Ina Boudier-Bakker binnenkort
tachtig jaar oud
-v
(jnae
~OtCMvenf>aqLna
VAN VROUW TOT VROUW
KATJA TOONT HAAR HOEDJES
VRIJDAG 18 MAART 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
EEN GELIEFDE NEDERLANDSE SCHRIJFSTER
Haar taal verrast nog steeds door
frisheid en charme
(Van een speciale verslaggever)
Het is een goede menselijke eigenschap om zich van een onbekende
die men gaat bezoeken, een voorstelling te maken. Wanneer dat bezoek een
tachtigjarige dame geldt, is het beeld niet gecompliceerd meer. Prilste
jeugd en hoogste ouderdom laten weinig ruimte voor verrassende nuance
ring Maar wie zich een voorstelling maakt van de op 15 April a.s. tachtig
jaar wordende schrijfster Ina BoudierBakker komt met die geijkte voor
stelling niet goed uit.
Die leeftijd, nee, daar klopt iets niet. Die levendigheid van geest, die
vaardige reactie op een kwinkslag, dat twinkelende gevoel voor humor en
ook dat kwieke handelen, zijn dat de kwaliteiten, welke men een tachtig
jarige moet toedichten? En dan die gestalte kaarsrecht nog en dat
gezicht, waarin men de charme en fleur van een jeugd nog zo gemakkelijk
kan terugvinden?
,,'t Lijkt meer dan het is", weert de schrijfster onze verbazing over haar
vitaliteit bescheiden af. „Zeker, ik ben gezond, maar er zyn dingen, die een
mens op deze leeftijd niet meer kan doen".
Wat dat moge zyn, schryven is het zeker niet! In haar 79ste jaar vloeide
„De kleine Kruisvaart" uit haar pen; het is dezer dagen bij uitgeverij Van
Campon van do pers gekomen.
Of het haar laatste werk zal zijn
„Misschien. Dat weet je nooit
vooruit. Ilc heb vroeger wel eens een
jaar gehad, dat ik niet schreef. Dan
kon ik rustig de boel wegsluiten en
iets anders gaan doen. Maar dan
plotseling kwam het weer. Dan speel
de er een zin door mijn hoofd, of een
stuk van een gesprek. Die flarden
schreef ik op; ze bepaalden de hele
stijl van het boek voor me. Daarmee
wil ik niet zeggen, dat die boeken
van me zo'n bijzondere stijl hadden,
maar alleen dat ik in mijn geest eerst
de leiddraad gehoord moest hebben,
voor ik kon beginnen.
Vaak veranderde ik later het begin
en het eind weer, maar pas wanneer
ik die flarden bij elkaar had, begon ik
het boek uit te werken: om het aan
het slot dan over te schrijven en er
natuurlyk nog weer talloze verande
ringen in aan te brengen.
Zo heb ik al mijn boeken dus alt yd
drie keer geschreven. Soms vlot ach
ter elkaar, soms ook zoals „De
klop op de deur" met grote tussen
pozen.
„Hoeveel boeken hebt U wel
geschreven?"
„Hoeveel Dat weet ik eigen
lijk niet. Willen we eens tel
len?"
En dan pakt mevrouw Bou
dier een lijstje met de titels
van haar werk. Het is een in
complete opgavehaar novel
len en schetsen staan er niet
bp, noch de toneelstukken die
ze schreef. Maar we komen
zonder deze al tot een totaal
van veertig werken -
„Hebt u uw stof tot schrijven al
tijd ontleend aan de werkelijkheid,
welke u beleefd had?"
„Nee, het is alles fantasie, waar
alleen een ervaring achter stond. Ik
heb nooit een bepaald geval, dat ik
had beleefd, teruggegeven.
Dat kon ik niet. Wel kori de omge
ving er een stempel op drukken.
Toen ik „De Straat" schreef,
woonden we in Vianen, in het post
kantoor, waar mijn man directeur
was. Ook „De Moeders" heb ik daar
geschreven en „Aan de Overkant".
In al die boeken vindt u de sfeer te
rug van het sombere, ruige polder
land.
In „De Straat" bovendien het spel
rond een dorpskermis. Vele avonden
maakten we het rumoer daarvan vlak
beneden ons op straat mee.
Mijn man zei op een avond: „Ik
wou, dat je daar nu eens over
schreef". Maar dat kon ik niet direct.
Eerst moest er de vonk zijn, die het
beeld voor me tot leven wekte".
