„The Browns" uit Cleveland werd
gemakkelijk „footbalT'kampioen
C
C
D
J
LEZERS SCHRIJVEN
BEZET ZEELAND BIJZONDERE
PLAATS IN VOGELLEVEN
JANNEMAN IS IN DE WAR
Zes broers voeren een stukje op
12
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1955
SPORTERVARINGEN IN DE STATES
Veldsporteti stopgezet, sporthallen
met „indoor" vangen deze leemte op
DE AFSLUITING van het „American football"-seizoen betekent tevens
de beëindiging: van de sporten „buitenshuis". Het gelukte „The Browns"
kampioen van zijn afdeling te worden, zodat deze club toen met Detroit
mocht uitmaken wie titelhouder van Noord-Amerika werd. Dit duel werd
een eenzijdige vertoning, waarin Cleveland (The Browns) gemakkelijk 'won.
De cyfers tonen het aan: 5615. Waarin het base-ball team van Cleveland
niet slaagde, gelukte het „football-team" wel, namel\jk het behalen van
de titel bij de profs. Ohio kwam dit jaar goed uit de bus, dat bewezen
ook de amateur-„football"-spelers van de universiteit van Ohio (Colum
bus), die kans zagen de traditionele „Rosé Bowl" te winnen.
Daarmee was de „footbair'-competitie afgelopen. De weers- en terreins
omstandigheden in 'n groot deel van de Verenigde Staten waaronder ook
Cleveland laten niet toe, dat men sport buiten beoefent. In deze periode
worden de veldspelen hier dan ook volkomen stopgezet. Dus: geen Zon
dagmiddag met een geanimeerde voetbal-, korfbal- of hockeywedstrijd,
zoals wy deze kennen. De geloof, dat vele sportliefhebbers in Nederland
zullen zeggen: Hoe brengen de Amerikanen dan hun Zondagmiddag door?
En ik hoor vele echtgenoten van de trouwe Zondagsklanten zeggen: Kom,
laten wij maar naar Amerika verhuizen, dan hebben wy tenminste een
„rustige" Zondag en dan lopen wy 's avonds geen kans tegen een on
vriendelijk gezicht van de man aan te moeten kijken wanneer zyn club
heeft verloren
De winter in Cleveland is vrijwel
gelijk aan de „Hollandse" winter,
alleen is er een veel grotere sneeuw
val, zodat de sportvelden gedurende
enkele maanden bedekt zijn met een
flinke laag sneeuw. Of zij zijn ver
anderd in moddervelden, zodat er
totaal geen gelegenheid tot het be
oefenen van veldspelen bestaat. Wil
de sportliefhebber dan ook niet tot
het voorjaar toe van zijn sport ver-
door J. STEVENS.
stoken blijven, dan dient hij zich
naar de sporthallen te begeven.
Daar wacht de bezoeker een grote
verscheidenheid van sporten, die ze
ker niet minder spectaculair zijn
dan de veldspelen.
Verschillende van deze sporten
trekken dan ook veel publiek,
hoewel minder dan de veldspelen.
Dit zou ook niet mogelijk zijn,
daar de sporthallen „Arena's" en
„Fronton's" niet op zulke aantal
len berekend zijn. De entréeprij-
zen voor de „indoor" sporten zijn
meestal hoger. Bedragen van S 3
5 voor een ijshockeywedstrijd
en van 316 voor een boks
wedstrijd zijn ook voor de Ame
rikaan hoog.
Cleveland behoort tot de grootste
steden van de Verenigde Staten. Er
is dan ook steeds gelegenheid een of
andere „indoor"sport te bezoeken.
Waar wilt U heen? Naar een bas
ketball- of een ijshockeywedstrijd,
houdt U misschien meer van boksen
of worstelen of ziet U liever een at
letiekwedstrijd, waarin U de korte-
of middenafstandslopers kunt gade
slaan
Laat ik U dan meenemen naar een
bokswedstrijd en wel naar de hoofd
partij van de avond, een duel van
twee zwaargewichten, Norkus en La
Starza. De laatste bokser leverde
enige tijd geleden een gevecht tegen
Rocky Marciano, de wereldkampi
oen, waarbij de titel op het spel
stond. Het gelukte La Starza niet
over Marciano te zegevieren, zodat
deze voorlopig dit praedicaat be
houdt.
