„Nieuwe griffels, schone leien" een boeiende bloemlezing In Brussel wordt origineel pleidooi voor Europa gevoerd Mevrouw Mira: karakterfoto's als hobby Het Nederlands Ballet zoekt een eigen stijl ZATERDAG 15 JANUARI 1955 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT T Van Gezelle lot heden Paul Rodenko zorgde voor een goede inleiding PAUL RODENKO, TEGENWOORDIG zo'n beetje de rechterhand van Bert Bakker, de redacteur van „Maatstaf" (de heer Bakker had zich inderdaad „een beter medewerker en adviseur kunnen kiezen) heeft op verzoek van deze uitgever een bloemlezing samengesteld „uit het werk van de experi mentelen en hun voorgangers". Aan zo'n boek bestond inderdaad gebrek. En wel omdat het aantal misverstanden omtrent de experimentelen, toch al groot, in ons land nog extra verzwaard wordt door de omstandigheid dat slechts zeer weinig van de mensen die poëzie lezen, behalve de voort brengselen uit het eigen land ook de contemporaine buitenlandse dicht kunst volgen. Het optreden van de experimentelen verschrok daardoor ve len als een donderslag bij heldere hemel, terwijl het voor hen die op de hoogte waren van de stromingen in de moderne buitenlandse literatuur eerder verwonderlijk was dat het gerommel van de donder die al in de 19de eeuw over het poëtische Europa losbrak, pas duidelijk na de tweede we reldoorlog in ons land hoorbaar werd. En, om bij deze enigszins manke metafoor te blijven: een onweersbuibrengt oa.. verkwikking, en niemand kan ontkennen dat, algemeen gesproken, de poëtische atmosfeer óf wel zeer zwoel, óf wel zeer ijl was geworden. Wat te onzent pas goed doorbrak omstreeks 1950, is reeds in de 19de eeuw, en vooral in Frankrijk, begon nen. Reeds toen begon de Europese poëzie zich te bevrijden van de kluisters waarin zij eeuwenlang (zij stamt in hoofdlijn via de troubadours en de moors-andalousische lyriek re gelrecht van de arbische dichtkunst af) was geslagen. Heel in het kórt ge zegd, en nog afgezien van de traditio nele vormen: iets was poëtisch of het was het niet. De maan en een lelie vonden vanouds behagen in het oog van de Muze, rozen en nachffegalen niet minder, maar een sardineblik of een kunstgebit beslist niet. Een vrouw vergelijken met een hinde of een ster was a.h.w. „vanzelfsprekend", maar haar „zoete cellulose" (Achterberg) Letterkundige kroniek door HANS WARREN of „het eiland Sicilië (Andreus) noe men, daar had de 19de eeuwse muze stellig van geijsd. Zij heerste voor het laatst oppermachtig in de dichtstro- ming die „Symbolisme" heet. Daarna werd zij, om Rodenko's uitdrukking te gebruiken, onttroond", en in deze eeuw ging ze, met vele andere vor sten, in ballingschap. De dichter heeft nu zelf het roer in handen genomen en decreteert wat poëtisch is en wat niet, met het resultaat dat sardine- blikken, Singernaaimachines, m2's, en mogelijk zelfs ook kunstgebitten, al zouden we er geen voorbeeld van kunnen geven, net inderdaad tot de zelfde poëtische waarde brachten als de zwanen, nymfen en paarlen van weleer. Bovendien ging men ook op ruimer schaal gevoelens en zintuigelijke waarnemingen verwisselbaar maken. Zo sprak Baudelaire reeds van „geu ren, zoet als hoboklanken, groen als weilanden", toendertijd stellig revolu tionair, hoé „gewoon" het ook nu weer al lijkt Arthur Rimbaud maakte deze vermenging voor het eerst systematisch tot een sprintje en was daarmee een der eerste echte „experimentelen"; zyn ideaal, een poëzie die openstaat voor alle zintui gen en die aan de totale persoonlijk heid appeleert, is tevens datgene wat de hedendaagse experimentelen na streven, schryft Rodenko. Weer anderen hebben getracht de klank te verabsoluteren, of wel tast ten de gebruikelijke grammatica aan, mengden woorden dooreen, vormden nieuwe. Al deze richtingen werden in deze eeuw tot in het uiterste doorge dreven, soms met zeer opmerkelyke