'Qzciitvenpagina
ZACHT EN GLANZEND ALS FLUWEEL.
Twee gevreesde vrouwen in de
Hollywoodse filmwereld
VRIJDAG 15 APRIL 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE O O U R A N T
s
LOUELLA PARSONS EN HEDDA HOPPER
Millioenen Amerikanen lezen haar
„papieren roddelpraatjes"
(Van een filmmedewerkster)
In Amerikaanse bladen en blaadjes kan men in de filmkolommen geregeld
opmerkingen aantreffen over het privé-gedrag van filmsterren, waarin zo
laag-bjj-de-gronds wordt geïnsinueerd, dat men zich wel moet afvragen welk
weldenkend mens daar ook maar enige aandacht aan besteedt. Maar zolang
dit gewroet de keerzijde van de reclamemedailleblykbaar toch meer
opgang maakt dan welk literair product ook, zal er wel geen eind aan ko
men. Bovendien hebben de beide aanstichtsters van het geroddel-op-papier
zich door him praktijken van achterklap in sommige kringen zo gevreesd
en in andere weer zo onmisbaar gemaakt, dat er wel niemand gevonden zal
kunnen worden om ze van deze onsmakelijke arbeid af te houden. Nog afge
zien van het feit, dat zy zich met geen enkele andere „liaan" zo'n enorm kapi
taal en zoveel „onderscheiding" zouden kunnen verwerven
Degene, die op het winstgevende idee van een roddelkroniek kwam, is
Louelia Parsons. In 1890 werd zij op een boerdery in Illinois geboren. Op
21-jarige leeftijd was zy al weduwe en moest zjj maar aan de kost zien te
komen voor zichzelf en haar dochtertje. Van de 9 dollar die zy als reporter
aan een krant in de stad verdiende, kon zy er niet komen. Op goed geluk
schreef zjj een filmscenario en verkocht dat voor 25 dollar aan een film
maatschappij, die het zo goed yond, dat Louelia direct in vaste dienst geno
men werd.
Zo deed ze haar intrede in de film
wereld: een aardig meisje, handig ge
noeg om over het milieu waarin ze
verkeerde, verhaaltjes te schrijven,
die haar 45 dollar opleverden by twee
kranten. De kranten werden echter
opgekocht door de gevreesde magnaat
Hearst, die Louelia meteen op half-
salaris zette. Woedend vertrok ze
naar de concurrentie, de „Morning Te
legraph". Daar spuide ze in haar „gos
sips" allerlei onaangenaams over de
filmsterren, die Hearst voor zijn eigen
filmmaatschappij onder contract had.
Hearst „ging door de knieën" en
booid Louelia de 250 dollar, die nodig
waren om haar aan zijn kant te bren
gen. Al spoedig verschenen haar ko
lommen in ruim 400 kranten en nog
geen vijf jaar verbleef ze in Californië
of ze was er het middelpunt van de
filmkolonie. Niet omdat ze zo aardig
was, ihaar omdat ze aller-onaardigst
kon worden voor wie haar op zijn par
ty of feest vergat uit te nodigen. Zo
groot was toen al haar greep op het
lezerspubliek, dat zelfs de roem van
de grootste sterren onvoldoende was,
om het tegen haar venijnige opmer
kingen uit te houden.
In 1928 begon ze voor verschil
lende fabrikanten een reeks radio
praatjes, die behalve over de aan te
prijzen waar ook over een of ande
re filmster gingen. Toen bleek, dat
bijna 80 pet. van de bioscoopbe
zoekers alleen op die films afkwa
men, waarin een door Louelia ge
ïnterviewde ster optrad, bereikte
zij het hoogtepunt van haar car
rière. Filmproducenten probeerden
haar nu openlijk op hun hand te
krijgen, want zij was in de loop van
die jaren de enige gebleken, in het
bezit van het publieke geheim, hóe
ze de mensen naar een bepaalde
film kon laten gaan!
Doch niet lang bezat zy haar sleu
telpositie. In 1938 nam de „Times"
Hedda Hopper in dienst om ook schan
daaltjes uit de filmwereld in haar ko
lommen wereldkundig te maken.
