„Aap-noot-Mies" van moderne scholen verdwenen föccit JEAN MICHON UIT MAASTRICHT DRESSEERDE IJSBEREN SMOKKELAARS OP PAD IN WEST-CANADA PROVINCIALE ZEE U W IS E O U R A N WOENSDAG 19 JANUARI 1955 LEESPLANK EN HANEBOEK Van „schrijftuich" tot ballpoint Aap, noot, Mies, Wim, zus, Jeter zullen niet velen onder ons zijn, die niet automatisch het rijtje verder zullen kunnen opzeggen. Hebben wij niet vrijwel allen volgens deze beproefde leesplankmethode lezen geleerd en aandachtig naar de wandplaat gekeken, waarop Teun met de Aap op zijn schouder voorkwam Deze woorden zyn onverbrekelijk met onze jeugd verbonden en zijn in staat door hun simpele klank alleen allerlei herinne ringen bij ons wakker te roepen. Door deze, wat sentimentele, herinneringen aan onze eigen eerste school tijd zouden wij geneigd kunnen zyn te denken, dat „onze" leesplankmetho de minstens even goed, zo niet beter is dan thans zich baanbrekende nieu we methoden. Wij voelen het ergens als een gemis, als een kind lezen leert zonder daarbij de aap in de dakgoot te zien klimmen En toch is het maar gelukkig, dat dergelijke gevoelens het op den duur moeten afleggen tegen de vernieuwing, anders zaten onze kinderen op school nu nog let terlijk „onder de plak". Die plak (wij kennen het houten tuchtigingsinstrument uit verhalen van onze ouders en uit beschrijvin gen) was vroeger op school een on misbaar attribuut. Wanneer hij in ge bruik gekomen is hebben wij niet kun nen nagaan, maar uit 1830 bestaat er een beschrijving van de benodigdhe den van een schoolmeester, waarin de plak voorkomt, naast de „duif" en de garde. Deze „duif" was een soort wit lin nen pop in de vorm van een vogel, die de meester met veel handigheid naar de lawaaischopper van het ogenblik toegooide. Was je door de duif ge raakt, dan moest je deze aan de meester terugbrengen en dan meteen in de palm van de hand een klap met de plak in ontvangst nemen. De gar de werd minder vaak gebruikt, maar toch ook niet gespaard, als het om 't handhaven van de orde ging. Van een heel ander gehalte waren de straffen voor domheid: daarvoor werd een plaats onder het schandbord aange wezen of, nog erger, het kind kreeg een plaats met de afbeelding van een ezel om de hals gehangen! In die tijd zaten de kinderen in ban ken tegenover elkaar in de klas, zo dat de helft steeds met de rug naar de meester toezat. De schrrjfvlakken waren schuin geplaatst; op de schei dingslijn stonden enige inktpotten. De inkt was het enige, wat van de leer middelen gratis door de school ver strekt werd. Al het overige, papier, pennen, potloden, werd door de mees ter verkocht. Het was, vooral op de dorpen, ook heel niet ongebruikelijk als de verwarming van het schoollo kaal 's winters volgens hoofdelijke omslag geschiedde: ieder kind bracht elke dag een turf mee. Bovendien werd natuurlijk schoolgeld betaald. Leer-sucht Zo omstreeks 1850 werd voor het leren van het lezen de methode Prin sen gebruikt; in het kort gezegd een bord met dwarslatjes, waartussen letters tot woorden en woorden tot zinnen gevoegd konden worden. Wa ren de leerlingen dit stadium te bo ven, dan verscheen het z.g. Haneboek of groot ABC-boek ten tonele, de haast onuitroeibare opvolger van het Abecedarium, Dit Haneboek ontleen de zijn naam aan de prent, die voor op ieder aflevering voorkwam. De haan (en ook de hond) was het sym bool van de „Leer-sucht". Wij beel den hierbij zö'n titelprent af. Zoals men