„Nieuwe griffels, schone leien"
een boeiende bloemlezing
In Brussel wordt origineel
pleidooi voor Europa gevoerd
Mevrouw Mira: karakterfoto's als hobby
Het Nederlands Ballet
zoekt een eigen stijl
ZATERDAG 15 JANUARI 1955
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
Van Gezelle lot heden
Paul Rodenko zorgde voor
een goede inleiding
PAUL RODENKO, TEGENWOORDIG zo'n beetje de rechterhand van Bert
Bakker, de redacteur van „Maatstaf" (de heer Bakker had zich inderdaad
„een beter medewerker en adviseur kunnen kiezen) heeft op verzoek van
deze uitgever een bloemlezing samengesteld „uit het werk van de experi
mentelen en hun voorgangers". Aan zo'n boek bestond inderdaad gebrek.
En wel omdat het aantal misverstanden omtrent de experimentelen, toch
al groot, in ons land nog extra verzwaard wordt door de omstandigheid
dat slechts zeer weinig van de mensen die poëzie lezen, behalve de voort
brengselen uit het eigen land ook de contemporaine buitenlandse dicht
kunst volgen. Het optreden van de experimentelen verschrok daardoor ve
len als een donderslag bij heldere hemel, terwijl het voor hen die op de
hoogte waren van de stromingen in de moderne buitenlandse literatuur
eerder verwonderlijk was dat het gerommel van de donder die al in de 19de
eeuw over het poëtische Europa losbrak, pas duidelijk na de tweede we
reldoorlog in ons land hoorbaar werd. En, om bij deze enigszins manke
metafoor te blijven: een onweersbuibrengt oa.. verkwikking, en niemand
kan ontkennen dat, algemeen gesproken, de poëtische atmosfeer óf wel zeer
zwoel, óf wel zeer ijl was geworden.
Wat te onzent pas goed doorbrak
omstreeks 1950, is reeds in de 19de
eeuw, en vooral in Frankrijk, begon
nen. Reeds toen begon de Europese
poëzie zich te bevrijden van de
kluisters waarin zij eeuwenlang (zij
stamt in hoofdlijn via de troubadours
en de moors-andalousische lyriek re
gelrecht van de arbische dichtkunst
af) was geslagen. Heel in het kórt ge
zegd, en nog afgezien van de traditio
nele vormen: iets was poëtisch of het
was het niet. De maan en een lelie
vonden vanouds behagen in het oog
van de Muze, rozen en nachffegalen
niet minder, maar een sardineblik of
een kunstgebit beslist niet. Een vrouw
vergelijken met een hinde of een ster
was a.h.w. „vanzelfsprekend", maar
haar „zoete cellulose" (Achterberg)
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
of „het eiland Sicilië (Andreus) noe
men, daar had de 19de eeuwse muze
stellig van geijsd. Zij heerste voor het
laatst oppermachtig in de dichtstro-
ming die „Symbolisme" heet. Daarna
werd zij, om Rodenko's uitdrukking te
gebruiken, onttroond", en in deze
eeuw ging ze, met vele andere vor
sten, in ballingschap. De dichter heeft
nu zelf het roer in handen genomen
en decreteert wat poëtisch is en wat
niet, met het resultaat dat sardine-
blikken, Singernaaimachines, m2's, en
mogelijk zelfs ook kunstgebitten, al
zouden we er geen voorbeeld van
kunnen geven, net inderdaad tot de
zelfde poëtische waarde brachten als
de zwanen, nymfen en paarlen van
weleer.
Bovendien ging men ook op ruimer
schaal gevoelens en zintuigelijke
waarnemingen verwisselbaar maken.
Zo sprak Baudelaire reeds van „geu
ren, zoet als hoboklanken, groen als
weilanden", toendertijd stellig revolu
tionair, hoé „gewoon" het ook nu
weer al lijkt Arthur Rimbaud
maakte deze vermenging voor het
eerst systematisch tot een sprintje en
was daarmee een der eerste echte
„experimentelen"; zyn ideaal, een
poëzie die openstaat voor alle zintui
gen en die aan de totale persoonlijk
heid appeleert, is tevens datgene wat
de hedendaagse experimentelen na
streven, schryft Rodenko.
Weer anderen hebben getracht de
klank te verabsoluteren, of wel tast
ten de gebruikelijke grammatica aan,
mengden woorden dooreen, vormden
nieuwe. Al deze richtingen werden in
deze eeuw tot in het uiterste doorge
dreven, soms met zeer opmerkelyke
resultaten.