Onze verwachtingen voor het ge
vecht NorkusLa Starza waren dan
ook hoog gespannen, want wij zou
den boksers van zeer goede klasse
aan het werk zien. Doch wij kwa
men bedrogen uit. In deze partij
van 12 ronden elk van 3 minuten
was van boksen practisch geen
sprake. De 7 8000 bezoekers gin
gen meer te keer dan de boksers.
Het was een gefluit en gejoel van
belang, want men ziet natuurlijk
graag „waar" voor zijn geld. De
ene ronde na de andere ging voorbij,
zonder dat er goed boksen te zien
werd gegeven, telkens gingen de
boksers in de clinch en geen van
beiden is dan ook maar één ogenblik
in gevaar geweest.
De uitspraak van de 3 man ster
ke jury luidde, dat Norkus had ge
wonnen, zodat La Starza verder
werd teruggewezen en minder kans
heeft om nogmaals een gooi naar de
wereldtitel te wagen.
Door dit gevecht, waarvan wij
meer hadden verwacht, echter niet
teleurgesteld, begaven wij ons nog
maals naar de „Arena", nu om de
partij te gaan zien tussen Castellani
en Mims, twee middengewichten. De
eerste is eenmaal teruggewezen
voor de wereldtitel door zijn land
genoot uarl „Bobo" Olsen. Na een
reeks overwinningen zal hij echter
in April nogmaals tegen de wereld
titelhouder uitkomen, waarbij het
kampioenschap op het spel zal
staan. Castellani woont in Cleveland
en geniet hier een grote populariteit.
De „color"man Mims komt uit
Washington.
Dit gevecht stond op beter peil
dan het vorige, doch ook nu zou
men niet gezegd hebben, dat hier de
topklasse aan het werk was. De
partij, die over 10 ronden van drie
minuten ging, werd een zege voor
Castellani, die zich nu op het grote
gevecht gaat voorbereiden, doch
volgens insiders tegen Olsen maar
weinig kans maakt.
Nu wij toch midden in het boksen
zijn terechtgekomen, is het mis
schien interessant te vermelden, dat
de vroegere wereldkampioen zwaar
gewicht Joe Louis nu als scheids
rechter optreedt bij verschillende
bokswedstrijden en dat de voormali
ge wereldkampioen in het midden
gewicht „Sugar" Ray Robinson, na
een afwezigheid van meer dan twee
jaar uit de ring, enige maanden ge
leden weer in training is gegaan.
Zijn eerste gevecht werd reeds een
knock-out-zege, doch Robinson ver
loor tegen „Tiger" Jones zijn twee
de partij op punten. Dat betekende
zijn vijfde nederlaag in zijn carriè
re, want toen „Sugar" indertijd op
weg was naar de wereldtitel, zag hij
kans meer dan honderd overwinnin
gen te behalen, terwijl hij slechts
vier maal verslagen werd.
Na zijn laatste nederlaag ver
klaarde Robinson, die nu 31 jaar is,
dat de tijd van voorbereiding te
kort was geweest. Men kon dan ook
in dit gevecht, dat via de televisie
ook te aanschouwen was, duidelijk
tekenen van vermoeidheid waarne
men, hetgeen bij hem vroeger niet
voorkwam.
Het is moeilijk de sport vaar
wel te zeggen, maar ook voor de
beoefenaar komt eenmaal de tijd
om er mee op te houden en dan
kan men dit toch het beste doen
als men op het toppunt van zijn
roem staat. Doch wij zien met
belangstelling naar de verdere
verrichtingen van „Sugar" Ray
uit.
Een andere naam, bekend uit de
bokswereld van vroeger, kan men
hier ook steeds horen, namelijk die
van Primo Camera, de Italiaanse
reus, die eens Jack Sharkey de we
reldtitel in het zwaargewicht afnam.
