Jeremias Gotthelf's
Spin" in een nieuwe
„Zwarte
vertaling
Midzomernachtdroom in de
bossen van Diever
Drie toneelgezelschappen
in het Holland-Festival
Daumier-tentoonstelling
in Middelburg
CULTURELE CAVALCADE
VRIJDAG 24 JUNI 1955
PROVINCIALE Z E EUW 8 E COURANT
UITBEELDEN VAN HET BOERENLEVEN
Negentiende eeuws Zwitsers
schrijver is hier vrijwel onbekend
MEN OVERDRIJFT STELLIG niet al te zeer door te zeggen, dat Jere
mias Gotthelf in ons land een vrywel onbekend schrijver is. Zijn eigenlijke
naam luidde Albert Bitzius, en hij werd in 1797 in Murten, Zwitserland, ge
boren. Na theologie te hebben gestude erd werd hij predikant in het dorp
Lützelflüh, waar hij in 1854 stierf. Hy is een der weinige Duits-schrijvende
Zwitsers die buiten hun land bekendheid verwierven, ook al wordt hij over
schaduwd door zijn jongere tijdgenoot Gottfried Keller (1819-1890) wiens
autobiografische roman „Der grüne Hcinrich" ten onzent nog wel eens op
middelbare scholen behandeld wordt. Gotthelfs naam wordt echter, zoals
gezegd, zelden genoemd. Of dit nu zo verschrikkelijk ten onrechte is, betwij
felen we, hoezeer we het ook toejuichen dat de Wereldbibliotheek een lange
vertelling, „De zwarte Spin" opnieuw in een aanvaardbare vlertaling van
Nico Rost uitgaf Maar om met de vertaler van „geniaal" en „wereldlite
ratuur" te spreken, neen, daarvoor is o.i. dit werk toch te bescheiden van
vlucht, te beperkt. Zelfs de min of meer vermaarde Uil-boeken („Wie Uli
der Knecht glücklich ward" en „Uli der Pachter") blijven toch wel wat bin
nen de begrenzing der Zwitserse bergen.
Deze boeken zijn door en door eerlijk,
eenvoudig en oorspronkelijk, „volks",
en daardoor kan men hen een zekere
grootsheid niet ontzeggen. Gotthelf
is de uitbeelder bij uitstek van het
boerenleven, en ook zijn boeken heb
ben iets van die onwrikbare en on
veranderlijke oerkracht van het land
leven. Het is wellicht een kwestie
van smaak of men hem tot de cory-
pheeën der in het Duits gestelde lite
ratuur rekenen wil, o.i. is hij dat be
slist niet. Maar wel zijn we het ten
volle met de vertaler eens dat het
hoogst merkwaardig is dat deze 19de
eeuwse predikant-schrijver met zijn
realistische volksverhalen en breed-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
uitgesponnen verbeeldingen van het
landleven ten onzent geen weerklank
heeft gevonden. De bewering dat zijn
werk „een wereld is, die ook door de
Nederlandse lezer ontdekt moet wor
den en die hem veel te bieden heeft'
kan men eveneens onderschrijven.
Het is op zichzelf al een merkwaar
digheid, kennis te maken met een
auteur die het er letterlijk op aan
legde om „keukenmeidenlectuur" te
leveren („ich habe eine Idee Lektur
für Knechte und Magde zu schaffen"
schreef hij naar aanleiding van zijn
Uli-boeken) en die in plaats daarvan,
in alle eenvoud, tot grote literaire
prestaties kwam. En ook in menig
ander opzicht was deze tegelijk re
bels én oer-conservatieve dorpsdomi-
né een vat vol tegenstrijdigheden.
Wie na „Die scnwarze Spinne" de
smaak te pakken heeft (wij brachten
het nooit verder dan de Uli's en een
eindje „Bauernspiegel") heeft overi
gens een seizoen lang lectuur: Gott
helfs verzamelde werken beslaan
een dertigtal bandjes.
Voor een kennismaking is De
zwarte Spin zeker geschikt, want
het is een goed en specifiek staal
van zijn eenvoudige, breed-volks-
verteltrant. Het is enerzijds zeer
realistisch (Gotthelf is een typi
sche voorloper van de 19de eeuw-
se „naturalisten") en anderzijds
maakt het die eeuwenoude indruk
van „er altijd geweest te zijn" die
kenmerkend is voor zyn meeste
werken. Bovendien is het typisch
Zwitsers. Wie enigszins met het
Zwitserse boerenleven bekend is,
zal de sfeer in Gotthelfs boeken
terugproeven, ook al zijn ze meer
dan honderd jaar oud. Essentieel
is er niet veel veranderd.
