c
Interessante details uit het
zwervend leven van Slauerhoff
Cineast Windmeyer werkte met
enthousiasme aan Schelde-film
Letterkundige kroniek
door BANS ff ARREN
Criticus Louis Horst kreeg
prijs voor de danskunst
Vootvarend pionier
Film „Gone with the Wind"
ook in ons land
Tekst op de voet gevolgd
ZATERDAG 23 APRIL 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
Document van de eerste orde
Ook vier van zijn dichtbundels
herdrukt
In 1925, vóór Slauerhoff, die toen bijna 27 was, ten tweeden male naar de
Oost vertrok (hjj maakte de reis Genua-Batavia op eigen kosten en kreeg
pas na veel moeite een betrekking als scheepsarts op de Java-China-Japan-
lyn), ontstond er tussen de dichter en het echtpaar Lehning een hechte
vriendschap, die tot Slauerhoffs dood, in 1936, is blyven bestaan. Het eer
ste contact tussen Slauerhoff en Arthur Lehning dateerde uit 1921, en in
1923 had de heer Lehning er voor gezorgd dat Slauerhoffs eerste bundel,
„Archipel" waarvoor, evenals voor Marsmans eerste werk, in Nederland
geen enkele uitgever te vinden was, tenzy de dichters hun uitgaven zelf be
kostigden in Berlyn gedrukt werd. Wat, met enkele luxe exemplaren en
al, nog op geen honderd gulden kwam. Kort na het verschijnen van „Archi
pel" was Slauerhoff voor het eerst naar het Oosten vertrokken. De Leh-
nings zagen hem terug in 't voorjaa r van 1925. Tussen Augustus '25 en
November 1927 schreef hij hen een aantal brieven die thans, met weglating
van het al te persoonlijke of voor derden onbegrijpelijke, werden gepubli
ceerd. Tevens werden brieven uit de periode van zijn latere reizen naar
Zuid-Amerika en Noorwegen (1928-'29) toegevoegd.
Deze uitgave is, evenals het vo
rig jaar in „De Gids" gepubliceer
de „Dagboek" uit die tijd, weer een
Slauerhoff-document van de eerste
orde, dat een ieder, die zich niet
enkel voor de dichter maar ook voor
de mens Slauerhoff interesseert, ten
zeerste zal boeien.
Nu langzamerhand uit de intie
mere geschriften als dagboek, brie
ven, herinneringen van anderen,
men directer met het innerlijke le
ven van de dichter bekend wordt,
blijkt hoe langer hoe overtuigender,
dat Slauerhoff een door en door
integer mens was, en dat het beeld
dat men zich van hem maakt via
zijn poëzie en zijn romans: dat van
de romantische, haast „verdoemde"
rusteloze zwerver, de man die zijn
leven (en zijn grote gaven) slordig
beheerde, volkomen door de werke
lijkheid wordt gedekt.
Slauerhoff, één der grootste, zo
niet de grootste, Noord-Nederland
se dichters van de eerste helft van
deze eeuw, was In werkelijkheid die
rusteloze en besluiteloze gedrevene,
die het in Leeuwarden niet uithield
en in Amsterdam niet, maar ook
niet waar elders ter wereld. Onge
durig zwerft hij van plaats naar
plaats; eentonigheid, verveling en
kwalen volgen hem overal en vaak
kan hij zijn wrevel hierover niet
onderdrukken. Zijn grote probleem
In die tijd was vooral ook hoe zijn
vrijheidsdrang en avonturenlust, en
zijn literaire aspiraties te combine
ren met een behoorlijke broodwin
ning.
We laten hierover een aantal ci
taten volgen, waaruit duidelijk de
besluiteloosheid en de woi'steling
spreekt:
25 September '25 (nadat hij pas
aangesteld was als scheepsarts in
de". „Ik zou graag in China op
avontuur gaan, het eenige land
waar dat mogelijk is (behalve Z.
Amerika) maar ik kan mijn ge
zondheid niet vertrouwen daar
stuit altijd alles op af".