Uiteraard kunnen we Rodenko hier
niet in zijn gehele betoog nagaan,
RAFFAELLO: PERUGINO
(Rome: Galleria Borghese)
Experimenieel programma
Werk van eigen
choreografen
Het Nederlandse Ballet zal Donder
dag 20 Januari in de Koninklyke
Schouwburg te Den Haag de aan
dacht vragen voor het eerste experi
mentele programma, dat door deze
jonge dansgroep zal worden uitge
voerd. Van 21 tot 25 Januari zal dit
programma in het Theater de la Mar
in Amsterdam worden gegeven. Of er
nog elders uitvoeringen van dit ex
perimentele programma zullen wor
den gegeven, hangt af van de belang
stelling, die de liefhebbers van de
danskunst er voor zullen blijken te
hebben, reeds is er ook uit Utrecht
belangstellend naar geïnformeerd.
Het experimentele programma zal
vijf nieuwe balletten van Nederlandse
choreografen bevatten. Voorlopig
beeft het bestuur toestemming gege
ven tweemaal per jaar een experi
menteel programma te brengen. Blijkt
er belangstelling voor te bestaan en
is het financieel verantwoord, dan
bestaat de kans, dat er meer derge
lijke programma's worden gegeven.
De leider, Sonia Gaskell, heeft dit
experimentele programma voor het
Nederlands Ballet een groot experi
ment genoemd. By de aanvaarding
van de leiding van het Nederlands
Ballet, was zij er zich van bewust,
dat men twee richtingen zou moeten
uitgaan. Vooreerst de uitbreiding van
net bestaande repertoire; daaraan
neeft men zo goed mogelijk voldaan,
zowel wat betreft het klassieke re
pertoire, als de moderne werken,
■technisch was men nog niet waar
J16? m?et bomen. Men heeft rekening
met de nog niet voldoende
rijpheid van de groep in de eerste pe
riode. Op het ogenblik studeert John
laras een werk in van Balanchine.
Als men werk neemt van buitenland
se geografen, dan betekent zulks,
aat die werken bekend zijn, ook bij
het publiek. Het is belangryk, dat
zulks gebeurt, maar het is niet van
beslissende aard, zo drukte Sonia
Gaskell zich in een persconferentie
uit. Het Nederlands Ballet nu wil een
ff-?1 j-Z^! ,andige stijl vinden. Een
styi, di© heel nauw verband houdt met
de cultuur van ons land. Zoals zy
„Ballet Theatre" uit New York re
presentatief acht voor Amerika en de
„Ballets des Champs Elysees" voor
Frankrijk, zo wil het Nederlands bal
let een eigen Nederlandse styl zien te
vinden. Men zal moeten blijven expe
rimenteren. Dat is noodzakelijk als
een ballet levend wil blijven.
De jonge Nederlandse choreografen
zijn geheel verantwoordelijk voor de
door hen gezette balletten en hun uit
voering. Men wacht met grote be
langstelling dit experiment af, omdat
hier ernstig wordt gezocht naar een
eigen stijl, waarbij men de Nederland
se kunstenaars op verschillend terrein
wil betrekken.
want het is een uiteenzetting die naar
alle zijden verbanden legt en interes
sante perspectieven opent Als essay
is het een der beste stalen van zijn op
deze plaats reeds vaak gehuldigd
kunnen. Met het grootste gemak
draagt hij belangwekkende voorbeel
den uit de gehele moderne literatuur
aan, en ook al verschilt men soms
met de schryver van opvatting, dan
nog geven zijn opmerkingen aanlei
ding tot de meest vruchtbare over
denkingen omdat ze oorspronkelijk en
weldoordacht zijn. Dit werk moet
waarlijk een kolfje naar zijn hand zijn
geweest, en „Nieuwe griffels schone
leien" is dan ook een wel bijzonder
goed geslaagd boek geworden.
Eén trek uit de inleiding dient
evenwel nog naar voren gehaald om
dat hij ons zeer juist lijkt: in aan
sluiting op Karl Jaspers memoreert
Rodenko, dat wat wij gewoon waren
„wereldgeschiedenis" te noemen, in
feite slechts een aggregaat was van
zeer plaatselijke geschiedenissen. De
ware wereldgeschiedenis is nog maar
pas begonnen. En de ware avantgar-
dist is hij, die teneinde niet blinde
lings meegesleurd te worden, zich de
ze wereldgeschiedenis creatief tracht
toe te eigenen. Na alle uiterlijke ver
schijnselen stuiten we dus hier op de
kern, de innerlijke noodzaak, de mo
torische drijfveer van deze dichterlij
ke revolutie, die natuurlijk aan alle
zijden aan andere levensverschijnselen
vast zit. Inderdaad blijkt dan het
symbolisme het laatste hiërarchische
systeem in de Europese dichtkunst.
