c Interessante details uit het zwervend leven van Slauerhoff Cineast Windmeyer werkte met enthousiasme aan Schelde-film Letterkundige kroniek door BANS ff ARREN Criticus Louis Horst kreeg prijs voor de danskunst Vootvarend pionier Film „Gone with the Wind" ook in ons land Tekst op de voet gevolgd ZATERDAG 23 APRIL 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 Document van de eerste orde Ook vier van zijn dichtbundels herdrukt In 1925, vóór Slauerhoff, die toen bijna 27 was, ten tweeden male naar de Oost vertrok (hjj maakte de reis Genua-Batavia op eigen kosten en kreeg pas na veel moeite een betrekking als scheepsarts op de Java-China-Japan- lyn), ontstond er tussen de dichter en het echtpaar Lehning een hechte vriendschap, die tot Slauerhoffs dood, in 1936, is blyven bestaan. Het eer ste contact tussen Slauerhoff en Arthur Lehning dateerde uit 1921, en in 1923 had de heer Lehning er voor gezorgd dat Slauerhoffs eerste bundel, „Archipel" waarvoor, evenals voor Marsmans eerste werk, in Nederland geen enkele uitgever te vinden was, tenzy de dichters hun uitgaven zelf be kostigden in Berlyn gedrukt werd. Wat, met enkele luxe exemplaren en al, nog op geen honderd gulden kwam. Kort na het verschijnen van „Archi pel" was Slauerhoff voor het eerst naar het Oosten vertrokken. De Leh- nings zagen hem terug in 't voorjaa r van 1925. Tussen Augustus '25 en November 1927 schreef hij hen een aantal brieven die thans, met weglating van het al te persoonlijke of voor derden onbegrijpelijke, werden gepubli ceerd. Tevens werden brieven uit de periode van zijn latere reizen naar Zuid-Amerika en Noorwegen (1928-'29) toegevoegd. Deze uitgave is, evenals het vo rig jaar in „De Gids" gepubliceer de „Dagboek" uit die tijd, weer een Slauerhoff-document van de eerste orde, dat een ieder, die zich niet enkel voor de dichter maar ook voor de mens Slauerhoff interesseert, ten zeerste zal boeien. Nu langzamerhand uit de intie mere geschriften als dagboek, brie ven, herinneringen van anderen, men directer met het innerlijke le ven van de dichter bekend wordt, blijkt hoe langer hoe overtuigender, dat Slauerhoff een door en door integer mens was, en dat het beeld dat men zich van hem maakt via zijn poëzie en zijn romans: dat van de romantische, haast „verdoemde" rusteloze zwerver, de man die zijn leven (en zijn grote gaven) slordig beheerde, volkomen door de werke lijkheid wordt gedekt. Slauerhoff, één der grootste, zo niet de grootste, Noord-Nederland se dichters van de eerste helft van deze eeuw, was In werkelijkheid die rusteloze en besluiteloze gedrevene, die het in Leeuwarden niet uithield en in Amsterdam niet, maar ook niet waar elders ter wereld. Onge durig zwerft hij van plaats naar plaats; eentonigheid, verveling en kwalen volgen hem overal en vaak kan hij zijn wrevel hierover niet onderdrukken. Zijn grote probleem In die tijd was vooral ook hoe zijn vrijheidsdrang en avonturenlust, en zijn literaire aspiraties te combine ren met een behoorlijke broodwin ning. We laten hierover een aantal ci taten volgen, waaruit duidelijk de besluiteloosheid en de woi'steling spreekt: 25 September '25 (nadat hij pas aangesteld was als scheepsarts in de". „Ik zou graag in China op avontuur gaan, het eenige land waar dat mogelijk is (behalve Z. Amerika) maar ik kan mijn ge zondheid niet vertrouwen daar stuit altijd alles op af". Als eindelijk In de zomer van '27 het ogenblik van zijn terugkeer aangebroken Is, Is het met zeer ge mengde gevoelens dat hij de reis aanvangt. Hij zendt zelfs zijn vrien din vooruit naar Europa, teneinde zichzelf tot volgen te dwingen! En zijn verblijf duurde niet lang. Wel dra zat hij weer in Zuid-Amerika, Schotland zond hij in een post in Schotland, Noorwegen. Uit scriptam deze definitie van zich zelf: „Let maar niet op mijn ge mopper, concludeer er alleen uit dat Ik een atoom ben, dat ln geen chemische of physische verbinding