„Aap-noot-Mies" van moderne
scholen verdwenen
föccit
JEAN MICHON UIT MAASTRICHT
DRESSEERDE IJSBEREN
SMOKKELAARS OP PAD IN
WEST-CANADA
PROVINCIALE ZEE
U W IS E O U R A N
WOENSDAG 19 JANUARI 1955
LEESPLANK EN HANEBOEK
Van „schrijftuich" tot ballpoint
Aap, noot, Mies, Wim, zus, Jeter zullen niet velen onder ons zijn,
die niet automatisch het rijtje verder zullen kunnen opzeggen. Hebben wij
niet vrijwel allen volgens deze beproefde leesplankmethode lezen geleerd
en aandachtig naar de wandplaat gekeken, waarop Teun met de Aap op
zijn schouder voorkwam Deze woorden zyn onverbrekelijk met onze jeugd
verbonden en zijn in staat door hun simpele klank alleen allerlei herinne
ringen bij ons wakker te roepen.
Door deze, wat sentimentele, herinneringen aan onze eigen eerste school
tijd zouden wij geneigd kunnen zyn te denken, dat „onze" leesplankmetho
de minstens even goed, zo niet beter is dan thans zich baanbrekende nieu
we methoden. Wij voelen het ergens als een gemis, als een kind lezen leert
zonder daarbij de aap in de dakgoot te zien klimmen En toch is het
maar gelukkig, dat dergelijke gevoelens het op den duur moeten afleggen
tegen de vernieuwing, anders zaten onze kinderen op school nu nog let
terlijk „onder de plak".
Die plak (wij kennen het houten
tuchtigingsinstrument uit verhalen
van onze ouders en uit beschrijvin
gen) was vroeger op school een on
misbaar attribuut. Wanneer hij in ge
bruik gekomen is hebben wij niet kun
nen nagaan, maar uit 1830 bestaat er
een beschrijving van de benodigdhe
den van een schoolmeester, waarin de
plak voorkomt, naast de „duif" en de
garde.
Deze „duif" was een soort wit lin
nen pop in de vorm van een vogel, die
de meester met veel handigheid naar
de lawaaischopper van het ogenblik
toegooide. Was je door de duif ge
raakt, dan moest je deze aan de
meester terugbrengen en dan meteen
in de palm van de hand een klap met
de plak in ontvangst nemen. De gar
de werd minder vaak gebruikt, maar
toch ook niet gespaard, als het om 't
handhaven van de orde ging. Van een
heel ander gehalte waren de straffen
voor domheid: daarvoor werd een
plaats onder het schandbord aange
wezen of, nog erger, het kind kreeg
een plaats met de afbeelding van een
ezel om de hals gehangen!
In die tijd zaten de kinderen in ban
ken tegenover elkaar in de klas, zo
dat de helft steeds met de rug naar
de meester toezat. De schrrjfvlakken
waren schuin geplaatst; op de schei
dingslijn stonden enige inktpotten. De
inkt was het enige, wat van de leer
middelen gratis door de school ver
strekt werd. Al het overige, papier,
pennen, potloden, werd door de mees
ter verkocht. Het was, vooral op de
dorpen, ook heel niet ongebruikelijk
als de verwarming van het schoollo
kaal 's winters volgens hoofdelijke
omslag geschiedde: ieder kind bracht
elke dag een turf mee. Bovendien
werd natuurlijk schoolgeld betaald.
Leer-sucht
Zo omstreeks 1850 werd voor het
leren van het lezen de methode Prin
sen gebruikt; in het kort gezegd een
bord met dwarslatjes, waartussen
letters tot woorden en woorden tot
zinnen gevoegd konden worden. Wa
ren de leerlingen dit stadium te bo
ven, dan verscheen het z.g. Haneboek
of groot ABC-boek ten tonele, de
haast onuitroeibare opvolger van het
Abecedarium, Dit Haneboek ontleen
de zijn naam aan de prent, die voor
op ieder aflevering voorkwam. De
haan (en ook de hond) was het sym
bool van de „Leer-sucht". Wij beel
den hierbij zö'n titelprent af. Zoals
men ziet zijn de haan en de hond ver
tegenwoordigd, evenals de meester en
zijn vrouw, de eerste „sijn schrijftuich
op 't lyf hebbende, als hij gaet bij der
straten", de twede met haar abc-bord-
je aan haar ceintuur.