LIJST-VERHAAL
„De zwarte Spin" dan, is een uit
voerig verhaal van middeleeuws dui-
vel-bygeloof, gevat in een even uit
voerig getekend, puur-realistisch
lrjstverhaal: een deftige boerendoop-
plechtigheid in het begin van de 19de
eeuw. Als de dag aanbreekt zien we
hoe het fraaie huis in gereedheid
wordt gebracht. Het beste is
nog niet goed genoeg om de gas
ten te onthalen. Uitvoerig wordt ge
schilderd hoe meter en peter voor de
vorm telkens alle heerlijkheden wei
geren, maar voortdurend zwichten
moeten om zich goed te vullen. Op
weg naar de kerk leven we mee met
de angsten van de jonge meter: in
de drukte heeft men vergeten, haar
de namen van de dopeling te zeggen,
en zij meent dat ze die de vergeetach
tige priester in het oor moet fluiste
ren. Er naar vragen is uitgesloten:
dan zou het kind zijn hele leven
nieuwsgierig worden. Het meisje is
een bezwijming nabij, maar de prie
ster blijkt uitstekend van geheugen
en de plechtigheid verloopt zonder
hapering. In het huis volgt dan een
Bruegheliaanse maaltijd. Wanneer
men werkelijk niet meer kén, gaat
men zich wat vertreden: de mannen
bezichtigen stallen en akkers, de
vrouwen huis en moestuin. Tenslotte
komen allen samen onder een scha
duwrijke boom, en dan vraagt men de
oude grootvader waarom er in de
fraaie nieuwe behuizing toch zo'n le
lijk oud raamkozijn is aangebracht
Na enig tegenstribbelen volgt dan
het verhaal van de zwarte spin,
een echt middeleeuws duivelspact-
verhaal: Eeuwen terug werden de
boeren van de streek uitgebuit
door een ridder, die hen tenslotte
een onmogelijke taak opdroeg. De
duivel was bereid, de boerderij bij
te staan, maar dan moest men
hem een ongedoopt kind afstaan.
Een slimme vrouw dacht de dui
vel te kunnen bedriegen met een
vage belofte, die „slechts" beze
geld wordt door een kus op haar
wang. Een paar maal is men de
duivel inderdaad te slim af, maar
dan ontstaat onder helse pijnen
een afgrijslijke spin op het gelaat
der vrouw, daar waar de duivel
haar kuste.
Het is nog maar het begin, het zou
te ver voeren, dit gruwelijke verhaal
in alle details na te gaan. Er zij
slechts vermeld dat de vrouw tenslot
te helemaal in een duivelse, onkwets
bare spin verandert die allen die ze
aanraakt onder de gruwelijkste pij
nen doet sterven. Nadat ze duizenden
slachtoffers gemaakt heeft, weet ein-
delgk een moedige jonge moeder haar
ten koste van haar eigen leven in een
gat van het raamkozijn op te sluiten,
welk gat ze met een in wijwater ge
doopte pin afsluit. En dit kozijn is
steeds gebleven, ook al werd het he
le huis vernieuwd. Ook de spin zit er
nog in.
Knap heeft de schrijver de bijgelo
vige huiver getekend, die de gasten
na dit lugubere verhaal bevangt: ze
aarzelen, het huis opnieuw te betre
den en niemand wil voor het oude
raam zitten. De stemming is gedrukt,
en men komt op het verhaal terug,
dringt aan op het vervolg: hoe eens,
in een nieuwe godloze tyd een door
de wol geverfde knecht de pin laste
rend uit het gat trok, waarna de spin
gezwollen door het gif der eeuwen,
opnieuw en nog vreselijker haar ver
woestende werk begon. Tot opnieuw
iemand de moed vond, zich vrijwillig
te offeren. Zo werd de opgesloten
spin een constante maning tot gods
vruchtigheid in het huis en in de he
le streek, wat tenslotte natuurlijk de
moraal van deze geschiedenis is. Diep
in de nacht gaan de gasten dan ook
gesticht huiswaarts.
Jeremias Gotthelf: De zwarte Spin.
vert. Nico Rost. Wereldbibliotheek
Amsterdam.
