Kamer geeft voorkeur aan meer
concrete wetsontwerpen
KONINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN IN ZEELAND
ZATERDAG 30 APRIL 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DEBAT OVER ONDERWIJSNOTA'S
Bezwaren tegen nieuwe namen
(Van onze parlementaire redacteur).
„Wat een vermoeiienis des geestes"! verzuchtte Vrijdagmiddag in de
Tweede Kamer de Chr. fractievoorzitter de heer Tilanus, toen hij bij de
voortzetting van het onderwijsdebat de beide nota's, die daarvan de grond
slag vormden, kwalificeerde.
De heer Tilanus was tegen nota's, omdat er in den regel zo weinig posi
tiefs uit resulteert. Terecht merkte hij op, dat de Kamer een wetgevend
lichaam is en dat hij daarom graag concrete wetsontwerpen voor zich ziet.
Deze opvatting heeft hem echter
niet verhinderd zijn bijdrage in het
debat te leveren. Hij maakte bezwa
ren tegen de nieuwe namen L.A.V.O.,
M.A.V.O. en H.A.V.O. lager, mid
delbaar en hoger algemeen vormend
onderwijs. Hij meende zelfs dat een
en ander in strijd is met de Grond
wet.
Het u.l.o. achtte de heer Tilanus
zo'n typisch eigen en nuttig karakter
te bezitten, dat het zijn plaats moet
behouden en niet bij het middelbaar
onderwijs mag worden onderge
bracht.
Bezwaar opperde deze afgevaar
digde voorts tegen de rem, die de mi
nister de oprichti) van bijzondere
kleuterscholen aanlegt. En hij vroeg,
waarom de bewindsman op hinderlij
ke wijze de nieuwbouw van scholen
tegenhoudt.
Mevrouw FortanierDe Wit van
de V.V.D. opende Vrijdagmiddag de
besprekingen. In tegenstelling tot de
heer Tilanus kon zrj met de nieuwe
benamingen wel aecoord gaan.
Interesse
Bij de hantering van de gedachte
van de financiële gelijkstelling van
het openbaar en bijzonder onderwijs,
wilde zij in geen geval uit het oog
verliezen, dat de openbare school ook
toevluchtsoord is voor minderheden
van de bevolking.
Voor het overige vond zij, dat pas
spijkers met koppen geslagen kunnen
worden, wanneer wetsontwerpen aan
de orde komen, die de plannen van
de minister bedoelen te verwezenlij
ken.
Evenals verschillende andere Ka
merleden had ook prof. Lemaire van
de K.N.P. niet veel vertrouwen in de
onderwijsvernieuwing.
Met belangstelling zag ook deze
afgevaardigde uit naar de verwezen
lijking van de bestaande plannen. Hij
beval aan om maar vast met het weg
nemen van de op het ogenblik be
staande euvelen te beginnen.
De examenziekte
De regelmatig terugkerende epide
mieën van examenkwalen moeten zo
spoedig mogelrik worden bestreden,
zeide hij.
Gaarne zou hij verder zien, dat de
bewindslieden beginnen met één mo
numentale prestatie, namelijk een al
gemene onderwijswet nog in deze
pai'lementaire periode.
Minister Cals en de Staatssecreta
ris mejuffrouw De Waal zullen de
Kamer pas antwoorden, nadat de
belastingwetten en de huurwet zijn
behandeld.
Tegemoetkoming voor
bijzondere scholen.
Pater Stokman boekte succes.
De Tweede Kamer heeft zonder
hoofdelijke stemming de wetsontwer
pen aangenomen tot wijziging van
de kweekschoolwet, de middelbaar
onderwijswet, de hoger onderwijswet
en de pensioenwet 1933, welke wijzi
ging bedoelt tegemoetkomingen in
het leven te roepen voor de bijzonde
re scholen, nu de inkomsten van deze
scholen door de afschaffing of ver
mindering van het schoolgeld zullen
dalen.