Primo Carnera, die inmiddels Ame
rikaan is geworden, heeft het bok
sen reeds lang vaarwel gezegd. Hij
trdfedt nu op als worstelaar en ver
dient met dit werk een slordige
100.000 per jaar." Over worstelen
hoop ik U de volgende keer wat
meer te vertellen, daar ik binnen
kort Primo Carnera aan het werk
hoop te zien.
Van boksen naar schaken is wel
een grote sprong, maar ik wil U
niet onthopden, dat ik een ontmoe
ting heb gehad met onze oud-we-
relakampioen schaken, dr. Max
Euwe. Dr. Euwe was namelijk ïn
Cleveland aanwezig voor het spelen
van een aantal simultaanpartijen.
Hij was voor dit doel ook reeds in
New York, Pittsburg en Philadel
phia geweest. Er waren daarbij
meer, in Amerika woonachtige, Ne
derlanders tegenwoordig. Dr. Euwe
verzocht mij, de groeten over te
brengen aan de Vlissingse schakers
en aan de heer Krijgsman, leraar
wiskunde aan de Vlissingse R.H.B.S.
Met deze ontmoeting besluit ik dit
keer. In het volgende artikel zal ik
U meenemen naar andere „indoor"-
sporten.
Samenwerking in de
Zeeuwse wielersport
Dat langzamerhand de wielersport
in Zeeland in betekenis belangrijk aan
het toenemen is, is wel een feit. Zee
land bezit in Piet v. d. Lyke en Ed
dy de Wael een paar hoopvolle jonge
beroepsrenners, terwyl J. Westdorp,
R. Verhelst, C. Oosthoek, B. Verslurjs
T. van Wychen, De Rooij, Inghels,
Rentmeester en Verstraete beloftevol
le prestaties hebben geleverd. Met het
stijgen der prestaties der renners is
ook de belangstelling van het Zeeuw
se publiek sterk toegenomen. Steeds
meer dorpen komen er toe een wieler-
course te organiseren, hetgeen de
wielersport goed doet. Bij het doen
opleven van de Zeeuwse wielei'sport,
het steunen en adviseren er van, heeft
naast enkelingen de Zeeuwse Wieler
club „De Scheldemonden" met haar
sportieve voorzitter, de heer C. v. d.
Linde, een zeer groot aandeel gehad.
Ondanks een soms slechte kas, tegen
werking en andere moeilijkheden
heeft deze sinds enkele jaren bij de
K.N.W.U. aangesloten vereniging zes
jaar lang de wielersport en renners
met kennis van zaken omhoog ge
werkt. En deze club met het actieve
bestuur werkt nog steeds met groot
enthousiasme, aan het opvoeren der
Zeeuwse wielersport. Zo zullen de ren
ners dit seizoen wekelijks een wed
strijd in eigen omgeving kunnen rij
den. Nu men ook de beschikking kan
krijgen over de prachtige sintelbaan
in Vlissingen, de enige in Zeeland, is
het goed mogelijk dat men hierop ook
enkele goede wedstryden kan zien.
De deelname aan het clubkampioen
schap van Nederland zal weer een feit
zfln.
Maar bij het stijgen der prestaties
van de renners, duiken nu overal per
sonen op met grote kennis en kijk op
de wielersport en renners. Zij advise
ren de jonge (maar vooral de beste)
renners! En hoe? Jan Westdorpe, o.a.
de beste amateur van het afgelopen
jaar, een renner, die iedere Zeeuwse
sportman bewonderde, heeft onze
provincie verlaten om buiten Zeeland
een groter coureur te worden. Een
renners met capaciteiten kan ook in
Zeeland vooruit komen, want buiten
de provincie zal ook een ieder moeten
veenten voor een goede plaats. Ren
ners, die goed rijden kunnen ook naar
grote coursen. Zie V. d. Lijke (Ronde
van Vlaanderen, de „Katteeours",
Polen, He de France. Met my zullen
heel veel echte wielerliefhebbers de
verliezen voor de Zeeuwse Wielerclub
betreuren. Ook 'n jammerlijk feit is,
dat er geen eenheid meer is in de
Zeeuwse wielersport. Mijne heren, het
spreekwoord „Eendracht maakt
macht" is hier zeker op zyn plaats.