Wandschildering
van Rubens?
Het gemeentebestuur van Goslar
in de Harz voert een drukke corres
pondentie met de stad Antwerpen
over een ontdekking in de Sint Ja-
cobskerk te Goslar. Men meent, dat
één van de altaarschilderingen in die
kerk van de hand van Peter Paul Ru
bens is. Anderen geloven, dat het
een werk is van één van Rubens'
leerlingen.
De altaarschildering dateert uit de
zeventiende eeuw. De middelste
groep toont het tafereel van een aan
tal mannen, die bezig zijn met de op
richting van het kruis. Aan de rech
terzijde staat een groep vrouwen, die
de dood van de Verlosser bewenen.
Aan de linkerzijde komt een groep
Romeinse soldaten op.
Tot nu toe zijn dé maker of ma
kers van dit werk altijd als onbe
kend genoteerd. Vergelijkende stu
dies hebben echter aangetoond, dat
het werk uit Goslar in hoge mate
overeenkomt met de altaarschilde
ring, die Rubens in 1610 vervaardig
de voor de Walpurgiskerk te Antwer
pen.
Grote Van Gogh-expositie
in Amsterdam
Een halve eeuw geleden werd de
eerste Van Gogh-tentoonstelling in
het Stedelgk Museum te Amsterdam
gehouden, waar 439 werken werden
geëxposeerd. Ter viering van dit ju
bileum zal deze zomer een grote Van
Gogh-tentoonstelling in dit museum
worden gehouden, waarop een groot
deel van de thans in Antwerpen ge-
exposeerde Van Gogh-collectie, die
415 werken omvat, tentoongesteld zal
worden.
Bijzondere aflevering van
maandblad „Maatstaf"
Af en toe brengt het „Maandblad
voor letteren Maatstaf' een bijzon
dere aflevering. Het vorige jaar was
dat het z.g. generatie-nummer. Ook
dit jaar verschijnt zulk een afleve
ring. Zij bevat behalve de complete
vertaling van Euripides' drama He-
rakles in de vertaling van mr. Evert
Straat, voorafgegaan door een boei
end essay van zijn hand, een groot
aantal bijdragen ter gelegenheid van
de 50e verjaardag van Gerrit Achter
berg, zoals de tafeltoespraak, die A.
Roland Holst bij Achterbergs huldi
ging hield, zes nieuwe gedichten van
Achterberg zelf, en een aantal aan
hem opgedragen gedichten van o.a.
A. Roland Holst, Lucebert en Hans
Andreus. Bovendien werden acht
bladzijden foto's van deze huldiging
opgenomen. Voorts werd aandacht
besteed aan de 70e verjaardag van
Annie Salomons, o.a. met herinnerin
gen van G. H. 's Gravesande aan de
schrijfster en een open brief aan haar
van de schilder Christiaan de Moor.
Bij diens bijdrage reproduceerde de
redacteur twee aangrijpende teke
ningen van de dichter Boutens, één
in het eerste stadium van zijn ziekte
en een tweede enkele dagen voor zijn
dood in 1943.
Verheugend verschijnsel
Nederlands stuk bij Theater"
(Van onze toneelmedewerker)
Drie Nederlandse toneelgezelschappen presenteren zich in het Holland
Festival 1955. Dit is uitermate verheugend wanneer men bedenkt, hoe
stiefmoederlijk aanvankelijk het toneel werd behandeld in deze kunstmani
festatie van internationaal formaat. Verheugender is stellig nog, dat in het
Holland Festival een stuk van een levende Nederlandse schrijver zijn pre
mière beleefde. In de Arnhemse stadsschouwburg hield de Toneelgroep
„Theater" „Herodes" van Abel J. Herzberg ten doop en het ïykt ons van
zelfsprekend, dat op deze verblijdende gebturtenis de nadruk valt in een
beknopte kenschetsing van hetgeen de drie beste Nederlandse gezelschap
pen in het Festival hebben gepresteerd.
Kunnen wjj nu met de hand op het
hart beweren, dat van Arnhem de
victorie begonnen is in het toneel-
tournooi.^vaarin Ned. Comedie en
„Theater" zich met elkaar meten?
Wij zouden het gaarne willen,'al
ware het slechts uit respect voor de
geestelijke statuur van de schrijver.