Deze titelprent vonden wij in „De
Oude School" door David Tomkins,
waarin men een kleurrijk beeld ge
schilderd kan vinden van de historie
van ons onderwijs.
Zeer hoog in aanzien stond ook,
wie goed schrijven kon. Hiervan heet
te het immers al in de zestiende eeuw:
daar schrijveneen sonderlinge
vercïeringe is in alle Brieven ende
compositiën ende daer-en-boven
meest in alle hanteringen te passé
komt, soo behooren alle jonge Lieden
geen arbeydt te sparen om wel te lee-
ren dese edele Konste waer door sy
tot alle vromigheyd komen mogen".
Geen wonder, dat de leerlingen zich
met veel ijver aan deze edelen kunst
wijdden!
Driehonderd in één lokaal
Wanneer wij de inrichting van onze
scholen vergelgken met die van 100
jaar geleden, dan is er heel wat ver
anderd. En dat mocht ook wel. De
school b.v., waar de bekende Amster
damse historicus Jan ter Gouw hoofd
was, sloeg wat dit betrof al een heel
pover figuur: één groot lokaal aan de
straatzijde, een pijpela, waarin alle
klassen met totaal driehonderd leer
lingen waren ondergebracht. Een
gang of ruimte om jassen op te han-
fen was er niet, zodat de kinderen ze
us aanhielden, ook als het regende
en ze nat binnenkwamen. De grote
moeilijkheid was dan ook, in zo'n ge
val, de schriften niet met de natte
mouw te vlekken: Binnen regende 't
trouwens ook, dus veel verschil maak
te het niet.
In deze ruimte werd onderricht ge
geven in lezen, schrijven, rekenen,
Nederlandse taal, gymnastiek, teke
nen, geschiedenis en aardrijkskunde,
de beginselen van godsdienst en zede-
kunde. Gymnastiek en tekenen be
stonden echter alleen op papier.
Moeten wij de moderne ouders nog
medenemen in een school van nu?
Natuurlgk, wij zijn boos over het vaak
overmatig grote aantal leerlingen in
een klas, over het gebrek aan onder
wijzers, waarin de minister niet bij
tijds heeft voorzien.
Zeker, wg hebben te zorgen, dat de
leerling op de lagere school van deze
tijd meer en beter leert dan honderd
jaar geleden, maar zo treurig als wij
het onder de indruk van vele gebreken
geneigd zijn voor te stellen is het toch
ook weer niet. Om een bekend Neder
lands auteur aan te halen: u en ik.
wij allemaal waren er niet zo heel
veel beter aan toe: en toch splitsen
wij atomen, beheersen wij de econo
mie, bouwen wij oceaanreuzen en los
sen wij internationale crises op. Onze
ldnderen zullen dat op hun beurt
minstens zo goed doen als wg, on
danks volle klassen en ondanks on
bevoegde leerkrachten.
SLECHTS DRIE TEMMERS TER WERELD
Meest onberekenbare diersoort.
(Van onze speciale verslaggever).
Hoe /komt een mens ertoe leeuwen en tijgers te gaan temmen? En de
nog onberekenbaarder ijsberen? Jean Michon, geboren en getogen Maas
trichtenaar, die zijn eigen Frans klinkende naam in de piste handhaafde,
geeft er een antwoord op: „Als je het kantoorwerk gaat vervelen!"
Hij was 23 jaar, deze lange, slanke jongeman, toen hg de wereld gro
ter wilde zien dan als een gebouw met vier muren en een deur en een
gezellige cantine. Hij verruilde zün baan-met-pensioen by het Gewestelijk
Arbeidsbureau in Limburgs hoofdstad voor een onzekere toekomst bij het
juist opgerichte dierenpark van de heer Klant in Valkenburg. Zijn regel
matighandschrift tenslotte was hij een jongen met een 5-jarige
HJB.S. had hem in aanmerking doen komen.
