Klanken uit de aether
C
D
KA PPIE EN DE WEERMAKERS
Belangrijke industrie kreeg een
eigen onderzoek-centrum
CkrfarineA
TUSSEN BOTTENDE VLIEREN
EN PURPEREN DUINVIOOLTJES
Daar ging de^Lieide
WOENSDAG 8 JUNI 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
TE EDE IN GEBRUIK GENOMEN
Laboratorium en proeffabriek van
Ned. Instituut voor Zuivelonderzoek
(Van onze speciale verslaggever)
Te Ede. aan de grote verkeersweg van Utrecht naar Arnhem., heeft het
Nederlandse Zuivel Bedrijfsleven een indrukwekkend gebouwencomplex ge
kregen., waarin de betekenis van deze oudste en belangrijkste industrie vol
ledig tot zijn recht komt. Het is het gebouwencomplex, laboratoria en proef
fabriek, van het ln 1947 opgerichte Nederlands Instituut voor Zuivelonder
zoek.
Onze minister van Landbouw, lr. S. L. Mansholt, verrichtte dezer dagen
onder zeer grote belangstelling zowel uit Nederland als België de officiële
opening. Met dit Instituut heeft de Nederlandse zuivelbereiding de be
schikking gekregen over een model-inrichting, die alles wat het buitenland
op dit gebied heeft, overtreft. Met de bouw en inrichting is een bedrag van
5 miliioen gemoeid geweest.
kleurige gebouwengroep met meer
dan 1000 ramen, zal daarbij van grote
betekenis kunnen zjjn.
Drie vleugels
Het laboratorium omvat drie vleu
gels, de Westelijke of bacteriologische
en administratieve, de Oostelijke of
scheikundige vleugel en de Noordelij
ke of technische vleugel.
Bij de bouw van de proeffabriek is
eveneens uiterste doelmatigheid be
tracht. Deze heeft de vorm gekregen
van een U, waarvan het open gedeelte
naar het N.W. is gekeerd. Tussen de
benen van deze U bevindt zich het
energie-gebouw. Voor de Zuidelijke
vleugel is een ruime parkeerplaats
aangelegd. In de Noordwestelijke
hoek van het terrein bevindt zich o.m.
een destructie-oven, waar door middel
Maar hierdoor Is dan ook bereikt,
dat een ruimte en outillage verkregen
werd, waar de meest uiteenlopende
problemen bij de bereiding van melk
en zuivelproducten op grote schaal,
aan een nauwgezet en methodisch zui
velonderzoek kunnen worden onder
worpen.
Het methodisch-wetenschappeHjk
zuivelonderzoek in ons land is niet
nieuw. De basis ervoor werd ruim 60
jaar geleden gelegd in Hoorn aan het
Rjjkslandbouw-Proefstation, dat zich
in 1917 geheel aan het zuivelonder
zoek ging wjjden, maar toch tenslotte
niet meer kon voldoen aan de groei
ende eisen van deze belangrijke be
drijfstak.
Zo is ln 1948 door het Zuivelbe
drijfsleven en met medewerking van
het Rijk het N.I.Z.O. gesticht, als on
afhankelijke instelling waarvan de
exploitatiekosten gedekt werden door
jaarlijkse bijdragen van de Zuivel-or-
fanisatles en het Bedrijfssehap voor
uivel. Voorzitter werd de directeur
van het Zuivelwezen, dr. ir. P. N.
Boekei, tot directeur werd aangewe
zen dr. J. W. Pette, tot die tgd bacte
rioloog bij het Rijkslandbouw-Proef-
station te Hoorn.
Op 1 Januari 1950 werd uit schei
kundige- en bacteriologische afdelin-
f'en van dit Rjjkslandbouw-Proefsta-
ion de kern van het N.I.Z.O.-labora-
torium gevormd.