Grote steun
En dan spreekt mevrouw Boudier
ons over haar drie jaar terug zo
plotseling overleden echtgenoot, die
haar vijftig jaar lang zo'n inspireren
de steun is geweest.
„Er ging nooit enig werk van me
de deur uit, voor hij er een laatste
critische blik op geworpen had. Hij
had een opmerkelijk critisch vermo
gen. De meeste titels van mijn boe
ken zijn door hem bedacht; hij was
altijd degene, die het huis helemaal
opbouwde".
Het is duidelijk, hoezeer deze in
zichzelf zo sterke en harmonieuze
vrouw de steun van haar man de
laatste jaren bij haar werk heeft ge
mist. Dat ze nochtans haar pen niet
heeft laten rusten, heeft onze bewon
dering gewekt. Zij heeft de sfeer in
haar huis aan de Oude Gracht in
Utrecht, dezelfde sfeer welke uit
zovele van haar boeken spreekt
de aristocratie van de gegoede mid
denstand van dertig, veertig jaar ge
leden weten te bewaren.
„De schrijvers van deze tijd?"
„Ik kan ze wel appreciëren,
maar ik begrijp ze vaak niet.
Iedere tyd heeft zijn eigen
schryvers; hun werk is een
uiting van hun tijd. Over de
schrijvers van heden heb ik
geen zuiver oordeel meer; dat
ligt te ver van me af. In myn
jaren was het mode op Dickens
te schimpen tot mijn machtelo
ze verontwaardiging! Nu ver
schijnen er gelukkig weer her
drukken van zijn werk.
Andersen en Dickens, het zijn de
twee grootste vrienden uit mijn
jeugdjaren. Ik hield niet van de ge-
Coutnre en confectie houden zich ook dit voorjaar meer dan ooit bezig met
de blouse, het kledingstuk dat zoveel mogelijkheden tot variatie biedt. Er
zijn zoveel verschillende modellen te koop, vervaardigd uit de meest uiteen
lopende materialen, dat de keuze niet gemakkelijk is voor haar, die zich
een blouse wil aanschaffen! Er zijn modellen met heel korte, met driekwart
en met lange mouwen, en blouses die zowel in als over de rok kunnen wor
den gedragen. Laatstgenoemde exemplaren zijn een geslaagde, modieuze
interpretatie van de veelbesproken H-lijn.
Op de foto zien we links de klassieke overhemdblouse (ditmaal uit natuur
zijden popeline), waarmede u altijd gekleed bent. Het zwarte strikdasje
geeft cen zwierig accent aan de ietwat strenge lijn. Rechts een Amerikaanse
over-blouse, met aan beide zijden een knoopsluiting. Door deze zijsluitingen
kan de blouse geheel plat worden gelegd bij het strijken, hetgeen veel werk
bespaart!
Het is de levensgeschiedenis van
drie generaties. Toen ik er in de
twintiger jaren aan begon heb ik
tegen m'n man gezegd: „Ik ben nu
met zo iets raars bezig. Niemand zal
het ooit lezen. En het komt nooit
af ook". Maar toen ik er een jaar
met tussenpozen aan had gewerkt,
zag ik plotseling het eind.
Ik had toen nog niet de minste
verwachting, dat het succes zou op
leveren. En zie, het werd het groot
ste succes! De reactie van de lezer
is nooit te peilen
Een gesprek met de bijna tachtig
jarige mevrouw Boudier-Bakker is
een verademing in deze jachtige tijd.
Zij is van Scandinavische afkomst.
Het kalme, sterke en stoere in haar
taal, haar natuurlijkheid en oprecht
heid houden de herinnering aan die
verre verwantschap nog levendig.
Er zijn misschien knappere sty
listen, maar zij spreekt, achteloos,
woorden welke telkens weer verras
sen door hun frisheid en charme.
Een ruim en warm mensenhart
staat er achter, een wonderlijke in
tuïtie en een tedere mensenliefde!
INA BOUDIER-BAKKER
wone meisjesboeken; die zacht-ro-
mantische sfeer lag me niet. Wat ik
mijn beste werk vind? Och, alle
boeken zijn me eigenlijk even lief.
Elk hoek had zyn eigen tijd.
De officiële critiek heeft „De
Straat" echter het beste gevonden.
Voor mezelf is „De Klop op de
deur" het belangrijkste.