Concurrente
Hedda was van hetzelfde jaar als
Louelia. Toen ze zeventien werd liep
ze van huis weg. omdat haar vader
een Quakerpredikant zijn dochter
haar zinniet wilde geven en aan het
toneel laten gaan. Vijf jaar hing
Hedda in Manhattan rond en kwam
ze niet verder dan een onbeduidende
show. Haar huwelijk met de clown De
Wolf Hopper duurde negen jaar.
Daarna speelde Hedda Hopper zgn.
„lady''-rollen in stomme films. Zo
deed zy dus haai' intrede in de filmwe
reld.
Toen het met filmspelen gedaan
was, had ze in de studio's en daarbui
ten voldoende meegemaakt en ge
hoord om daarover inslaande radio
praatjes te kunnen houden, die haar
150 dollar per week opbrachten. Het
aanbod van de „Times" maakte haar
minstens even bc-roemd als haar con
currente Louelia Parsons. Op Beverly
Hills, waar de haute chic van de film
wereld woont, had zij na korte tijd ook
een huis. en haar buitensnorige hoe
den 12 S. 13 per maand kon ze
wel betalen van de 2000 dollar, die zij
per week voor een radioshow kreeg....
Van ernstige concurrentie tussen
de beide dames is eigenlijk geen
sprake. In de filmstudio's verdeelt
men het nieuws zo eerlijk mogelijk
tussen hen. En Hedda Hopper gaat
altyd zelfs zover, dat zy Louelia op
haar partijtjes uitnodigt. Maar
verschenen is die er nooit!
Stof genoeg voor hen, zolang er
mensen zijn, die zich niet durven ver
weren omdat hun carrière op het spel
staat. Kwalijker wordt het, wanneer
Vrouwelijk ere-cordon
voor Gary Cooper.
Op Schiphol zal hedenmorgen de
beroemde filmacteur Gary Cooper
ontvangen worden, zo weet „De Tele
graaf" te melden en het zal een ont
vangst zijn, welke klinkt als een
klok!
Langs een met bloemen versierde
trap en een erecordon van K.L.M.-
stewardessen zal Gary afdalen naar
het platform, waar de Amsterdamse
Politiekapel hem met vrolijke klan
ken welkom zal heten.
Daar zal hy bovendien worden ge
confronteerd met een bloem- en kleur
rijk „Welcome to Holland", dat wordt
verzorgd door het Centraal Bloembol
len Comité.
De feestelijke omlijsting van de
ontvangst moet echter worden ver
zorgd door de Gary Cooper-bewonde-
raars - jong en oud. Op Schiphol
bereidt men zich voor op levendige
tonelen
Couture en confectie bij
Ferry Offerman.
De Amsterdamse couturier en con-
fectionnair. Ferry Offerman heeft
ook dit voorjaar weer een beziens
waardige modeshow gebracht in het
Amsterdamse Victoria-hotel. Offer
man bracht bruikbare versies van de
A-lyn en een aantal zeer aantrekke
lijke strand-ensembles. Onder zijn
vele voortreffelijke en van goede
smaak getuigende modellen waS ook
het eenvoudige, gedistingeerde cos-
tuum van nevenstaande foto; een
z.g. japon-costuum (bestaande uit een
geklede japon, met daarover een los
jasje), vervaardigd uit een mengsel
van wol en rayon.
't gaat om een nog vrijwel onbekende
speler, die zich met zijn koppig „Ik
wens om mijn werk geaccepteerd te
worden", niets aantrekt van 't schijn
heilig vermaan van het tweetal, dat
„hy weer eens gezien is met die-en-die
terwijl zijn eigen vrouw thuis een ze
nuwcrisis naby is".
Minstens 20 millioen Amerikanen
lezen de „vervloeking", die Louelia en
Hedda als moderne boze feeën over
dit schuldige hoofd hebben geprofe
teerd: „de roem is helaas niet naar
zijn hart, maar naar zrjn hoofd geste
gen. We hebben het wel gezegd..."
En als dan straks deze speler om
een of andere reden misschien van
het toneel verdwijnt, dan zeggen die
20 millioen Amerikanen: „We hebben
het wel
En zelf zal hij nooit weten waardoor
hy gestruikeld is. Door onvoldoende
talent Of omdat het zijn publiek in-
gehamerd was. maandenlang, dat hy
mislukken móest?
De „onderrok" wordt in
ere hersteld!