resultaten. Uiteraard kunnen we Rodenko hier niet in zijn gehele betoog nagaan, RAFFAELLO: PERUGINO (Rome: Galleria Borghese) Experimenieel programma Werk van eigen choreografen Het Nederlandse Ballet zal Donder dag 20 Januari in de Koninklyke Schouwburg te Den Haag de aan dacht vragen voor het eerste experi mentele programma, dat door deze jonge dansgroep zal worden uitge voerd. Van 21 tot 25 Januari zal dit programma in het Theater de la Mar in Amsterdam worden gegeven. Of er nog elders uitvoeringen van dit ex perimentele programma zullen wor den gegeven, hangt af van de belang stelling, die de liefhebbers van de danskunst er voor zullen blijken te hebben, reeds is er ook uit Utrecht belangstellend naar geïnformeerd. Het experimentele programma zal vijf nieuwe balletten van Nederlandse choreografen bevatten. Voorlopig beeft het bestuur toestemming gege ven tweemaal per jaar een experi menteel programma te brengen. Blijkt er belangstelling voor te bestaan en is het financieel verantwoord, dan bestaat de kans, dat er meer derge lijke programma's worden gegeven. De leider, Sonia Gaskell, heeft dit experimentele programma voor het Nederlands Ballet een groot experi ment genoemd. By de aanvaarding van de leiding van het Nederlands Ballet, was zij er zich van bewust, dat men twee richtingen zou moeten uitgaan. Vooreerst de uitbreiding van net bestaande repertoire; daaraan neeft men zo goed mogelijk voldaan, zowel wat betreft het klassieke re pertoire, als de moderne werken, ■technisch was men nog niet waar J16? m?et bomen. Men heeft rekening met de nog niet voldoende rijpheid van de groep in de eerste pe riode. Op het ogenblik studeert John laras een werk in van Balanchine. Als men werk neemt van buitenland se geografen, dan betekent zulks, aat die werken bekend zijn, ook bij het publiek. Het is belangryk, dat zulks gebeurt, maar het is niet van beslissende aard, zo drukte Sonia Gaskell zich in een persconferentie uit. Het Nederlands Ballet nu wil een ff-?1 j-Z^! ,andige stijl vinden. Een styi, di© heel nauw verband houdt met de cultuur van ons land. Zoals zy „Ballet Theatre" uit New York re presentatief acht voor Amerika en de „Ballets des Champs Elysees" voor Frankrijk, zo wil het Nederlands bal let een eigen Nederlandse styl zien te vinden. Men zal moeten blijven expe rimenteren. Dat is noodzakelijk als een ballet levend wil blijven. De jonge Nederlandse choreografen zijn geheel verantwoordelijk voor de door hen gezette balletten en hun uit voering. Men wacht met grote be langstelling dit experiment af, omdat hier ernstig wordt gezocht naar een eigen stijl, waarbij men de Nederland se kunstenaars op verschillend terrein wil betrekken. want het is een uiteenzetting die naar alle zijden verbanden legt en interes sante perspectieven opent Als essay is het een der beste stalen van zijn op deze plaats reeds vaak gehuldigd kunnen. Met het grootste gemak draagt hij belangwekkende voorbeel den uit de gehele moderne literatuur aan, en ook al verschilt men soms met de schryver van opvatting, dan nog geven zijn opmerkingen aanlei ding tot de meest vruchtbare over denkingen omdat ze oorspronkelijk en weldoordacht zijn. Dit werk moet waarlijk een kolfje naar zijn hand zijn geweest, en „Nieuwe griffels schone leien" is dan ook een wel bijzonder goed geslaagd boek geworden. Eén trek uit de inleiding dient evenwel nog naar voren gehaald om dat hij ons zeer juist lijkt: in aan sluiting op Karl Jaspers memoreert Rodenko, dat wat wij gewoon waren „wereldgeschiedenis" te noemen, in feite slechts een aggregaat was van zeer plaatselijke geschiedenissen. De ware wereldgeschiedenis is nog maar pas begonnen. En de ware avantgar- dist is hij, die teneinde niet blinde lings meegesleurd te worden, zich de ze wereldgeschiedenis creatief tracht toe te eigenen. Na alle uiterlijke ver schijnselen stuiten we