(Advertentie
f Huidklachten
geneest U goed en snel
'met DÊBRALINE (geen
r vlekken, geen gaas of
pleisters!) en wassen met
DÊBRALINE-HUIDZEEP
'(overvet en ontsmettend).
Katja Robinski, de bekende Neder
landse hoedenontwerpster van Russi
sche afkomst, heeft dezer dagen haar
voorjaarsmodellen getoond. Zy pleegt
dit te doen op een zeer bijzondere ma
nier, namelijk door haar eigen manne
quin te zijn. Ze ontvangt de pers met
een genoeglijk praatje in haar salon
en zet, al babbelend, telkens een van
haar eigen hoedjes op
Ze geeft er toelichtingen bij, toont
een ieder hoe haar hoofddekseltjes in
elkaar zitten en waarvan ze gemaakt
zijn. En ook ditmaal was het publiek
(VVWVVVWVWvWH
Als het U gegaan is zoals mij
liebt U over de krant hartelijk
geapplaudisseerd, begeleid door
de publieke tribune. En mis
schien heeft U ook de neiging
voelen opkomen om de presi
dent van de rechtbank in kwes
tie alsnog een bloemetje thuis
te sturen, als dat tenminste ju
ridisch gepermitteerd is. Tot
zolang zal deze edelachtbare
heer het met onze hulde op
papier moeten doen.
Immersin deze „uiterst ver
warde en omvangrijkezaak,
na drie uren lang geduldig aan_
horen van een stelletje dames,
die de kraait heel vriendelijk „op
de pof levende huisvrouwen
noemt, wees hij onmiddellijk
vonnis en stelde de „verdachte"
meteen, direct, op liet moment
zelve op vrije voeten.
Gelukkig, zucht de kranten
lezer verlicht. U kunt gaan, ge
achte heer broodbezorger. U
kunt de pet opzetten, uw ver
dediger de hand schudden
eventueel een buiging maken
naar de opgetogen publieke tri
bune, waar uw betalende klan
ten zitten te dansen van ple
zier want de opzettelijke ver
duistering is niet bewezen. U
beklimt dus morgenochtend
maar weer uw bakfiets die u
misschien niet meer herkennen
zal na vijf maanden logies op
staatskosten en U slijt maar
weer getroost uw halve bruin
tjes en hele witjes, uwbeschuit
en uw krentebollen in uw „ui
terst moeilijke wijk met vijftig
procent pofklanten". Misschien
heeft U uit de hele naargeestige
affaire tenminste deze zure les
geleerd: iets eerder met het ro
de potlood te gaan werken, en
nog iets minder vertrouwen in
het mensdom te koesteren!
Ja, dat applaus is mooi en
welverdiend. Het zal uw hart,
na zoveel bittere ervaring, wel
goed gedaan hebben. En TJ bent
eindelijk gezuiverd van de
blaam der „verduisteringen",
er zijn gelukkig nog rechters in
Nederland.
Maar in ons gevoel, ons aan
geboren en van oudsher wijd
vermaarde rechtsgevoel blijft
een naar en venijnig weerhaak-
je kwellen. En óndanks de goe
de afloop zit datzelfde rechts
gevoel mistroostig en veront
waardigd in ons diepste binnen
ste het hoofd, te schudden.
Het is een lastige eigenschap,
zo'n rechtsgevoelwantt weet
van geen ophouden en 't wenst
zich bij vele dingen niet neer te
leggen. Zeker, het is blij met
de uitspraak dat de verdachte
onschuldig is. Maar het blijft
maar onvermoeid doorvorsen
naar degene, die dan wèl schul
dig is. Want die moet er in elk
geval toch zijn. Er zijn levens
middelen geleverd en daarvoor
is uiteindelijk te weinig geld af
gedragen. De broodbezorger
heeft het niet in eigen zak ge
stoken, dat staat vast. Dan
moet en zal iemand anders
daaraan debet zijn. En aange
zien de schuldige in deze zaak
zo duidelijk aanwijsbaar is, zij
het misschien niet en nooit met
de stukken, daar grieft het uw
kolömschrijfster eens te meer,
dat die broodbezorger met zijn
onschuldig uitgezeten voorar
rest die vijf maanden krenking
Schandpaal
aanbevolen
V.
van zijn goede naam en faam
op die ware schuldigen niet kan
verhalen.