Ondanks dat hy bij 't schrijven de me
dewerking had van Albert v. Dalsum
die ook het stuk regisseerde, zijn de
belangwekkende en.sams aangrijpen
de politieke en menselijke conflicten
die bovendien een over het histo
rische gebeuren heen reikende alge
mene strekking hebben slechts
zelden uitgekristalliseerd tot een
sterk aansprekende toneelhandeling.
De dialogen zijn literair meer dan
toneelmatig verantwoord en remden
het spel, zodat het voor Richard
Flink en Elise Hoomans niet ge
makkelijk was om de hoofdpersoon,
koning Herodes van Judea en zijn
vrouw Markimme, te maken tot de
fascinerende figuren, die zij beiden
zijn.
Bij een vergelijking met de stukken
van Sophokles („Koning Oidipoes")
In kunsthandel Van
Benthem en Jutting
Te Middelburg zal volgende week
Zaterdag in de kunsthandel Van
Benthem en Jutting een tentoonstel
ling worden geopend van werken van
de Franse schilder en lithograaf Ho-
noré Daumier, de man van de poli
tieke prent in grote stijl, verbeten
republikein en verdediger van de
drukpersvrijheid in het Frankrijk
van de vorige eeuw.
Daumier werd in 1808 in Marseille
feboren en verhuisde als jongen van
jaar naar Parijs. Zijn vader, die
een lijstenwinkel in Parijs had, meen
de namelijk, dat hij als dichter in de
Franse hoofdstad verder zou komen.
Daumier begon hier als loopjongen
bij een deurwaarder en later bij een
boekhandelaar. Hij wilde echter te
kenen en werd daarom leerling by
Lenoir. De lessen bevredigden hem
echter niet en tenslotte ontwikkelde
hg zich als lithograaf. In 1830 kwam
hij in relatie met Charles Philipon,
de bestrijder van koning Louis Phi
lippe en uitgever van het republi
keinse weekblad „La Caricature".
Voor dit blad ging Daumier werken,
maar zyn stijl was in die dagen nog
weinig persoonlijk. Zijn prent van de
burgerkoning Louis Philippe als Gar-
gantua kwam daar niet boven uit,
maar het gevolg van deze plaat was
niettemin, dat hy tot 6 maanden ge
vangenisstraf werd veroordeeld en
tot 600 francs boete. Met de uitvoe
ring van de straf werd geen haast
gemaakt en Daumier werkte verder.
Een venijnige prent tegen het wettig
gezag maakte echter, dat Daumier
zijn straf moest uitzitten.
In 1835 was het uit met de pers
vrijheid en de samenwerking van
Philipon en Daumier ging sindsdien
verder in het dagblad „Le-Chariva
ri". De caricatuur richtte zich nu niet
meer tegen de burgerkoning en zyn
aanhang, maar tegen de burgers
zelf. Daumiers beheersing van de li
thografie was zodanig, dat hij met
een verfijnde nuancering van wit en
zwart, van licht en schaduw, de
stemming van een binnenkamer, een
straat of een landschap, overtuigend
kon weergeven.
In 1848 kwam de lang verbeide
republiek en een nieuw tijdperk brak
aan. Zijn tekening werd vrijer en
spontaner en in zijn figuren kwam
meer beweging. Maar omstreeks 1860
werd zijn contract met „Le Chariva
ri" niet meer verlengd, omdat het
publiek zijn tekeningen niet op prijs
stelde. Er breekt een moeilijke tijd
aan, maar in 1863 kwam hg bij het
blad terug. Toen in 1870 de Frans-
Duitse oorlog uitbrak, vervaardigde
hij dramatische prenten, waarin hy
zijn vurige vaderlandsliefde en repu
blikeinse gezindheid tot uitdrukking
bracht. In 1872 was hij door een oog
ziekte gedwongen zijn lithografisch
werk op te geven. Het jaar daarop
overleed hij en zijn stoffelijke resten
werden bijgezet naast die van zijn
trouwe vriend, de schilder Corot.
Midzomernachtdroomin het open-
luchttheater van Diever. Elfenkonin-
ging Titania verklaart haar liefde
aan Spoel, de wever, die door Puck
van een ezelskop is voorzien.
Utrechts museum koopt
werk van Zadkine
Het Utrechts museum voor nieu
we religieuze kunst voor de verzame
ling in het Catharijneconvent heeft
een werk aangekocht van de bekende
Franse beeldhouwer Ossip Zadkine.
Het is een zogenaamde „Piëta", een
bewening van Christus, in een for
maat van 62 centimeter hoogte.