De van de communistische fractie
aanwezige leden kregen aantekening,
dat zij tegen waren.
De minister had voorgesteld, dat
bij de opheffing van een bijzondere
school of bij de onttrekking van zo'n
school aan haar bestemming, het
schoolbestuur aan de overheid schul
dig zou blijven het oorspronkelijk
voor de stichting van de school van
haar geleende bedrag, verminderd
met 1 voor elk jaar, dat het ge
bouw oud is.
De heer Stokman (K.V.P.) vond
dit afschrijvingspercentage te gering,
en stelde bij amendement voor hier
van iy2 te maken, welk percenta
ge hij later wijzigde in 114 procent.
Met 36 tegen 29 stemmen nam de
Kamer, nadat de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
Cals, had verklaard, dat hij de be
slissing aan de Kamer overliet, dit
aan. Vóór waren K.V.P.A.R.. C.H.,
S.G.P. en K.N.P.
Ook in Zeeland zijn verschillende
functionarissen en anderen uit alle la
gen der samenleving ter gelegenheid
van de verjaardag van H.M. Koningin
Juliana onderscheiden. De Commissa
ris der Koningin Jhr mr A. F. C. de
Casembroot heeft zich gisteren per
soonlijk begeven naar het bureau van
de provinciale waterstaat in Middel
burg, waar de technisch hoofdambte
naar van de provinciale waterstaat,
de heer J. B. Dekker vernam, dat hij
was benoemd tot- ridder in de Orde
van Oranje-Nassau.
Vervolgens begaf de Commissaris
zich naar de nieuwe P.Z.E.M.-centrale
te Vlissingen, waar men een grote bij
eenkomst had georganiseerd om de
onderscheiden functionarissen te hul
digen. Ook hier reikte de Commissa
ris der Koningin persoonlijk de onder
scheidingen uit en wel aan de heer
A. F. Linse, hoofdopzichter, die be
noemd werd tot ridder in de Orde
van Oranje-Nassau, aan de heer J. M.
Baan, oud-administrateur, die de ere
medaille, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau in goud ontving, en
aan de heer G. W. de Veij, arbeider
voor bijzondere diensten, die de ere
medaille in brons mocht ontvangen.
Daarna bezocht de Commissaris der
Koningin Schoondijke om de heer F.
A. van Rosevelt, burgemeester van
Schoondijke, persoonlijk de onder
scheiding bekend te maken van zijn
benoeming tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau. Te Aardenburg woon
de Commissaris de huldiging bij van
de heer A. I. Catsman, wethouder van
Aardenburg, die benoemd werd tot
ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Donderdagavond heeft jhr mr A. F.
C. de Casembroot burgemeester J.
Romeijn van Ouwerkerk, ridder in de
Orde van Oranje-Nassau onderschei
den en voorts in tegenwoordigheid
van het voltallige dagelijkse bestuur
van het waterschap Schouwen aan de
heer L. Klompe. voorzitter van het
waterschap zijn benoeming tot ridder
in de Orde van Oranje-Nassau mede
gedeeld. Tijdens het koninklijk be
zoek Yerz0.cht H.M. de koningin de
Commissaris haar erkentelijkheid tot
uitdrukking te brengen voor het vele
werk, dat de heer Klompe bij de
ramp heeft gedaan.
Benoemd werden tot officier in de
Orde van Oranje-Nassau:
Ds S. J. M. Hulsbergen te Hoede-
kenskerke. Ds Hulsbergen is sinds
1947 secretaris van het provinciaal
kerkbestuur der Ned, Herv. kerk, la
ter provinciale kerkvergadering, heeft
zitting in tal van commissies, werd
onlangs benoemd tot secretaris van
het Commissariaat voor Maatschap
pelijk en Cultureel Werk van de Ned.