En renners let op uw saeck. Houdt de
Zeeuwse wielersport hoog.
's-Heerenhoek P. F. Stokx
Geen stroom -maar
golfslagbrekers
De kustverdediging van de Vlis
singse Boulevards bestaat reeds jaren
uit twee stukken, namelyk de Boule
vard de Ruyter en de meer op een
zeedijk gelijkende Boulevard Bankert
en Evertsen. De beide stukken ver
schillen naar ik schat toch minstens
anderhalve meter in hoogte. Nu is er
by de Boulevard Evertsen minder ge-
vaar voor golfslag omdat er hier een
strand is, waarop de golven worden
gebroken. Er is al veel over de golf
slag geschreven, maar er is nog wei
nig aan gedaan, vooral niet met be
trekking tot de Boulevard De Ruyter.
Weliswaar heeft men de bestaande
oude muur uitgekapt en van verse
stenen voorzien, maar dat lijkt mij
toch onvoldoende. Reeds op 7 Febru
ari 1953 heb ik aan Prins Bernhard
feschreven over myn opvattingen ter
estryding van de golfslag en op 16
Maart daaropvolgend werd namens
OUDER ZEELANDS HOGE HEMEL
Vroege koekoeksroepen vinden bevestiging
Onze oproep aan de lezers (P.Z.C. 7 Februari 1955) is niet zonder weer
klank gebleven. Dank zy een aantal mededelingen, die wij nadien ontvingen
is het mogelijk geworden een interessant beeld te verkrijgen in zake de wel
zeer vroege verschijning van de koekoek.
In de eerste plaats is daarbij gebleken, dat er rechtstreekse bevestigingen
zijn van de eerst-gepubliceerde waarnemingen, nl die van Aardenburg (28
Januari) en van 's Heer Hendrikskinderen (29 Januari), roepen, die West
Zeeuwsch Vlaanderen en Zuid. Beveland als verschyningsgebied aangaven.
In de tweede plaats (dit kan natuur
lijk toevallig zijn) zou men een denk
beeldige lyn kunnen trekken, die alle
waarnemingen verbindt en reikt van
Aardenburg, over Breskens, Ritthem,
's Heer Hendrikskinderen en Kapelle
naar Krabbendijke. Dit betekent niet,
dat een bepaalde koekoek zich over
een aantal dagen in die richting heeft
verplaatst, dit is reeds uit de data op
te maken, men kan slechts opmerken,
dat er buiten deze lijn geen waarne
mingen zijn gemeld.
Ten slotte blykt, in verband met
door BAREND ZWERFMANS
het onder twee genoemde, dat som
mige lezers wèl waarnemingen kon
den melden, maar dit niet deden, om
dat de koekoek er natuurlyk niet kón
zijn en er daarom naar hun mening
ook niet wès. Zo moet een geval in
Kapelle als dubieus worden weggela
ten, omdat de waarnemer door deze
fedachte geleid tot zyn spyt, een door
em waargenomen koekoeksvlucht
niet met de nodige aandacht heeft ge
volgd. Daartegenover staat een per
tinente bewering van de heer M.
Nieuwenhuize, dat hy de koekoek in
deze omgeving heeft gehoord en dat
deze roep zonder enige twijfel echt
was.
Hier volgen de tot heden ontvangen
gegevens, gerangschikt naar de da
tum van waarneming:
a. 28 Jan. 1955: Roep gehoord door
F. Jansen te Aardenburg. Plaats: na
by Elderschans. (P.Z.C. 29 Jan. '55)
b. 28 Jan. 1955: Koekoek gezien
door I. Lourens te Cadzand. Plaats:
Aardenburg, naby Elderschans, 10
uur voormiddag;
c. 28 Jan. 1955: Roep gehoord
door mevrouw A. v. d. Heuvel te
Breskens. Plaats: Breskens, 1112
uur voormiddag, 2 X.
d. 29 Jan. 1955: Roep gehoord
door A. Nysse te 's H. H. Kinderen.