Als eindelijk In de zomer van '27
het ogenblik van zijn terugkeer
aangebroken Is, Is het met zeer ge
mengde gevoelens dat hij de reis
aanvangt. Hij zendt zelfs zijn vrien
din vooruit naar Europa, teneinde
zichzelf tot volgen te dwingen! En
zijn verblijf duurde niet lang. Wel
dra zat hij weer in Zuid-Amerika,
Schotland zond hij in een post
in Schotland, Noorwegen. Uit
scriptam deze definitie van zich
zelf: „Let maar niet op mijn ge
mopper, concludeer er alleen uit
dat Ik een atoom ben, dat ln geen
chemische of physische verbinding
past. Cavi!"
Uit deze citaten zal wel duidelijk
zijn dat dit boekje, bovendien nog
geïllustreerd met een achttal por
tretten en facsimiles, van groot be
lang is voor de kennis van de mens
Slauerhoff in de jaren 1925-1929.
Tegelijkertijd verschenen bij de
zelfde uitgever verzorgde herdruk
ken (resp. de 5e, 4e, 6e en 4e) van
Slauerhoffs bundels „Serenade" en
„Yoeng Poe Tsjoeng (beiden uit
1930), „Soleares" (1933) en „Een
eerlijk Zeemansgraf" (1936). Slau
erhoffs poëzie is reeds zo „klassiek"
geworden, dat we menen met deze
korte vermelding te kunnen vol
staan. We schrijven uit „Serenade"
dit prachtige vers voor u over:
VOOR DE VERRE PRINSES
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts
(aan 't raam
Maar andre sterren zien we in
(andre tijden.
Uw land is zo ver van mijn land
(verwijderd:
Van licht tot verste duisternis
(dat lk
Op vleuglen van verlangen rustloos
(reizend,
U zou begroeten met mijn stervens
snik.
Maar als het waar is dat door
(groote droomen
Het zwaarst verlangen over wordt
(gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik
(komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.
Arthur Lehning: Brieven van
Slauerhoff.
A. A. M. Stols, 's-Gravenhage.
het Oosten) „Of ik 't twee jaar zoo
volhoud is zeer dubieus. Toch zou 't
zeer wenschelijk zijn, dan kom ik
met 6 of 8 mille thuis en kan de
uitgeverszaak beginnen". 5 Decem
ber '25: (over toekomstplannen):
„De mijne: de twee jaar doorvaren,
terugkeeren een tijd, vive la liber-
té en dan een vaart zien te krijgen
die van tijd tot tijd in Holland
komt. Of blijven en een of andere
onderneming op .touw zetten". 27
Juli '26: „Mijn lichamelijke gezond
heid is hier veel vporuitgegaan.
Mijn geestelijk evenwicht ook wel.
Maar mijn psychisch welbehagen
is meestal zeer matig, zoodat ik
meestal ook niet tot geestelijke
prestatie kom, wat een onbevredi
gend gevoel geeft". „Ik ben wel de
slaaf van het geld dat ik hier ver
dien, had niet gedacht ooit daartoe
te vervallen". 12 September '26:
„Het leven aan boord wordt meer
dan ondragelijk. Die menschen!
Vandaar dat ik zoo dikwijls vlucht.
Denkelijk spoedig een ander schip,
maar dat blijft vrijwel hetzelfde".
Uit diezelfde brief: „Ik word
beziggehouden door een dilemma.
Ik zou graag ergens in China of
Mantschoerije gaan zitten, groote
landen met verrassingen. Maar al
leen heb ik geen zin, medestanders
in Holland zijn er niet en 't zou al
leen gaan door al 't Hollandsche en
Europesche af te leggen en dat is
toch wel weer zonde, 't is de vraag
of je het zonder stellen kunt". Op
11 April '27 schrijft hij o.a.: „Je
vraagt of ik in September terug
kom dan wel nog een jaarblijf va
ren. Dat is een moeilijk probleem.
Je weet dat ik het leven aan boord
en in Oost Azië niet bepaald bemin.