dus hier op de kern, de innerlijke noodzaak, de mo torische drijfveer van deze dichterlij ke revolutie, die natuurlijk aan alle zijden aan andere levensverschijnselen vast zit. Inderdaad blijkt dan het symbolisme het laatste hiërarchische systeem in de Europese dichtkunst. Hoe verleidelijk het is, door te gaan over paralellen in de beeldende kun sten en andere levensgebieden, over stelling voor „primitieve" poëzie, vele andere zaken we moeten ons hier beperken om nog iets over de door Rodenko samengestelde bloem lezing te zeggen. De Nederlandse vlolist Willem Nos- ke heeft b\j zijn onderzoekingen naar Italiaanse vioolmuziek uit de ne en 18e eeuto in de lecklenburgische Landesbibliotheek" in Schicerin een oud handschrift aangetroffen, dat ne gentien onbekende vioolsonates van Arcangelo Corélli bevat. Deze sona tes, die ook tijdens het leven van Co rélli waarschijnlijk nooit in druk zijn verschenen, waren wiet bekend aan de biografen van de grote Italiaanse vio list. Het aantal gevonden solo-sonates van Coreill is hiermee gestegen van 12 tot 31. Fotoeen blad uit een handschrift van één van de drie vioolsonates van Corélli, die voorset eerst voor de N. C.R.V.-microfoon zullen worden uit gevoerd. DE BLOEMLEZING. „Van Gorter tot Lucebert, van Ge zelle tot Hugo Claus" luidt de on dertitel van de bundel, en inderdaad, de wandeling door de tuin der avant- gardistische Nederlandse poëzie be gint in 1859 met verzen van de toen 29-jarige Gezelle, verzen, die zich zeer goed laten vergelijken met he dendaags „experimenteel" werk, waarmee we er overigens niet op willen zinspelen dat er niets nieuws onder de zon is. Daarop volgen vele van de zgn. „sensitivistische" verzen van Gorter. Allerlei curiositeiten en onverwachte ontmoetingen heeft Ro denko in petto: de experimenten van Theo Reeder (Is. Querido) uit 1894, werk van de „StyT'-mannen I. K. Bonset (Theo van Doesburg) en Antony Kok, uit 1915 („Styl" was inderdaad Europees georiënteerd maar heeft geen weerklank gevon den, te onzent bleef alleen dergelijk o.a. ook typografisch vaak eigenaar dig gearrangeerd werk van Paul van Ostaijen bekend), en voorts vindt men werk van alle Nederlandse en Vlaamse dichters die op een of an dere manier avantgardist waren of zijn. Dat hierbij de jongste generatie zeer ruim vertegenwoordigd is, spreekt vanzelf: tenslotte vond pas né de tweede wereldoorlog in de Ne derlandse poëzie definitief de door braak plaats die reeds vijftig en meer jaren terug elders gebeurde. Rodenko's bloemlezing toont ech ter duidelijk aan dat reeds in de vo rige eeuw en daarna ook Neder landse dichters telkens weer gepro beerd hebben de vicieuze cirkel waar in de Europese en Nederlandse poë zie ronddraaide, te doorbreken. Het verschijnen van „Nieuwe grif fels schone leien" is een belangrijke gebeurtenis in onze hedendaagse iet teren en we zijn er de uitgever dank baar voor dat hij, door de prijs zeer laag te stellen (het is een, typogra fisch overigens uitstekend verzorgd, „pocketboek") het werk binnen let terlijk ieders bereik heeft gebracht. In verband hiermee vermelden we tenslotte dat het mede werd samen gesteld ten behoeve van het litera- tunrondenvys op middelbare scholen. Uitgave: Daamen, Den Haag. (Ooievaar-reeks no. 8). De eenheid van een werelddeel Raad van Europa organiseerde waardevolle expositie (Van onze Brusselse correspondent) De duizenden veelkleurige lampjes, die tijdens de Kerst- en Nieuw-Jaars- dagen de Brusselse boulevards in een ware zee van licht omtoverden, wer den dezer dagen gedoofd. Maar toch blyft er in de Belgische hoofdstad voor enkele weken nog een bezienswaardigheid over, die ongetwijfeld ook vele vreemdelingen zal lokken. Het is de tentoonstelling „HetHumanistisch Europa", die werd ingericht onder auspiciën van de Raad van Europa en die in het Paleis voor Schone Kunsten te zien is tot 28 Februari