ziet zijn de haan en de hond ver tegenwoordigd, evenals de meester en zijn vrouw, de eerste „sijn schrijftuich op 't lyf hebbende, als hij gaet bij der straten", de twede met haar abc-bord- je aan haar ceintuur. Deze titelprent vonden wij in „De Oude School" door David Tomkins, waarin men een kleurrijk beeld ge schilderd kan vinden van de historie van ons onderwijs. Zeer hoog in aanzien stond ook, wie goed schrijven kon. Hiervan heet te het immers al in de zestiende eeuw: daar schrijveneen sonderlinge vercïeringe is in alle Brieven ende compositiën ende daer-en-boven meest in alle hanteringen te passé komt, soo behooren alle jonge Lieden geen arbeydt te sparen om wel te lee- ren dese edele Konste waer door sy tot alle vromigheyd komen mogen". Geen wonder, dat de leerlingen zich met veel ijver aan deze edelen kunst wijdden! Driehonderd in één lokaal Wanneer wij de inrichting van onze scholen vergelgken met die van 100 jaar geleden, dan is er heel wat ver anderd. En dat mocht ook wel. De school b.v., waar de bekende Amster damse historicus Jan ter Gouw hoofd was, sloeg wat dit betrof al een heel pover figuur: één groot lokaal aan de straatzijde, een pijpela, waarin alle klassen met totaal driehonderd leer lingen waren ondergebracht. Een gang of ruimte om jassen op te han- fen was er niet, zodat de kinderen ze us aanhielden, ook als het regende en ze nat binnenkwamen. De grote moeilijkheid was dan ook, in zo'n ge val, de schriften niet met de natte mouw te vlekken: Binnen regende 't trouwens ook, dus veel verschil maak te het niet. In deze ruimte werd onderricht ge geven in lezen, schrijven, rekenen, Nederlandse taal, gymnastiek, teke nen, geschiedenis en aardrijkskunde, de beginselen van godsdienst en zede- kunde. Gymnastiek en tekenen be stonden echter alleen op papier. Moeten wij de moderne ouders nog medenemen in een school van nu? Natuurlgk, wij zijn boos over het vaak overmatig grote aantal leerlingen in een klas, over het gebrek aan onder wijzers, waarin de minister niet bij tijds heeft voorzien. Zeker, wg hebben te zorgen, dat de leerling op de lagere school van deze tijd meer en beter leert dan honderd jaar geleden, maar zo treurig als wij het onder de indruk van vele gebreken geneigd zijn voor te stellen is het toch ook weer niet. Om een bekend Neder lands auteur aan te halen: u en ik. wij allemaal waren er niet zo heel veel beter aan toe: en toch splitsen wij atomen, beheersen wij de econo mie, bouwen wij oceaanreuzen en los sen wij internationale crises op. Onze ldnderen zullen dat op hun beurt minstens zo goed doen als wg, on danks volle klassen en ondanks on bevoegde leerkrachten. SLECHTS DRIE TEMMERS TER WERELD Meest onberekenbare diersoort. (Van onze speciale verslaggever). Hoe /komt een mens ertoe leeuwen en tijgers te gaan temmen? En de nog onberekenbaarder ijsberen? Jean Michon, geboren en getogen Maas trichtenaar, die zijn eigen Frans klinkende naam in de piste handhaafde, geeft er een antwoord op: „Als je het kantoorwerk gaat vervelen!" Hij was 23 jaar, deze lange, slanke jongeman, toen hg de wereld gro ter wilde zien dan als een gebouw met vier muren en een deur en een gezellige cantine. Hij verruilde zün baan-met-pensioen by het Gewestelijk Arbeidsbureau in Limburgs hoofdstad voor een onzekere toekomst bij het juist opgerichte dierenpark van de heer Klant in Valkenburg. Zijn regel matighandschrift tenslotte was hij een jongen met een 