Maar ik voel me zoo los en zoo ver
vreemd van alles dat ik er ook te
gen op zie terug te komèn. ik ver
lang soms erg, maar als dat ook
weer teleurstelt, wat dan? Daarbij
komt dat het dubieus blijft of ik in
Holland in mijn vak dat ik in vele
onderdelen verleerd ben aan de kost
kan komen. En in overig EQropa?
Het is een dilemma"
TUSSEN OOST EN WEST
Ook uit de volgende brieven
spreekt besluiteloosheid, twijffcl, on
lust, wrevel. Slauerhoffs gezondheid
laat veel te wensen over, het Oosten
heeft hem in zijn greep, maar hij
kan zich toch ook niet van het
Westen losmaken. Hoe moet hij
zijn kunstenaarschap met zijn
broodwinning verzoenen? „Die hee-
ren (Buning etc.) kunnen gemak
kelijk schrijven dat je er best wat
bij kunt doen. Maar ik, altijd word
ik natuurlijk op 't arts zijn gewezen
wat mij au fond niets beteekent.
Dan lijkt vaak de eenige oplossing
maar blijven varen in arren moe-
Mei algemene instemming
(Van een bijzondere medewerker).
New York, April Het voorjaar
is de tyd van de culturele „pryzen"
van allerlei soort: de „Emmy"-pry-
zen voor het beste optreden voor de
televisie, de „Oscars" in de filmwe
reld voor rolprent en spelers en de
„National Book Award's" voor ro
mans, gedichten en werken, die niet
onder deze beide categorieën vallen.
Het behoort voor de leden van de
jury's, die deze prijzen toekennnen,
tot het risico van het beroep, dat zij
veelvuldig aan kritiek bloot staan;
onveranderlijk worden zy beschul
digd van begunstiging of incompe
tentie van oordeel of beide. Het
is daarom prettig nu eens melding te
kunnen maken van het feit, dat de
toekenning van een andere veel be
geerde prijs de „Capezio"-prijs
(danskunst) algemene instem
ming heeft gevonden.
Nu wordt door enkelen daartegen
ingebracht, dat deze eenstemmigheid
over het toekennen van de hoogste
pry's van het jaar voor de danskunst
ditmaal werd verkregen omdat de
bekroonde geen volgeling van Terp
sichore is, maar een componist, ac-
compagnateur, leraar en criticus
Louis Horst.
De jury heeft daarmede evenwel
terecht een tastbaar blijk van er
kenning willen geven aan een man,
die in zijn persoon de phenomenale
bloei en vooruitgang belichaamt van
de Amerikaanse danskunst van de
laatste veertig jaar.
Louis Horst heeft namelijk in die
veertig jaar een unieke bijdrage ge
leverd tot de ontwikkeling van de
danskunst in Amerika. Hij begon
zijn loopbaan in 1915 in San Fran
cisco, waar hij pianist was in een va
riété-theater. Op een dag bezochten
Ruth St. Denis en Ted Shaw, baan
brekers van de Amerikaanse dans
kunst, het theater en toen zy op het
punt stonden de zaal te verlaten
vroegen zij Horst een tiental dagen
tijdelijk als muziekleider bij hen op
te treden; de tien dagen werden tien
jaren!
Als componist behoort Horst tot
de eersten, die speciaal muziek heb
ben geschreven voor de moderne
dans. Zijn oorspronkelijke werken
voor Martha Graham, Charles Weid
man, Doris Humphrey, Agens de Mil
le en andere modernen worden be
schouwd als het beste op dit gebied.
Als dansleraar heeft Horst zich
gespecialiseerd in de prae-klassieke
dansvormen en de choreographie,
waarby hy les gaf aan een aantal
vooraanstaande balletscholen in het
Oosten van het land en ten behoeve
van de zomerdansfestivals. Tenslot
te heeft hy als criticus en schrijver
bijgedragen tot de eenheid in de
danswereld door middel van zijn tyd-
schrift „Dance Observer", dat hij m
1934 heeft opgezet, omdat hy van
oordeel was, dat de moderne dans
kunst een of ander eigen periodiek
moest hebben.