Zij zijn ongrijpbaar, onvind
baar, hun schuld is onbetvijs-
baar in de zin der wet en dus
schenken zij zich nog eens ge
zellig een tweede kopje thee in
bij de lectuur van dit kranten
verslag, knabbelen er een onbe
taald koekje bij en zeggen mor
gen en overmorgen weer in de
lieflijkste gemoedsrust tot die
zelfde broodbezorger: och bak
ker, schrijf het even op, wil je
De „op de pof levende huis
vrouw", die is van deze en dui
zend andere narigheden in het
leven van talloze hardwerkende
eerlijkeonder de zorgen begra
ven middenstanders de onbe
schaamde oorzaak. Haar kin
derachtige brutale slordigheid,
haar onvermogen om geld in
handen te houden, haar gnui
vende overtuiging dat niemand
haar toch iets zal maken, be
tekenen een permanente ver
liespost in het moeilijk sluiten
de budget van vrijwel elke krui
denier of bakker of slager of
groentehandelaar in de volks
wijk. En in die niet alleen.
Zij doet maar, zij koopt maar,
zij snoept maar en zy gokt
maar op het vertrouwen en het
gebrek aan bewijs van de man
aan de deur. Zij laat maar op
schrijven, weken, maanden ach
tereen met een vereelt geweten.
Weigert de aartsengel achter de
kar nog langer crediet, óók
goed hoor, dan begint zij twee
straten verder bij een vakge
noot hetzelfde spelletje, betaalt
desnoods een paar keer con
tant om het vertrouwen te win-
nen. En leeft daarna voorlopig
weer als zieltje-zonder-zorg in
een luilekkerland van onbetaal
de etenswaren. Wie doet haar
wat?
Zélfs voor schulden van hon
derd gulden en meer loopt de
crediteur niet naar de rechter,
vooral niet als hij een heel bou
quet je van dergelijke pofbloem-
pjes in de vaas heeft staan. En
komt eindelijk het vuur na aan
haar schenen, zoals in het geval
van deze broodbezoraer. wiens
vervanger die openstaande pos
ten niet langer nam. en hard
nekkig begon te manen Wel,
dan haalt zij haar schouders op,
trekt haar deugdzaamste ge
zicht, wordt schel van veront
waardiging en houdt diev bele
digd vol, dat de schuld bij lange
na niet zo hoog was. Die man
kan wel van elites opschrijven.
En aangezien de broodbezor
ger zich kwalijk huis aan huis
dag in dag uit door een beëdigd
getuine kan laten vergezellen,
en dus de juistheid van zijn
boekingen na enige jaren moei
lijk kan bewijzen. vn7t er ergens
plotseling een bedenkelijk gat
in zijn geldtas. Enkel en alleen
op de. mondei-ineontkenning
van een stél slordiae vrouwen
raakt, dan een hard werkende
man viif maanden achter de
tralies. Maar dat zal die dames
een zorg zijn: zij behoeven naait,
iets te bewijzen, zij zijn altijd
buiten schot.
Met alle respect voor de voor
uit ga,ng: hébben wij de schand
paal tóch niet iets te vroeg af
geschaft? Of zou er misschien
een moderne versie op te ver
zinnen zijn Een lijst van wan
betalers, levensgroot in rode
blokletters voor élke winkel
ruit? SASKIA.
i*
het volkom er over eens. dat de hoed
jes prachtig zijn, en de materialen
„om verliefd op te worden"!
Die materialen staan bij mevrouw
Robinski in het middelpunt van de be
langstelling. Zij wordt er vaak door
„gegrepen" en weet ze dikwijls zo te
verwerken, dat ze volkomen tot hun
recht komen. Het resultaat is een col
lectie hoedjes, waar elke vrouw met
vreugde naar kykt, al zijn ook lang
niet al deze hoofddekseltjes geschikt
voor het dagelijks leven...
Een opvallende en originele creatie
was de „omgekeerde chrysant", wel
ke op bovenstaande foto te zien is.
Een kostelijk dopje, vervaardigd uit
citroengele zijden jersev met gesteven
veertjes van dezelfde kleur.
Altijd weer: „de lijn
Een Engelse arts, die zich met het
probleem van de slanke lijn bezig
houdt, is van mening dat vrouwen
met aanleg tot dik worden gerust
alles kunnen etenpi its zij haar
eet- en snoeplust weten te onder
drukken tot vier uur 's middags. Vol
gens hem zou namelijk het lichaam
in de avond- en nachturen in staat
zijn, de voeding volledig op te nemen
zonder deze voeding tot overvloedige
vet-afzetting op het lichaam om te
zetten.
