„The Browns" uit Cleveland werd gemakkelijk „footbalT'kampioen C C D J LEZERS SCHRIJVEN BEZET ZEELAND BIJZONDERE PLAATS IN VOGELLEVEN JANNEMAN IS IN DE WAR Zes broers voeren een stukje op 12 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 18 FEBRUARI 1955 SPORTERVARINGEN IN DE STATES Veldsporteti stopgezet, sporthallen met „indoor" vangen deze leemte op DE AFSLUITING van het „American football"-seizoen betekent tevens de beëindiging: van de sporten „buitenshuis". Het gelukte „The Browns" kampioen van zijn afdeling te worden, zodat deze club toen met Detroit mocht uitmaken wie titelhouder van Noord-Amerika werd. Dit duel werd een eenzijdige vertoning, waarin Cleveland (The Browns) gemakkelijk 'won. De cyfers tonen het aan: 5615. Waarin het base-ball team van Cleveland niet slaagde, gelukte het „football-team" wel, namel\jk het behalen van de titel bij de profs. Ohio kwam dit jaar goed uit de bus, dat bewezen ook de amateur-„football"-spelers van de universiteit van Ohio (Colum bus), die kans zagen de traditionele „Rosé Bowl" te winnen. Daarmee was de „footbair'-competitie afgelopen. De weers- en terreins omstandigheden in 'n groot deel van de Verenigde Staten waaronder ook Cleveland laten niet toe, dat men sport buiten beoefent. In deze periode worden de veldspelen hier dan ook volkomen stopgezet. Dus: geen Zon dagmiddag met een geanimeerde voetbal-, korfbal- of hockeywedstrijd, zoals wy deze kennen. De geloof, dat vele sportliefhebbers in Nederland zullen zeggen: Hoe brengen de Amerikanen dan hun Zondagmiddag door? En ik hoor vele echtgenoten van de trouwe Zondagsklanten zeggen: Kom, laten wij maar naar Amerika verhuizen, dan hebben wy tenminste een „rustige" Zondag en dan lopen wy 's avonds geen kans tegen een on vriendelijk gezicht van de man aan te moeten kijken wanneer zyn club heeft verloren De winter in Cleveland is vrijwel gelijk aan de „Hollandse" winter, alleen is er een veel grotere sneeuw val, zodat de sportvelden gedurende enkele maanden bedekt zijn met een flinke laag sneeuw. Of zij zijn ver anderd in moddervelden, zodat er totaal geen gelegenheid tot het be oefenen van veldspelen bestaat. Wil de sportliefhebber dan ook niet tot het voorjaar toe van zijn sport ver- door J. STEVENS. stoken blijven, dan dient hij zich naar de sporthallen te begeven. Daar wacht de bezoeker een grote verscheidenheid van sporten, die ze ker niet minder spectaculair zijn dan de veldspelen. Verschillende van deze sporten trekken dan ook veel publiek, hoewel minder dan de veldspelen. Dit zou ook niet mogelijk zijn, daar de sporthallen „Arena's" en „Fronton's" niet op zulke aantal len berekend zijn. De entréeprij- zen voor de „indoor" sporten zijn meestal hoger. Bedragen van S 3 5 voor een ijshockeywedstrijd en van 316 voor een boks wedstrijd zijn ook voor de Ame rikaan hoog. Cleveland behoort tot de grootste steden van de Verenigde Staten. Er is dan ook steeds gelegenheid een of andere „indoor"sport te bezoeken. Waar wilt U heen? Naar een bas ketball- of een ijshockeywedstrijd, houdt U misschien meer van boksen of worstelen of ziet U liever een at letiekwedstrijd, waarin U de korte- of middenafstandslopers kunt gade slaan Laat ik U dan meenemen naar een bokswedstrijd en wel naar de hoofd partij van de avond, een duel van twee zwaargewichten, Norkus en La Starza. De laatste bokser leverde enige tijd geleden een gevecht tegen Rocky Marciano, de wereldkampi oen, waarbij de titel op het spel stond. Het gelukte La Starza niet over Marciano te zegevieren, zodat deze voorlopig dit praedicaat be houdt. Onze verwachtingen voor het ge vecht NorkusLa Starza waren dan ook hoog gespannen, want wij zou den boksers van zeer goede klasse aan het werk zien. Doch wij kwa men bedrogen uit. In deze partij van 12 