Klanken uit de aether C D KA PPIE EN DE WEERMAKERS Belangrijke industrie kreeg een eigen onderzoek-centrum CkrfarineA TUSSEN BOTTENDE VLIEREN EN PURPEREN DUINVIOOLTJES Daar ging de^Lieide WOENSDAG 8 JUNI 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 TE EDE IN GEBRUIK GENOMEN Laboratorium en proeffabriek van Ned. Instituut voor Zuivelonderzoek (Van onze speciale verslaggever) Te Ede. aan de grote verkeersweg van Utrecht naar Arnhem., heeft het Nederlandse Zuivel Bedrijfsleven een indrukwekkend gebouwencomplex ge kregen., waarin de betekenis van deze oudste en belangrijkste industrie vol ledig tot zijn recht komt. Het is het gebouwencomplex, laboratoria en proef fabriek, van het ln 1947 opgerichte Nederlands Instituut voor Zuivelonder zoek. Onze minister van Landbouw, lr. S. L. Mansholt, verrichtte dezer dagen onder zeer grote belangstelling zowel uit Nederland als België de officiële opening. Met dit Instituut heeft de Nederlandse zuivelbereiding de be schikking gekregen over een model-inrichting, die alles wat het buitenland op dit gebied heeft, overtreft. Met de bouw en inrichting is een bedrag van 5 miliioen gemoeid geweest. kleurige gebouwengroep met meer dan 1000 ramen, zal daarbij van grote betekenis kunnen zjjn. Drie vleugels Het laboratorium omvat drie vleu gels, de Westelijke of bacteriologische en administratieve, de Oostelijke of scheikundige vleugel en de Noordelij ke of technische vleugel. Bij de bouw van de proeffabriek is eveneens uiterste doelmatigheid be tracht. Deze heeft de vorm gekregen van een U, waarvan het open gedeelte naar het N.W. is gekeerd. Tussen de benen van deze U bevindt zich het energie-gebouw. Voor de Zuidelijke vleugel is een ruime parkeerplaats aangelegd. In de Noordwestelijke hoek van het terrein bevindt zich o.m. een destructie-oven, waar door middel Maar hierdoor Is dan ook bereikt, dat een ruimte en outillage verkregen werd, waar de meest uiteenlopende problemen bij de bereiding van melk en zuivelproducten op grote schaal, aan een nauwgezet en methodisch zui velonderzoek kunnen worden onder worpen. Het methodisch-wetenschappeHjk zuivelonderzoek in ons land is niet nieuw. De basis ervoor werd ruim 60 jaar geleden gelegd in Hoorn aan het Rjjkslandbouw-Proefstation, dat zich in 1917 geheel aan het zuivelonder zoek ging wjjden, maar toch tenslotte niet meer kon voldoen aan de groei ende eisen van deze belangrijke be drijfstak. Zo is ln 1948 door het Zuivelbe drijfsleven en met medewerking van het Rijk het N.I.Z.O. gesticht, als on afhankelijke instelling waarvan de exploitatiekosten gedekt werden door jaarlijkse bijdragen van de Zuivel-or- fanisatles en het Bedrijfssehap voor uivel. Voorzitter werd de directeur van het Zuivelwezen, dr. ir. P. N. Boekei, tot directeur werd aangewe zen dr. J. W. Pette, tot die tgd bacte rioloog bij het Rijkslandbouw-Proef- station te Hoorn. Op 1 Januari 1950 werd uit schei kundige- en bacteriologische afdelin- f'en van dit Rjjkslandbouw-Proefsta- ion de kern van het N.I.Z.O.-labora- torium gevormd. De vestiging van dit laboratorium naast een grote proeffabriek te Ede heeft er toe geleid, dat in Hoorn nog slechts het wetenschappelijk Insti tuut voor Onderzoek van de veevoe dingsproblemen is overgebleven. Centrale ligging Om verschillende redenen Is Ede als vestigingsplaats gekozen. In de eerste plaats vanwege de centrale ligging, in de tweede plaats van wege het nabij gelegen Landbouw kundig Wetenschaps-centrum Wa- geningen, waarmee nauw contact gewenst is en ten derde omdat de Coöperatieve Zuivelfabriek Con cordia contractueel kon voorzien in een regelmatige aanvoer van circa 3 miliioen kg melk per jaar. Het doel van het thans officieel in