De vestiging van dit laboratorium
naast een grote proeffabriek te Ede
heeft er toe geleid, dat in Hoorn nog
slechts het wetenschappelijk Insti
tuut voor Onderzoek van de veevoe
dingsproblemen is overgebleven.
Centrale ligging
Om verschillende redenen Is Ede
als vestigingsplaats gekozen. In de
eerste plaats vanwege de centrale
ligging, in de tweede plaats van
wege het nabij gelegen Landbouw
kundig Wetenschaps-centrum Wa-
geningen, waarmee nauw contact
gewenst is en ten derde omdat de
Coöperatieve Zuivelfabriek Con
cordia contractueel kon voorzien
in een regelmatige aanvoer van
circa 3 miliioen kg melk per jaar.
Het doel van het thans officieel in
werking getreden Instituut is vier
ledig.
Behalve het verrichten van Weten
schappelijke onderzoekingen en tech
nische proefnemingen op het gebied
va.n de behandeling en de verwerking
van melk, keurt het ook werktuigen,
apparaten en grondstoffen, die bij de
melkwinning en zuivelbereiding wor
den gebruikt. Leidende gedachte bij
dit alles is. de kwaliteit van de Ne
derlandse Zuivelindustrie nog hoger
op te voeren.
Van hoeveel belang dit is, onder
streepte de heer Mansholt nog eens
bij de opening door er aan te herinne
ren, dat voortdurende waakzaamheid
geboden blijft om onze vooraanstaan
de positie op de wereld-zuivelmarkt
te handhaven.
Ook in de ons omringende landen
wordt voortdurend naar verbetering
gestreefd. Zo gaat België, altijd een
van onze grootste boterafnemers,
steeds meer voor zichzelf zorgen en
ook Engeland maakt zich steeds min
der afhankelijk van ons land bij de
zuivelvoorziening.
De Nederlandse Zuivelindustrie Is
dus verplicht steeds naar nieuwe mo
gelijkheden te blijven zoeken. Het
prachtige complex in Ede, een licht-
van propaan-gas een temperatuur van
10001200 graden C. kan worden
bereikt.
De Zuidelijke of frontvleugel her
bergt o.a. de karn- en centrifugeloka
len, waar o.m. twee karnen staan op
gesteld met een inhoud van 2000 liter
elk. De Oostelijke vleugel is de kaas
vleugel. Hier bevinden zich 2 kaas
bakken van 4500 L. en twee van 2300
L., en voorts twee pers- en twee om
looplokalen en een lokaal met reini-
gingsbakken in elk waarvan 150
Edammervaten tegelijk chemisch
kunnen worden gereinigd.
Advertentie j
4-voudige combinatie, een
wetenschappelijk succes I
Een belangrijke ontdekking op geneeskun
dig gebied is „synergismus". Hiermede
wordi bedoeld de wederzijdse versterking
van de werking van verschillende genees
middelen. De vier middelen verenigd In
Chefarine„4"-elk afzonderlijk al beroemd-
werken tezamen nóg beter. Ze helpen ook
dan, wanneer andere middelen falen en
doen werkelijk wonderen I
fluBnEQu3ZnZ3HHk
TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN M c(.
DONDERDAG D JUNI.
HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s. 7.00 KRO.
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nws, 7.10 Gewijde muz. 7.45
Morgengebed en. lit. kal. 8.00 Nws.- en
weerber. 8.15 Plechtige hoogmis, 9.30 Gr.
9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. NCRV:
10.00 Gram. 10.30 Morgenwijding. KRO:
11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00
Angelus. 12.03 Lunchconc. (12.30 Land
en tuinb. meded. 12.33 Voor de boeren).
12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath.
nws. 13.20 Pianovoordr. 13.45 Gram. NCRV:
14.00 Gram. 14.46 Voor de vrouw. 15.15 Gr.
15.25 Kamerork. 16.00 Bijbeloverdenking.
16.30 Instr. kwart. 17.00 Voor de jeugd.
17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Gram.