Het is dus niet te verwonderen,
dat Horst voor de „Capezio" in aan
merking is gekomen: het is immers
grotendeels aan zulke voorwarende
pioniers als Horst te danken, dat de
Amerikaanse liefhebbers van de
danskunst in staat werden gesteld te
kunnen genieten van wat ontegen
zeglijk als de beste moderne dans
kunst in de wereld moet worden be
schouwd.
Clark Gable als Rhett Butler en Vi
vien Leigh als Scarlett O'Hara in
Gone with the Wind"
Belangrijke Frans Hals in
het Rijksmuseum
Een meesterwerk van Frans Hals,
de grote familiegroep in een land
schap uit de verzameling Thijssen te
Lugano, geschilderd omstreeks 1645,
is thans gedurende zes weken te be
zichtigen in de Frans Halszaal van
het Rijksmuseum.
Het doek, dat geëxposeerd werd op
de grote tentoonstelling van Holland
se schilderkunst in de Verenigde Sta
ten en Canada, keerde de vorige week
terug met de Nederlandse inzending
De eigenaar heeft er in toegestemd,
dat ook het Nederlandse publiek de
gelegenheid zal krijgen het schilderH
te zien, voordat het naar Zwitserland
terug gaat.
Van Gogh-tentoonstelling
Van 7 Mei tot 19 Juni zal in de ste
delijke feestzaal te Antwerpen een
Vincent van Goghtentoonstelling wor
den gehouden.
De expositie omvat meer dan 400
doeken en tekeningen van Van Gogh
en is de omvangrijkste, die ooit werd
bijeengebracht. Op deze tentoonstel
ling zal ook een aantal schilderijen te
bewonderen zijn uit de verzameling
van de broer van Vincent van Gogh,
Theo, o.a. van de hand van Gauguin,
Toulouse-Lautrec, Monticelli en Emi-
le Bernard.
Culturele
leade
a va
BIJ OPGRAVINGEN op ie Burg te
Brugge heeft men het gehele koor
blootgelegd van een duizend jaar oude
Karolingische kerk, welke een copie
zou zijn geweest van de Karolingische
kapel in Aken. Talrijke graven wer
den ontdekt, met typische schilderin
gen fresco'swélke 'n plaats zullen
krijgen in het Gruuthusemuseum in
BruggeMen acht het niet uitgesloten,
dat destijds in deze kerk de relieken
werden bewaard van Sint Donaas
welke uit Frankrijk naar Brugge
werden overgebracht. De opgravin
gen vinden voortgang.
EEN MUSEUM in Hartford (Connec
ticut, V.S.J is door aaxikoop in het be
zit gekomen van het „Portret van een
Jonge Man" door Rembrandt, dat
door enkele deskuxidigen voor het
portret van Rembrandt's zoon Titus
gehouden wordt. Professor Rosenberg
van de Harvard Universiteit is van
mening, dat dit schildery een der
mooiste werken van de grote Neder
landse schilder is, dat zich thans in
Amerikaans bezit bev'mdt.
DE GROOTSTE COLLECTIE Franse
19e eeuivse kunst uit Amerikaans be
zit is dezer dagen naar Frankrijk
verscheept, waar de schilderijen en et
sen, die door musea en particulieren
welwillend in bruikleen werden afge
staan, tot 5 Juli in de Orangerie te
Parijs te bezichtigen zullen zyn.
VANMIDDAG om twaalf uur zal in
de Stadsschouwbxirg te Amsterdam,
ter plaatsing aldaar, de aanbieding en
overdracht geschieden van het in
brons uitgevoerde zelfportret van Jan
Musch aan de stadAmsterdam. Deze
overdracht gebeurt namens het comi
té van vrienden en vereerders van de
acteur Jan Musch.
HET TONEELSTUK „Annalize" van
mevrouw dr. E. F. VerkadeCartier
van Dissel, dat in 1951 door de mi
nister van O. K. en W. werd be
kroond, zal Dinsdag 2If Mei a.s. voor
het eerst ten tonele worden gebracht
in de Arnhemse Schouwburgdoor de
amateurtoneelgroep Werkverband
Arnhemse Kxoistenaars, onder regie
van Arend Hauer.