a.s. Dergelijke exposities zullen in verschillende landen worden gehouden en zijn niet gewijd aan een bepaalde nationale of regionale kunststroming, aan de kunstschatten van een bepaald museum of aan een bepaalde figuur, maar aan liet gemeenschappelijk cultureel erfgoed van Europa. Zo heeft de Brusselse tentoonstelling de periode van het humanisme als thema. Andere culturele stromingen komen later aan de beurt in andere hoofdsteden van Europese landen. „Het humanistische Europa" biedt een merkwaardige verzameling in totaal 366 stuks schilderijen, tekeningen, prenten, beeldhouwwerken, gobelins, medailles, handschriften, wetenschappelijke in strumenten enz., uitgeleend door een groot aantal Europese musea en col- lectïonneurs. De organisatoren hebben er aan de hand van dit waardevolle materiaal de aandacht op willen vestigen, dat de cultuur, in de humanistische en Europese betekenis van het woord, niet ten dienste staat van een natie of van een ideologisch systeem, maar van de mens zelf. In de periode van het humanisme wordt over geheel Europa van Florence tot Amsterdam, van Oxford tot Parijs, van Hamburg tot Madrid, de noodzakelijkheid ver kondigd de voorwaarden van het mens-zijn te verruimen, de waardig heid van de mens te bevestigen. Er heerste een interesse, een zucht naar kennis, die de beperkingen der gren zen doorbrak, de vriendschap tussen Erasmus en Thomas More, de reis van Breughel naar Toscane, die van Montaigne naar Rome, het avontuur van Christoffel Columbus In de kunst staat de mens op de voorgrond met zijn psychologie en zijn anatomie. Maar de mens wil ook zijn omgeving ontleden en de gevoelvolle wijze, waarmede Dürer in zijn teke ningen vaak het nietigste in de na tuur sublimeert, is te herleiden tot dezelfde interesse, die Copernicus, Tycho, Brahé en anderen aan de dag Toch treft in het geëxposeerde ook telkens weer het eigen karakter, het regionale element, dat door de per soonlijkheid van de kunstenaar spreekt. Ondanks de door de Renais sance gebrachte kennis van de anato mie, behoort een mythologische voor stelling, als die van Jan Gossaert („Heracles en Deianeira", Cat. nr. 37) duidelijk door de figuren tot de kunst van de lage landen. Door en door Vlaams bleef Breughel, ofschoon hij zijn taferelen in de achtergrond met Italiaanse landschappen stoffeer de. Zo brengt deze expositie herhaal delijk de illustratie van Goethe's ge zegde „Europa is geen unisono, maar een akkoord". Evenals de Europese cultuur in haar geheel, is de humanis tische, de Renaissancistische kunst vorm één In zijn ryke verscheidenheid. Op het gebied van de schilderkunst biedt de expositie zeker geen over vloed van absolute meesterwerken. De conservatoren van de belangrijkste Europese musea beginnen trouwens langzamerhand genoeg te krygen van het aanhoudend uitlenen van hun voornaamste stukken. Zo is er van Leonardo da Vinci, die door zijn per soonlijkheid als de prins der humanis tische kunstenaars mag worden be schouwd, geen der (overigens vol doende bekende) schilderijen wel enkele tekeningen aanwezig. Toch kan men menig interessant werk be wonderen. Het exposeren van vaak minder bekende werken is op zich zelf overigens een voordeel. Het humanisme in de schilderkunst bracht de triomf van het porttret en op dit gebied ziet men enkele merk waardige werken van Piero di Cosi- mo, Raffael (het portret van Perugi- no), Titiaan (de zeer suggestieve beeltenis van Paus Paulus 01) Jean Clouet, H. Holbein de Jongere (Me- lanchton). Het bekende portret van Erasmus van Quinten Metsys ont breekt natuurlijk niet. Van Jeroen Bosch, die feitelijk nog heel dicht bij de middeleeuwen staat, is er een so bere „H. Hieronymus in gebed". Onder de mythologische taferelen is er een weinig bekende „Leda en de zwaan" van Correggio. Interessant zijn ook de geëxposeer de tekeningen, met o.a. enkele zeer