18.00 Banjo-.ork. 18.20 Pianospel. 18.45 Gr.
19.00 Nws.- en weerber. 19.10 Gram. 19.20
Sociaal gesprek. 19.35 Gram. 20.00 Radio-
krant, 20,20 Kon. Mei. kapel. 21.25 „Goud
uit schuim", caus. 21.40 Gram. 22.00 Pe
riodieken parade. 22.10 Orgelconc. 22.35
Gram.
HILVERSUM H 298 m 1007 kc/S. 7.00
AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.30 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening.
AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.30 Voor de
huisvrouw. 9.35 Gram. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters.
11.00 Kamerork. 11.45 „Verleden, heden
en toekomst van het Kleuteronderwijs",
caus. 12.00 Zang en piano. 12,25 "In 't
spionnetje". 12.30 Land- en tuinb. meded.
12.35 Orgelspel. 12.50 „Uit het bedrijfsle
ven", caus. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of
gram. 13.20 Metropole ork. 13.55 Beursber.
14.00 Gram. 14.10 Voordr. 14.45 Alt en pia
no. 15.15 Voor de zieken. 16.00 Gram. 16.15
Voordr. 16.30 Tiroolse muz. 17.00 Voor de
jeugd. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen
overzee: Dr. F. C. Kamma: „Ontmoetingen
op Nieuw Guinea". 18.00 Nws. 18.15 Gram.
18.55 „Gesproken brief uit Londen", caus.
19.00 Cabaret. 19.20 Lichte muz. 19.55 Fo-
totips. 20.00 Nws. 20.05 Act. 20.15 Radio
Philharmork. en soliste. 20.55 „Tiendui
zend meter wereldzee", klankb. 22.05 Ma
drigalen. 22.25 Lichte muz. 22.40 Spoi tpro-
blemen. 22.50 Sportact. 23.00 Nws. 23.15
Gram. 23.35—24.00 Idem.
TELEVISIEPRO GRAM MA' S
VARA: 20.15 Act. en weerber. 20.30
„Dansen en springen" in het Natuurbad
„De Biltse duinen" te Bilthoven. 20.50
Spiegel der kunsten. 21.10 Pauze. 21.15 Ge-
var. progr.
NTS: 21.58—22.45 Eurovisie: Relais van
België: Vioolconc. door de winnaar(es) v.
de eerste prijs in het „Internationale
Viool-Muziek Concours Koningin Elisa
beth".
ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL
Verrassende ontmoeting met fazanten-kuiken
Het zonlicht dringt binnen door het venster na een korte worsteling
dwara door de rijke met bloemtrossen beladen seringenstruik. Het laat
vurige randen achter rondom de purperen bloeikegels.
Een jonge grote lijster vliegt uit de struik vleugelklappend en nagel-
krassend tegen de ruit, herstelt zijn vergissing en neemt weer dekking
tussen de seringenbladeren. Ook hij laat Iets achter en wel de gewekte
herinnering aan het feit, dat vele jonge vogels alweer het nest gaan
verlaten.
Eind Mei kan men merels jongen
zien voeren, bijna even groot als zij
zelf en ver buiten het nest. Ook zijn
er reeds volwassen jonge zanglijsters.
In gracht, sloot en watergang trekken
de wilde eenden met hun kroost vlug
de aandacht van groot en klein en
ergens in Middelburg waarschuwt eén
waterhoen haar pikzwarte donsjongen
zodat ze bij mijn na/lering snel het
riet inschieten.
Onder dergelijke omstandigheden
werd een wandeling ondernomen via
de Manteling naar het onvolprezen
duingebied van Oranjezon en het was
prettig de overgang van polderland
naar duinbos via de vegetatie op de
voet te kunnen volgen.
door BAREND ZWERFMANS.
Een brede «trook van fluitekruid en
look-zonder-look ligt als een hechte
verbinding tussen beide, beschermd
tegen de felle zon door opslag van
abeel, kurkiep en es.