Na zestien jaar
Dat indertijd Margaret Mitchell's boek „Gejaagd door de wind" (Gone
with the Wind) in het land van de schrijfster Amerika vrijwel onmid
dellijk een bestseller werd, is niet zo verwonderlijk. De letterkundige kwa
liteiten buiten beschouwing gelaten, móest het boek het wel doen, zowel
door de keuze van onderwerp als de compositie. De tyd het was toen 1936
was ryp voor de trilogie. En in de drie delen „Vuur en land", „Als een
vlam in de storm" en „Het zaad ontkiemt", werd het Amerikaanse volk
voor het eerst in populaire vorm datgene geboden, waar het al jaren naar
verlangd had: een eigen geschiedenis.
David O. Selznick's kocht de film
rechten voor 50.000 dollar. Bij dui
zenden stroomden de brieven binnen
bij de Metro Uoldwyn Mayer, waar
in duidelijk omschreven stond, wie
welke rol moest hebben, wilde de
film „Gone with the Wind" hetzelf
de succes hebben als het boek! Het
was duidelijk, dat men zich een
kostbaar bezit als deze pasverwor-
ven geschiedenis niet wilde laten
ontfutselen door enige geldruikende
zakenlieden!
Nu stond de M.G.M., zeker in die
jaren nog, bekend als dé maatschap
pij, die zich zoveel mogelijk op het
publiek instelde. Men creëerde er het
voorbeeldige Amerikaanse gezin;
bracht, waar dit ook maar enigszins
kon, de religie als onmisbaar naar
voren; waagde zich aan het rassen
vraagstuk. Bovendien had men er
geld noch kosten gespaard aan het
opbouwen van bepaalde ster-typen,
die ieder voor de grote massa een
zeker ideaal hadden te vertegen
woordigen.
In zoverre kreeg het Ameri
kaanse publiek zijn zin. dat Clark
Gable voor de rol van Rhett But
ler en Leslie Howard voor die van
Ashley Wilkes gekozen werden.
Doch van de favorieten voor de
rol van de grillige Scarlett O'Ha
ra de pittige, intelligente
Katherine Hepburn; de eigenzin
nige. doch zeer karaktervolle Bet
te Davis; de leading lady van M.
G.M. Norma Shearer; dè wat ca-
nailleuze Paulette Godard; de
door haar spel in ,,Dr. Jekyll and
Mr. Hyde" opgevallen Myriam
Hopkins werd er geen uitver
koren. De vrijwel onbekende En
gelse filmster Vivien Leigh
„Mannen tussen staal"
Lezingen, reizen en... filmen!
(Van een onzer redacteuren)
De man, die voor de N.V. Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te
Vlissingen de zo voortreffelijk geslaagde bedrijfsfilm „Mannen tussen
staal" vervaardigde, de cineast Windmeijer uit Delft, is een filmenthousxast
in hart en nieren. Een man, die oorspronkelijk voor de werktxiigbouw be
stemd was, maar die op z'n vijftiende jaar al „liefhebberde" in film en
die zich sinds de bevrijding uitslxiitend aan het fascinerende medium film
gewijd heeft.
Met opmerkelijke resultaten.
CINEAST WINDMEYER
Windmeijer, een slanke, bewegelijke
man, met reeds grijzend haar en le
vende bruine ogen, vertelt zonder
veel ophef van zijn belevenissen als
cineast. Kleurrijke belevenissen zijn
het, waarin de namen van nog altijd
boeiende landen en steden opgloeien
als kostbare edelstenen: Damascus,
Algiers, Athene, Singapore, de Ar
chipel.
In 1947 namelijk reisde Windmeijer
naar Algiers om er te experimenteren
met een door hem geconstrueerde on
derwater-camera voor het maken van
foto's onder water. In 1948 kon dit ex
periment worden voortgezet met het
opnemen van een kleurenfilm onder
water, waarvoor hij naar Zuid-Frank
rijk reisde. In de Noorse wateren
filmde Windmeijer de haaienvangst
en in 1949 beklom hij de Mont Blanc.