sterke portretten van Hans Holbein de Jongere uit de collectie van Wind sor Castle: het portret van Thomas More en dat van William Warham, die met zyn fletse ogen, zijn hangwan gen en zijn norse uitdrukking op bij zonder realistische wijze werd geeon- terfeït. Vermeldenswaard om de li neaire perfectie is vooral de „Studie voor een Christuskind" van Giovanni Bellini. Onder de geëxposeerde beeld houwwerken meest van een klein Voor een huis in Ams terdam-Zuid hangt een bescheiden vitrine met vijf ■portretfoto's. Die foto's zijn het werk van een der beste vrouwelijke por tretfotografen van Europa. Van mevrouw Mira, die haar werk als een hobby be schouwt. Het begon op mijn ver jaardag. Van mijn ouders kreeg ik een box cadeau, 'n heel eenvoudig toestel met een venster glaasje. Toen de eerste films goed waren, werd ik zo enthousiast voor de fotografie, dat ik vrijwel al m'n zakgeld hieraan be steedde. Toen mijn vader overleed en ik voor moeder moest zorgen, xoerd deze hobby mijn beroep. En dat is het nu nog". Véle beroemde personen heeft deze mevrouw Mira, die eigenlijk Kaufmann heet, sindsdien vóór de lens van haar foto-apparaat ge had. Opgeleid in haar woon stad Berlijn bij het beroem de Lette-Haus, vertrok ze naar Brussel om internatio nale ervaring op te doen. Hier poseerden de eerste bekende persoonlijkheden voor haar, o.a. oud-minister Baels en diens dochter, de tegenwoordige echtgenote van Koning Leopold- Van Brussel terug naar Berlijn. Tot 1933, het Hitler- jaar. Toen ging ik weg naar Nederland, Het speet me heel erg, afscheid te moeten nemen van deze prachtige stad, waar het theaterleven juist een hoog tepunt bereikte. Het thea terleven, dat mij heel veel werk gaf. De regisseur Max Reinhardt toonde bijzondere waardering voor mijn werk". In Nederland heeft me vrouw Mira de eerste tijd in het Grand Hotel te Scheveningen gewoond, alvorens een eigen studio in de residentie te kunnen ope nen. Regelmatig bezocht Prins Hendrik in die dagen het Grand Hotel. Spoedig was het haar grootste wens een foto van hem te maken. Na dagenlang om de hoge Ïast heengedraaid te heb- en, heeft ze zich op een goedemorgen verstout te vragendie foto de foto van haar leven te mogen maken. De Prins, zich koes terend op het zonovergoten terras, glimlachte. ,fleeft u uw machine bij uf" rea geerde hij op het verzoek. ,Jk moest bekennen, het toestel eerst nog even van mijn kamer in het hotel te moeten halen. Toen ik te rugkwam, was de Prins ver dwenen. Hevig teleurgesteld over deze gemiste kans, kreeg ik op het. moment, dat ik me omdraaide, een brief je in de hand gedrukt door de ober, met de mededeling van 's Prinsen adjudant: Z.K.Hzal terugkomen!" Inderdaad is de vorstelij ke gast enige dagen later weer in het Grand Hotel ge komen. En hij herinnerde zich mijn verzoek. Ik kreeg toestemming een foto van hem op het terras te maken, en daarna willigde hij ook rr 'jn verzoek in alleen voor mij te poseren in een der ho telkamers. Bij die gelegen heid vroeg ik hem zijn hoed af te zetten. Wijzend op zijn kaalhoofdigheid, wees hij lachend dit verzoek af Met de grootste zorg heeft mevfouw Mira de foto's ontwikkeld. Wéldra bleek het een nog kostbaarder be zit dan ze vermoed had. Prins Hendrik stierf vrij kort daarna. Van de Ko ningin ontvAng mevrouw Mira naderhand een dank brief, waarin getuigd werd, dat haar portretstudie de best-gelijkende foto van de Prins wasdie ooit werd ge maakt, omdat hij er zo ge woonmenselijk op stond. Toen mevrouxo Mira een maal een studio in Den Haag had geopend, ontbrak het haar spoedig nog slechts aan tijd, om de vele opdrachten te kunnen uitvoeren. Met een foto van Sir Cecil Hurst, de toenma lige president van het Inter nationale Hof, verwierf ze zich een eerste prijs in een internationale fotowedstrijd. Wie even tijd kan vinden te bladeren in de foto-al bums van deze