Zodra het wat zandiger wordt ko
men daar fijne muursoorten, honds
viooltjes, wilde aardbeitjes en longen-
kruid naast groeien. In een vijver
glanst het zonlicht over een fantasti
sche begroeiing met Hyppurus, de lid
steng en dan zijn we in het bos.
Fitis, grasmus en fluiters kwin
keleren met de karekieten om
het hardst en de rauwe grog
stem van een fazant doet ons in
gedachten dwars door het dich
te kreupelhout met zijn fris ge
bladerte heenschouwen.
In het randbos bemerken we nog
slechts een enkele rode koekoeks
bloem, maar hoe dieper we in de la
nen doordringen, hoe groter de groe
pen worden en hoe fraaier de bloe
men, terwijl de primula's omgekeerd
steeds verder in vruchtzetting zijn.
Bereklauw, nog vast omsloten door
rode schutbladeren staat op de hel
lingen, met vogelkers, die reeds over
de mooiste bloei heen is, terwijl daar
entegen de kardinaalsmutsen elke
vorm van bloei nog krampachtig
verbergen.
In het eigenlijke duinterrein staan
de bleekgele toefjes muurpeper be
scheiden tussen de rood aangelopen
zuring en ook de driekleur-viooltjes
staan nog wat armetierig. Heel an
ders is-het met de stinkende gouwe,
die de diepgele bloemen ditmaal heel
kwistig onder de duindoorns heeft
uitgestrooid, terwijl de grens tussen
struweel en grasmat in bezit werd
genomen door het winterpostelein
met de doorgroeide bladschotels.
Vergeefs zoeken we echter naar de
vleeskleurige orchis, die voor de
rampvloed een der hoeken van het
zoetwaterkanaal als standplaats
had gekozen. Met de vele dode strui
ken in de lage pannen aan de over
zij een droeve herinnering aan het
rampjaar. Daarentegen schieten hier
en daar nu wat meer bremstruiken
op, die er merkwaardig welvarend
uitzien in vergelijking met hun mak
kers op de grens van Brabant, waar
talloze struiken er totaal levenloos
bijstaan.
Vergeet-mij-nietjes
Hoe dieper we het duin binnendrin
gen, hoe mooier de driekleurige viool-
21. Nog steeds zakte de me-
teoroglobe langzaam weg
in de kille duisternis van de
diepzee. Steeds meer water
werd door de naden naar
binnen geperst. Zachtjes
klotste het op de bodem van
de bol' heen en weer. Ver
twijfeld staarde de Maat
door het grote venster in de
donkergroene watermassa,
waar hele scholen wonder
lijke vissen voorbij flitsten.
Opeens trok alle kleur uit
zijn wangen. Met schom
melende grijparmen nader
de een reusachtige inktvis I
„Kappiel" gilde de Maat.
„We zijn verloren I Laat die
bol dan toch stoppen I
Gauw!"
„Haal de anti-gravitatie-
nandle dan toch over!" klonk
tegelijkertijd de dringen
de stem van Bartoldus uit
de luidspreker. „Snell"
Kappie sloeg zijn handen
voor zijn or en. „Een mens
zou ja wat krijgen van al
dat lawaai!" gromde hij.
„De antiehdinges overhalen! Hij heeft ja
goed praten! Ik wou dat ik wist, welke het was!
Wacht eens, het moet dat ding zijn, waar die klont
tegenaan gestoten heeft.en toen stond hij hier.
ja. een van die twee moet het zijn!" Aarzelend strek
te Kappie zijn hand uit. Als hij de verkeerde hef
boom overhaalde waren ze verloren! Maar veeltijd
om er over na te denken, was er niet!
„Ik zal het er ja maar op wagen!" mompelde Kap
pie en met de angst in zijn hart drukte hij de hef
boom naar achteren.