werking getreden Instituut is vier ledig. Behalve het verrichten van Weten schappelijke onderzoekingen en tech nische proefnemingen op het gebied va.n de behandeling en de verwerking van melk, keurt het ook werktuigen, apparaten en grondstoffen, die bij de melkwinning en zuivelbereiding wor den gebruikt. Leidende gedachte bij dit alles is. de kwaliteit van de Ne derlandse Zuivelindustrie nog hoger op te voeren. Van hoeveel belang dit is, onder streepte de heer Mansholt nog eens bij de opening door er aan te herinne ren, dat voortdurende waakzaamheid geboden blijft om onze vooraanstaan de positie op de wereld-zuivelmarkt te handhaven. Ook in de ons omringende landen wordt voortdurend naar verbetering gestreefd. Zo gaat België, altijd een van onze grootste boterafnemers, steeds meer voor zichzelf zorgen en ook Engeland maakt zich steeds min der afhankelijk van ons land bij de zuivelvoorziening. De Nederlandse Zuivelindustrie Is dus verplicht steeds naar nieuwe mo gelijkheden te blijven zoeken. Het prachtige complex in Ede, een licht- van propaan-gas een temperatuur van 10001200 graden C. kan worden bereikt. De Zuidelijke of frontvleugel her bergt o.a. de karn- en centrifugeloka len, waar o.m. twee karnen staan op gesteld met een inhoud van 2000 liter elk. De Oostelijke vleugel is de kaas vleugel. Hier bevinden zich 2 kaas bakken van 4500 L. en twee van 2300 L., en voorts twee pers- en twee om looplokalen en een lokaal met reini- gingsbakken in elk waarvan 150 Edammervaten tegelijk chemisch kunnen worden gereinigd. Advertentie j 4-voudige combinatie, een wetenschappelijk succes I Een belangrijke ontdekking op geneeskun dig gebied is „synergismus". Hiermede wordi bedoeld de wederzijdse versterking van de werking van verschillende genees middelen. De vier middelen verenigd In Chefarine„4"-elk afzonderlijk al beroemd- werken tezamen nóg beter. Ze helpen ook dan, wanneer andere middelen falen en doen werkelijk wonderen I fluBnEQu3ZnZ3HHk TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN M c(. DONDERDAG D JUNI. HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nws, 7.10 Gewijde muz. 7.45 Morgengebed en. lit. kal. 8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Plechtige hoogmis, 9.30 Gr. 9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram. 10.30 Morgenwijding. KRO: 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00 Angelus. 12.03 Lunchconc. (12.30 Land en tuinb. meded. 12.33 Voor de boeren). 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20 Pianovoordr. 13.45 Gram. NCRV: 14.00 Gram. 14.46 Voor de vrouw. 15.15 Gr. 15.25 Kamerork. 16.00 Bijbeloverdenking. 16.30 Instr. kwart. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Gram. 18.00 Banjo-.ork. 18.20 Pianospel. 18.45 Gr. 19.00 Nws.- en weerber. 19.10 Gram. 19.20 Sociaal gesprek. 19.35 Gram. 20.00 Radio- krant, 20,20 Kon. Mei. kapel. 21.25 „Goud uit schuim", caus. 21.40 Gram. 22.00 Pe riodieken parade. 22.10 Orgelconc. 22.35 Gram. HILVERSUM H 298 m 1007 kc/S. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.30 Voor de huisvrouw. 9.35 Gram. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Kamerork. 11.45 „Verleden, heden en toekomst van het Kleuteronderwijs", caus. 12.00 Zang en piano. 12,25 "In 't spionnetje". 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.35 Orgelspel. 12.50 „Uit het bedrijfsle ven", caus. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Metropole ork. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 14.10 Voordr. 14.45 Alt en pia no. 15.15 Voor de zieken. 16.00 Gram. 16.15 Voordr. 16.30 Tiroolse muz. 17.00 Voor de jeugd. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen overzee: Dr. F. C. Kamma: „Ontmoetingen op Nieuw Guinea". 