De beelhouwer Zadkine is in ons
land vooral bekend geworden door
het monument „Voor een verwoeste
stad", dat aan Rotterdam is geschon
ken en dat in 1953 werd onthuld.
DE BERLIJNSE FEESTWEKEN,
om even in deze stad te blijven, zul
len dit jaar duren van 17 September
tot j October en gehouden worden
onder het motto „Weerzien met Ber
lijn". De Berlijnse Stedelijke Opera,
de Scala van Milaan, een groep tem
peldansers uit Ceylon, een Spaans
ballet, het Shakespeare Memorial
Theatre uit Stratford on Avon, het
Weense Burgtheater, het Parijs Thea
tre de 1'Atelier, de verschillende Ber.
lijnse schouwburgen en het Berlijns
Philharmonisch Orkest zullen mede
werking verlenen. Tentoonstellingen
en filmvoorstellingen zullen voorts
niet ontbreken, zodat het geheel vrij
omvangrijk dreigt te worden.
TER GELEGENHEID van het ne
gende festival voor de dramatische
kunst zullen van 18 tot 81 Juli in
Avignon de „Rencontres Internatio
nales des jeunes" worden gehouden,
bedoeld voor jonge mannen en vrou
wen van 17 tot. 25 jaar van alle na
tionaliteiten. Dit negende festival
wordt georganiseerd door het onder
leiding van Jean Villar staande
Theatre national populair Francais"
IN HET HAAGS gemeente-museum
zal van Juni tot 28 Augustus een
tentoonstelling worden gehouden, ge-
titeld: ,Het gouden sieraad in de Ne
derlandse folklore"- Deze expositie
wil een beeld geven van de gouden
sieraden, die bij de klederdrachten
zijn (en worden) gedragen.
DE SPAANSE DANSERS SUS AN A
EN JOSE zullen binnenkort een serie
voorstellingen in ons land geven, o.a.
op 19 en 21 Juli in de Kurzaal, Sche-
veningen. Zij zullen worden begeleid
door Paco Hernandez (guitaar), Ar-
min Janssen (piano) en Antonio Ce-
rezo (Flamenco-zanger).
DE BENOEMING VAN JONKHEER
W. J. H. B. SANDBERG, directeur
van de gemeente-musea te Amster
dam, tot voorzitter van de Nederland
se Commissie voor de f/OOste verjaar
dag van Sao Paulo, is door de plaat
selijke kunstenaars goed ontvangen.
President Joao Cafe Fillio van Brazi
lië, zal de feestelijkheden op 2 Juli
openen.
GEEST VAN SAAMHORIGHEID
Een geslaagde ioneel-iradiiie!
(Van een speciale verslaggever)
„Wie nog geen consumptiebon geh ad heeft, wendde zich tot Demetrius"
klonk het Dinsdagavond sonoor door de bosje van landgoed „Berkenheuvel"
bij Diever. Onmiddellijk verdrongen Griekse edelen en jonkvrouwen, hand
werkslieden en elfen zich om de plaats, waar Demetrius zich in de volle
glorie van zijn Grieks adellijk costuum met zo iets banaals als consump
tiebonnen bezig hield. Even later kweet Demetrius zich echter met de an
deren van een aanzienlijk zwaardere taak. Gezamenlijk gaven zjj in het
Openluchttheater een opvoering van Shakespeare's „Midzomernachtdroom"
als eerste in een reeks voorstellingen, die tot 23 Juli duren zak
Met deze première luidde de to
neelvereniging „Dïever" het tweede
lustrum in van haar reeds wijd en
zijd bekend geworden opvoeringen
van Shakespeare's meesterwerken.
Een serie, die slechts één maal on
derbroken werd en wel in 1949, toen
de Peer Gynt werd gespeeld. Daar
voor en daarna stond elk jaar een
ander stuk van de Engelse meester
op het programma.
Het is een traditie, die men wil
voortzetten. „Het repertoire van
Shakespeare is nog groot genoeg",
zeggen ze in Diever.
Voor de tweede reeks lustrum
voorstellingen yverd wederom de
„Midzomernachtdroom" op het pro
gramma geplaatst. De eerste uit
voering in 1946 was zo'n succes, dat
men allerwege om herhaling vroeg.