Herv. kerk in Zeeland en is kerke
lijk medewerker van de Provinciale
Zeeuwse Courant.
werd tot provinciaal voedselcommis-
saris voor Zeeland, zag zich in 1942
door de Duitsers uit dit ambt ontzet
en als gijzelaar naar Sint Michiels
gestel gebracht. In 1946 werd de heer
Dorst aangesteld tot secretaris van
de Stichting voor de Landbouw in
Zeeland en in 1950 nam hij opnieuw
de functie op zich van provinciaal
voedselcommissaris voor Zeeland.
Ir Dorst bekleedt velerlei functies
op landbouwkundig gebied, veelal van
adviserende aard. Ook is hij lid van
het dagelijks bestuur voor het E.T.I.
Ir J. M. J. Stoel Feuersteïn, direc
teur der N.V. Waterleiding Maatschap'
pij „Zuid-Beveland" te Goes.
Ir Stoel Feuerstein behaalde tt
Delft het diploma voor werktuigkun
dig ingenieur. Na in verschillende
plaatsen van ons land onderscheidene
functies te hebben vervuld, kwam de
heer Stoel Feuerstein in 1939 aan het
hoofd te staan van de Zuid-Beveland-
se waterleiding. Op het terrein van
zijn arbeid maakte hij naam door zijn
deskundige arbeid en voorlichting.
Maar ook daarbuiten diende hij het
algemeen belang als lid van de ge*
meenteraad van Goes voor de V.V.D.,
voorzitter van de vereniging „De Am
bachtsschool", lid van het bestuur
over het gasthuis. Ook werd hij lid
van de raad van bijstand van de Pro
vinciale Planologische Dienst.
Ridder in de Orde van Oranje-Nas
sau:
De heer F. A. van Rosevelt, burge
meester van Schoondijke. De heer Van
Rosevelt is sedert 1937 burgemeester
van deze gemeente en bekleedt diver
se functies in verenigingen, enz. Hij
is o.m. voorzitter van de Vereniging
van Burgemeesters, Secretarissen en
Ontvangers in het voormalig viérde
district.
Ir J. D. Dorst, provinciaal voedsel
commissaris voor Zeeland te Goes. Bij
bevordering werd benoemd tot offi
cier in de Orde van Oranje-Nassau, ir
J- D. Dorst, die zijn diploma land
bouwkundig ingenieur aan de land
bouwhogeschool te Wageningen be
haalde.
De heer Dorst, die in 1939 benoemd
Ir A. Rothuizen te Middelburg. Hij
is lid van het architectenbureau Rot
huizen en 't Hooft en heeft verschei
dene grote gebouwen zowel in als
buiten Zeeland op zijn naam staan
Hij verzorgde o.m. de aesthetische
vormgeving van de nieuwe P.Z.E.M.-
centrale te Vlissingen. Hij volgde de
T.S. in Delft en vestigde zich in 1930
in de Zeeuwse hoofdstad, waar zijn
eerste werk het voltooien van de
nieuwe sociëteit „De Vergenoeging"
De heer L. van Dijk, directeur van
de Rijkslandbouwwinterschool,
Schoondijke.
De heer Van Dijk studeerde te Wa
geningen aan de toenmalige Rijks ho
gere land-, tuin- en bosbouwschool en
verwierf daar het diploma „Neder
lands landbouwkundige". De heer Van
Dijk was redacteur van het „Zeeuws
Landbouwblad"; ook werkte hij r
aan het „Landbouwhuishoudonder-
wijs". Meermalen was hij keurmees
ter van de gewassenkeuring. Talrijke
zijn de functies waarin de heer Van
Dijk zich verdienstelijk maakt voor
de landbouw, o.a. als adviseur van de
Z.L.M., voorzitter van de maatschap
pij .voor ooft- en tuinbouw in West
Zeeuwsch-Vlaanderen. In brochures,
couranten en tijdschriften en door tal
loze lezingen gaf de heer Van Dijk
blijk van zijn grote kennis op het ge
bied van landbouw, folklore en kunst.