5-jarige HJB.S. had hem in aanmerking doen komen. LIKDOORNS WONDERo/ir Weg met onhandige IJlcdoornringen en gevaarlijke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel. NOXACOBN, neemt de pijn weg in 60 seconden. Eeltplekkeu en eksterogen verschrompelen met wor tel en al. Bevat gezuiverde wonderolie, jodium en liet pijnstillende benzo- caïne. Een flesje NOXACORN. Antisep tisch Likdoornmiddel van f. 1.35 be spaart U veel ellende. Samen met de heer Klant is hg be gonnen de dieren af te lichten, die van heinde en verre geïmporteerd werden. Eerst leeuwen en tijgers, la ter ook kamelen en bruine beren, en nu sinds enkele jaren de gevaarlijkste van alle circusdieren: de ijsberen. Er zijn over de hele wereld maar drie dompteurs, die met ijsberen werken. Michon heeft een koppel van negen stuks, die hij samen met een aller grappigste, maar ondeugende zwarte beer in de piste brengt en kunsten laat vertonen. Onbetrouwbaar. „Ijsberen zijn niet te vertrouwen", zegt hij, wanneer we hem tussen de repetities voor Strassburgers circus program in het Amsterdamse Carré, even terzijde kunnen nemen. „Je kunt deze dieren nooit van het ge zicht aflezen, wat ze in hun schild voeren. Bij leeuwen en tijgers is dit wel mogelijk. Als bij de laatsten de oren gaan liggen en de staart lang zaam heen en weer begint te zwaai en, weet de ervaren temmer, dat de hoogste voorzichtigheid geboden is. Bij de gsberen moet je altijd op je qui vive zijn. Zo denk je, dat er niets aan de hand is, en het volgende ogen blik lopen ze je ondersteboven. Het is me al een paar keer gebeurd. Som migen vliegen op mijn voeten af; die grote „Royal", 2.60 m hoog als ie rechtop komt; de moeilijkste uit de hele troep, maar mijn lievelingsdier vliegt me boven op mijn huid. Mijn ?eluk ïs steeds geweest, dat ie be- /redigd was, zodra ie gebeten had. Oan liet ie me vallen en draaide zich m. Dat is al minstens tien keer ge- jeurd. De verwondingen van hem zijn lan ook niet zo erg geweest, als toen k in Hamburg door de leeuwen werd aangevallen. Dat was tijdens een I persvoorstelling. Een hoepelnummer liep mis. Drie leeuwen sprongen me op m'n nek. Daar heb is-meer dan een maand van in het ziekenhuis gelegen en verschei dene maanden niet door kunnen wer ken". „Sindsdien geen angst gekregen?" „Angst? Nee- Alleen als de bronstijd goed begint, dat is bij de ijsberen over een maand on- -'-,n ben ik altijd weer op- Dompteur Michon heeft de grote ,jRoyal" zover gekregendat hij hem een suikerklontje tussen de tanden wegplukt. Televisie-documentaire over Oostduitsland. De televisiesectie van de V.A.R.A, is thans bezig met de voorbereiding van een documentaire over de situa tie in Oost-Duitsland. Een Oostduit ser ,die van de autoriteiten de offi ciële opdracht had een propaganda film te maken, heeft van de gelegen heid gebruik gemaakt, ook de uit 0ie zijden van de Oostduitse toe standen op de filmstrook vast te leg gen. Met dat materiaal is hij naar het Westen gevlucht. In de televisie documentaire van de V.AH.A. zal die film worden verwerkt; bovendien zal men daarbij ook gebruik maken van officiële Oostduitse filmjour naals en voorts zal men pogen, op film vastgelegde televisie-uitzendin gen van Oostduitse stations erin op te nemen. 