Kinderwagen met variaties.
Een Duitse fabrikant heeft een
nieuw soort kinderwagen geconstru
eerd, waarvan zowel moeder als kind
jarenlang plezier kunnen hebben. Het
vehikel kan in de eerste plaats
dienst doen als „gewone" kinderwa
gen, maar daarnaast kan het ook
als baby-bedje gebruikt worden.
Wordt het kindje wat groter, dan
kan het voertuig getransformeerd
worden tot een wandelwagentje, en
heeft de jongedame of jongeheer de
eerste levensjaren achter de rug, dan
kan men het voertuig tenslotte op
vrij eenvoudige wijze „herbouwen
tot een z.g. Vliegende Hollander!
Goede maaltijden, ondanks de
schoonmaakdiukte!
Bij alle drukte, welke momenteel de
grote schoonmaak voor vele huisvrou
wen meebrengt, mag een goede maal
tijd niet vergeten worden. Goed eten
is zelfs een eerste vereiste, wanneer
we hard werke:.! De volgende maaltij
den kunen betrekkelijk snel worden
klaargemaakt, en zijn toch smakelijk:
Zondag: Groentesoep, witlof, ham
en kaassaus, aardaopelen, custard
pudding.
Maandag: Kopje groentesoep, ge
hakt, raapstelen, aardappelen, fruit.
Dinsdag: Gehakt, gestoofde uien,
aardappelkoekjes, karnemelksepap
met stroop.
Woensdag: Schotel van aardappel
blokjes, savoyekool en stukjes kaas,
fruit.
Donderdag: Stamppot van rauwe
andijvie, uitgebakken spek, Deense
vla (half-om vanillevla en gebonden
bessensap; gedeelte bessensap be
waren)
Vrijdag: Harde eieren, aardappel
puree, veldsla, gebakken beschuiten
met besssenap (rest Donderdgg).
Zaterdag: Bruine bonen, aardap
pelen, appelmoes, havermoutpap.
Als de temperatuur gaat stijgen...
Als de zomerse dagen talrijker
worden en dochterlief haar jumper -
tjes „om te puffen" vindt, zorgt
Mama voor een gezellig bloesje ter
afwisseling.
Hier ziet U een viertal verschil
lende modelletjes, die u met behulp
van het nevenstaande patroontje
kunt knippen. Laten we met het on
derste figuurtje beginnen. De vrij
brede schouderpas wordt van voor-
en rugpatroon losgeknipt. Voor dit
bloesje gebruikt u het patroon van
de pofmouw. U rimpelt het voorpand
op de aangegeven plaats van boven
in en stikt het schouderpasje erop.
Bij het rugpasje vouwt u het beleg
naar binnen en brengt de sluiting
aan, waarna u het op het rugpand
stikt. Schouder- en zijnaden sluiten.
De mouwnaadjes worden diehtge-
stikt. De onderkant van de mouw
naait u ingerimpeld tussen do dub
bele stof van een 2 cm breed man
chetje op armdikte (ca 21 cm). Daar
na zet u de mouw, over de kop inge
rimpeld, naad op naad vallend* in het
armsgat. Het kraagje bestaat uit 2
delen van dubbele stof. De schouder
pas kan men desgewenst met een
paar motiefjes of een randje bordu
ren.
U kunt ook een ruche, kantje of
puntband langs de pas rijgen voor
u deze opstikt, zoals u bij het meiske
links ziet. Bij dat modelletje is de
sluiting van voren en het heeft glad
de rechte mouwtjes, dus volgens het
andere mouwpatroon geknipt. Het
kraagje kunt u nu ook aan één
stuk maken.
De andere twee modelletjes zijn
zonder schouderpas en met een door
lopende voorsluiting. Bij het tekenen
van het rugpatroon laat u dus de
doornsijlijn, de overslag en het beleg
van de pas vervallen. By het voor
patroon trekt u de middenvoorlijn
van het onderste deel naar boven
door. Dit wordt dus de voorkant met
inbegrip van beleg en overslag. Het
bovense modelletje (leuk bij een
overgooier) krijgt de pofmouw, het
andere is meer sportief met opgestik
te zakjes en een garnering van ge
ruite of gestreepte stof. Dit maakt
u met het rechte mouwtje.
ELLA BEZEMER.