18.00 Nws. 18.15 Gram. 18.55 „Gesproken brief uit Londen", caus. 19.00 Cabaret. 19.20 Lichte muz. 19.55 Fo- totips. 20.00 Nws. 20.05 Act. 20.15 Radio Philharmork. en soliste. 20.55 „Tiendui zend meter wereldzee", klankb. 22.05 Ma drigalen. 22.25 Lichte muz. 22.40 Spoi tpro- blemen. 22.50 Sportact. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.35—24.00 Idem. TELEVISIEPRO GRAM MA' S VARA: 20.15 Act. en weerber. 20.30 „Dansen en springen" in het Natuurbad „De Biltse duinen" te Bilthoven. 20.50 Spiegel der kunsten. 21.10 Pauze. 21.15 Ge- var. progr. NTS: 21.58—22.45 Eurovisie: Relais van België: Vioolconc. door de winnaar(es) v. de eerste prijs in het „Internationale Viool-Muziek Concours Koningin Elisa beth". ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Verrassende ontmoeting met fazanten-kuiken Het zonlicht dringt binnen door het venster na een korte worsteling dwara door de rijke met bloemtrossen beladen seringenstruik. Het laat vurige randen achter rondom de purperen bloeikegels. Een jonge grote lijster vliegt uit de struik vleugelklappend en nagel- krassend tegen de ruit, herstelt zijn vergissing en neemt weer dekking tussen de seringenbladeren. Ook hij laat Iets achter en wel de gewekte herinnering aan het feit, dat vele jonge vogels alweer het nest gaan verlaten. Eind Mei kan men merels jongen zien voeren, bijna even groot als zij zelf en ver buiten het nest. Ook zijn er reeds volwassen jonge zanglijsters. In gracht, sloot en watergang trekken de wilde eenden met hun kroost vlug de aandacht van groot en klein en ergens in Middelburg waarschuwt eén waterhoen haar pikzwarte donsjongen zodat ze bij mijn na/lering snel het riet inschieten. Onder dergelijke omstandigheden werd een wandeling ondernomen via de Manteling naar het onvolprezen duingebied van Oranjezon en het was prettig de overgang van polderland naar duinbos via de vegetatie op de voet te kunnen volgen. door BAREND ZWERFMANS. Een brede «trook van fluitekruid en look-zonder-look ligt als een hechte verbinding tussen beide, beschermd tegen de felle zon door opslag van abeel, kurkiep en es. Zodra het wat zandiger wordt ko men daar fijne muursoorten, honds viooltjes, wilde aardbeitjes en longen- kruid naast groeien. In een vijver glanst het zonlicht over een fantasti sche begroeiing met Hyppurus, de lid steng en dan zijn we in het bos. Fitis, grasmus en fluiters kwin keleren met de karekieten om het hardst en de rauwe grog stem van een fazant doet ons in gedachten dwars door het dich te kreupelhout met zijn fris ge bladerte heenschouwen. In het randbos bemerken we nog slechts een enkele rode koekoeks bloem, maar hoe dieper we in de la nen doordringen, hoe groter de groe pen worden en hoe fraaier de bloe men, terwijl de primula's omgekeerd steeds verder in vruchtzetting zijn. Bereklauw, nog vast omsloten door rode schutbladeren staat op de hel lingen, met vogelkers, die reeds over de mooiste bloei heen is, terwijl daar entegen de kardinaalsmutsen elke vorm van bloei nog krampachtig verbergen. In het eigenlijke duinterrein staan de bleekgele toefjes muurpeper be scheiden tussen de rood aangelopen zuring en ook de driekleur-viooltjes staan nog wat armetierig. Heel an ders is-het met de stinkende gouwe, die de diepgele bloemen ditmaal heel kwistig onder de duindoorns heeft uitgestrooid, terwijl de grens tussen struweel en grasmat in bezit werd genomen door het winterpostelein met de doorgroeide bladschotels. Vergeefs zoeken we echter naar de vleeskleurige orchis, die voor de rampvloed een der hoeken van het zoetwaterkanaal als standplaats had gekozen. Met de vele dode strui ken in de lage pannen aan de over zij een droeve