9 Een vooraanstaande Russische geleer de, D. v. Skobeltsin, is Zaterdag in New York gearriveerd om besprekingen te voeren met geleerden uit zes andere lan den over de plannen om volgend jaar een wereldconferentie te beleggen over het gebruik van atoomenergie voor vredes doeleinden. De noodverbinding over het IJmui- dense sluizencomplex, welke in de eerstvolgende jaren de Velsense pon ten zal ontlastenin afwachting van het gereedkomen van de tunnel, ïs aan het begin van uitvoering toe. Rijkswaterstaat legt op het ogenblik, voorzover het winterse weer dit niet belemmert, de aan- en afvoerwegen naar de „geplande" bruggen en de deuren in de grote sluis aan, terwijl op deze deuren het rjjdek wordt ver breed teneinde een tamelijk gemakke lijke overgang voor auto's te garan deren. De weg zal by de sluizen wor den aangegeven door een systeem van wegwijzers en verkeerslichten. Foto: het verbreden van de deuren in de grote sluis aan de gang. gelucht als ik buiten de kooi sta. Dan hangt er een sfeer in de kooi, die geladen is. En als de beren eenmaal beginnen te lopen, hou je ze met geen tien man meer tegen. Ze hebben zo'n for midabele kracht, precies als oli fanten, dat ze de zwaarste stel lages dan omver lopen. Vooral nu ze zo groot worden. Jong geleerd..... „Waren ze nog jong toen u met htm dressuur begon „Inderdaad, als heel jong goed is er een stel van uit Groenland ge ïmporteerd, en de rest uit Moskou. Russische vissers hadden die laatsten in Siberië gevangen en verkocht aan de dierentuin in Moskou. Dat was in 1948. Onmiddellijk ben ik met htm training begonnen. Na ongeveer anderhalf jaar kon er mee gewerkt worden. Het was toen gemakkelijker om ze de baas te blij ven dan tegenwoordig, nu er nog wel eens een onwillige tussendoor loopt, en ze elkaar nu en dan hardnekkig te lijf willen gaan. Het probleem voor ons is onder zulke omstandigheden de dierenbescherming te vriend te houden. Als ze goed de kolder in de kop hebben, bijten ze elkaar dood. Dat is één keer gebeurd. Wat moet je onder zulke omstan digheden doen? Ze.hebben eeiji enor me harde huid en van klappen, -"aar een kerel direct bewusteloos mee ge slagen zou zijn, draaien zij hun kop nauwelijks om. Wat dat betreft is er een enorm verschil tussen een ijsbeer en een leeuw of een tijger". „Tot hoe lang denkt u dit werk te kunnen volhouden?" „Wanneer je niets overkomt wel tot je 45ste 50ste jaar. Baas Klant is al 43 en doet het werk nog dagelijks. Ja, als ik het zo bekijk, heeft mijn vrouw nog de langste tijd voor de boeg. Die heeft nu mijn leeuwen- en tijgersgroep overgenomen. Ze is 24!" Een wonderlijk beroep, dachten we. De circussfeer om je heen. Een sfeer vol romantiek, die we niet meer van deze tijd meenden. „Ja", zegt dompteur Michon, „en je ziet nog eens wat van de wereld. Er zijn weinig hoofdsteden in West- Europa, die ik nog niet gezien heb". GRAAN ALS GOUD Kortstondig bedrijf Van onze C.B.C.-correspondent). In de jaren twintig van deze eeuw werden ongelooflijke hoeveelheden sterke drank over de Canadees-Ame rikaanse grens gesmokkeld. Dat was in de dagen van de zogenaamde drooglegging van het alcoholverbod in de Verenigde Staten. Dp prijzen die de Amerikanen bereid waren te betalen, maakten de smokkelhandel in sterke drank een uitermate winstgevend bedrijf, dat vooral bloeide aan de lange grens, tussen West-Canada en de Noordelijke Ver enigde Staten. En nu, een kwart eeuw later, wordt er opnieuw stevig gesmokkeld in dit grensgebied, met name tussen de Ca nadese provincies Manitoba en Sas katchewan en de Amerikaanse Staat North Dakota. De smokkelwaar is nu echter niet sterke drank. Noch