caricature". Voor dit blad ging Daumier werken, maar zyn stijl was in die dagen nog weinig persoonlijk. Zijn prent van de burgerkoning Louis Philippe als Gar- gantua kwam daar niet boven uit, maar het gevolg van deze plaat was niettemin, dat hy tot 6 maanden ge vangenisstraf werd veroordeeld en tot 600 francs boete. Met de uitvoe ring van de straf werd geen haast gemaakt en Daumier werkte verder. Een venijnige prent tegen het wettig gezag maakte echter, dat Daumier zijn straf moest uitzitten. In 1835 was het uit met de pers vrijheid en de samenwerking van Philipon en Daumier ging sindsdien verder in het dagblad „Le-Chariva ri". De caricatuur richtte zich nu niet meer tegen de burgerkoning en zyn aanhang, maar tegen de burgers zelf. Daumiers beheersing van de li thografie was zodanig, dat hij met een verfijnde nuancering van wit en zwart, van licht en schaduw, de stemming van een binnenkamer, een straat of een landschap, overtuigend kon weergeven. In 1848 kwam de lang verbeide republiek en een nieuw tijdperk brak aan. Zijn tekening werd vrijer en spontaner en in zijn figuren kwam meer beweging. Maar omstreeks 1860 werd zijn contract met „Le Chariva ri" niet meer verlengd, omdat het publiek zijn tekeningen niet op prijs stelde. Er breekt een moeilijke tijd aan, maar in 1863 kwam hg bij het blad terug. Toen in 1870 de Frans- Duitse oorlog uitbrak, vervaardigde hij dramatische prenten, waarin hy zijn vurige vaderlandsliefde en repu blikeinse gezindheid tot uitdrukking bracht. In 1872 was hij door een oog ziekte gedwongen zijn lithografisch werk op te geven. Het jaar daarop overleed hij en zijn stoffelijke resten werden bijgezet naast die van zijn trouwe vriend, de schilder Corot. Midzomernachtdroomin het open- luchttheater van Diever. Elfenkonin- ging Titania verklaart haar liefde aan Spoel, de wever, die door Puck van een ezelskop is voorzien. Utrechts museum koopt werk van Zadkine Het Utrechts museum voor nieu we religieuze kunst voor de verzame ling in het Catharijneconvent heeft een werk aangekocht van de bekende Franse beeldhouwer Ossip Zadkine. Het is een zogenaamde „Piëta", een bewening van Christus, in een for maat van 62 centimeter hoogte. De beelhouwer Zadkine is in ons land vooral bekend geworden door het monument „Voor een verwoeste stad", dat aan Rotterdam is geschon ken en dat in 1953 werd onthuld. DE BERLIJNSE FEESTWEKEN, om even in deze stad te blijven, zul len dit jaar duren van 17 September tot j October en gehouden worden onder het motto „Weerzien met Ber lijn". De Berlijnse Stedelijke Opera, de Scala van Milaan, een groep tem peldansers uit Ceylon, een Spaans ballet, het Shakespeare Memorial Theatre uit Stratford on Avon, het Weense Burgtheater, het Parijs Thea tre de 1'Atelier, de verschillende Ber. lijnse schouwburgen en het Berlijns Philharmonisch Orkest zullen mede werking verlenen. Tentoonstellingen en filmvoorstellingen zullen voorts niet ontbreken, zodat het geheel vrij omvangrijk dreigt te worden. TER GELEGENHEID van het ne gende festival voor de dramatische kunst zullen van 18 tot 81 Juli in Avignon de „Rencontres Internatio nales des jeunes" worden gehouden, bedoeld voor jonge mannen en vrou wen van 17 tot. 25 jaar van alle na tionaliteiten. Dit negende festival wordt georganiseerd door het onder leiding van Jean Villar staande Theatre national populair Francais" IN HET HAAGS gemeente-museum zal van Juni tot 28 Augustus een tentoonstelling worden gehouden, ge- titeld: ,Het gouden sieraad in de Ne derlandse folklore"- Deze expositie wil een beeld geven van de gouden sieraden, die bij de klederdrachten zijn (en worden) gedragen. DE SPAANSE DANSERS SUS AN A EN JOSE zullen binnenkort een serie voorstellingen in ons land geven, o.a. op 19 en 21 Juli in de Kurzaal, Sche- veningen. Zij zullen worden begeleid door Paco Hernandez (guitaar), Ar- min Janssen (piano) en Antonio Ce- rezo (Flamenco-zanger). DE BENOEMING VAN JONKHEER W. J. H. B. SANDBERG, directeur van de gemeente-musea te Amster dam, tot voorzitter van de Nederland se Commissie voor de f/OOste verjaar dag van Sao Paulo, is door de plaat selijke kunstenaars goed ontvangen. President Joao Cafe Fillio van Brazi lië, zal de feestelijkheden op 2 Juli openen. GEEST VAN SAAMHORIGHEID Een geslaagde ioneel-iradiiie! (Van een speciale verslaggever) „Wie nog geen consumptiebon geh ad heeft, wendde zich tot Demetrius" klonk het