herinnering aan het rampjaar. Daarentegen schieten hier en daar nu wat meer bremstruiken op, die er merkwaardig welvarend uitzien in vergelijking met hun mak kers op de grens van Brabant, waar talloze struiken er totaal levenloos bijstaan. Vergeet-mij-nietjes Hoe dieper we het duin binnendrin gen, hoe mooier de driekleurige viool- 21. Nog steeds zakte de me- teoroglobe langzaam weg in de kille duisternis van de diepzee. Steeds meer water werd door de naden naar binnen geperst. Zachtjes klotste het op de bodem van de bol' heen en weer. Ver twijfeld staarde de Maat door het grote venster in de donkergroene watermassa, waar hele scholen wonder lijke vissen voorbij flitsten. Opeens trok alle kleur uit zijn wangen. Met schom melende grijparmen nader de een reusachtige inktvis I „Kappiel" gilde de Maat. „We zijn verloren I Laat die bol dan toch stoppen I Gauw!" „Haal de anti-gravitatie- nandle dan toch over!" klonk tegelijkertijd de dringen de stem van Bartoldus uit de luidspreker. „Snell" Kappie sloeg zijn handen voor zijn or en. „Een mens zou ja wat krijgen van al dat lawaai!" gromde hij. „De antiehdinges overhalen! Hij heeft ja goed praten! Ik wou dat ik wist, welke het was! Wacht eens, het moet dat ding zijn, waar die klont tegenaan gestoten heeft.en toen stond hij hier. ja. een van die twee moet het zijn!" Aarzelend strek te Kappie zijn hand uit. Als hij de verkeerde hef boom overhaalde waren ze verloren! Maar veeltijd om er over na te denken, was er niet! „Ik zal het er ja maar op wagen!" mompelde Kap pie en met de angst in zijn hart drukte hij de hef boom naar achteren. Straft en zakelijk is de frontlijn van het fraaie nieuwe laboratorium. tjes zich gaan groeperen tot rijk- bloeiende zoden, met telkens donker der paarse bloemen. Sporadisch laat de keverorchis de reeds gestrekte bloemstengels zien, al zijn de knop pen nog gesloten en tussen de eerste spruiten van het walstro, die mos achtig uit het zand te voorschijn ko men, hebben zich hier cn daar ruige vergeet-mij-nietjes gevestigd. Dan zien we de zee, donker met blanke schuimkoppen en we bemer ken, dat door samenwerking van mens en natuur dit doorbraakgat reeds weer sterk is opgevuld. Tus sen zee en duin het strand met berg eenden, scholeksters en visdiefjes. Jammer genoeg is het broedterrein- tje van de dwergsterns verlaten. De laatste felle storm heeft misschien te wreed huisgehouden in het stuifzand- gebied. Die stormen hebben trouwens meet op hun geweten. Overal waar de zil te winden vrij tot de pas bebladerde bomen en struiken kan doordringen, hebben zij de tere spruitsels totaal vernield. Zo erg, dat men heesters kan aantreffen, waarvan aan de wlndzijde alle leven is gedood. Zal het Sint Janslot straks de geleden schade enigszins kunnen herstellen? Het vlakke Walcheren heeft wel heel erg van de storm te verdragen ge kregen. Terug door de duinen verras sen ons troepen bergeenden hoog op de duintoppen, waar hier en daar de hondstong al bloeit. Spoedig verrast ons nog een kille regenbui, die reeds de hele morgen dreigend aan de Wester-hemel heeft gehan gen. Eigenlijk is het jammer dat er niet wat meer valt; de waterstand in het gesaneerde kanaal is nog een halve meter te laag. Voor ons is die korte hevige bui echter voldoende en de al te vochtige grasmat, die niet als wij in bramen fauteuils onder een vlierendak, be schermd was, maakt het wandelen wat onplezierig. En tochzonder dat natte gras zou de fazante-hen vast iets eerder zijn opgevlogen en dan hadden we Seen kans gekregen een der beduus- e jonge fazantjes te kunnen opne men om het donkerbruin gestreepte jong van dichtbij te bewonderen. ,Nee, toch"zuchtten de dames in jubelstemming, 'terwijl de heren