De ouderwetse onderrok is in ere
hersteld, nu de mode van dit jaar vele
wyd-uitstaande rokken voorschrijft.
Het modehuis Jacques Fath brengt
vele van deze „petticoats", en in de
ontwerpen hiervoor is aan de fantasie
een grote plaats ingeruimd! Wie
naar nevenstaande illustratie kijkt,
zal moeten toegeven, dat zelfs de
meest moderne en zakelijke vrouw
niet aan de bekoring van deze luch
tig, ruisende dessous zal kunnen ont
komenDe bovenste rok is van
witte nylon met brede kanten volants,
waarop hier en daar zijden strikjes
zyn aangebracht. De onderste petti
coat is van goudbruin nylon en heeft
twee stroken, welke met goudkleurige
kant zyn afgezet.
Nylon is ook het materiaal, waar
uit de beide nachtjaponnen van de
tekening vervaardigd werden. Deze
Franse modellen zijn eveneens sierlijk
gegarneerd; het ene door een schou-
derpas van smockwerk, het andere
door een brede kanten sjaalkraag,
welke doorloopt tot de zoom.
Romantische lingerie, welke ook de
vrouw van de twintigste eeuw in ver
rukking zal weten te brengen!
£r bestaat een groot verschil tus
sen het van ouds bekende Man
chesterdat om, zyn sterkte en
lage prijs wel de „werkezel onder de
stoffen" genoemd wordt en het fraaie
bedrukte of effen fluweel en cordu
roy, dat u)ij op het ogenblik zo veel
tot modieuze kleding verwerkt zien.
Dit verschil is zo groot, dat wij bijna
uit het oog zouden verliezen dat de
huidige soepele en zacht glanzende
mantel- en japonstoffen en het Man
chester beide ontwikkelingen zijn van
de kunst der wevers uit het Verre
Oosten, wier fraaie fluwelen reeds tij
dens de regering van de eerste Ro
meinse keizers Europa bereikten.
Zoals alle zijden stoffen vond ook
het fluweel zijn weg naar Europa
langs de karavaanroutes; vanuit Chi-
na dioars door Azië naar de handels
gebieden om de Middellandse Zee en
vandaar uit na vele eeuwen verder
Europa Zoals alle zijde, was het
fluweel in het begin uitsluitend be
stemd voor de kleding van vorstelijke
personen en de inrichting van hun pa
leizen; de minderen kwamen er niet
aan te pas.
De lange, gevaarlijke reis maakte
de stoffen peperduur. Geen wonder
dan ook, dat ondernemende lieden
probeerden in eigen land fluweel te
maken. Hoe zij aan de techniek geko
men zijn is niet bekend; het is natuur
lijk mogelijk dat deze door verspie
ders is overgebracht, evenals dit met
teelt van zijderupsen en de smok
kel van eitjes van de vlinders is ge
gaan, maar misschien doen wij daar
mee wél de inventieve geest der Per-
zen en Italianen te kort! Hoe het zij:
bekend is, dat in de twaalfde eeuw in
Perzië ingewikkelde fluwelen doeken
geweven werden, met portretten van
mensen er op of voorstellingen van
dieren, bloementuinen en jachttafere
len.
In Italië had men evenmin gerust;
daar icist men ook reeds in de twaalf
de eeuw aanzienlijke hoeveelheden
fluweel te produceren. In Milaan was
de industrie zo uitgegroeid, dat er in
lJft/f ruim 1500 mensen werk in von
den. Het fluweelweven in Turkije be
reikte een hoogtepunt in de vijftiende
eeuw. De Turkse flutcelen waren toen
in Europa zeer gezocht.
Uit glanzend zijden fluweel maakte
de Amerikaanse ontwerper Dave
Bellsey dit cocktailpakje, dat speciaal
bestemd is voor kleine vrouwen
De Franse koningen vonden deze
afhankelijkheid van Italiaanse
en andere import niet plezierig
en openden dan ook in 1536 in Lyon
een eigen fluweélweverijwelke zo
floreerde, dat al spoedig nog enkele
van deze bedrijven werden opgericht,
zodat de Italianen tenslotte geheel
verdrongen werden. Geleidelijk ver
breidde zich daarna de fluweelpro
ductie verder over Europa.