ronden elk van 3 minuten was van boksen practisch geen sprake. De 7 8000 bezoekers gin gen meer te keer dan de boksers. Het was een gefluit en gejoel van belang, want men ziet natuurlijk graag „waar" voor zijn geld. De ene ronde na de andere ging voorbij, zonder dat er goed boksen te zien werd gegeven, telkens gingen de boksers in de clinch en geen van beiden is dan ook maar één ogenblik in gevaar geweest. De uitspraak van de 3 man ster ke jury luidde, dat Norkus had ge wonnen, zodat La Starza verder werd teruggewezen en minder kans heeft om nogmaals een gooi naar de wereldtitel te wagen. Door dit gevecht, waarvan wij meer hadden verwacht, echter niet teleurgesteld, begaven wij ons nog maals naar de „Arena", nu om de partij te gaan zien tussen Castellani en Mims, twee middengewichten. De eerste is eenmaal teruggewezen voor de wereldtitel door zijn land genoot uarl „Bobo" Olsen. Na een reeks overwinningen zal hij echter in April nogmaals tegen de wereld titelhouder uitkomen, waarbij het kampioenschap op het spel zal staan. Castellani woont in Cleveland en geniet hier een grote populariteit. De „color"man Mims komt uit Washington. Dit gevecht stond op beter peil dan het vorige, doch ook nu zou men niet gezegd hebben, dat hier de topklasse aan het werk was. De partij, die over 10 ronden van drie minuten ging, werd een zege voor Castellani, die zich nu op het grote gevecht gaat voorbereiden, doch volgens insiders tegen Olsen maar weinig kans maakt. Nu wij toch midden in het boksen zijn terechtgekomen, is het mis schien interessant te vermelden, dat de vroegere wereldkampioen zwaar gewicht Joe Louis nu als scheids rechter optreedt bij verschillende bokswedstrijden en dat de voormali ge wereldkampioen in het midden gewicht „Sugar" Ray Robinson, na een afwezigheid van meer dan twee jaar uit de ring, enige maanden ge leden weer in training is gegaan. Zijn eerste gevecht werd reeds een knock-out-zege, doch Robinson ver loor tegen „Tiger" Jones zijn twee de partij op punten. Dat betekende zijn vijfde nederlaag in zijn carriè re, want toen „Sugar" indertijd op weg was naar de wereldtitel, zag hij kans meer dan honderd overwinnin gen te behalen, terwijl hij slechts vier maal verslagen werd. Na zijn laatste nederlaag ver klaarde Robinson, die nu 31 jaar is, dat de tijd van voorbereiding te kort was geweest. Men kon dan ook in dit gevecht, dat via de televisie ook te aanschouwen was, duidelijk tekenen van vermoeidheid waarne men, hetgeen bij hem vroeger niet voorkwam. Het is moeilijk de sport vaar wel te zeggen, maar ook voor de beoefenaar komt eenmaal de tijd om er mee op te houden en dan kan men dit toch het beste doen als men op het toppunt van zijn roem staat. Doch wij zien met belangstelling naar de verdere verrichtingen van „Sugar" Ray uit. Een andere naam, bekend uit de bokswereld van vroeger, kan men hier ook steeds horen, namelijk die van Primo Camera, de Italiaanse reus, die eens Jack Sharkey de we reldtitel in het zwaargewicht afnam. Primo Carnera, die inmiddels Ame rikaan is geworden, heeft het bok sen reeds lang vaarwel gezegd. Hij trdfedt nu op als worstelaar en ver dient met dit werk een slordige 100.000 per jaar." Over worstelen hoop ik U de volgende keer wat meer te vertellen, daar ik binnen kort Primo Carnera aan het werk hoop te zien. Van boksen naar schaken is wel een grote sprong, maar ik wil U niet onthopden, dat ik een ontmoe ting heb gehad met onze oud-we- relakampioen schaken, dr. Max Euwe. Dr. Euwe was namelijk ïn Cleveland aanwezig voor het spelen van een aantal simultaanpartijen. Hij was voor dit doel ook reeds in New York, Pittsburg en Philadel phia geweest. Er waren daarbij meer, in Amerika woonachtige, Ne derlanders tegenwoordig. Dr. Euwe verzocht mij, de groeten over te brengen