De heer A. F. Linse, hoofdopzichter
van de P.Z.E.M.-centrales, zag in 1893
te Rotterdam het levenslicht. In 1920
kwam hij in dienst bij de S.A. de
Tramway a vapeur de Flessingue a
Mïddelbourg et extensions, de voor
loper van de P.Z.E.M. Hij vervulde
daar de functies van hoofdopzichter
der Vlissingse centrale en van het
trambedrijf. Bij de overgang in 1929
verwierf de heer Linse zijn huidige
functie.
De heer J. Klompe, voorzitter van
het waterschap Schouwen, De heer
Klompe is vooral sedert de ramp op
de voorgrond getreden door de vast
beraden manier, waarop hij de belan
gen van zijn waterschap wist te be
pleiten bij de verschillende overheids
instanties. Toen in 1953' bij de Schelp-
hoek geulenvorming ontstond, werd
een van deze geulen naar hem ge
noemd, ilamelijk de „Klompe-geul",
die destijds met een Phoenix-caisson
werd afgesloten. De boerderij van de
heer Klompe lag op de plaats, waar
de geul was ontstaan.
De heer J. B. Dekker, technisch-
hoofdambtenaar van de Provinciale
Waterstaat in Middelburg, is geboor
tig van Vrouwenpolder in 1889. In
1914 kwam hij in tijdelijke dienst bij
de Provinciale Waterstaat, in 1928
werd de heer Dekker in vaste dienst
te Tholen benoemd. Op 1 Januari
volgde' zijn overplaatsing naar Mid
delburg, waar Jiij in 1943 in zijn hui
dige rang werd bevorderd. De heer
Dekker verlaat de dienst per 1 Juli
aanstaande.
De heer G. Houtekamer, secretaris
van de Provinciale Zeeuwse Vereni
ging voor Vreemdelingenverkeer. On
derwijsman, die de kinderen niet be
paalde bij het lesgeven alleen maar
de kinderen betrok in de moderne on
derwijsmethoden. Vooral ook bekend
om zijn arbeid in het belang van het
vreemdelingenverkeer, waardoor hij
tot het hoofdbestuur van de A.N.
V.V. toetrad. Eerst als secretaris van
de V.V.V. voor Zuid- en Noord-Beve
land, later als secretaris van de pro
vinciale vereniging voor Zeeland. Ook
werkte de heer Houtekamer jarenlang
voor het zo nuttige Centraal Genoot
schap van kinder-, vacantie- en her
stellingskolonies. Hij stond pal voor
de Zeeuwse belangen en voor die van
de jeugd en de zwakke kinderen in
het bijzonder.
De heer J. Romeijn, burgemeester
van Ouwerkerk. Burgemeester Ro
meijn heeft zich na de ramp grote be
kendheid verworven door de ener
gieke wijze, waarop hij de belangen
van zijn gemeente in brede kring wist
te bepleiten. Sinds 1928 is hij burge
meester van Ouwerkerk.
De heer J. M. de Nooyer, hoofdon
derwijzer te Renesse. De heer J. M.
de Nooyer is hoofd van de openbare
lagere school te Renesse. Hij maakte
zich in het bijzonder verdienstelijk als
bestuurder van diverse instellingen te
Renesse. Daarvan zij genoemd de mu
ziekvereniging, het Groene Kruis,
voorts is hij directeur van de zieken
kas en lid van de vereniging Zieken
verpleging. Ook is de heer De Nooyer
voorzitter van de beplantingscommis
sie, alsmede secretaris van de restau
ratie-commissie.
De heer Ch. P. Broerse. directeur
van de plantsoendienst der gemeente
Nieuwer-Amstel en tot voor kort
landschaps-architect van de Stichting
„Nieuw Walcheren" De heer Broerse
werd in Serooskerke (W.) geboren en
heeft bijzonder veel gedaan voor de
herbeplanting van Walcheren. Deze
beplanting werd geheel naar zijn
plannen en ontwerpen uitgevoerd.