Straft en zakelijk is de frontlijn van
het fraaie nieuwe laboratorium.
tjes zich gaan groeperen tot rijk-
bloeiende zoden, met telkens donker
der paarse bloemen. Sporadisch laat
de keverorchis de reeds gestrekte
bloemstengels zien, al zijn de knop
pen nog gesloten en tussen de eerste
spruiten van het walstro, die mos
achtig uit het zand te voorschijn ko
men, hebben zich hier cn daar ruige
vergeet-mij-nietjes gevestigd.
Dan zien we de zee, donker met
blanke schuimkoppen en we bemer
ken, dat door samenwerking van
mens en natuur dit doorbraakgat
reeds weer sterk is opgevuld. Tus
sen zee en duin het strand met berg
eenden, scholeksters en visdiefjes.
Jammer genoeg is het broedterrein-
tje van de dwergsterns verlaten. De
laatste felle storm heeft misschien te
wreed huisgehouden in het stuifzand-
gebied.
Die stormen hebben trouwens meet
op hun geweten. Overal waar de zil
te winden vrij tot de pas bebladerde
bomen en struiken kan doordringen,
hebben zij de tere spruitsels totaal
vernield. Zo erg, dat men heesters
kan aantreffen, waarvan aan de
wlndzijde alle leven is gedood. Zal
het Sint Janslot straks de geleden
schade enigszins kunnen herstellen?
Het vlakke Walcheren heeft wel heel
erg van de storm te verdragen ge
kregen.
Terug door de duinen verras
sen ons troepen bergeenden
hoog op de duintoppen, waar
hier en daar de hondstong al
bloeit. Spoedig verrast ons nog
een kille regenbui, die reeds
de hele morgen dreigend aan
de Wester-hemel heeft gehan
gen. Eigenlijk is het jammer
dat er niet wat meer valt; de
waterstand in het gesaneerde
kanaal is nog een halve meter
te laag.
Voor ons is die korte hevige bui
echter voldoende en de al te vochtige
grasmat, die niet als wij in bramen
fauteuils onder een vlierendak, be
schermd was, maakt het wandelen
wat onplezierig.
En tochzonder dat natte gras
zou de fazante-hen vast iets eerder
zijn opgevlogen en dan hadden we
Seen kans gekregen een der beduus-
e jonge fazantjes te kunnen opne
men om het donkerbruin gestreepte
jong van dichtbij te bewonderen.
,Nee, toch"zuchtten de dames
in jubelstemming, 'terwijl de heren
zich uitputten met him bevestiging
van het wonder daar tegenover te
plaatsen.
Het was dan ook wel een niet alle
daagse verrassing, te meer, omdat
de andere kuikens zich in een wip
onyindbaar hadden verstoken.
Bij het scheiden laat de nachtegaal
zich niet alleen horen, maar ook heel
even zien en daarover kan lang ge
noeg worden gesproken tot de gas-
peldoornstruiken langs het door
gangspad naar de zee ons in weelde
rige en bloemrijke taal vertellen, dat
het eind van de wandeling nabij is
gekomen.
Tijdens de mars naar de bus breekt
de zon Weer volledig door. giet haar
stralen over kostelijk Walcherens
vee en trotse paardenmoeders met
hun veulens terwijl in de ondiepe slo
ten de gestreepte padden met hun ge
ratel onze moede stap als met een
kleppermars begeleiden. Als we ze
van de kant af voorzichtig willen be
loeren verdwenen ze echter beschei
den in het slik.
FEUILLETON
door MARY BURCKBLL
30
„Durf wat? Je kussen? Je zei dat
Ik het mocht".
„Maar niet zo".
„We spraken niet af hoe", ant
woordde hij kortaf. „En ik koos mijn
eigen manier".
„Nou, maar ik vind het zo niet pret
tig". bitste Hope.
„Daar raak jc wel aan gewend",
sprak hij, rustiger naarmate zij bo
zer werd.
Ze rukte haar arm los. „Als je
denkt dat ik je op die manier beter
moet leren kennen en aardiger moet
vinden, kun je je beter nog eens twee
maal bedenken".