aan de Vlissingse schakers en aan de heer Krijgsman, leraar wiskunde aan de Vlissingse R.H.B.S. Met deze ontmoeting besluit ik dit keer. In het volgende artikel zal ik U meenemen naar andere „indoor"- sporten. Samenwerking in de Zeeuwse wielersport Dat langzamerhand de wielersport in Zeeland in betekenis belangrijk aan het toenemen is, is wel een feit. Zee land bezit in Piet v. d. Lyke en Ed dy de Wael een paar hoopvolle jonge beroepsrenners, terwyl J. Westdorp, R. Verhelst, C. Oosthoek, B. Verslurjs T. van Wychen, De Rooij, Inghels, Rentmeester en Verstraete beloftevol le prestaties hebben geleverd. Met het stijgen der prestaties der renners is ook de belangstelling van het Zeeuw se publiek sterk toegenomen. Steeds meer dorpen komen er toe een wieler- course te organiseren, hetgeen de wielersport goed doet. Bij het doen opleven van de Zeeuwse wielei'sport, het steunen en adviseren er van, heeft naast enkelingen de Zeeuwse Wieler club „De Scheldemonden" met haar sportieve voorzitter, de heer C. v. d. Linde, een zeer groot aandeel gehad. Ondanks een soms slechte kas, tegen werking en andere moeilijkheden heeft deze sinds enkele jaren bij de K.N.W.U. aangesloten vereniging zes jaar lang de wielersport en renners met kennis van zaken omhoog ge werkt. En deze club met het actieve bestuur werkt nog steeds met groot enthousiasme, aan het opvoeren der Zeeuwse wielersport. Zo zullen de ren ners dit seizoen wekelijks een wed strijd in eigen omgeving kunnen rij den. Nu men ook de beschikking kan krijgen over de prachtige sintelbaan in Vlissingen, de enige in Zeeland, is het goed mogelijk dat men hierop ook enkele goede wedstryden kan zien. De deelname aan het clubkampioen schap van Nederland zal weer een feit zfln. Maar bij het stijgen der prestaties van de renners, duiken nu overal per sonen op met grote kennis en kijk op de wielersport en renners. Zij advise ren de jonge (maar vooral de beste) renners! En hoe? Jan Westdorpe, o.a. de beste amateur van het afgelopen jaar, een renner, die iedere Zeeuwse sportman bewonderde, heeft onze provincie verlaten om buiten Zeeland een groter coureur te worden. Een renners met capaciteiten kan ook in Zeeland vooruit komen, want buiten de provincie zal ook een ieder moeten veenten voor een goede plaats. Ren ners, die goed rijden kunnen ook naar grote coursen. Zie V. d. Lijke (Ronde van Vlaanderen, de „Katteeours", Polen, He de France. Met my zullen heel veel echte wielerliefhebbers de verliezen voor de Zeeuwse Wielerclub betreuren. Ook 'n jammerlijk feit is, dat er geen eenheid meer is in de Zeeuwse wielersport. Mijne heren, het spreekwoord „Eendracht maakt macht" is hier zeker op zyn plaats. En renners let op uw saeck. Houdt de Zeeuwse wielersport hoog. 's-Heerenhoek P. F. Stokx Geen stroom -maar golfslagbrekers De kustverdediging van de Vlis singse Boulevards bestaat reeds jaren uit twee stukken, namelyk de Boule vard de Ruyter en de meer op een zeedijk gelijkende Boulevard Bankert en Evertsen. De beide stukken ver schillen naar ik schat toch minstens anderhalve meter in hoogte. Nu is er by de Boulevard Evertsen minder ge- vaar voor golfslag omdat er hier een strand is, waarop de golven worden gebroken. Er is al veel over de golf slag geschreven, maar er is nog wei nig aan gedaan, vooral niet met be trekking tot de Boulevard De Ruyter. Weliswaar heeft men de bestaande oude muur uitgekapt en van verse stenen voorzien, maar dat lijkt mij toch onvoldoende. Reeds op 7 Febru ari 1953 heb ik aan Prins Bernhard feschreven over myn opvattingen ter estryding van de golfslag en op 16 Maart daaropvolgend werd namens OUDER ZEELANDS HOGE HEMEL Vroege koekoeksroepen vinden bevestiging Onze oproep aan de lezers (P.Z.C. 7 Februari 1955) is niet zonder weer klank gebleven. Dank