past. Cavi!" Uit deze citaten zal wel duidelijk zijn dat dit boekje, bovendien nog geïllustreerd met een achttal por tretten en facsimiles, van groot be lang is voor de kennis van de mens Slauerhoff in de jaren 1925-1929. Tegelijkertijd verschenen bij de zelfde uitgever verzorgde herdruk ken (resp. de 5e, 4e, 6e en 4e) van Slauerhoffs bundels „Serenade" en „Yoeng Poe Tsjoeng (beiden uit 1930), „Soleares" (1933) en „Een eerlijk Zeemansgraf" (1936). Slau erhoffs poëzie is reeds zo „klassiek" geworden, dat we menen met deze korte vermelding te kunnen vol staan. We schrijven uit „Serenade" dit prachtige vers voor u over: VOOR DE VERRE PRINSES Wij komen nooit meer saam: De wereld drong zich tusschenbeide. Soms staan wij beiden 's nachts (aan 't raam Maar andre sterren zien we in (andre tijden. Uw land is zo ver van mijn land (verwijderd: Van licht tot verste duisternis (dat lk Op vleuglen van verlangen rustloos (reizend, U zou begroeten met mijn stervens snik. Maar als het waar is dat door (groote droomen Het zwaarst verlangen over wordt (gebracht Tot op de verste ster: dan zal ik (komen, Dan zal ik komen, iedren nacht. Arthur Lehning: Brieven van Slauerhoff. A. A. M. Stols, 's-Gravenhage. het Oosten) „Of ik 't twee jaar zoo volhoud is zeer dubieus. Toch zou 't zeer wenschelijk zijn, dan kom ik met 6 of 8 mille thuis en kan de uitgeverszaak beginnen". 5 Decem ber '25: (over toekomstplannen): „De mijne: de twee jaar doorvaren, terugkeeren een tijd, vive la liber- té en dan een vaart zien te krijgen die van tijd tot tijd in Holland komt. Of blijven en een of andere onderneming op .touw zetten". 27 Juli '26: „Mijn lichamelijke gezond heid is hier veel vporuitgegaan. Mijn geestelijk evenwicht ook wel. Maar mijn psychisch welbehagen is meestal zeer matig, zoodat ik meestal ook niet tot geestelijke prestatie kom, wat een onbevredi gend gevoel geeft". „Ik ben wel de slaaf van het geld dat ik hier ver dien, had niet gedacht ooit daartoe te vervallen". 12 September '26: „Het leven aan boord wordt meer dan ondragelijk. Die menschen! Vandaar dat ik zoo dikwijls vlucht. Denkelijk spoedig een ander schip, maar dat blijft vrijwel hetzelfde". Uit diezelfde brief: „Ik word beziggehouden door een dilemma. Ik zou graag ergens in China of Mantschoerije gaan zitten, groote landen met verrassingen. Maar al leen heb ik geen zin, medestanders in Holland zijn er niet en 't zou al leen gaan door al 't Hollandsche en Europesche af te leggen en dat is toch wel weer zonde, 't is de vraag of je het zonder stellen kunt". Op 11 April '27 schrijft hij o.a.: „Je vraagt of ik in September terug kom dan wel nog een jaarblijf va ren. Dat is een moeilijk probleem. Je weet dat ik het leven aan boord en in Oost Azië niet bepaald bemin. Maar ik voel me zoo los en zoo ver vreemd van alles dat ik er ook te gen op zie terug te komèn. ik ver lang soms erg, maar als dat ook weer teleurstelt, wat dan? Daarbij komt dat het dubieus blijft of ik in Holland in mijn vak dat ik in vele onderdelen verleerd ben aan de kost kan komen. En in overig EQropa? Het is een dilemma" TUSSEN OOST EN WEST Ook uit de volgende brieven spreekt besluiteloosheid, twijffcl, on lust, wrevel. Slauerhoffs gezondheid laat veel te wensen over, het Oosten heeft hem in zijn greep, maar hij kan zich toch ook niet van het Westen losmaken. Hoe moet hij zijn kunstenaarschap met zijn broodwinning verzoenen? „Die hee- ren (Buning etc.) kunnen gemak kelijk schrijven dat je er best wat bij kunt doen. Maar ik, altijd word ik natuurlijk op 't arts zijn gewezen wat mij au fond niets beteekent. Dan lijkt vaak de eenige oplossing maar blijven varen in arren moe- Mei algemene instemming (Van een bijzondere medewerker). New York, April Het voorjaar is de tyd van de culturele „pryzen" van allerlei soort: de „Emmy"-pry- zen voor het beste optreden voor de televisie, de „Oscars" in de filmwe reld voor rolprent en spelers