Plaats: 's H. H. K. 2—3 uur namid
dag, 2 X.
e. 29 Jan. 1955: Roep gehoord
door M. Nieuwenhuize te Kapelle.
Plaats: Kapelle in de voormiddag.
f. 3031 Jan. 1955: Roep ge
hoord door L. de Nooyer te Oost-Sou
burg. Plaats: Oost-Souburg-richting
Ritthem.
g. 7 Febr. 1955: Koekoek gezien
door Wachtm. Pol. de Jong te Rit
them.
Z.K.H. bericht, dat myn suggesties
werden doorgegeven aan de betrokken
autoriteiten. Deze plannen voorzien
in het aanbrengen van golfslagbre
kers in de vorm van een kwartcirkel,
waarvan de binnenkant dus aan de
zeezijde wordt aangebracht. Het is
mijn vaste overtuiging, dat wy geen
stroom- maar golfslag-brekers moe
ten hebben voor de kust van Vlissin-
gen.
U dankend voor de plaatsruimte
Vlissingen. F. H. Gazan.
(Van redactiewege bekort).
De gevallen a. en b. zijn fraaie be
vestigingen van elkaar, terwyl ook f.
en g. in dezelfde richting wijzen. Deze
laatste gevallen duiden tevens aan,
dat de koekoeken na het invallen van
het koudere weer volgend op de zeer
warme periode van 2729 Jan. niet
alle zijn teruggekeerd.
Mocht weer twyfel ryzen aangaan
de het blijven van de (ev. enkele)
koekoeken, dan kan ik tot mijn vol
doening daartegenover stellen, dat
ik zelf op 12 Februari vanuit de trein
1.15 uur n.m. tussen Krabbendyke
en Rilland in een besneeuwde boom
gaard grenzende aan de spoorlyn een
vliegende koekoek zich zag neerzet
ten op een tak. Vooral door de con
trastwerking tegen de sneeuw op de
grond was de waarneming van alle
twyfel ontbloot, het vliegen, het gaan
zitten en het zitten zelf kwamen in
deze waarneming afzonderlyk en dui
delijk tot hun recht.
Het stemt tot voldoening, dat de
bovenvermelde waarnemingen teza
men genomen (wy hopen, dat zij nog
worden aangevuld) niet alleen hebben
bewezen, dat de koekoek in 1955 an
ders doet dan in vorige jaren, maar
dat ook de vroege roepen uit 1953
daardoor in een duidelijk licht komen
te staan. Ons eigen vertrouwen in de
juistheid van de melding van de heer
De Neef, te Kapelle, in vogelkundige
kringen afgewezen, omdat 27 Febr.
1953 toch wel zéér sterk buiten de
normale waarnemingen viel, is dus
niet beschaamd.
BIJZONDERE PLAATS
Voorts is in verband met ons nu
reeds ongeveer 5-jarig onderzoek be
wezen, dat Zeeland een bijzondere
plaats inneemt voor wat het verschij
nen van de koekoek betreft. Hoe
Noordelijker wij konien, hoe later de
roep wordt waargenomen, maar Zee
land komt wel zeer sterk op de voor
grond. Qnze belangstellende lezers
hebben niet een gering aandeel in het
vaststellen van deze bijzonderheid.
Overigens is dit niet geheel zonder
precedent; reeds vroeger is aange
toond, dat de kluten in Zeeland over
winterden, terwyl ze dat nergens el
ders in ons land deden. Een reden te
meer om het vogelleven in Zeeland
van naby te blijven gadeslaan.