LIKDOORNS WONDERo/ir
Weg met onhandige IJlcdoornringen en
gevaarlijke scheermesjes. Een nieuw
vloeibaar middel. NOXACOBN, neemt
de pijn weg in 60 seconden. Eeltplekkeu
en eksterogen verschrompelen met wor
tel en al. Bevat gezuiverde wonderolie,
jodium en liet pijnstillende benzo-
caïne. Een flesje NOXACORN. Antisep
tisch Likdoornmiddel van f. 1.35 be
spaart U veel ellende.
Samen met de heer Klant is hg be
gonnen de dieren af te lichten, die
van heinde en verre geïmporteerd
werden. Eerst leeuwen en tijgers, la
ter ook kamelen en bruine beren, en
nu sinds enkele jaren de gevaarlijkste
van alle circusdieren: de ijsberen. Er
zijn over de hele wereld maar drie
dompteurs, die met ijsberen werken.
Michon heeft een koppel van negen
stuks, die hij samen met een aller
grappigste, maar ondeugende zwarte
beer in de piste brengt en kunsten
laat vertonen.
Onbetrouwbaar.
„Ijsberen zijn niet te vertrouwen",
zegt hij, wanneer we hem tussen de
repetities voor Strassburgers circus
program in het Amsterdamse Carré,
even terzijde kunnen nemen. „Je
kunt deze dieren nooit van het ge
zicht aflezen, wat ze in hun schild
voeren. Bij leeuwen en tijgers is dit
wel mogelijk. Als bij de laatsten de
oren gaan liggen en de staart lang
zaam heen en weer begint te zwaai
en, weet de ervaren temmer, dat de
hoogste voorzichtigheid geboden is.
Bij de gsberen moet je altijd op je
qui vive zijn. Zo denk je, dat er niets
aan de hand is, en het volgende ogen
blik lopen ze je ondersteboven. Het
is me al een paar keer gebeurd. Som
migen vliegen op mijn voeten af; die
grote „Royal", 2.60 m hoog als ie
rechtop komt; de moeilijkste uit de
hele troep, maar mijn lievelingsdier
vliegt me boven op mijn huid. Mijn
?eluk ïs steeds geweest, dat ie be-
/redigd was, zodra ie gebeten had.
Oan liet ie me vallen en draaide zich
m.
Dat is al minstens tien keer ge-
jeurd. De verwondingen van hem zijn
lan ook niet zo erg geweest, als toen
k in Hamburg door de leeuwen werd
aangevallen. Dat was tijdens een
I persvoorstelling. Een hoepelnummer
liep mis. Drie leeuwen sprongen me
op m'n nek.
Daar heb is-meer dan een maand van
in het ziekenhuis gelegen en verschei
dene maanden niet door kunnen wer
ken".
„Sindsdien geen angst gekregen?"
„Angst? Nee- Alleen als de
bronstijd goed begint, dat is bij
de ijsberen over een maand on-
-'-,n ben ik altijd weer op-
Dompteur Michon heeft de grote
,jRoyal" zover gekregendat hij hem
een suikerklontje tussen de tanden
wegplukt.
Televisie-documentaire
over Oostduitsland.
De televisiesectie van de V.A.R.A,
is thans bezig met de voorbereiding
van een documentaire over de situa
tie in Oost-Duitsland. Een Oostduit
ser ,die van de autoriteiten de offi
ciële opdracht had een propaganda
film te maken, heeft van de gelegen
heid gebruik gemaakt, ook de uit
0ie zijden van de Oostduitse toe
standen op de filmstrook vast te leg
gen. Met dat materiaal is hij naar
het Westen gevlucht. In de televisie
documentaire van de V.AH.A. zal
die film worden verwerkt; bovendien
zal men daarbij ook gebruik maken
van officiële Oostduitse filmjour
naals en voorts zal men pogen, op
film vastgelegde televisie-uitzendin
gen van Oostduitse stations erin op
te nemen.
9 Een vooraanstaande Russische geleer
de, D. v. Skobeltsin, is Zaterdag in New
York gearriveerd om besprekingen te
voeren met geleerden uit zes andere lan
den over de plannen om volgend jaar een
wereldconferentie te beleggen over het
gebruik van atoomenergie voor vredes
doeleinden.