en de „National Book Award's" voor ro mans, gedichten en werken, die niet onder deze beide categorieën vallen. Het behoort voor de leden van de jury's, die deze prijzen toekennnen, tot het risico van het beroep, dat zij veelvuldig aan kritiek bloot staan; onveranderlijk worden zy beschul digd van begunstiging of incompe tentie van oordeel of beide. Het is daarom prettig nu eens melding te kunnen maken van het feit, dat de toekenning van een andere veel be geerde prijs de „Capezio"-prijs (danskunst) algemene instem ming heeft gevonden. Nu wordt door enkelen daartegen ingebracht, dat deze eenstemmigheid over het toekennen van de hoogste pry's van het jaar voor de danskunst ditmaal werd verkregen omdat de bekroonde geen volgeling van Terp sichore is, maar een componist, ac- compagnateur, leraar en criticus Louis Horst. De jury heeft daarmede evenwel terecht een tastbaar blijk van er kenning willen geven aan een man, die in zijn persoon de phenomenale bloei en vooruitgang belichaamt van de Amerikaanse danskunst van de laatste veertig jaar. Louis Horst heeft namelijk in die veertig jaar een unieke bijdrage ge leverd tot de ontwikkeling van de danskunst in Amerika. Hij begon zijn loopbaan in 1915 in San Fran cisco, waar hij pianist was in een va riété-theater. Op een dag bezochten Ruth St. Denis en Ted Shaw, baan brekers van de Amerikaanse dans kunst, het theater en toen zy op het punt stonden de zaal te verlaten vroegen zij Horst een tiental dagen tijdelijk als muziekleider bij hen op te treden; de tien dagen werden tien jaren! Als componist behoort Horst tot de eersten, die speciaal muziek heb ben geschreven voor de moderne dans. Zijn oorspronkelijke werken voor Martha Graham, Charles Weid man, Doris Humphrey, Agens de Mil le en andere modernen worden be schouwd als het beste op dit gebied. Als dansleraar heeft Horst zich gespecialiseerd in de prae-klassieke dansvormen en de choreographie, waarby hy les gaf aan een aantal vooraanstaande balletscholen in het Oosten van het land en ten behoeve van de zomerdansfestivals. Tenslot te heeft hy als criticus en schrijver bijgedragen tot de eenheid in de danswereld door middel van zijn tyd- schrift „Dance Observer", dat hij m 1934 heeft opgezet, omdat hy van oordeel was, dat de moderne dans kunst een of ander eigen periodiek moest hebben. Het is dus niet te verwonderen, dat Horst voor de „Capezio" in aan merking is gekomen: het is immers grotendeels aan zulke voorwarende pioniers als Horst te danken, dat de Amerikaanse liefhebbers van de danskunst in staat werden gesteld te kunnen genieten van wat ontegen zeglijk als de beste moderne dans kunst in de wereld moet worden be schouwd. Clark Gable als Rhett Butler en Vi vien Leigh als Scarlett O'Hara in Gone with the Wind" Belangrijke Frans Hals in het Rijksmuseum Een meesterwerk van Frans Hals, de grote familiegroep in een land schap uit de verzameling Thijssen te Lugano, geschilderd omstreeks 1645, is thans gedurende zes weken te be zichtigen in de Frans Halszaal van het Rijksmuseum. Het doek, dat geëxposeerd werd op de grote tentoonstelling van Holland se schilderkunst in de Verenigde Sta ten en Canada, keerde de vorige week terug met de Nederlandse inzending De eigenaar heeft er in toegestemd, dat ook het Nederlandse publiek de gelegenheid zal krijgen het schilderH te zien, voordat het naar Zwitserland terug gaat. Van Gogh-tentoonstelling Van 7 Mei tot 19 Juni zal in de ste delijke feestzaal te Antwerpen een Vincent van Goghtentoonstelling wor den gehouden. De expositie omvat meer dan 400 doeken en tekeningen van Van Gogh en is de omvangrijkste, die ooit werd bijeengebracht. Op deze tentoonstel ling zal ook een aantal schilderijen te bewonderen zijn uit de verzameling van de broer van Vincent van Gogh, Theo, o.a. van de hand van Gauguin, Toulouse-Lautrec, Monticelli en Emi- le Bernard. Culturele leade a va BIJ OPGRAVINGEN op ie Burg