Wij moeten hierbij trouwens wel
bedenken, dat al dit fluweel uit zijde
bestond, dus wat wij thans als de al
lerduurste velours chiffon kennen. De
grondstof katoen werd pas in de 18e
eeuw gebruikt, eerst samen met zijde,
waarbij dan de katoen als achterkant
diende, later als geheel „katoenen
fluweel".
In 1760 verschenen de eerste ge.
heel katoenen-fluwelen stoffen uit
Engeland op de Europese markt en
icas Manchester in de gelegenheid
zijn naam als fluweelcentrum te ves
tigen. Wat wij als „Manchester" ken
nen is echter een ribfluweel, onge
meen sterk en vrij hard, dat hoofdza
kelijk voor werkbroeken gebruikt
wordt. Deze stof wordt al lang niet
meer uitsluitend gemaakt in de stad
waaraan zij haar naam ontleent. In
allerlei landenook in Nederland, pro
duceren fabrieken deze kwaliteit.
Het behoeft natuurlijk geen be
toog, dat liet fluweel en cordu
roy, welke om op het ogenblik
in zulk een overvloed ter beschikking
staan, niet uitsluitend uit zijde en
katoen zijn gemaakt. Integendeel, zij
de komt er vrijwel niet meer aan te
pas, behalve dan voor de heel dure
soorten, en naast katoen hebben rayon
en nylon hun intrede gedaanHadden
rayon en katoen vroeger de eigen
schap gauw te kreuken en te pletten,
dit kan nu door speciale „finishes"
voor een groot gedeelte ondervangen
worden, waarbij dan tevens bereikt
wordt, dat de pool steviger in de stof
blijft zitten.
Nylon fluweel en corduroy ziet men
in ons land nog slechts sporadisch.
Het is te hopen dat de goede soorten
daarvan ook spoedig binnen ons be
reik zullen komen. Nylon fluweel
heeft namelijk de eigenschap niet te
pletten, heel gemakkelijk te drogen
gewoon gestreken te kunnen worden
en bovendien vrijwel onverwoestbaar
te zijn. Voorlopig zal de prijs echter
nog wel hoog blijven, in vergelijking
met dezelfde producten uit katoen en
rayon.
Zoals reeds opgemerkt heeft de ver
edeling van de katoen- en rayonpro
ducten echter zo'n hoge trap bereikt,
dat wij met een gerust hart aan de'
grote mode voor deze stoffen kunnen
meedoen. Dit xoordt ons des te aan
trekkelijker 'gemaakt door de prachti
ge kleuren, waarin deze stoffen ge
verfd zijn, en door de fleurige im-
primé's. Er is dan ook bijna geen kle
dingstuk, dat niet uit fluweel of cor
duroy gemaakt kan worden, van man
tels en japonnen tot driekwart en lan
ge broeken en kinderkleding. Via de
werkmanskleding hebben deze stoffen
dus de weg terug gevonden, het
vorstelijke fluweel en het „cord du
roy".
Een Frangaise werd
wereldkampioene breien.
De Parijse couturier Pierre Balmain
was voorzitter van de jury, welke het
beslissende woord moest spreken in
de wedstrijd om het wereldkampioen
schap breien, waaraan duizenden
mannen en vrouwen uit twaalf landen
deelnamen. Mevrouw Pieppette Pauly
uit Asnières (Frankrijk) werd tot
wereldkampioene uitgeroepen. Uit
ragfijne witte wol had zy een schitte
rende cocktailjapon weten te breien!
Er is om deze tyd van het jaar een
grote vloot schepen ter visserij. Bij
zondere omstandigheden voorbehou
den kunnen dan ook flinke aanvoeren
van dit uitstekende voedingsmiddel
worden verwacht.
Wilt u de vis geven wat hem toe
komt, besteedt dan aandacht aan de
bereiding
Kookt u de vis. zout hem dan kort
van te voren in. Om het vastplakken
aan de pan te voorkomen, kunt u de
panbodem invetten vóór u de vis met
kokend water opzet, óf een treef met
hengsels óf een taartrooster op de bo
dem van de pan leggen. Dit maakt 't
ook gemakkelijker de vis uit de pan te
halen.
Zorg voor een extra fijne smaak
door het meekoken van kruiden, zo
als ui, wortel, citroenschil, peper of
peperkorrel.