Toch was het bij die eerste uitvoe
ring nogal primitief toegegaan. „De
costuums waren van beddelakens
gemaakt", vertelde dokter Broeke
ma, de regisseur en de grote bezie
ler van de groep, „beddelakens met
randjes er aan", 's Nachts sliepen
we daar weer onder, want in die tijd
had niemand lakens genoeg. En
Theseus liep in het tafelkleed van
zijn moeder rond".
Ditmaal hebben we in het Open
luchttheater van Diever echter
geen lakens gezien. Dc spelers
droegen nu costuums, vervaar
digd naar ontwerpen van een
deskundige medewerkster, als
sprekend bewijs van het succes,
dat de toneelvereniging „Die
ver" met haar Shakespeare-
uitvoeringen heeft geoogst.
Van heinde en ver stroomden de
bezoekers toe, elk jaar weer. De re
cette steeg en de toneelvereniging
die zonder enige overheidssubsi
die werkt! hield de laatste ja
ren juist genoeg over om eens een
goed beroepsgezelschap naar Diever
te laten komen en om met alle le
den eens in Assen of Groningen een
goede voorstelling te gaan zien. De
spelers deden er hun voordeel mee
en als volbloed-amateurs vonden ze,
dat een voldoende beloning voor
hun opofferingen in het afgelopen
seizoen.
OPOFFERINGEN
En die opofferingen zijn vele. Om
slechts een voorbeeld te noemen: de
spelers repeteerden in een kledij,
die op een Midzomernachtdroom
was berekend maar tijdens de ge
nerale repetitie moest worden ge
dragen bij een temperatuur, die
zelfs voor een Midwinternachtdroom
nog aan de lage kant zou zijn!
Drie maanden lang zijn ze bezig
geweest, vijf avonden per week en
drie maanden lang heeft geen en
kele Dievenaar hoeven te proberen
om 's avonds bij dokter Broekema
aan te kloppen met een kwaaltje of
een pijntje, dat ook wel tot de vol
gende morgen wachten kon, want
hij kon er zeker van zijn, dat de
anders zo soepele arts hem onver
biddelijk naar het ochtendspreek
uur verwijzen zou. Want dokter
Broekema repeteerde, elke door-de-
weekse avond van half acht tot
half twaalf. En elke avond weer
heeft dokter Broekema gepro
beerd om de timmerman, de
schoenmaker en de gemeentewerk
man bij te brengen zich te bewegen
met de waardigheid van een Griek
se edelman en om de dorpskapper te
leren hoe hij als Thesëus, Hertoe
van Athene, spreken moet. Hij
moest Dieverse dorpsmeisjes als el
fen leren zweven én de" Dieverse
landarbeiders vertellen hoe hand
werkslieden uit Athene „Pyramus
en Thisbe" zouden hebben gespeeld.
ROMANTISCH SPROOKJE
En dat is allemaal gelukt. Na
tuurlijk niet zo goed, als wanneer
het stuk door een beroepsgezelschap
zou zijn gespeeld, maar zulke maat
staven legt men ook niet aan voor
amateurtoneel. De charme van deze
zomeravondspelen ligt op een ander
niveau. Die charme vindt men in de
gehele bevolking, van hoog tot laag
Want niet alleen prijken in de rol
verdeling de namen van een school
hoofd en een landarbeider, een
werkman en een doktersvrouw, maar
zelfs de heide in het stuk meespelen
de paarden!
Dank zij Shakespeare is er in
Diever een geest van saamhorigheid
gegroeid, die het mogelijk maakt
dat de burgemeesterse, mevrouw
Meyboom, door een jeugdig elfje op
en Jean Giraudoux („Er komt geen
oorlog met Troje"), respectievelijk
gespeeld door de Nederlandse en de
Haagse Comedie, beide eveneens ge
bouwd op een ver, zelfs legendarisch
verleden, is het wel duidelijk, dat
Herzberg in de toneelmatige verwer
king van zyn belangwekkend gegeven
tekort is geschoten.
Dat hij een pakkende toneeldialoog
kén schrijven, bewees het derde tafe
reel. Het spel steeg hier onmiddellijk
tot groter hoogte, mede door de voor
treffelijke Octavianus van Robert de
Vries. En het was hier, dat het pu
bliek voor het eerst geboeid reageer
de.
IN STIJGENDE LIJN
Hierna heeft het spel zich in steeds
stijgende lijn bewogen, zodat deze
voorstelling het Holland Festival eer
aandeed, ook door de uiterlijke ver
zorging.