Dinsdagavond sonoor door de bosje van landgoed „Berkenheuvel" bij Diever. Onmiddellijk verdrongen Griekse edelen en jonkvrouwen, hand werkslieden en elfen zich om de plaats, waar Demetrius zich in de volle glorie van zijn Grieks adellijk costuum met zo iets banaals als consump tiebonnen bezig hield. Even later kweet Demetrius zich echter met de an deren van een aanzienlijk zwaardere taak. Gezamenlijk gaven zjj in het Openluchttheater een opvoering van Shakespeare's „Midzomernachtdroom" als eerste in een reeks voorstellingen, die tot 23 Juli duren zak Met deze première luidde de to neelvereniging „Dïever" het tweede lustrum in van haar reeds wijd en zijd bekend geworden opvoeringen van Shakespeare's meesterwerken. Een serie, die slechts één maal on derbroken werd en wel in 1949, toen de Peer Gynt werd gespeeld. Daar voor en daarna stond elk jaar een ander stuk van de Engelse meester op het programma. Het is een traditie, die men wil voortzetten. „Het repertoire van Shakespeare is nog groot genoeg", zeggen ze in Diever. Voor de tweede reeks lustrum voorstellingen yverd wederom de „Midzomernachtdroom" op het pro gramma geplaatst. De eerste uit voering in 1946 was zo'n succes, dat men allerwege om herhaling vroeg. Toch was het bij die eerste uitvoe ring nogal primitief toegegaan. „De costuums waren van beddelakens gemaakt", vertelde dokter Broeke ma, de regisseur en de grote bezie ler van de groep, „beddelakens met randjes er aan", 's Nachts sliepen we daar weer onder, want in die tijd had niemand lakens genoeg. En Theseus liep in het tafelkleed van zijn moeder rond". Ditmaal hebben we in het Open luchttheater van Diever echter geen lakens gezien. Dc spelers droegen nu costuums, vervaar digd naar ontwerpen van een deskundige medewerkster, als sprekend bewijs van het succes, dat de toneelvereniging „Die ver" met haar Shakespeare- uitvoeringen heeft geoogst. Van heinde en ver stroomden de bezoekers toe, elk jaar weer. De re cette steeg en de toneelvereniging die zonder enige overheidssubsi die werkt! hield de laatste ja ren juist genoeg over om eens een goed beroepsgezelschap naar Diever te laten komen en om met alle le den eens in Assen of Groningen een goede voorstelling te gaan zien. De spelers deden er hun voordeel mee en als volbloed-amateurs vonden ze, dat een voldoende beloning voor hun opofferingen in het afgelopen seizoen. OPOFFERINGEN En die opofferingen zijn vele. Om slechts een voorbeeld te noemen: de spelers repeteerden in een kledij, die op een Midzomernachtdroom was berekend maar tijdens de ge nerale repetitie moest worden ge dragen bij een temperatuur, die zelfs voor een Midwinternachtdroom nog aan de lage kant zou zijn! Drie maanden lang zijn ze bezig geweest, vijf avonden per week en drie maanden lang heeft geen en kele Dievenaar hoeven te proberen om 's avonds bij dokter Broekema aan te kloppen met een kwaaltje of een pijntje, dat ook wel tot de vol gende morgen wachten kon, want hij kon er zeker van zijn, dat de anders zo soepele arts hem onver biddelijk naar het ochtendspreek uur verwijzen zou. Want dokter Broekema repeteerde, elke door-de- weekse avond van half acht tot half twaalf. En elke avond weer heeft dokter Broekema gepro beerd om de timmerman, de schoenmaker en de gemeentewerk man bij te brengen zich te bewegen met de waardigheid van een Griek se edelman en om de dorpskapper te leren hoe hij als Thesëus, Hertoe van Athene, spreken moet. Hij moest Dieverse dorpsmeisjes als el fen leren zweven én de" Dieverse landarbeiders vertellen hoe hand werkslieden uit Athene „Pyramus en Thisbe" zouden hebben gespeeld. ROMANTISCH SPROOKJE En dat is allemaal gelukt. Na tuurlijk niet zo goed, als wanneer het stuk door een beroepsgezelschap zou zijn gespeeld, maar zulke maat staven legt men ook niet aan voor amateurtoneel. De charme van deze zomeravondspelen ligt op een ander niveau. Die charme vindt men in de gehele bevolking, van hoog tot laag Want niet alleen prijken in de rol verdeling de namen van een school hoofd en een landarbeider, een werkman en een doktersvrouw, maar zelfs de heide in het stuk meespelen de paarden! Dank zij Shakespeare is er in Diever een geest van saamhorigheid gegroeid, die het mogelijk maakt dat de burgemeesterse, mevrouw Meyboom, door een jeugdig elfje op en Jean Giraudoux („Er komt geen oorlog met Troje"), respectievelijk gespeeld door de Nederlandse en de