zy een aantal mededelingen, die wij nadien ontvingen is het mogelijk geworden een interessant beeld te verkrijgen in zake de wel zeer vroege verschijning van de koekoek. In de eerste plaats is daarbij gebleken, dat er rechtstreekse bevestigingen zijn van de eerst-gepubliceerde waarnemingen, nl die van Aardenburg (28 Januari) en van 's Heer Hendrikskinderen (29 Januari), roepen, die West Zeeuwsch Vlaanderen en Zuid. Beveland als verschyningsgebied aangaven. In de tweede plaats (dit kan natuur lijk toevallig zijn) zou men een denk beeldige lyn kunnen trekken, die alle waarnemingen verbindt en reikt van Aardenburg, over Breskens, Ritthem, 's Heer Hendrikskinderen en Kapelle naar Krabbendijke. Dit betekent niet, dat een bepaalde koekoek zich over een aantal dagen in die richting heeft verplaatst, dit is reeds uit de data op te maken, men kan slechts opmerken, dat er buiten deze lijn geen waarne mingen zijn gemeld. Ten slotte blykt, in verband met door BAREND ZWERFMANS het onder twee genoemde, dat som mige lezers wèl waarnemingen kon den melden, maar dit niet deden, om dat de koekoek er natuurlyk niet kón zijn en er daarom naar hun mening ook niet wès. Zo moet een geval in Kapelle als dubieus worden weggela ten, omdat de waarnemer door deze fedachte geleid tot zyn spyt, een door em waargenomen koekoeksvlucht niet met de nodige aandacht heeft ge volgd. Daartegenover staat een per tinente bewering van de heer M. Nieuwenhuize, dat hy de koekoek in deze omgeving heeft gehoord en dat deze roep zonder enige twijfel echt was. Hier volgen de tot heden ontvangen gegevens, gerangschikt naar de da tum van waarneming: a. 28 Jan. 1955: Roep gehoord door F. Jansen te Aardenburg. Plaats: na by Elderschans. (P.Z.C. 29 Jan. '55) b. 28 Jan. 1955: Koekoek gezien door I. Lourens te Cadzand. Plaats: Aardenburg, naby Elderschans, 10 uur voormiddag; c. 28 Jan. 1955: Roep gehoord door mevrouw A. v. d. Heuvel te Breskens. Plaats: Breskens, 1112 uur voormiddag, 2 X. d. 29 Jan. 1955: Roep gehoord door A. Nysse te 's H. H. Kinderen. Plaats: 's H. H. K. 2—3 uur namid dag, 2 X. e. 29 Jan. 1955: Roep gehoord door M. Nieuwenhuize te Kapelle. Plaats: Kapelle in de voormiddag. f. 3031 Jan. 1955: Roep ge hoord door L. de Nooyer te Oost-Sou burg. Plaats: Oost-Souburg-richting Ritthem. g. 7 Febr. 1955: Koekoek gezien door Wachtm. Pol. de Jong te Rit them. Z.K.H. bericht, dat myn suggesties werden doorgegeven aan de betrokken autoriteiten. Deze plannen voorzien in het aanbrengen van golfslagbre kers in de vorm van een kwartcirkel, waarvan de binnenkant dus aan de zeezijde wordt aangebracht. Het is mijn vaste overtuiging, dat wy geen stroom- maar golfslag-brekers moe ten hebben voor de kust van Vlissin- gen. U dankend voor de plaatsruimte Vlissingen. F. H. Gazan. (Van redactiewege bekort). De gevallen a. en b. zijn fraaie be vestigingen van elkaar, terwyl ook f. en g. in dezelfde richting wijzen. Deze laatste gevallen duiden tevens aan, dat de koekoeken na het invallen van het koudere weer volgend op de zeer warme periode van 2729 Jan. niet alle zijn teruggekeerd. Mocht weer twyfel ryzen aangaan de het blijven van de (ev. enkele) koekoeken, dan kan ik tot mijn vol doening daartegenover stellen, dat ik zelf op 12 Februari vanuit de trein 1.15 uur n.m. tussen Krabbendyke en Rilland in een besneeuwde boom gaard grenzende aan de spoorlyn een vliegende koekoek zich zag neerzet ten op een tak. Vooral door de con trastwerking tegen de sneeuw op de grond was de waarneming van alle twyfel ontbloot, het vliegen, het gaan zitten en het zitten zelf kwamen in deze waarneming afzonderlyk en dui delijk tot hun recht. Het stemt tot voldoening, dat de bovenvermelde waarnemingen teza men genomen (wy hopen, dat zij nog worden aangevuld) niet alleen