Dit klemt vooral, "ómdat we de be-
langrykste melding nog niet hebben
besproken. Het onderzoek daarnaar
is nog niet geheel afgelopen. Het
wijst echter op een geval van volko
men overwintering van een koekoek,
iets dat tot heden toe, alleen al om
het niet beschikbaar zijn van het nor
male voedsel, tot de onmogelykheden
moest worden gerekend. Daar we in
dit geval wel uiterst voorzichtig moe
ten zijn, zullen we het eerst publice
ren, nadat volkomen zekerheid is ver
kregen (dit met instemming Van de
melder)
Mocht het juist zyn, dan is onze
vergelijking met het Duitse geval van
de overwinterende ooievaarsfamilie,
volkomen mogelyk gebleken en heeft
Zeeland wel een zeer byzondere pri
meur.
Er was feest by de fa
milie van Brug. De oud
ste zoon was naar Cana
da verhuisd en kwam nu
voor de eerste keer met
vacantie naar huis.
Reeds weken van te
voren hadden zyn broers
een plannetje bedacht
om zijn thuiskomst luis
ter bij te zetten.
Ze hadden er op zolder
aan zitten werken en
tenslotte stonden er
twaalf grote borden met
keurig geschilderde let
ters gereed.
„Luister" zei de lang
ste van de broers. „We
dragen ieder een bord op
ons borst en rug. Als de
familie dan in de kamer
zit komen we plotseling
binnen en dan blaas ik
op een fluitje. We gaan
dan van gTOot tot klein
keurig op een ry staan
en dan kunnen de aan
wezigen het woord lezen
dat de letters op de voor
kant samen vormen.
Fluit ik wéér, dan draai
en we ons om en ver-
schynt het woord dat op
onze rug staat.
Tien keer repeteerden
de jongens en tien
keer ging het prru l1g,
maartoen de grote
dag was aangebroken
klopte er niets van!! Dat
kwam natuurlyk omdat
ze allemaal een beetje
zenuwachtig waren.
Op de eerste tekening
zien jullie het zestal
staan op de bewuste
avond en op de tweede
tekenine hebben ze zich
omgedraaid.
Kunnen jullie zien wel
ke woorden ze wilden
vormen enhoe de
oudste broer, waarvoor
het feest bestemd was,
heette?
Kleine Janneman hield
heel erg veel van plaat
jes kijken. De heerlijkste
uurtjes van de dag waren
voor hem wanneer hy
tussen vaders knieën aan
tafel mocht zitten en
luisterde naar alles wat
vader vertelde bij de
mooie platen in zyn pren
tenboek.
„Kijk, Janneman!" zei
vader dan. „Kijk dat is
een hondje... zie je wel...
en weet je hoe het hond
je doet?" Dan riep Jan
neman luid: „Waf, waf!"
„En hier, zie je wel,
daar staat een koetje..."
En voordat vader het
vroeg riep Janneman dan
al: „Boeboe
Janneman wist van al
le dieren welke geluiden
ze maakten. Zag hy in
zijn boek een haantje,
dan riep hy „Kukele-
kuuuu". Zag hij een geit
je dan v/as het „Behh...";
een eendje deed „Kwak—
kwaken fn poesje
„Miauw
Op een avond toen hy
weer fyn bij vader geze
ten had en door papa
naar bed werd gebracht
zei hy: „Kleine Janne
man heeft nog nooit een
écht koetje gezien en nog
nooit een écht geitje. Va
der moest lachen. „Dat
komt nog wel eens. jon
gen!" zei hij, de dekens
goed instoppend. „Ut be
loof je zo spoedig moge
lyk eens met je naar een
boerdery te gaan. Weet
je, déér zyn alle dieren
die in je prentenboek
staan. Is het nu goed?"
„Ja papa", lachte Janne
man, in zyn ogen wry-
vend en toen viel hy in
een diepe slaap.
Janneman had de laat
ste woorden van zyn va
der blykbaar goed ont
houden, want ineens
wandelde hy in zyn
droom op het erf van de
boerdery. die in zijn boek
stond getekend. Daar
kwam zowaar een echte
koe aan. „Dag koetje!"
riep Jan opgewonden.