De noodverbinding over het IJmui-
dense sluizencomplex, welke in de
eerstvolgende jaren de Velsense pon
ten zal ontlastenin afwachting van
het gereedkomen van de tunnel, ïs
aan het begin van uitvoering toe.
Rijkswaterstaat legt op het ogenblik,
voorzover het winterse weer dit niet
belemmert, de aan- en afvoerwegen
naar de „geplande" bruggen en de
deuren in de grote sluis aan, terwijl
op deze deuren het rjjdek wordt ver
breed teneinde een tamelijk gemakke
lijke overgang voor auto's te garan
deren. De weg zal by de sluizen wor
den aangegeven door een systeem
van wegwijzers en verkeerslichten.
Foto: het verbreden van de deuren
in de grote sluis aan de gang.
gelucht als ik buiten de kooi sta.
Dan hangt er een sfeer in de
kooi, die geladen is. En als de
beren eenmaal beginnen te lopen,
hou je ze met geen tien man
meer tegen. Ze hebben zo'n for
midabele kracht, precies als oli
fanten, dat ze de zwaarste stel
lages dan omver lopen. Vooral
nu ze zo groot worden.
Jong geleerd.....
„Waren ze nog jong toen u met htm
dressuur begon
„Inderdaad, als heel jong goed is
er een stel van uit Groenland ge
ïmporteerd, en de rest uit Moskou.
Russische vissers hadden die laatsten
in Siberië gevangen en verkocht aan
de dierentuin in Moskou. Dat was in
1948. Onmiddellijk ben ik met htm
training begonnen.
Na ongeveer anderhalf jaar kon er
mee gewerkt worden. Het was toen
gemakkelijker om ze de baas te blij
ven dan tegenwoordig, nu er nog wel
eens een onwillige tussendoor loopt,
en ze elkaar nu en dan hardnekkig te
lijf willen gaan. Het probleem voor
ons is onder zulke omstandigheden
de dierenbescherming te vriend te
houden. Als ze goed de kolder in de
kop hebben, bijten ze elkaar dood.
Dat is één keer gebeurd.
Wat moet je onder zulke omstan
digheden doen? Ze.hebben eeiji enor
me harde huid en van klappen, -"aar
een kerel direct bewusteloos mee ge
slagen zou zijn, draaien zij hun kop
nauwelijks om. Wat dat betreft is er
een enorm verschil tussen een ijsbeer
en een leeuw of een tijger".
„Tot hoe lang denkt u dit werk te
kunnen volhouden?"
„Wanneer je niets overkomt wel tot
je 45ste 50ste jaar. Baas Klant is
al 43 en doet het werk nog dagelijks.
Ja, als ik het zo bekijk, heeft mijn
vrouw nog de langste tijd voor de
boeg. Die heeft nu mijn leeuwen- en
tijgersgroep overgenomen. Ze is 24!"
Een wonderlijk beroep, dachten we.
De circussfeer om je heen. Een sfeer
vol romantiek, die we niet meer van
deze tijd meenden.
„Ja", zegt dompteur Michon, „en
je ziet nog eens wat van de wereld.
Er zijn weinig hoofdsteden in West-
Europa, die ik nog niet gezien heb".
GRAAN ALS GOUD
Kortstondig bedrijf
Van onze C.B.C.-correspondent).
In de jaren twintig van deze eeuw
werden ongelooflijke hoeveelheden
sterke drank over de Canadees-Ame
rikaanse grens gesmokkeld. Dat
was in de dagen van de zogenaamde
drooglegging van het alcoholverbod
in de Verenigde Staten. Dp prijzen
die de Amerikanen bereid waren te
betalen, maakten de smokkelhandel
in sterke drank een uitermate
winstgevend bedrijf, dat vooral
bloeide aan de lange grens, tussen
West-Canada en de Noordelijke Ver
enigde Staten.
En nu, een kwart eeuw later, wordt
er opnieuw stevig gesmokkeld in dit
grensgebied, met name tussen de Ca
nadese provincies Manitoba en Sas
katchewan en de Amerikaanse Staat
North Dakota. De smokkelwaar is nu
echter niet sterke drank. Noch is het
opium, of enig ander artikel, waarin
smokkelaars zich bij voorkeur spe
cialiseren. Het is, integendeel, een
van de gewoonste en meest alledaag
se verbruiksartikelen, namelijke tar
we.