te Brugge heeft men het gehele koor blootgelegd van een duizend jaar oude Karolingische kerk, welke een copie zou zijn geweest van de Karolingische kapel in Aken. Talrijke graven wer den ontdekt, met typische schilderin gen fresco'swélke 'n plaats zullen krijgen in het Gruuthusemuseum in BruggeMen acht het niet uitgesloten, dat destijds in deze kerk de relieken werden bewaard van Sint Donaas welke uit Frankrijk naar Brugge werden overgebracht. De opgravin gen vinden voortgang. EEN MUSEUM in Hartford (Connec ticut, V.S.J is door aaxikoop in het be zit gekomen van het „Portret van een Jonge Man" door Rembrandt, dat door enkele deskuxidigen voor het portret van Rembrandt's zoon Titus gehouden wordt. Professor Rosenberg van de Harvard Universiteit is van mening, dat dit schildery een der mooiste werken van de grote Neder landse schilder is, dat zich thans in Amerikaans bezit bev'mdt. DE GROOTSTE COLLECTIE Franse 19e eeuivse kunst uit Amerikaans be zit is dezer dagen naar Frankrijk verscheept, waar de schilderijen en et sen, die door musea en particulieren welwillend in bruikleen werden afge staan, tot 5 Juli in de Orangerie te Parijs te bezichtigen zullen zyn. VANMIDDAG om twaalf uur zal in de Stadsschouwbxirg te Amsterdam, ter plaatsing aldaar, de aanbieding en overdracht geschieden van het in brons uitgevoerde zelfportret van Jan Musch aan de stadAmsterdam. Deze overdracht gebeurt namens het comi té van vrienden en vereerders van de acteur Jan Musch. HET TONEELSTUK „Annalize" van mevrouw dr. E. F. VerkadeCartier van Dissel, dat in 1951 door de mi nister van O. K. en W. werd be kroond, zal Dinsdag 2If Mei a.s. voor het eerst ten tonele worden gebracht in de Arnhemse Schouwburgdoor de amateurtoneelgroep Werkverband Arnhemse Kxoistenaars, onder regie van Arend Hauer. Na zestien jaar Dat indertijd Margaret Mitchell's boek „Gejaagd door de wind" (Gone with the Wind) in het land van de schrijfster Amerika vrijwel onmid dellijk een bestseller werd, is niet zo verwonderlijk. De letterkundige kwa liteiten buiten beschouwing gelaten, móest het boek het wel doen, zowel door de keuze van onderwerp als de compositie. De tyd het was toen 1936 was ryp voor de trilogie. En in de drie delen „Vuur en land", „Als een vlam in de storm" en „Het zaad ontkiemt", werd het Amerikaanse volk voor het eerst in populaire vorm datgene geboden, waar het al jaren naar verlangd had: een eigen geschiedenis. David O. Selznick's kocht de film rechten voor 50.000 dollar. Bij dui zenden stroomden de brieven binnen bij de Metro Uoldwyn Mayer, waar in duidelijk omschreven stond, wie welke rol moest hebben, wilde de film „Gone with the Wind" hetzelf de succes hebben als het boek! Het was duidelijk, dat men zich een kostbaar bezit als deze pasverwor- ven geschiedenis niet wilde laten ontfutselen door enige geldruikende zakenlieden! Nu stond de M.G.M., zeker in die jaren nog, bekend als dé maatschap pij, die zich zoveel mogelijk op het publiek instelde. Men creëerde er het voorbeeldige Amerikaanse gezin; bracht, waar dit ook maar enigszins kon, de religie als onmisbaar naar voren; waagde zich aan het rassen vraagstuk. Bovendien had men er geld noch kosten gespaard aan het opbouwen van bepaalde ster-typen, die ieder voor de grote massa een zeker ideaal hadden te vertegen woordigen. In zoverre kreeg het Ameri kaanse publiek zijn zin. dat Clark Gable voor de rol van Rhett But ler en Leslie Howard voor die van Ashley Wilkes gekozen werden. Doch van de favorieten voor de rol van de grillige Scarlett O'Ha ra de pittige, intelligente Katherine Hepburn; de eigenzin nige. doch zeer karaktervolle Bet te Davis; de leading lady van M. G.M. Norma Shearer; dè wat ca- nailleuze Paulette Godard; de door haar spel in ,,Dr. Jekyll and Mr. Hyde" opgevallen Myriam Hopkins werd er geen uitver koren. De vrijwel onbekende En gelse filmster Vivien Leigh „Mannen tussen staal" Lezingen, reizen en... filmen! (Van een onzer redacteuren) De man, die voor de N.V. Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen de zo voortreffelijk geslaagde bedrijfsfilm „Mannen tussen staal" vervaardigde, de cineast Windmeijer uit Delft, is een filmenthousxast in hart en nieren. Een man, die oorspronkelijk voor de werktxiigbouw be stemd was, maar die op z'n vijftiende jaar al „liefhebberde" in film en die zich sinds de bevrijding uitslxiitend aan het fascinerende medium film gewijd heeft. Met opmerkelijke resultaten. CINEAST WINDMEYER Windmeijer, een slanke, bewegelijke man, met reeds grijzend haar en le vende bruine ogen, vertelt zonder veel ophef van zijn belevenissen als cineast. Kleurrijke belevenissen zijn het, waarin de namen van nog altijd boeiende landen en steden opgloeien als kostbare edelstenen: Damascus, Algiers, Athene, Singapore, de Ar chipel. In 1947 namelijk reisde Windmeijer naar Algiers om er te experimenteren met een door hem geconstrueerde on derwater-camera voor het maken van foto's onder water. In 1948 kon dit ex periment worden voortgezet met het opnemen van een kleurenfilm onder water, waarvoor hij naar Zuid-Frank rijk reisde. In de Noorse wateren filmde Windmeijer de haaienvangst en in 1949 beklom hij de Mont Blanc. „Ik had zo vaak ver onder de zee spiegel gezeten. Bij wijze van contrast wilde ik er nu wel eens vér boven vertoeven". Cineast? Ja, in hart en nieren, maar toch ook een tikkeltje avonturier, pionier eigenlijk en dan vooral op het gebied van het filmen onder water. Een experiment, dat „rond" kwam na o.m. een vierweeks verblijf op een verlaten eilandje in de Archipel. „Bin nen afzienbare tijd hoop ik gelegen heid te krijgen in de West-Indische wateren een grote onderwaterfilm te maken", aldus Windmeijer, wiens blik iets peinzends krijgt wanneer hij dit zegt. De pioniersgeest is smeulend ge bleven en een klein vonkje zal vol doende zijn om die geest weer te doen oplaaien 46.000 KM. „De financiering van deze experi menten?" Windmeijer glimlacht even. „Ja, dat is niet altijd eenvoudig en ik heb er dan ook wel eens vrij naar voorgeze ten. Maar een belangrijk hulpmiddel was altijd het houden van lezingen. In Indonesië hield ik er in acht maan den 180, waarvoor ik 46.000 kilometer aflegde". Ruim drie jaar van eind 1949 tot 1953 vertoefde de cineast Windmeijer in Indonesië, waar hij in opdracht van enkele grote maatschap pijen een respectabel aantal bedrijfs films vervaardigde, uiteraard even eens een bron van inkomsten. De pro ductie-lijst van de heer Windmeijer als cineast mag dan ook gezien wor den In 1953 keerde Windmeijer dus terug uit Indonesië. Maar niet langs de directe weg. Hij knoop te er nog even een omwegje aan vast via Damascus, Athene en Rome. Het resultaat was een 16 mm film van 45 minuten over oude Romeinse gebouwen in deze steden „Daarna heb ik wat rust geno men", deelt de heer Windmeijer eenvoudig mede. Hij voegt er onmiddellijk aan toe: „Ik hoop nog altijd eens naar Groenland te kunnen gaan" „MANNEN TUSSEN STAAL", Voor de „Schelde"-film „Mannen tus sen staal", die een uur en twaalf mi nuten duurt, schreef Windmeijer zelf de begeleidende tekst, hij voerde de regie en stond aan de camera. „Het was altijd een wens van mij om nog eens een film over scheepsbouw te mogen maken", zo vertelt hij en over de opdracht van „De Schelde" was Windmeijer dan ook enthousiast. Een enthousiasme, dat uit het product blijkt! De cineast slaagde er voortref felijk in een compromis te vinden tus sen de opdracht enerzijds, en de film technische eisen anderzijds. Een dankbaar en verantwoord ge bruik maakte hij van de entourage, die het pittoreske Vlissingen met Jacobstoren en de wijde Wester- schelde hem boden. Naast de illustra tieve muziek, geselecteerd uit bestaan de composities, maakte de cineast boeiende geluidsopnamen door een combinatie van carillonklanken en het gekrijs van meeuwen. „Ondanks