„Dag lief koetje... boe...
boe... boe...!" De koe
echter trok zijn wenk
brauwen op en spitste
zijn oren. „Wat zeg je
me nu!" sprak hy ver
wonderd tot de kleine
man. ..Zeg je daar boe...
boe... boe... Maar dat is
helemaal fout... ik ben
wel een koe, maar ik zeg
altyd „Waf-waf-waf!"
„Dat is niet waar!"
riep Janneman nu. „Papa
heeft zelf verteld, dat
u Boe moet roepen. Pa
pa is véél knapper dan
u!" „Zeg dan maar te-
Eren je papa", vervolgde
de koe roerloos, „zeg dan
maar tegen je pa dat hij
het helemaal mis heeft!"
En luid blaffend vervolg
de de koe haai* weg.
Plotseling hoorde Jan
neman heel hand kake
len. „Toktok-tok-tok!"
klonk het. „Ha!" riep
Janneman, „daar is een
kipje... kipje, kipje, waar
ben je...!'' Tot Jan zyn
grote verwondering ech
ter kwam er een lm var
ken uit de stal. „U ver
gist zich, meeneer var
ken!" riep Jan, „U doet
net of u een kipje is,
maar u is een varken!"
De oogjes van het var
ken, die van slaap haast
dfcht zaten, gingen hele
maal open. „Wat?" riep
hy ongelovig, „mag ik
als varken soms kakelen
of hoe zit dat?" „Een
kip kakelt!" zei Janne
man opgewonden. „Een
varken kakelt!" ant
woordde het varken zich
kwaad omdraaiend.
Janneman begreep er
niets meer van. Het
geitje, dat langs kwam
gehuppeld, groette hem
vriendelyk met „Kwak-
kwak-kwak!"
En het haantje kraaide
„Miauwwww!"
En het schaapje knor-
.de als een varken en het
paard piepte als een
muis.
Toen Janneman de vol
gende dag weer met va
der plaatjes aan het ky-
ken was en papa ze:
„Kijk Janneman, een
koetje", riep Janneman
luid „Waf-waf-waf!"
„Maar Janneman!" riep
vader lachend uit. „Dat
valt me nu van je tegen...
wéét je welk dier „waf-
waf" zegt?" En vader
wees een hondje aam
Maar Janneman riep
luid: „Miauwmi
auw
Papa zette grote ogen
op. Janneman, je bent
helemaal in de war!" zei
hy.
Janneman was echter
niet van zijn stuk te
brengen. „Ik heb het nu
zelf gehoord, papa!" zei
hy. „Ik heb vannacht al
le dieren van de boerde
rij zelf gezien. En het
koetje deed „Waf" en
het varken „tok-tolc!"
en het geitje „Kwak-
kwak!" en het haantje
„Miauw!" en het paard
je „Piep."
De volgende dag nog
deed vader Janneman
zyn dasje aan en ging
met hem naar de boer
dery. Daai* droomde
Janneman niet. Niets er
van. Zijn hele prenten
boek zag hy nu voor zich,
precies zoals het gete
kend was en reken maar
dat vader gelyk had. Nu
was Janneman overtuigd.
Nooit vergiste hy zich
meerhet was een
prachtige les geweest.
Mies je zou haar bel gaan
[poetsen.
Nu, dat werd een reuze
[mop!
Ze was er een uur mee
[bezig,
maar... tenslotte gaf ze
[op.
Boe dat kwam Wel,
[luister even.
Door de beurt, die Mies
[het gaf,
Werd de kop'ren bel een
[spiegel
Maar toen was het
[werk niet af!
Want door al dat ijtfrig
[poetsen
werd de glaz. i bélplaat
[dof!
Daarom nam ze spons en
Dochwas tóen de
[muis vol lof f
Niets er van. Van
d'zeem en 't water
glom de bel geheel niet
[meer
Dus ging Mies je weer
[aan 't poetsen...
Poetsen voor de tweede
[keer!
Als de bel glom was de
[plaat dof,
Glom de plaatwas
[dof de bel!
„Bah!" riep Mies na vier
[kwartiertjes.
,,'k Schei er uit... wat
[denk je wel!!"