De heer A. de Roo te Goes, voor
zitter van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer De Roo werd in 1934 lid van
het Burgerlijk Armbestuur en be
kleedt sedert 1937 het voorzitterschap.
Van 19311953 maakte hij tevens deel
uit van de gemeenteraad, waarvan
van 1936 tot 1949 als wethouder. In
de bezettingstijd was de heer De Roo
districtscommandant van de O.D.
Zuid-Beveland en na de bevrijding
voorzitter van de G.O.I.W Momen
teel heeft hij nog zitting in de raad
van beheer van de Waterleiding Maat
schappij „Zuid-Beveland", en in het
bestuur van „Zonneveld" te Oostka-
pelle. Sinds 1936 is de heer De Roo
ook secretaris van het Borgstellings
fonds voor de Zeeuwse Eilanden.
Het Wereldgebeuren
Nieuwe wegen
Wanneer we Paul Sethe, die in de
Frankfurter Zeitung schrijft,
mogen geloven en waarom
zouden we hem niet geloven? dan
openbaart zich in de Duitse politiek
thans een zekere onrust. Men zoekt
naar nieuwe wegen en men wil nu
West-Duitslands aansluiting bij de
Noord-Atlantische verdragsorganisatie
zo ongeveer in kannen en kruiken is,
het vraagstuk van de Duitse hereni
ging aansnijden.
Er is een groep eenvoudige zielen
geweest, die meenden dat na de Duit
se herbewapening de Russen zo geïm
poneerd zouden zijn, dat de Duitse
Oostzöne zo ongeveer op een presen
teerblaadje aan dr Adenauer c.s.
zouden aanbieden.
Deze groep is in de loop der jaren
sterk geslonken en vrijwel iedere
Duitser beseft nu wel, dat de weg
van militaire druk of zo men wil
wapengeweld niet tot hereniging
van Oost en West zal leiden.
Maar hoe het met die hereniging
dan wèl moet gaan is niet dui
delijk.
West-Duitsland, dat zich bij de N.A.
V.O. aansloot, heeft zich uitgespro
ken voor de Westerse politiek van
herbewapening en tegen het Russische
streven naar een neutraal Duitsland.
West-Duitsland kan dus voor zijn
pogingen tot OostWest-hereniging
niet op tegemoetkomendheid van de
Russen rekenen. Wel beschouwd, kan
het echter ook niet op grote Ameri
kaanse, Engelse of Franse tegemoet
komendheid rekenen.
Waarom zouden deze volkeren zich
moeite geven voor de Duitse eenheid,
nu ze zulke slechte herinneringen aan
vroegere manifestaties van de Duitse
eenheid hebben?
Het is voor het welzijn van Enge
land en Amerika helemaal niet nood
zakelijk, dat de Duitsers weer een
volk van 70 millioen worden.
Op het ogenblik vertoeft in Londen
een Duitse delegatie onder lei
ding van Herbert Blankenhom.
Deze delegatie neemt deel aan de
FransEngelsAmerikaanse bespre
kingen over de mogelijkheid van een
conferentie der Grote Vier.
Blankenhorn en zijn mannen mogen
echter niet over alles meepraten. Ze
worden bij de besprekingen alleen
toegelaten wanneer het over Duitse
zaken gaat.
Aangenomen moet worden, dat Blan
kenhorn zekere suggesties heeft ge
daan over de hereniging van Oost- en
West-Duitsland.
Zeer waarschijnlijk behoort tot de
ze suggesties een aanbod aan Rusland
om bij samenvoeging van de Duitse
Oost- en Westzöne, de Oostzóne vol
ledig gedemilitairiseerd te laten. Maar
over andere Duitse voorstellen wordt
angstvallig gezwegen, omdat men het
daarover in West-Duitsland zelf niet
eens is.