hebben bewezen, dat de koekoek in 1955 an ders doet dan in vorige jaren, maar dat ook de vroege roepen uit 1953 daardoor in een duidelijk licht komen te staan. Ons eigen vertrouwen in de juistheid van de melding van de heer De Neef, te Kapelle, in vogelkundige kringen afgewezen, omdat 27 Febr. 1953 toch wel zéér sterk buiten de normale waarnemingen viel, is dus niet beschaamd. BIJZONDERE PLAATS Voorts is in verband met ons nu reeds ongeveer 5-jarig onderzoek be wezen, dat Zeeland een bijzondere plaats inneemt voor wat het verschij nen van de koekoek betreft. Hoe Noordelijker wij konien, hoe later de roep wordt waargenomen, maar Zee land komt wel zeer sterk op de voor grond. Qnze belangstellende lezers hebben niet een gering aandeel in het vaststellen van deze bijzonderheid. Overigens is dit niet geheel zonder precedent; reeds vroeger is aange toond, dat de kluten in Zeeland over winterden, terwyl ze dat nergens el ders in ons land deden. Een reden te meer om het vogelleven in Zeeland van naby te blijven gadeslaan. Dit klemt vooral, "ómdat we de be- langrykste melding nog niet hebben besproken. Het onderzoek daarnaar is nog niet geheel afgelopen. Het wijst echter op een geval van volko men overwintering van een koekoek, iets dat tot heden toe, alleen al om het niet beschikbaar zijn van het nor male voedsel, tot de onmogelykheden moest worden gerekend. Daar we in dit geval wel uiterst voorzichtig moe ten zijn, zullen we het eerst publice ren, nadat volkomen zekerheid is ver kregen (dit met instemming Van de melder) Mocht het juist zyn, dan is onze vergelijking met het Duitse geval van de overwinterende ooievaarsfamilie, volkomen mogelyk gebleken en heeft Zeeland wel een zeer byzondere pri meur. Er was feest by de fa milie van Brug. De oud ste zoon was naar Cana da verhuisd en kwam nu voor de eerste keer met vacantie naar huis. Reeds weken van te voren hadden zyn broers een plannetje bedacht om zijn thuiskomst luis ter bij te zetten. Ze hadden er op zolder aan zitten werken en tenslotte stonden er twaalf grote borden met keurig geschilderde let ters gereed. „Luister" zei de lang ste van de broers. „We dragen ieder een bord op ons borst en rug. Als de familie dan in de kamer zit komen we plotseling binnen en dan blaas ik op een fluitje. We gaan dan van gTOot tot klein keurig op een ry staan en dan kunnen de aan wezigen het woord lezen dat de letters op de voor kant samen vormen. Fluit ik wéér, dan draai en we ons om en ver- schynt het woord dat op onze rug staat. Tien keer repeteerden de jongens en tien keer ging het prru l1g, maartoen de grote dag was aangebroken klopte er niets van!! Dat kwam natuurlyk omdat ze allemaal een beetje zenuwachtig waren. Op de eerste tekening zien jullie het zestal staan op de bewuste avond en op de tweede tekenine hebben ze zich omgedraaid. Kunnen jullie zien wel ke woorden ze wilden vormen enhoe de oudste broer, waarvoor het feest bestemd was, heette? Kleine Janneman hield heel erg veel van plaat jes kijken. De heerlijkste uurtjes van de dag waren voor hem wanneer hy tussen vaders knieën aan tafel mocht zitten en luisterde naar alles wat vader vertelde bij de mooie platen in zyn pren tenboek. „Kijk, Janneman!" zei vader dan. „Kijk dat is een hondje... zie je wel... en weet je hoe het hond je doet?" Dan riep Jan neman luid: „Waf, waf!" „En hier, zie je wel, daar staat een koetje..." En voordat vader het vroeg riep Janneman dan al: „Boeboe Janneman wist van al le dieren welke geluiden ze maakten. Zag hy in zijn boek een haantje, dan riep hy „Kukele- kuuuu". Zag hij een geit je dan v/as het „Behh..."; een eendje deed „Kwak— kwaken fn poesje „Miauw Op een avond toen hy weer fyn bij vader geze ten had en door papa naar bed werd gebracht zei hy: „Kleine Janne man