„Ik had zo vaak ver onder de zee
spiegel gezeten. Bij wijze van contrast
wilde ik er nu wel eens vér boven
vertoeven".
Cineast? Ja, in hart en nieren, maar
toch ook een tikkeltje avonturier,
pionier eigenlijk en dan vooral op het
gebied van het filmen onder water.
Een experiment, dat „rond" kwam na
o.m. een vierweeks verblijf op een
verlaten eilandje in de Archipel. „Bin
nen afzienbare tijd hoop ik gelegen
heid te krijgen in de West-Indische
wateren een grote onderwaterfilm te
maken", aldus Windmeijer, wiens blik
iets peinzends krijgt wanneer hij dit
zegt. De pioniersgeest is smeulend ge
bleven en een klein vonkje zal vol
doende zijn om die geest weer te doen
oplaaien
46.000 KM.
„De financiering van deze experi
menten?"
Windmeijer glimlacht even. „Ja, dat
is niet altijd eenvoudig en ik heb er
dan ook wel eens vrij naar voorgeze
ten. Maar een belangrijk hulpmiddel
was altijd het houden van lezingen.
In Indonesië hield ik er in acht maan
den 180, waarvoor ik 46.000 kilometer
aflegde". Ruim drie jaar van eind
1949 tot 1953 vertoefde de cineast
Windmeijer in Indonesië, waar hij in
opdracht van enkele grote maatschap
pijen een respectabel aantal bedrijfs
films vervaardigde, uiteraard even
eens een bron van inkomsten. De pro
ductie-lijst van de heer Windmeijer
als cineast mag dan ook gezien wor
den
In 1953 keerde Windmeijer dus
terug uit Indonesië. Maar niet
langs de directe weg. Hij knoop
te er nog even een omwegje aan
vast via Damascus, Athene en
Rome.
Het resultaat was een 16 mm
film van 45 minuten over oude
Romeinse gebouwen in deze
steden
„Daarna heb ik wat rust geno
men", deelt de heer Windmeijer
eenvoudig mede. Hij voegt er
onmiddellijk aan toe: „Ik hoop
nog altijd eens naar Groenland
te kunnen gaan"
„MANNEN TUSSEN STAAL",
Voor de „Schelde"-film „Mannen tus
sen staal", die een uur en twaalf mi
nuten duurt, schreef Windmeijer zelf
de begeleidende tekst, hij voerde de
regie en stond aan de camera. „Het
was altijd een wens van mij om nog
eens een film over scheepsbouw te
mogen maken", zo vertelt hij en over
de opdracht van „De Schelde" was
Windmeijer dan ook enthousiast. Een
enthousiasme, dat uit het product
blijkt! De cineast slaagde er voortref
felijk in een compromis te vinden tus
sen de opdracht enerzijds, en de film
technische eisen anderzijds.
Een dankbaar en verantwoord ge
bruik maakte hij van de entourage,
die het pittoreske Vlissingen met
Jacobstoren en de wijde Wester-
schelde hem boden. Naast de illustra
tieve muziek, geselecteerd uit bestaan
de composities, maakte de cineast
boeiende geluidsopnamen door een
combinatie van carillonklanken en het
gekrijs van meeuwen. „Ondanks de
opdracht, was ik vrij in mijn inter
pretatie en dat was een bijzonder ge
lukkige omstandigheid", aldus Wind
meijer, die als tekstsprekers Ger Lug-
tenburg en Siebe van der Zee voor
.Mannen tussen staal" kon engageren.
Het is een film geworden de repu
tatie van de bescheiden cineast
Windmeijer waardig. „De Engelse en
Spaanse versie wordt nog dynami
scher. Dat wordt een verkorte versie",
vertrouwt hij ons nog toe.
vrouw van Sir Laurence Olivier
bleek na drie jaar de aange
wezene om Scarlett te verbeel
den.