zich uitputten met him bevestiging van het wonder daar tegenover te plaatsen. Het was dan ook wel een niet alle daagse verrassing, te meer, omdat de andere kuikens zich in een wip onyindbaar hadden verstoken. Bij het scheiden laat de nachtegaal zich niet alleen horen, maar ook heel even zien en daarover kan lang ge noeg worden gesproken tot de gas- peldoornstruiken langs het door gangspad naar de zee ons in weelde rige en bloemrijke taal vertellen, dat het eind van de wandeling nabij is gekomen. Tijdens de mars naar de bus breekt de zon Weer volledig door. giet haar stralen over kostelijk Walcherens vee en trotse paardenmoeders met hun veulens terwijl in de ondiepe slo ten de gestreepte padden met hun ge ratel onze moede stap als met een kleppermars begeleiden. Als we ze van de kant af voorzichtig willen be loeren verdwenen ze echter beschei den in het slik. FEUILLETON door MARY BURCKBLL 30 „Durf wat? Je kussen? Je zei dat Ik het mocht". „Maar niet zo". „We spraken niet af hoe", ant woordde hij kortaf. „En ik koos mijn eigen manier". „Nou, maar ik vind het zo niet pret tig". bitste Hope. „Daar raak jc wel aan gewend", sprak hij, rustiger naarmate zij bo zer werd. Ze rukte haar arm los. „Als je denkt dat ik je op die manier beter moet leren kennen en aardiger moet vinden, kun je je beter nog eens twee maal bedenken". En voor hij haar kon tegenhouden, rukte ze zich' los en rende alleen naar huis. Terwijl ze liep, vroeg ze zich af of hij haar te paard achterna zou rij den. 'Maar blijkbaar was hem dit een te dramatische wijze om de scène voort te zetten, of misschien dacht hij dat het verstandiger was haar alleen te laten. In ieder geval klonk er geen geluld van paardehoeven en toen Ho pe in de tuin kwam, keek Bridget van haar tuintje op en zei: „Hallo. Heb ie hem niet gevonden?" „Gevonden?" „Oom Errol. Ik dacht dat je hem tegemoet wilde gaan". „O, ja, natuurlek, ik heb hem ge vonden". „Nou, en wat heb je met hem ge daan?" informeerde Bridget niet on redelijk. „Hij komt er aan", zei Hope haas tig. „We hebben samen gepraat en vroeg Bridget be toen ben ik., „Wei langstellènd. „Ben je!" antwoordde Hope gege neerd, dat Bridget de situatie zo goed doorzag. „Wat heb jij uitgevoerd, ter wijl ik weg was?" vroeg ze, verlan gend op een ander onderwerp over te gaan. „Mjjn tuintje omgespit", zei Brid get, die een onvermoeibare graafster was. „Kijk ik heb juist deze aardappel opgegraven om te zien hoe hij op schoot. Geloof je heus, dat hij aan het uitspruiten is?" Hope stak haar hand verstrooid naar de aardappel uit. en onmiddellijk riep Bridget uit: „Zeg! Wat een beel dige ring! Waar heb je die vandaan?" Er heerste even een vreemde stil te. Toen zei Hope: „Die - die heb ik van oom Errol gekregen". „Werkelijk? Dat is ontzettend aardig van hem". „Ja", gaf Hope weinig enthou siast toe. „Maar mijn hemeltje!" Bridget deed haar mond open en liet hem minstens drie seconden zo staan. „Dat is je linkerhand! Het is je ringvinger! Zijn oom Errol en jij dan verloofd! Hope had het merk waardige gevoel dat wanneer ze „ja" tegen Bridget zei, ze zichzelf de laatste kans op ontsnapping be nam. Maar ze kon niet zwijgend voor haar stomverbaasde zusje, die blijkbaar verging van opgewonden nieuwsgierigheid, blijven staan. „Zou je het prettig vinden als dat zo was?" vroeg ze zwakjes. „Nou, natuurlijk! Het zou gewoon enig zijn!" riep Bridget. „Dan wordt dit pas goed ons thuis - vooral nu mevrouw Tamberley weggaat", voegde ze er met onschuldige open hartigheid aan toe. En dan wordt jij mevrouw Tamberley cn oom Er rol onze zwager en jij -" Bridget hield op en vroeg toen zeer geïntri geerd: „Word jij dan onze tante?" „Nee" ,zei Hope en lachte. Maar op de een