De ware schurk in dit smokkel-
drama is een kleine plantaardige pa
rasiet, de stengelroest, die dit jaar
geweldige verwoestingen heeft aan
gericht onder de Canadese graan
oogst. En om nu deze stengelroest
te bestrijden, hebben Canadese
plantkundigen een nieuwe tarwe-
soort ontwikkeld, de zogenaamde
Selkirk-tarwe. Deze soort is vrijwel
immuun voor stengelroest en heeft dit
slechte jaar dan ook met glans door
staan. Alleen het is een nieuwe
soort en er is dus nog niet erg veel
van, niet genoeg om te kunnen vol
doen aan de vraag, die hemelhoog
steeg, toen de boeren zagen hoe goed
de Selkirk de stengelroest weerstaan
had. Om nu de kleine voorraad Sel
kirk-tarwe te reserveren als zaai
zaad voor de Canadese boeren, ver
bood de Canadese Tarwecommissie de
uitvoer van Selkirk.
Selkirkzaad mag niet naar de Ver
enigde Staten worden uitgevoerd be
halve met speciale vergunning van
de Tarwe-commissie, en deze heeft
tot dusver nog een enkele vergun
ning afgegeven. De commissie be
paalde voorts de verkoopsprijs van
Selkirk-tarwe op vier dolar en vijf
tig cent per schepel een mooie
prijs, als u weet, dat de hoogste
vastgestelde prijs voor andere tarwe
van de beste kwaliteit slechts een
dollar zeventig per schepel is.
Vergulde korrels
Die vier dolalr en vijftig cent zijn
echter niets, vergeleken bij wat Ame
rikaanse boeren bereid zijn voor Sel
kirk te betalen. De Noordelijke Ver
enigde Staten zijn dit jaar namelijk
net zo zwaar door de stengelroest
getroffen als de Canadese prairie
provincies. En de Amerikanen heb
ben haast geen Selkirk. Dus komen
zij bij drommen over de grens om
clandestien Selkirk te kopen. Zij bie
den de Canadese boer prijzen, waar
van zijn hoofd duizelt. Veertig, vijf
tig, soms zelfs zeventig dollar per
schepel biedende Amerikaanse boe
ren.
Is het te verwonderen, dat veel Ca
nadese boeren voor zulke fantasti
sche aanbiedingen bezwijken? En zo
komt het, dat de kleine prairiepaad
jes, die over de grens voeren, op
nieuw liet toneel zijn van een leven
dige smokkelhandel, net als vroeger
in de dagen van de drooglegging.
De politie is natuurlijk gewaar
schuwd, en wetsovertreders zijn ge
dreigd met strenge straffen, maai' de
grens is lang en de politie zou divi
sies agenten nodig hebben om een
werkelijk doelmatige controle uit te
oefenen .De grote wegen worden na
tuurlijk streng bewaakt, maar elke
smokkelaar met een beetje verstand
vermijdt natuurlijk de hoofdwegen.
Toch zullen enkele smokkelaars na
tuurlijk gegrepen worden, en in de
herfst van het volgende jaar zal er
f enoeg Selkirk-tarwe zijn om in alle
ehoeften te voorzien, zodat het hui
dige smokkelbedrijf niet van lange
duur zal zijn. Maar op het ogenblik
worden er nog geweldige zaken ge
daan. En de Canadese boer, die zo
gelukkig is een beetje Selkirk-tarwe
te hebben, en die bereid is een ge
vangenisstraf van twee jaar plus een
boete van 5-duizend dollar te riske
ren, vaart er wel bij vooropgezet
natuurlijk, dat de politie hem niet
in zijn kraag grijpt!
öegüt Je, t&g. OnA& 7£Qr-JAM
(Advertentie.)
Congres van Nederlandse
Gemeenten in Mei bijeen.
Op 17 en 18 Mei a.s. wordt in En
schede het congres van de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten
gehouden.