En voor hij haar kon tegenhouden,
rukte ze zich' los en rende alleen naar
huis. Terwijl ze liep, vroeg ze zich af
of hij haar te paard achterna zou rij
den. 'Maar blijkbaar was hem dit een
te dramatische wijze om de scène
voort te zetten, of misschien dacht hij
dat het verstandiger was haar alleen
te laten. In ieder geval klonk er geen
geluld van paardehoeven en toen Ho
pe in de tuin kwam, keek Bridget van
haar tuintje op en zei:
„Hallo. Heb ie hem niet gevonden?"
„Gevonden?"
„Oom Errol. Ik dacht dat je hem
tegemoet wilde gaan".
„O, ja, natuurlek, ik heb hem ge
vonden".
„Nou, en wat heb je met hem ge
daan?" informeerde Bridget niet on
redelijk.
„Hij komt er aan", zei Hope haas
tig. „We hebben samen gepraat en
vroeg Bridget be
toen ben ik.,
„Wei
langstellènd.
„Ben je!" antwoordde Hope gege
neerd, dat Bridget de situatie zo goed
doorzag. „Wat heb jij uitgevoerd, ter
wijl ik weg was?" vroeg ze, verlan
gend op een ander onderwerp over te
gaan.
„Mjjn tuintje omgespit", zei Brid
get, die een onvermoeibare graafster
was. „Kijk ik heb juist deze aardappel
opgegraven om te zien hoe hij op
schoot. Geloof je heus, dat hij aan het
uitspruiten is?"
Hope stak haar hand verstrooid
naar de aardappel uit. en onmiddellijk
riep Bridget uit: „Zeg! Wat een beel
dige ring! Waar heb je die vandaan?"
Er heerste even een vreemde stil
te. Toen zei Hope: „Die - die heb ik
van oom Errol gekregen".
„Werkelijk? Dat is ontzettend
aardig van hem".
„Ja", gaf Hope weinig enthou
siast toe.
„Maar mijn hemeltje!" Bridget
deed haar mond open en liet hem
minstens drie seconden zo staan.
„Dat is je linkerhand! Het is je
ringvinger! Zijn oom Errol en jij
dan verloofd! Hope had het merk
waardige gevoel dat wanneer ze
„ja" tegen Bridget zei, ze zichzelf
de laatste kans op ontsnapping be
nam. Maar ze kon niet zwijgend
voor haar stomverbaasde zusje, die
blijkbaar verging van opgewonden
nieuwsgierigheid, blijven staan.
„Zou je het prettig vinden als dat
zo was?" vroeg ze zwakjes.
„Nou, natuurlijk! Het zou gewoon
enig zijn!" riep Bridget. „Dan wordt
dit pas goed ons thuis - vooral nu
mevrouw Tamberley weggaat",
voegde ze er met onschuldige open
hartigheid aan toe. En dan wordt
jij mevrouw Tamberley cn oom Er
rol onze zwager en jij -" Bridget
hield op en vroeg toen zeer geïntri
geerd: „Word jij dan onze tante?"
„Nee" ,zei Hope en lachte. Maar
op de een of andere manier was
Bridget er in geslaagd het zoveel
minder dramatisch, zoveel redelij
ker en uitvoerbaarder te doen lij
ken. Het gevoel van paniek dat
haar had bevangen toen Errol haar
kuste, verdween langzamerhand.
„Nou?" vroeg Bridget gespan
nen.
„Wat, nou?"
„Natuurlijk of oom Errol en jij
gaan trouwen".
„O ja, dat gaan we".
,Wel allemachtig, il
>it iemand zo kaïn
aanzoek zien doen", riep Bridget
uit. En de nu verachte aardappel
in zijn kuiltje terugwerpend, rende
ze de tuin in onder het uitstoten
van een soort Indianenkreet, die
het merkwaardige effect had Tony
uit het struikgewas te doen oprij
zen.