Haagse Comedie, beide eveneens ge bouwd op een ver, zelfs legendarisch verleden, is het wel duidelijk, dat Herzberg in de toneelmatige verwer king van zyn belangwekkend gegeven tekort is geschoten. Dat hij een pakkende toneeldialoog kén schrijven, bewees het derde tafe reel. Het spel steeg hier onmiddellijk tot groter hoogte, mede door de voor treffelijke Octavianus van Robert de Vries. En het was hier, dat het pu bliek voor het eerst geboeid reageer de. IN STIJGENDE LIJN Hierna heeft het spel zich in steeds stijgende lijn bewogen, zodat deze voorstelling het Holland Festival eer aandeed, ook door de uiterlijke ver zorging. Naar ons gevoel heeft de Haagse Comedie met de vertoning van „Er komt geen oorlog met Troje" haar beste prestaties van dit sei zoen niet geëvenaard, hoewel alle elementen voor een groot succes aanwezig waren: een interessant stuk met een actuele strekking, ondanks dat het in 1935 geschre ven werd, een stuk ook met „esprit", en een bezetting met al le prominenten van het gezel schap. Giraudoux' geestige, maar tevens diepmenselijke interpretatie van het voorspel van de Trojaanse oorlog vraagt dunkt ons lichtvoetiger ver toning dan de Haagse Comedie er van gaf en vooral een dieper flonkering van de tekst Men kwam dikwijls niet voldoende van de grond. Alleen het prachtige speeltalent van Paul Steen, bergen terecht dit jaar vereerd met de nieuwe onderscheiding, de kortelings in Deventer uitgereikte .Louis d'Or" ontsteeg volkomen aan de zwaarte, die op de voorstel ling drukte, hoewel de aankleding licht en kleurig genoeg was. „KONING OIDIPOES" De opvoering van Sophokles „Ko ning Oidipoes'T door de Nederlandse Comedie is ongetwijfeld een belang rijke toneelgebeurtenis. De Nederlandse Comedie gebruikte een nieuwe vertaling van de Griekse tragedie door Jan Engelman en had Han Bentz van den Berg voor de rol van Oidipoes aangewezen. Hoe zeer deze voortreffelijke acteur in modern tragisch werk heeft uitgemunt (Mil ler's „De Vuurproef" bv.), voor het antieke drama bleek zijn talent toch niet ten volle toereikend en men mag ziih ook afvragen of Johan de Mees ter wel de aangewezen regisseur is voor de antieke tragedie. Sophokles' „Elektra" onder regie van de Ton Lutz in het vorige Hol land Festival, gaf meer voldoening dan deze „Oidipoes" opvoering, waar in Ank van der Moer, die toen als Elektra schitterde, als Jokaste haar dramatische talenten niet voldoende kon uitleven. Belangstelling voor Nederlandse orgels Op 5 Juli zullen 35 Amerikaanse organisten te Amsterdam aankomen voor het maken van een vijfdaagse reis door Nederland, die uitgaat van het Organ Institute te Andover en die voorbereid is door de Nederland se organist Heimie Schouten. Onder deze organisten bevinden zich verscheidene prominente figu ren uit de Amerikaanse orgelwereld, o.a. Arthur Howes, directeur van het Organ Institute te Andover, de be kende orgelcomponist professor Set Bingham en de orgelbouwkundige dr. William Earnes, schrijver van het ook hier te lande bekende boek „The con temporary American Organ". Deze organisten zijn het meesl geïnteres seerd in de oude Nederlandse barok- orgels en in moderne mechanische sleeplade-orgels. Opinie-onderzoek in de Amerikaanse bioscopen In November zal over het gehele gebied der Verenigde Staten een opi nie-onderzoek worden gehouden naar de beste films, het beste spel en de meest belovende nieuwe acteurs en actrices van het jaar. Het onderzoek, waaraan de bioscoop-theaters hun medewerking zullen verlenen, zal de naar schatting 55 millioen bioscoop bezoekers voor het eerst in de gele genheid stellen hun oordeel te geven over het beste dat op dit gebied in de afgelopen maanden onder nun ogen is gekomen. Zoals bekend, worden elk jaar door een jury „Oscars" verleend aan hen, die films regisseren, uitbrengen en aan de daarin optredende acteurs en actrices, maar thans is het de bedoe ling dat het bioscoop-bezoekend pu bliek zijn keus bekend maakt. Het opinie-onderzoek geschiedt op initia tief van de COMPO, de Raad van Filmorganisaties, een instelling die alle onderdelen van de Amerikaanse film-industrie omvat. de schouder wordt getikt met een amicaal„Heuj. ga je mee?" En daar neemt zelfs burgemeester Meyboom geen aanstoot aan. want hij is er van overtuigd, dat niemand in Die ver ooit van die goede verstandhou ding misbruik zal maken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 7