Zo zou er in leidende kringen van
de Christen-democratische Unie grote
onenigheid heersen over de vraag of
een herenigd Duitsland zijn verhou
ding tot de N.A.V.O. moet wijzigen,
opdat de Russen zich niet bedreigd
zullen gevoelen. Reeds sprak men
over een verbreken van de militaire
band met Amerika en het inpassen
van de Duitse strijdkrachten in een
„Verenigd Europa".
Dat is allemaal wat vaag en bonds
kanselier Adenauer heeft verzekerd,
dat die vaagheden hem niet liggen.
Hij houdt het op de NA.V.O. en daar
mee uit.
Maar in politieke kringen te Bonn
vraagt men zich af hoe lang hij nog
met die afwijzing kan voortgaan. De
politieke onrust ook in zijn eigen
partij neemt toe en het zou wel
eens kunnen zijn, dat Adenauer die
onrust niet meer baas kan.
Dit staat in elk geval vast, dat op
dit ogenblik de hereniging van Duits
land de Duitsers heel wat meer inte
resseert dan de N.A.V.O. en dat elke
Duitse regering daarmee rekening zal
moeten houden.
De heer J. Donner, voorheen voor
zitter van „Handelsbelangen" te Goes.
De heer Donner was 29 jaar bestuurs
lid van de middenstandsvereniging
„Handelsbelangen", waarvan 27 jaar
voorzitter. Vorig jaar is hij als zoda
nig afgetreden. Voorts was de heer
Donner 20 jaar penningmeester van
de Oranjevereniging. Thans is de heer
Donner nog bestuurslid van de Han
delsavondschool te Goes.
gen. Tijdens een gedeelte van de oor
log werd hij in Sint Michielsgestel
door de bezetter gevangen gehouden
als gijzelaar. Na de oorlog werd hij
door de militaire commissaris toege
voegd aan het le Canadese leger en
op 26 October 1944 nam hij weer zit
ting als wethouder in het Aarden-
burgse college van B. en W. Tijdens
de huldiging op de officiële bijeen
komst werd de heer Catsman door ve
len toegesproken.
De heer A. I. Catsman, wethouder
van Aardenburg. De heer Catsman is
een vooraanstaande figuur in West
Zeeuwsch-Vlaanderen, die zitting heeft
in vele verenigingen als bestuurslid.
Van 1927 tot 1941 is de heer Catsman
gemeenteraadslid geweest voor de
A.R.-partij, welke partij hij ook ver
tegenwoordigt in de Provinciale Sta
ten. Daarbij was hij in de periode van
1927 tot 1935 wethouder. In het eerste
oorlogsjaar werd hij door de bezetter
gedwongen zijn functie neer te leg-
De heer J. Marijs te Vlissingen. De
heer Marijs is een vooraanstaande fi
guur in de Christelijke vakbeweging.
Jarenlang reeds is hij voorzitter van
de Christelijke Besturenbond te Vlis
singen, hoofdbestuurslid van de Ned.
Chr. Grafische Bedrijfsbona, voorzit
ter van de plaatselijke afdeling van
deze bond, lid van de gemeenteraad
voor de A.R.-partij, voorzitter van de
woningbouwvereniging „Gemeen
schappelijk Belang", enz. Enkele
maanden geleden nam hij afscheid van
de P.Z.C., waar hij werkzaam was als
chef-corrector, wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd.
Voor de ere-medailles, behorende
bij de Orde van Oranje-Nassau, ver
wijzen wij naar pagina 8.
d De filmcen- Guatemala heeft de
vertoning van ot bekende Franse film
„Het loon van de angst" verboden. Vol
gens functionarissen is de film pro-com
munistisch en strijdig met „de nationale
waardigheid". Ook het boek waarop de
film Is gebaseerd, geschreven door de
Fransman Georges Arnaud» is verboden.