Bij het bakken van vis dient u voor
al niet te zuinig met olie te zijn. Het
vet moet flink heet zijn voor u de
goed gedroogde vis in de pan doet.
Voor een groot gezin loont het ze
ker om filets en kleine visjes in diep
vet (frituurvet) te bakken. U zult
eens zien hoe vlug het gaat, wanneer
het vet eenmaal heet is, en hoe ge
makkelijk. Bakken in frituurvet is een
zuinige bereidingswijze, waarbij de vis
niet gauw kapot gaat.
Schol komt in de meeste gezinnen
gebakken ter tafel, maar kan ook
heel goed gekookt worden. Het be
treffende recept volgt hieronder:
Kookschol. 1 grote of 2 kleine schol
len, zout, azijn, een uitje, zo mo
gelijk een stukje geel van een
citroenschil, boter of margarine.
De vis van binnen en van buiten
wassen en op enkele plaatsen de huid
insnijden. De vis zouten. De ui schoon
maken en in schijven snijden.
De pan invetten met boter of mar
garine. De vis en de ui er in leggen en
begieten met een paar lepels azijn.
Zoveel kokend water over de vis
schenken, dat hij net onder staat. Het
water weer aan de kook brengen, de
warmtebron temperen en de vis
zachtjes gaar koken in 10 15 mi
nuten. De vis van de graat nemen. In
een vuurvaste schotel een stuk boter
of margarine smelten. De ontgrate
vis er in leggen (zo nodig met wat
zout bestrooien) en het geheel door en
door warm laten worden, desgewenst
in een warme oven. Van het kooknat
met bloem een gebonden saus maken.
Een colbertpakje
voor de Benjamin
Er zijn van die min of meer offi
ciële gelegenheden, waarhij mama
haar zoon grai. - in een keurig col
bertpakje laat verschijnen. Ook hier
bij is zelf maken weer het voorde
ligst, vooral als er nog een „half-
sleetje" van vader of grote broer be
schikbaar is. Is dat er niet, dan heeft
U aan nieuwe stof nodig ca. 1.25 m
van 140 breed.
Laten we beginnen by het broekje.
Bij het linkervoorpand vouwt U het
belegje langs de middenvoorlijn naar
binnen en stikt er een gevoerde
knoopsgatenreep van dezelfde vorm
onder. Bij het rechtervoorpand wordt
dit gedeelte niet omgevouwen, maar
fevoerd en van knopen voorzien. In
e achterpanden stikt U de figuur
naadjes. Zijnaden sluiten en de voe-
ringzakken, die als aangegeven een
belegje van de broekstof krjjgen, in
zetten. De beennaden en de midden
naad tot de sluiting dichtstikken.
Voor de vouw in het voorpand legt
U een plooitje (1% cm stofverbruik)
waarna U de bovenrand tussen de
dubbele stof van de broekband zet.
Deze is 3% bij 72 cm, overslag inbe
grepen.
En nu het jasje. De patronen van
onder- en bovenmouw los van elkaar
knippen en beleg en zak apart teke
nen. De laatste is 12 bij 12 cm. In de
voorpanden stikt U de 16 cm lange
figuurnaadjes (in het midden 1% cm
stofverbruik). De zakken opstikken
en de knoopsgaten paspoileren. Zij-
en schoudernaden worden gesloten en
het beleg tegen de voorkanten gezet
over een linnen tussenlaagje. De hals-
rand naait U tussen de dubbele stof
van de kraag, die eveneens een lin
nen inlegsel krijgt. De onderkraag
schuin knippen. U verbindt de boven-
met de ondermouw. Tegen de onder
kant hecht U een reepje linnen. Bij
het inzetten over de kop even inhou
den. De binnennaad valt ca. 4 cm
voor de zjjnaad.
ïnplaats van het colbertjasje kunt
U ook een blazertje zonder kraag
maken. U tekent de zynaden dan he
lemaal recht en laat de figuurnaad
in het voorpand vervallen. Voor het
tekenen van de halsrand trekt U een
lyn van de schouder (cijfer 12) naar
de overslag (cijfer 24). Zoals U ziet,
is het laatste pakje ook heel aardig
in tweeërlei stof.
ELLA BEZEMER.
Geef de vis, wat hem toekomt!