Hope was te ver van hen af om
hun gesprek te kunnen volgen,
maar de weelderige gebaren waar
mee ze het begeleidden, lieten geen
twijfel aan hun vreugde bestaan.
Langzaam wandelde ze het tuin
pad af naar hen toe en Tony ver
welkomde haar met:
„Zeg, dat is een prima idee van
je om met oom Errol te gaan trou
wen. Wanneer heb je dat bedacht?"
„Hij heeft liet bedacht", legde
Hope niet zonder humor uit, „zo
wat een week geleden".
„Gunst, dat was gauw. Hoe zou
hij op het idee zijn gekomen", zei
Tony met ontwapende oprechtheid,
„misschien dacht hij dat het dan
voor ons gezelliger zou zijn".
„Misschien wel", zei Hope glim
lachend.
„Daar komt hij aan", mérkte
Bridget op. „Vraag het hemzelf
maar".
Hope draaide zich niet om. Ze
bleef stil staan op een lichte beving
na, en kon alleen door de uitdruk
king op de gezichten van de kinde
ren zien hoe dichtbij hij was.
„Ha, oom Errol!" riep Bridget zo
dra hij binnen gehoorsafstand
kwam. „We vinden het fijn dat u
met Hope gaat trouwen!"
Hope wachtte op zijn antwoord,
maar hij kwam naast haar staan
voordat hij sprak. Toen zei hij
slechts:
„Dus je hebt het hun verteld?"
„Ja. Vind je het goed?"
„Goed? Ja natuurlijk. Ik ben
zelfs tamelijk opgelucht. Dat is al
les. Ik dacht misschien dat..."
Hij hield op en Tony viel vrolijk
in: „Hoe kwam u ertoe om met Ho
pe te trouwen? Dacht u dat dat
voor ons gezelliger zou zijn?"
„Nee", zei Errol ernstig. „Ik
„Oh..." zeiden beide kinderen, en
keken die vreemde volwassenen
verbaaèd aan.
Toen voegde Bridget eraan toe:
„Ze Is natuurlijk ook erg aardig"
en omhelsde Hope hartelijk.
„Nou het lijkt mij wel een goed
plan", gaf Tohy toe, en ging toen
weg om belangrijker dingen te
doen. Hij vond blijkbaar dat alles
definitief en naar zijn zin was ge
regeld, en dat men niet van hem
kon verwachten dat hij meer tijd
zou verdoen aan het bespreken van
een feit dat zijn goedkeuring reeds
had ontvangen.
Hope nam Bridgets handje in de
hare en hield liet stevig vast ter
wijl ze naar huis liepen. Ze had er
geen behoefte aan nog eens met Er
rol alleen te zijn.
Mevrouw Tamberley was in de
zitkamer en toen zè binnenkwa
men sprak ze welwillend: „Hallo
Errol. Ik begon heus te denken dat
jij en dat zwarte beest elkaar ein
delijk hadden vermoord".
Errol glimlachte slechts en gaf
haar even een vluchtige kus op
haar wang, wat Hope door het con
trast deed denken aan de zeer na
drukkelijke manier waarop hij haar
had gekust.
„Neen, hij is niet vermoord, maar
verloofd", verklaarde Bridget vro
lijk, alsof die twee dingen samen
hingen.
„Verloofd!" Als grote uitzonde
ring schoot de beheerste, lijzige
stem van mevrouw Tamberley ae
hoogte in. „Waar heb je het over?"
„Over Hope en oom Errol. denk
ik", merkte Tony op die juist bin
nenkwam om zich bij de rest van
de familie te voegen, hoewel min
stens de helft van zijn aandacht ge
wijd was aan een allerliefst veld
muisje dat hij bij zich had.
„Doe dat afschuwelijke dier di
rect de kamer uit", zei mevrouw
Tamberley, ditmaal zonder stem
verheffing. „En waar hebben de
kinderen net over, Errol?"
(Wordt vervolgd.)