Naar ons gevoel heeft de Haagse
Comedie met de vertoning van
„Er komt geen oorlog met Troje"
haar beste prestaties van dit sei
zoen niet geëvenaard, hoewel alle
elementen voor een groot succes
aanwezig waren: een interessant
stuk met een actuele strekking,
ondanks dat het in 1935 geschre
ven werd, een stuk ook met
„esprit", en een bezetting met al
le prominenten van het gezel
schap.
Giraudoux' geestige, maar tevens
diepmenselijke interpretatie van het
voorspel van de Trojaanse oorlog
vraagt dunkt ons lichtvoetiger ver
toning dan de Haagse Comedie er van
gaf en vooral een dieper flonkering
van de tekst Men kwam dikwijls niet
voldoende van de grond. Alleen het
prachtige speeltalent van Paul Steen,
bergen terecht dit jaar vereerd
met de nieuwe onderscheiding, de
kortelings in Deventer uitgereikte
.Louis d'Or" ontsteeg volkomen
aan de zwaarte, die op de voorstel
ling drukte, hoewel de aankleding
licht en kleurig genoeg was.
„KONING OIDIPOES"
De opvoering van Sophokles „Ko
ning Oidipoes'T door de Nederlandse
Comedie is ongetwijfeld een belang
rijke toneelgebeurtenis.
De Nederlandse Comedie gebruikte
een nieuwe vertaling van de Griekse
tragedie door Jan Engelman en had
Han Bentz van den Berg voor de rol
van Oidipoes aangewezen. Hoe zeer
deze voortreffelijke acteur in modern
tragisch werk heeft uitgemunt (Mil
ler's „De Vuurproef" bv.), voor het
antieke drama bleek zijn talent toch
niet ten volle toereikend en men mag
ziih ook afvragen of Johan de Mees
ter wel de aangewezen regisseur is
voor de antieke tragedie.
Sophokles' „Elektra" onder regie
van de Ton Lutz in het vorige Hol
land Festival, gaf meer voldoening
dan deze „Oidipoes" opvoering, waar
in Ank van der Moer, die toen als
Elektra schitterde, als Jokaste haar
dramatische talenten niet voldoende
kon uitleven.
Belangstelling voor
Nederlandse orgels
Op 5 Juli zullen 35 Amerikaanse
organisten te Amsterdam aankomen
voor het maken van een vijfdaagse
reis door Nederland, die uitgaat van
het Organ Institute te Andover en
die voorbereid is door de Nederland
se organist Heimie Schouten.
Onder deze organisten bevinden
zich verscheidene prominente figu
ren uit de Amerikaanse orgelwereld,
o.a. Arthur Howes, directeur van het
Organ Institute te Andover, de be
kende orgelcomponist professor Set
Bingham en de orgelbouwkundige dr.
William Earnes, schrijver van het ook
hier te lande bekende boek „The con
temporary American Organ". Deze
organisten zijn het meesl geïnteres
seerd in de oude Nederlandse barok-
orgels en in moderne mechanische
sleeplade-orgels.
Opinie-onderzoek in de
Amerikaanse bioscopen
In November zal over het gehele
gebied der Verenigde Staten een opi
nie-onderzoek worden gehouden naar
de beste films, het beste spel en de
meest belovende nieuwe acteurs en
actrices van het jaar. Het onderzoek,
waaraan de bioscoop-theaters hun
medewerking zullen verlenen, zal de
naar schatting 55 millioen bioscoop
bezoekers voor het eerst in de gele
genheid stellen hun oordeel te geven
over het beste dat op dit gebied in de
afgelopen maanden onder nun ogen is
gekomen.
Zoals bekend, worden elk jaar door
een jury „Oscars" verleend aan hen,
die films regisseren, uitbrengen en
aan de daarin optredende acteurs en
actrices, maar thans is het de bedoe
ling dat het bioscoop-bezoekend pu
bliek zijn keus bekend maakt. Het
opinie-onderzoek geschiedt op initia
tief van de COMPO, de Raad van
Filmorganisaties, een instelling die
alle onderdelen van de Amerikaanse
film-industrie omvat.
de schouder wordt getikt met een
amicaal„Heuj. ga je mee?" En daar
neemt zelfs burgemeester Meyboom
geen aanstoot aan. want hij is er
van overtuigd, dat niemand in Die
ver ooit van die goede verstandhou
ding misbruik zal maken.