fotografe. Schrijversalmanak Twee jaar lang stond de Schrijvers- Almanak onder redactie van Clara Eggmk en G. Sötemann; thans is de redactie, ja, hoe moeten we het noe men, gemqderniseerd en nog al „experimenteel" uitgevallen: Eert Schierbeek voor Nederland, Jan Wal- ravens voor Vlaanderen. Voor wie de Almanak kent: er is niet zo verschrikkelijk veel veran derd, al is het accent dan inderdaad wat meer naar ..de jongeren" ver schoven, vooral in de oorspronkelijke bijdragen. Voor wie hem niet kent: het is een uiterst bruikbaar boek met een schat van informaties over en voor Nederlandse en Vlaamse schrij vers e.d., als: Adressen van organisa ties en tijdschriften en uitgevers, overzichten van literaire prijzen, lijs ten van schrijvers (heerlijk willeken- rig uitgevallen!), van tussen Oct. 19531954 verschenen boeken en van boeken die op 1 Oct. jl. nog op stapel stonden, aangevuld met vele oorspron kelijke bydragen in proza en vers (de hoofdschotel, van pag. 33182) en een kalendarium met geboorte- en sterfdagen van schrijvers. Geïllu streerd met aardige vignetten. Uiter aard leest men zo'n boek niet van begin tot eind, toch stuitten we wel eens op een foutje, maar dat is on vermijdelijk. UitgaveC. P. J. van der Peet, Am sterdam. Friese roman-prijsvraag Het bestuur van de Chr. Friese volksbibliotheek te Leeuwarden heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een roman. Gevraagd wordt een nog niet eerder gepubliceerd verhaal of roman met een voor de vereniging van be lang zijnde inhoud, taal en stijl. Uit geloofd wordt een bedrag van f 2000 te verdelen over twee handschriften. De inzending staat open tot 1 Septem ber a.s. Ook voor kinderboeken worden handschriften gevraagd. De voorkeur wordt gegeven aan die inzendingen, waarvan de inhoud op onze tijd slaat. „Sport en spel in de oudheid" Eind dezer maand wordt in het Haagse gemeentemuseum een tentoon stelling geopend onder de titel „Sport en spel in de oudheid". De expositie omvat een uitgebreide collectie antiek Speelgoed, sculpturen, vazen en af beeldingen, die een indruk geven van de wijze waarop in de oudheid de sport werd beoefend of spelen, zowel van volwassenen als van kinderen, werden formaat munten de florentijnen uit. Er is o.a. het mode! voor de beroemde „Perseus" van Benvenuto Cellini. Op de Brusselse tentoonstelling zijn verder nog een mooie collectie handschriften (Ariosto, Erasmus, Lutheren oude exemplaren van boekdrukkunst te bewonderen, even als een aantal wetenschappelijke in strumenten, zoals astrolabia uit de Xle en de XVe eeuw, de „Erdap- fel" (1492) van Martin Behaim, enz. Nu Europa op velerlei gebied een tragisch verval doormaakt, is het soms goed zich te bezinnen op een roemryk verleden en er nieuwe krach ten te putten om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Dit is de ware betekenis van de reeks ten toonstellingen, welke onder de auspi ciën van de Raad van Europa wordt ingericht. komt nog tal van andere be kende persoonlijkheden te gen, hoewél veel van haar vóór de oorlog verzamelde materiaal verloren ging tij dens de oorlogsbrandtoen ze zich inmiddels in Ooster beek gevestigd had. Naast tal van bekende acteurs en actrices, poseerden voor haar de oud-ministers Co- lijn, Oud, Slotemaker de Bruine, maar ook professor Piccard, generaal Reynders en het Indische danseresje, Raden Inten, dat danste op de bruiloft van Prinses Ju liana. In Amsterdam heeft me vrouw Mira nu bijna tien jaar geleden weer een nieu we studio geopend. Wanneer ze de restanten van haar er >!-s zo omvangrijke archief bekijktziet ze haar levens werk als een film aan zich voorbijtrekken. Het leven van een high-classpor tretfotografe, vA er hobby haar beroep werd, en wier naam bekend werd tot ver over onze grenzen. MEVROUW MIRA óp véle groten de lens gericht,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1955 | | pagina 7