is het opium, of enig ander artikel, waarin smokkelaars zich bij voorkeur spe cialiseren. Het is, integendeel, een van de gewoonste en meest alledaag se verbruiksartikelen, namelijke tar we. De ware schurk in dit smokkel- drama is een kleine plantaardige pa rasiet, de stengelroest, die dit jaar geweldige verwoestingen heeft aan gericht onder de Canadese graan oogst. En om nu deze stengelroest te bestrijden, hebben Canadese plantkundigen een nieuwe tarwe- soort ontwikkeld, de zogenaamde Selkirk-tarwe. Deze soort is vrijwel immuun voor stengelroest en heeft dit slechte jaar dan ook met glans door staan. Alleen het is een nieuwe soort en er is dus nog niet erg veel van, niet genoeg om te kunnen vol doen aan de vraag, die hemelhoog steeg, toen de boeren zagen hoe goed de Selkirk de stengelroest weerstaan had. Om nu de kleine voorraad Sel kirk-tarwe te reserveren als zaai zaad voor de Canadese boeren, ver bood de Canadese Tarwecommissie de uitvoer van Selkirk. Selkirkzaad mag niet naar de Ver enigde Staten worden uitgevoerd be halve met speciale vergunning van de Tarwe-commissie, en deze heeft tot dusver nog een enkele vergun ning afgegeven. De commissie be paalde voorts de verkoopsprijs van Selkirk-tarwe op vier dolar en vijf tig cent per schepel een mooie prijs, als u weet, dat de hoogste vastgestelde prijs voor andere tarwe van de beste kwaliteit slechts een dollar zeventig per schepel is. Vergulde korrels Die vier dolalr en vijftig cent zijn echter niets, vergeleken bij wat Ame rikaanse boeren bereid zijn voor Sel kirk te betalen. De Noordelijke Ver enigde Staten zijn dit jaar namelijk net zo zwaar door de stengelroest getroffen als de Canadese prairie provincies. En de Amerikanen heb ben haast geen Selkirk. Dus komen zij bij drommen over de grens om clandestien Selkirk te kopen. Zij bie den de Canadese boer prijzen, waar van zijn hoofd duizelt. Veertig, vijf tig, soms zelfs zeventig dollar per schepel biedende Amerikaanse boe ren. Is het te verwonderen, dat veel Ca nadese boeren voor zulke fantasti sche aanbiedingen bezwijken? En zo komt het, dat de kleine prairiepaad jes, die over de grens voeren, op nieuw liet toneel zijn van een leven dige smokkelhandel, net als vroeger in de dagen van de drooglegging. De politie is natuurlijk gewaar schuwd, en wetsovertreders zijn ge dreigd met strenge straffen, maai' de grens is lang en de politie zou divi sies agenten nodig hebben om een werkelijk doelmatige controle uit te oefenen .De grote wegen worden na tuurlijk streng bewaakt, maar elke smokkelaar met een beetje verstand vermijdt natuurlijk de hoofdwegen. Toch zullen enkele smokkelaars na tuurlijk gegrepen worden, en in de herfst van het volgende jaar zal er f enoeg Selkirk-tarwe zijn om in alle ehoeften te voorzien, zodat het hui dige smokkelbedrijf niet van lange duur zal zijn. Maar op het ogenblik worden er nog geweldige zaken ge daan. En de Canadese boer, die zo gelukkig is een beetje Selkirk-tarwe te hebben, en die bereid is een ge vangenisstraf van twee jaar plus een boete van 5-duizend dollar te riske ren, vaart er wel bij vooropgezet natuurlijk, dat de politie hem niet in zijn kraag grijpt! öegüt Je, t&g. OnA& 7£Qr-JAM (Advertentie.) Congres van Nederlandse Gemeenten in Mei bijeen. Op 17 en 18 Mei a.s. wordt in En schede het congres van de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten gehouden. De eerste dag komt de algemene vergadering