of andere manier was Bridget er in geslaagd het zoveel minder dramatisch, zoveel redelij ker en uitvoerbaarder te doen lij ken. Het gevoel van paniek dat haar had bevangen toen Errol haar kuste, verdween langzamerhand. „Nou?" vroeg Bridget gespan nen. „Wat, nou?" „Natuurlijk of oom Errol en jij gaan trouwen". „O ja, dat gaan we". ,Wel allemachtig, il >it iemand zo kaïn aanzoek zien doen", riep Bridget uit. En de nu verachte aardappel in zijn kuiltje terugwerpend, rende ze de tuin in onder het uitstoten van een soort Indianenkreet, die het merkwaardige effect had Tony uit het struikgewas te doen oprij zen. Hope was te ver van hen af om hun gesprek te kunnen volgen, maar de weelderige gebaren waar mee ze het begeleidden, lieten geen twijfel aan hun vreugde bestaan. Langzaam wandelde ze het tuin pad af naar hen toe en Tony ver welkomde haar met: „Zeg, dat is een prima idee van je om met oom Errol te gaan trou wen. Wanneer heb je dat bedacht?" „Hij heeft liet bedacht", legde Hope niet zonder humor uit, „zo wat een week geleden". „Gunst, dat was gauw. Hoe zou hij op het idee zijn gekomen", zei Tony met ontwapende oprechtheid, „misschien dacht hij dat het dan voor ons gezelliger zou zijn". „Misschien wel", zei Hope glim lachend. „Daar komt hij aan", mérkte Bridget op. „Vraag het hemzelf maar". Hope draaide zich niet om. Ze bleef stil staan op een lichte beving na, en kon alleen door de uitdruk king op de gezichten van de kinde ren zien hoe dichtbij hij was. „Ha, oom Errol!" riep Bridget zo dra hij binnen gehoorsafstand kwam. „We vinden het fijn dat u met Hope gaat trouwen!" Hope wachtte op zijn antwoord, maar hij kwam naast haar staan voordat hij sprak. Toen zei hij slechts: „Dus je hebt het hun verteld?" „Ja. Vind je het goed?" „Goed? Ja natuurlijk. Ik ben zelfs tamelijk opgelucht. Dat is al les. Ik dacht misschien dat..." Hij hield op en Tony viel vrolijk in: „Hoe kwam u ertoe om met Ho pe te trouwen? Dacht u dat dat voor ons gezelliger zou zijn?" „Nee", zei Errol ernstig. „Ik „Oh..." zeiden beide kinderen, en keken die vreemde volwassenen verbaaèd aan. Toen voegde Bridget eraan toe: „Ze Is natuurlijk ook erg aardig" en omhelsde Hope hartelijk. „Nou het lijkt mij wel een goed plan", gaf Tohy toe, en ging toen weg om belangrijker dingen te doen. Hij vond blijkbaar dat alles definitief en naar zijn zin was ge regeld, en dat men niet van hem kon verwachten dat hij meer tijd zou verdoen aan het bespreken van een feit dat zijn goedkeuring reeds had ontvangen. Hope nam Bridgets handje in de hare en hield liet stevig vast ter wijl ze naar huis liepen. Ze had er geen behoefte aan nog eens met Er rol alleen te zijn. Mevrouw Tamberley was in de zitkamer en toen zè binnenkwa men sprak ze welwillend: „Hallo Errol. Ik begon heus te denken dat jij en dat zwarte beest elkaar ein delijk hadden vermoord". Errol glimlachte slechts en gaf haar even een vluchtige kus op haar wang, wat Hope door het con trast deed denken aan de zeer na drukkelijke manier waarop hij haar had gekust. „Neen, hij is niet vermoord, maar verloofd", verklaarde Bridget vro lijk, alsof die twee dingen samen hingen. „Verloofd!" Als grote uitzonde ring schoot de beheerste, lijzige stem van mevrouw Tamberley ae hoogte in. „Waar heb je het over?" „Over Hope en oom Errol. denk ik", merkte Tony op die juist bin nenkwam om zich bij de rest van de familie te voegen, hoewel min stens de helft van zijn aandacht ge wijd was aan een allerliefst veld muisje dat hij bij zich had. „Doe dat afschuwelijke dier di rect de kamer uit", zei mevrouw Tamberley, ditmaal zonder stem verheffing. „En waar hebben de kinderen net over, Errol?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 9