De eerste dag komt de algemene
vergadering bijeen. De volgende dag
wordt behandeld het onderwerp „de
krotopruiming en sanering". Bij de
behandeling van dit onderwerp zal
getracht worden rekening te houden
met het verschil tussen de grote stad,
de middelgrote stad en de kleine ge
meente.
CcUiLLtio
meet een
anbez
.door JAN TEMPEST
„Dat hoop ik", hernam Elsie lief
tallig. „Mijn lunch was goed uitge
vallen, nietwaar De mannen sche
nen ze erg te waarderen."
Sharon beet zich woedend op de
lippen. Ze kon niet ontkennen, dat
Elsie zich veel moeite had getroost,
om een smakelijke lunch, te bereiden
en op te dienen. Elsie kon ontegen
zeglijk uitstekend koken. Haar ap
peltaart met licht en smakelijk ge
bak, stroperige appels en slagroom,
had heerlijk gesmaakt. Iedereen had
er alle eer aan bewezen, evenals aan
de geurige jachtschotel, die het
hoofdgerecht had gevormd. Jacht
schotel was gewoonlijk niet zoveel
bijzonders, maar die van Elsie had
een uitzondering op de regel ge
vormd. De complimenten van Clif
ford en Monk waren dan ook welver
diend geweest, moest Sharon spijtig
erkennen. Elsie had uitstekend voor
gastvrouw gespeeld; ze had gebloosd
en bescheiden geglimlacht toen
Monk haar prees, zich bezig gehou
den met de kinderen en Sharon als
een teerbemind jonger zusje behan
deld. O, Elsie was slim, onrustba
rend slim en ze verstond opperbest
de kunst, mannen om haar vingers
te winden.
„Goed koken is van zoveel belang,
zie je", ging Elsie voort, op de toon
van een oudere vrouw, die een jong,
ongetrouwd meisje wegwijs wil
maken. „Volgens mij moest elk meis
je een kookschool bezoeken voor
haar huwelgk. Ik heb het gedaan en
er nooit spijt van gehad."
„Jij voelt dus wat voor het princi
pe „voedt het beestje goed". Ik voor
mij zou niet graag om mijn kook
kunst ten huwelgk worden ge
vraagd."
„Dat zal ook vve-1 niet, denk ik.
Waarschijnlijk zul je wel trouwen
om je blonde haar en je keurige fi
guurtje", zei Elsie zoetsappig.
„Maareen man die aan slechte
spijsvertering Igdt heeft gewoonlijk
geen hoge dunk van de bekoorlijkhe
den van zijn echtgenote, 't Is natuur
lijk een ander geval als je het geluk
hebt, een man te krijgen, die een
keukenmeid kan betalen."
Sharon kwam bij zichzelf tot de
niet erg prettige conclusie, dat El
sie zo glad als een aal was en zich
dan ook niet liet vangen. Wat men
haar ook zei of tegenwierp, Elsie
wist het altijd tot haar eigen voor
deel om te draaien.
„Als èn wanneer ik trouw, ben ik
zeker niet van plan. mg'n hele ver
dere leven voor het keukenfornuis
door te brengen", gaf Sharon kortaf
ten antwoord.
„Monk zit er nogal goed bij, niet
waar?"
„Ik heb er geen flauw idee van."
„Dan moet je er achter zien te ko
men, kindlief. Die arme tweelingen
zouden er slecht aan toe zijn, als hij
geen verzorgster voor hen kon krg-
gen."
Sharon wilde Elsie liever niet la
ten bemerken, dat ze er allerminst
aan dacht, met Monk te trouwen,
want dan zou Elsie gelegenheid krij
gen, haar te plagen met het verlies
van Clifford. Dus zei ze nogal scherp:
„Jij bent blijkbaar niet gesteld op
kinderen, Elsie. Dat is jammer,
want aan de manier, waarop Clif
ford met Billy omgaat, kun je wel
zien, dat hij graag een zoon zou heb
ben."
„O, maar, dat zou ik ook! Onder
ons gezegd: ik ben do) op kinderen.
Ik zou er wel zes willen hebben, als
we ons maar de weelde van een ge
zin konden veroorloven", zei Elsie op
ernstige toon. „Daarom was ik ook
zo teleurgesteld, dat juffrouw Visby
Clifford geen penny heeft nagelaten.