bijeen. De volgende dag wordt behandeld het onderwerp „de krotopruiming en sanering". Bij de behandeling van dit onderwerp zal getracht worden rekening te houden met het verschil tussen de grote stad, de middelgrote stad en de kleine ge meente. CcUiLLtio meet een anbez .door JAN TEMPEST „Dat hoop ik", hernam Elsie lief tallig. „Mijn lunch was goed uitge vallen, nietwaar De mannen sche nen ze erg te waarderen." Sharon beet zich woedend op de lippen. Ze kon niet ontkennen, dat Elsie zich veel moeite had getroost, om een smakelijke lunch, te bereiden en op te dienen. Elsie kon ontegen zeglijk uitstekend koken. Haar ap peltaart met licht en smakelijk ge bak, stroperige appels en slagroom, had heerlijk gesmaakt. Iedereen had er alle eer aan bewezen, evenals aan de geurige jachtschotel, die het hoofdgerecht had gevormd. Jacht schotel was gewoonlijk niet zoveel bijzonders, maar die van Elsie had een uitzondering op de regel ge vormd. De complimenten van Clif ford en Monk waren dan ook welver diend geweest, moest Sharon spijtig erkennen. Elsie had uitstekend voor gastvrouw gespeeld; ze had gebloosd en bescheiden geglimlacht toen Monk haar prees, zich bezig gehou den met de kinderen en Sharon als een teerbemind jonger zusje behan deld. O, Elsie was slim, onrustba rend slim en ze verstond opperbest de kunst, mannen om haar vingers te winden. „Goed koken is van zoveel belang, zie je", ging Elsie voort, op de toon van een oudere vrouw, die een jong, ongetrouwd meisje wegwijs wil maken. „Volgens mij moest elk meis je een kookschool bezoeken voor haar huwelgk. Ik heb het gedaan en er nooit spijt van gehad." „Jij voelt dus wat voor het princi pe „voedt het beestje goed". Ik voor mij zou niet graag om mijn kook kunst ten huwelgk worden ge vraagd." „Dat zal ook vve-1 niet, denk ik. Waarschijnlijk zul je wel trouwen om je blonde haar en je keurige fi guurtje", zei Elsie zoetsappig. „Maareen man die aan slechte spijsvertering Igdt heeft gewoonlijk geen hoge dunk van de bekoorlijkhe den van zijn echtgenote, 't Is natuur lijk een ander geval als je het geluk hebt, een man te krijgen, die een keukenmeid kan betalen." Sharon kwam bij zichzelf tot de niet erg prettige conclusie, dat El sie zo glad als een aal was en zich dan ook niet liet vangen. Wat men haar ook zei of tegenwierp, Elsie wist het altijd tot haar eigen voor deel om te draaien. „Als èn wanneer ik trouw, ben ik zeker niet van plan. mg'n hele ver dere leven voor het keukenfornuis door te brengen", gaf Sharon kortaf ten antwoord. „Monk zit er nogal goed bij, niet waar?" „Ik heb er geen flauw idee van." „Dan moet je er achter zien te ko men, kindlief. Die arme tweelingen zouden er slecht aan toe zijn, als hij geen verzorgster voor hen kon krg- gen." Sharon wilde Elsie liever niet la ten bemerken, dat ze er allerminst aan dacht, met Monk te trouwen, want dan zou Elsie gelegenheid krij gen, haar te plagen met het verlies van Clifford. Dus zei ze nogal scherp: „Jij bent blijkbaar niet gesteld op kinderen, Elsie. Dat is jammer, want aan de manier, waarop Clif ford met Billy omgaat, kun je wel zien, dat hij graag een zoon zou heb ben." „O, maar, dat zou ik ook! Onder ons gezegd: ik ben do) op kinderen. Ik zou er wel zes willen hebben, als we ons maar de weelde van een ge zin konden veroorloven", zei Elsie op ernstige toon. „Daarom was ik ook zo teleurgesteld, dat juffrouw Visby Clifford geen penny heeft nagelaten. We