de opdracht, was ik vrij in mijn inter pretatie en dat was een bijzonder ge lukkige omstandigheid", aldus Wind meijer, die als tekstsprekers Ger Lug- tenburg en Siebe van der Zee voor .Mannen tussen staal" kon engageren. Het is een film geworden de repu tatie van de bescheiden cineast Windmeijer waardig. „De Engelse en Spaanse versie wordt nog dynami scher. Dat wordt een verkorte versie", vertrouwt hij ons nog toe. vrouw van Sir Laurence Olivier bleek na drie jaar de aange wezene om Scarlett te verbeel den. Het was inmiddels 1939 geworden en men was klaar met allerlei voor bereidingen en proefopnamen. Van de 1500 situatie-schetsen werden er 200 uitgewerkt en 90 geconstrueerd. Het Atlanta City, zoals dat er in 1865 had uitgezien, werd herbouwd. Het afbranden van de stad was een flinke kluif voor de zeven technico lor-camera's, die het moesten opne men. De zes kilometer film, die men uiteindelijk overhield na de opnamen waren het restant van 136 kilometer ruwe werkcopie, waarvan er 50 ki lometer ontwikkeld was. TELEURSTELLING Al de moeite, al het geld dat er aan de film besteed wera, waren op zich al reclame genoeg. De negen Academy Awards, die de film in 1940 aan prijzen in de wacht sleepte, droegen er het hunne toe bij „Gone with the Wind" extra attractief te maken voor het publiek buiten Ame rika. En nu door de omstandigheden (het uitbreken van de oorlog, in de oorlog het Duitse verbod om Ame rikaanse films te draaien, na de oor log deviezenmoeilijkheden en geschil over de invoer van het percentage Amerikaanse films) de film pas deze maand in première in ons land gaat, is ieders verwachting; zo,gespannen, dat een waarschuwing tegen een ze kere desillusie wel op zijn plaats is. Want we moeten ons wel realise ren dat de film al zestien jaar oud is, ook al zyn er voor de vertoning1 thans nieuwe copiëen, geschikt voor wide-screen, vervaardigd. Er zijn in de afgelopen zestien jaar op het ge bied van de filmkunst de nodige ver anderingen geweest in spel- en re gie-opvattingen en ook de techniek heeft vorderingen gemaakt. Regis seur Fleming heeft altijd een goede naam gehad en als leerling uit de school van Griffith weet hij hoe een massaal object te hanteren. Maar om tegemoet te komen aan het algemeen verlangen? heeft hij met zijn film ..Gone with the Wind" het boek tot op de letter gevolgd. Om drie uur en veertig minuten lang een bekend verhaal, tot en met punten en komma's nogeens opge warmd, voorgezet te krijgen zal waarschijnlijk ook het door tijd en herinnering opgevyzeld enthousias me van de meesten wel te veel Tyn. Bovendien bestaat de kans. dat de herinnering, die het boek heeft ach tergelaten wel eens door de jaren zo sterk gegroeid zou kunnen zijn, dat het de film die het allemaal zo goed heeft willen doen, blyft overschadu wen. Het zal dus een soort hernieuwde kennismaking worden met een oude bekende, door de jaren verouderd, met de charme van „vroeger" nog omgeven. Wat wel speciaal geldt voor de inmiddels (in 1941) overle den acteur Leslie Howard. Opvoering „Vrouwenzand" „Theater der Jugend" in Remscheid zal binnenkort als première voor W.-Duitsland gaan opvoeren „Vrou wenzand" van Ben van Eysselsteijn, met muziek van Charles Herjnen. De regie zal verzorgd worden door Ri chard Ulrich en de choreographie door Han Rijnbeek uit Den Haag. De muzikale leiding is in handen van Al fred Fuerch. In de hoofdrollen treden op: Blanca Blacha, Barbara Kohrs, Gisa Beckel. Karei Otto, Franzl Pat- zer, Bruno Schoenfeld en Heinz Haa- ke. Bevrijdingsshow Donderdag 5 Mei a.s. 's-avonds van kwart over negen tot elf uur, zal er in het Nationaal Programma over beide Hilversum se zenders een inter nationale bevrijdings-show worden uitgezonden, waaraan artisten zullen medewerken uit een aantal landen, die bij de bevrijding van ons land tien jaar geleden een belangrijke rol hebben gespeeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 5