Het was inmiddels 1939 geworden
en men was klaar met allerlei voor
bereidingen en proefopnamen. Van
de 1500 situatie-schetsen werden er
200 uitgewerkt en 90 geconstrueerd.
Het Atlanta City, zoals dat er in
1865 had uitgezien, werd herbouwd.
Het afbranden van de stad was een
flinke kluif voor de zeven technico
lor-camera's, die het moesten opne
men.
De zes kilometer film, die men
uiteindelijk overhield na de opnamen
waren het restant van 136 kilometer
ruwe werkcopie, waarvan er 50 ki
lometer ontwikkeld was.
TELEURSTELLING
Al de moeite, al het geld dat er
aan de film besteed wera, waren op
zich al reclame genoeg. De negen
Academy Awards, die de film in 1940
aan prijzen in de wacht sleepte,
droegen er het hunne toe bij „Gone
with the Wind" extra attractief te
maken voor het publiek buiten Ame
rika. En nu door de omstandigheden
(het uitbreken van de oorlog, in de
oorlog het Duitse verbod om Ame
rikaanse films te draaien, na de oor
log deviezenmoeilijkheden en geschil
over de invoer van het percentage
Amerikaanse films) de film pas deze
maand in première in ons land gaat,
is ieders verwachting; zo,gespannen,
dat een waarschuwing tegen een ze
kere desillusie wel op zijn plaats is.
Want we moeten ons wel realise
ren dat de film al zestien jaar oud
is, ook al zyn er voor de vertoning1
thans nieuwe copiëen, geschikt voor
wide-screen, vervaardigd. Er zijn in
de afgelopen zestien jaar op het ge
bied van de filmkunst de nodige ver
anderingen geweest in spel- en re
gie-opvattingen en ook de techniek
heeft vorderingen gemaakt. Regis
seur Fleming heeft altijd een goede
naam gehad en als leerling uit de
school van Griffith weet hij hoe een
massaal object te hanteren. Maar
om tegemoet te komen aan het
algemeen verlangen? heeft hij
met zijn film ..Gone with the Wind"
het boek tot op de letter gevolgd.
Om drie uur en veertig minuten
lang een bekend verhaal, tot en met
punten en komma's nogeens opge
warmd, voorgezet te krijgen zal
waarschijnlijk ook het door tijd en
herinnering opgevyzeld enthousias
me van de meesten wel te veel Tyn.
Bovendien bestaat de kans. dat de
herinnering, die het boek heeft ach
tergelaten wel eens door de jaren zo
sterk gegroeid zou kunnen zijn, dat
het de film die het allemaal zo goed
heeft willen doen, blyft overschadu
wen.
Het zal dus een soort hernieuwde
kennismaking worden met een oude
bekende, door de jaren verouderd,
met de charme van „vroeger" nog
omgeven. Wat wel speciaal geldt
voor de inmiddels (in 1941) overle
den acteur Leslie Howard.
Opvoering „Vrouwenzand"
„Theater der Jugend" in Remscheid
zal binnenkort als première voor
W.-Duitsland gaan opvoeren „Vrou
wenzand" van Ben van Eysselsteijn,
met muziek van Charles Herjnen. De
regie zal verzorgd worden door Ri
chard Ulrich en de choreographie
door Han Rijnbeek uit Den Haag. De
muzikale leiding is in handen van Al
fred Fuerch. In de hoofdrollen treden
op: Blanca Blacha, Barbara Kohrs,
Gisa Beckel. Karei Otto, Franzl Pat-
zer, Bruno Schoenfeld en Heinz Haa-
ke.
Bevrijdingsshow
Donderdag 5 Mei a.s. 's-avonds van
kwart over negen tot elf uur, zal er
in het Nationaal Programma over
beide Hilversum se zenders een inter
nationale bevrijdings-show worden
uitgezonden, waaraan artisten zullen
medewerken uit een aantal landen,
die bij de bevrijding van ons land
tien jaar geleden een belangrijke
rol hebben gespeeld.