We hadden zo gehoopt, spoedig een
gezin te kunnen stichten".
Haars ondanks keek Sharon toch
wat onzeker Elsie aan. Ze geloofde
geen woord van wat deze zeien
toch was haar manier van spreken
buitengewoon overtuigend. De ern
stige plooi om "haar lippen, de ietwat
haperende stem en de hunkerende
blik in haar blauwe ogen, 't leek
alles zo volkomen natuurlijk en op
recht. Voor de zoveelste maal begon
Sharon zich af te vragen, of ze Elsie
ook verkeerd had beoordeeld. Welke
steekhoudende reden had zij, Sharon,
eigenlijk voor haar mening, dat El
sie alleen om het geld Clifford had
getrouwd, dat ze hem nooit had lief
gehad en nu zelfs poogde van hem
af te komen? Was het vrouwelijke
intuïtie of slechts vooroordeel, dat
haar Elsie deed wantrouwen? Was
hier geen jaloezie in 't spel? En
Sharon moest erkennen, dat ze ja
loers op Elsie was. Ze zou trouwens
op iedere andere vrouw, die met
Clifford getrouwd was, jaloers zijn
geweest. .Maar zou ze ook, als hij
een andere keuze had gedaan auto
matisch zijn vrouw hebben gehaat?
Welnee, ze dacht van niet. Je kon
niet jaloers zijn op iemand, van wie
je hield.
„Ja, toen ik hoorde hoe het testa
ment luidde, wist ik, dat je erg te
leurgesteld zou zijn. Je had op het
geld van nicht Charlotte gerekend,
nietwaar
Sharon trachtte op luchtige toon
te spreken, maar zelfs in haar eigen
oren klonk het te nadrukkelijk; als
een soort beschuldiging, niet als een
uiting van sympathie.
Desondanks leek Elsie absoluut
niet uit het veld geslagen. Zakelijk
antwoordde ze: „Ja, natuurlijk, Clif
ford had altijd maar gepraat over
zijn plannen als hij het geld zou
krijgen? Hij wilde een mooie boer
derij kopen en zich stamboekvee
aanschaffen. Hij stelt veel meer be
lang in veehouderij dan in het ge
mengd bedrijf, dat hij nu uitoefent".
„Glad als een aal!" dacht Sharon
wederom. Elsie gleed behendig over
het feit van haar eigen teleurstelling
heen. Ze speelde nu het goede, lief
hebbende vrouwtje, dat alleen aan
de belangen van haar echtgenoot
dacht.
„Jij moet toch ook teleurgesteld
zijn geweest", zei Sharon veelbete
kenend.
„O, ja, dat was ik ook", verzeker
de Elsie, met een klank van volko
men oprechtheid in haar stem. „Ui
zei je immers, dat ik een gezin wens
te te hebben. Bovendien hoopte ik,
dat we naar een boerderij met wa
terleiding en electriciteit zouden ver
huizen".
Och, 't hielp alemaal niets, dacht
Sharon wanhopig. Elsie verstond de
kunst, zich van de meest directe be
schuldiging aan haar adres af te
maken.
„Zullen we nu met de inhoud van
de salon beginnen?" stelde Elsie
voor, terwijl ze de theedoek ophing
en haar vingers afdroogde. „Clifford
heeft alles aaar op zijn lijsten ge
zet".
„Als je wilt, ja".
Sharon legde vorken en messen
weg en sloot het buffet met een har
de slag. Ze was overtuigd, dat Elsie
een of andere geheime beweegreden
had, om haar deze middag hier te
houden ,in plaats van haar met? Clif
ford, Monk en de kinderen naar de
boerderij te laten gaan. Elsie was
bepaald van plan, haar tijdens de af
wezigheid van beide mannen een
poets te bakken. De vraag was nu,
wat ze precies in haar schild voerde.
„Kom dan mee!" zei Elsie vlug,
haar voorgaande, ,,'t Spreekt van
zelf, dat het meubilair erg ouderwets
is, maar sommige stukken zullen
voor ons toch waarde hebben. En
van de tapijten konden kleedjes wor
den gemaakt".
„Het tapijt in de salon is een Au-
busson-kleed". (Wordt ver.volgd)