heeft nog nooit een écht koetje gezien en nog nooit een écht geitje. Va der moest lachen. „Dat komt nog wel eens. jon gen!" zei hij, de dekens goed instoppend. „Ut be loof je zo spoedig moge lyk eens met je naar een boerdery te gaan. Weet je, déér zyn alle dieren die in je prentenboek staan. Is het nu goed?" „Ja papa", lachte Janne man, in zyn ogen wry- vend en toen viel hy in een diepe slaap. Janneman had de laat ste woorden van zyn va der blykbaar goed ont houden, want ineens wandelde hy in zyn droom op het erf van de boerdery. die in zijn boek stond getekend. Daar kwam zowaar een echte koe aan. „Dag koetje!" riep Jan opgewonden. „Dag lief koetje... boe... boe... boe...!" De koe echter trok zijn wenk brauwen op en spitste zijn oren. „Wat zeg je me nu!" sprak hy ver wonderd tot de kleine man. ..Zeg je daar boe... boe... boe... Maar dat is helemaal fout... ik ben wel een koe, maar ik zeg altyd „Waf-waf-waf!" „Dat is niet waar!" riep Janneman nu. „Papa heeft zelf verteld, dat u Boe moet roepen. Pa pa is véél knapper dan u!" „Zeg dan maar te- Eren je papa", vervolgde de koe roerloos, „zeg dan maar tegen je pa dat hij het helemaal mis heeft!" En luid blaffend vervolg de de koe haai* weg. Plotseling hoorde Jan neman heel hand kake len. „Toktok-tok-tok!" klonk het. „Ha!" riep Janneman, „daar is een kipje... kipje, kipje, waar ben je...!'' Tot Jan zyn grote verwondering ech ter kwam er een lm var ken uit de stal. „U ver gist zich, meeneer var ken!" riep Jan, „U doet net of u een kipje is, maar u is een varken!" De oogjes van het var ken, die van slaap haast dfcht zaten, gingen hele maal open. „Wat?" riep hy ongelovig, „mag ik als varken soms kakelen of hoe zit dat?" „Een kip kakelt!" zei Janne man opgewonden. „Een varken kakelt!" ant woordde het varken zich kwaad omdraaiend. Janneman begreep er niets meer van. Het geitje, dat langs kwam gehuppeld, groette hem vriendelyk met „Kwak- kwak-kwak!" En het haantje kraaide „Miauwwww!" En het schaapje knor- .de als een varken en het paard piepte als een muis. Toen Janneman de vol gende dag weer met va der plaatjes aan het ky- ken was en papa ze: „Kijk Janneman, een koetje", riep Janneman luid „Waf-waf-waf!" „Maar Janneman!" riep vader lachend uit. „Dat valt me nu van je tegen... wéét je welk dier „waf- waf" zegt?" En vader wees een hondje aam Maar Janneman riep luid: „Miauwmi auw Papa zette grote ogen op. Janneman, je bent helemaal in de war!" zei hy. Janneman was echter niet van zijn stuk te brengen. „Ik heb het nu zelf gehoord, papa!" zei hy. „Ik heb vannacht al le dieren van de boerde rij zelf gezien. En het koetje deed „Waf" en het varken „tok-tolc!" en het geitje „Kwak- kwak!" en het haantje „Miauw!" en het paard je „Piep." De volgende dag nog deed vader Janneman zyn dasje aan en ging met hem naar de boer dery. Daai* droomde Janneman niet. Niets er van. Zijn hele prenten boek zag hy nu voor zich, precies zoals het gete kend was en reken maar dat vader gelyk had. Nu was Janneman overtuigd. Nooit vergiste hy zich meerhet was een prachtige les geweest. Mies je zou haar bel gaan [poetsen. Nu, dat werd een reuze [mop! Ze was er een uur mee [bezig, maar... tenslotte gaf ze [op. Boe dat kwam Wel, [luister even. Door de beurt, die Mies [het gaf, Werd de kop'ren bel een [spiegel Maar toen was het [werk niet af! Want door al dat ijtfrig [poetsen werd de glaz. i bélplaat [dof! Daarom nam ze spons en Dochwas tóen de [muis vol lof f Niets er van. Van d'zeem en 't water glom de bel geheel niet [meer Dus ging Mies je weer [aan 't poetsen... Poetsen voor de tweede [keer! Als de bel glom was de [plaat dof, Glom de plaatwas [dof de bel! „Bah!" riep Mies na vier [kwartiertjes. ,,'k Schei er uit... wat [denk je wel!!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 8