hadden zo gehoopt, spoedig een gezin te kunnen stichten". Haars ondanks keek Sharon toch wat onzeker Elsie aan. Ze geloofde geen woord van wat deze zeien toch was haar manier van spreken buitengewoon overtuigend. De ern stige plooi om "haar lippen, de ietwat haperende stem en de hunkerende blik in haar blauwe ogen, 't leek alles zo volkomen natuurlijk en op recht. Voor de zoveelste maal begon Sharon zich af te vragen, of ze Elsie ook verkeerd had beoordeeld. Welke steekhoudende reden had zij, Sharon, eigenlijk voor haar mening, dat El sie alleen om het geld Clifford had getrouwd, dat ze hem nooit had lief gehad en nu zelfs poogde van hem af te komen? Was het vrouwelijke intuïtie of slechts vooroordeel, dat haar Elsie deed wantrouwen? Was hier geen jaloezie in 't spel? En Sharon moest erkennen, dat ze ja loers op Elsie was. Ze zou trouwens op iedere andere vrouw, die met Clifford getrouwd was, jaloers zijn geweest. .Maar zou ze ook, als hij een andere keuze had gedaan auto matisch zijn vrouw hebben gehaat? Welnee, ze dacht van niet. Je kon niet jaloers zijn op iemand, van wie je hield. „Ja, toen ik hoorde hoe het testa ment luidde, wist ik, dat je erg te leurgesteld zou zijn. Je had op het geld van nicht Charlotte gerekend, nietwaar Sharon trachtte op luchtige toon te spreken, maar zelfs in haar eigen oren klonk het te nadrukkelijk; als een soort beschuldiging, niet als een uiting van sympathie. Desondanks leek Elsie absoluut niet uit het veld geslagen. Zakelijk antwoordde ze: „Ja, natuurlijk, Clif ford had altijd maar gepraat over zijn plannen als hij het geld zou krijgen? Hij wilde een mooie boer derij kopen en zich stamboekvee aanschaffen. Hij stelt veel meer be lang in veehouderij dan in het ge mengd bedrijf, dat hij nu uitoefent". „Glad als een aal!" dacht Sharon wederom. Elsie gleed behendig over het feit van haar eigen teleurstelling heen. Ze speelde nu het goede, lief hebbende vrouwtje, dat alleen aan de belangen van haar echtgenoot dacht. „Jij moet toch ook teleurgesteld zijn geweest", zei Sharon veelbete kenend. „O, ja, dat was ik ook", verzeker de Elsie, met een klank van volko men oprechtheid in haar stem. „Ui zei je immers, dat ik een gezin wens te te hebben. Bovendien hoopte ik, dat we naar een boerderij met wa terleiding en electriciteit zouden ver huizen". Och, 't hielp alemaal niets, dacht Sharon wanhopig. Elsie verstond de kunst, zich van de meest directe be schuldiging aan haar adres af te maken. „Zullen we nu met de inhoud van de salon beginnen?" stelde Elsie voor, terwijl ze de theedoek ophing en haar vingers afdroogde. „Clifford heeft alles aaar op zijn lijsten ge zet". „Als je wilt, ja". Sharon legde vorken en messen weg en sloot het buffet met een har de slag. Ze was overtuigd, dat Elsie een of andere geheime beweegreden had, om haar deze middag hier te houden ,in plaats van haar met? Clif ford, Monk en de kinderen naar de boerderij te laten gaan. Elsie was bepaald van plan, haar tijdens de af wezigheid van beide mannen een poets te bakken. De vraag was nu, wat ze precies in haar schild voerde. „Kom dan mee!" zei Elsie vlug, haar voorgaande, ,,'t Spreekt van zelf, dat het meubilair erg ouderwets is, maar sommige stukken zullen voor ons toch waarde hebben. En van de tapijten konden kleedjes wor den gemaakt". „Het tapijt in de salon is een Au- busson-kleed". (Wordt ver.volgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 12