Hoe verleidelijk het is, door te gaan
over paralellen in de beeldende kun
sten en andere levensgebieden, over
stelling voor „primitieve" poëzie,
vele andere zaken we moeten ons
hier beperken om nog iets over de
door Rodenko samengestelde bloem
lezing te zeggen.
De Nederlandse vlolist Willem Nos-
ke heeft b\j zijn onderzoekingen naar
Italiaanse vioolmuziek uit de ne en
18e eeuto in de lecklenburgische
Landesbibliotheek" in Schicerin een
oud handschrift aangetroffen, dat ne
gentien onbekende vioolsonates van
Arcangelo Corélli bevat. Deze sona
tes, die ook tijdens het leven van Co
rélli waarschijnlijk nooit in druk zijn
verschenen, waren wiet bekend aan de
biografen van de grote Italiaanse vio
list. Het aantal gevonden solo-sonates
van Coreill is hiermee gestegen van
12 tot 31.
Fotoeen blad uit een handschrift
van één van de drie vioolsonates van
Corélli, die voorset eerst voor de N.
C.R.V.-microfoon zullen worden uit
gevoerd.
DE BLOEMLEZING.
„Van Gorter tot Lucebert, van Ge
zelle tot Hugo Claus" luidt de on
dertitel van de bundel, en inderdaad,
de wandeling door de tuin der avant-
gardistische Nederlandse poëzie be
gint in 1859 met verzen van de toen
29-jarige Gezelle, verzen, die zich
zeer goed laten vergelijken met he
dendaags „experimenteel" werk,
waarmee we er overigens niet op
willen zinspelen dat er niets nieuws
onder de zon is. Daarop volgen vele
van de zgn. „sensitivistische" verzen
van Gorter. Allerlei curiositeiten en
onverwachte ontmoetingen heeft Ro
denko in petto: de experimenten
van Theo Reeder (Is. Querido) uit
1894, werk van de „StyT'-mannen I.
K. Bonset (Theo van Doesburg) en
Antony Kok, uit 1915 („Styl" was
inderdaad Europees georiënteerd
maar heeft geen weerklank gevon
den, te onzent bleef alleen dergelijk
o.a. ook typografisch vaak eigenaar
dig gearrangeerd werk van Paul van
Ostaijen bekend), en voorts vindt
men werk van alle Nederlandse en
Vlaamse dichters die op een of an
dere manier avantgardist waren of
zijn. Dat hierbij de jongste generatie
zeer ruim vertegenwoordigd is,
spreekt vanzelf: tenslotte vond pas
né de tweede wereldoorlog in de Ne
derlandse poëzie definitief de door
braak plaats die reeds vijftig en
meer jaren terug elders gebeurde.
Rodenko's bloemlezing toont ech
ter duidelijk aan dat reeds in de vo
rige eeuw en daarna ook Neder
landse dichters telkens weer gepro
beerd hebben de vicieuze cirkel waar
in de Europese en Nederlandse poë
zie ronddraaide, te doorbreken.
Het verschijnen van „Nieuwe grif
fels schone leien" is een belangrijke
gebeurtenis in onze hedendaagse iet
teren en we zijn er de uitgever dank
baar voor dat hij, door de prijs zeer
laag te stellen (het is een, typogra
fisch overigens uitstekend verzorgd,
„pocketboek") het werk binnen let
terlijk ieders bereik heeft gebracht.
In verband hiermee vermelden we
tenslotte dat het mede werd samen
gesteld ten behoeve van het litera-
tunrondenvys op middelbare scholen.
Uitgave: Daamen, Den Haag.
(Ooievaar-reeks no. 8).
De eenheid van een werelddeel
Raad van Europa organiseerde
waardevolle expositie
(Van onze Brusselse correspondent)
De duizenden veelkleurige lampjes, die tijdens de Kerst- en Nieuw-Jaars-
dagen de Brusselse boulevards in een ware zee van licht omtoverden, wer
den dezer dagen gedoofd. Maar toch blyft er in de Belgische hoofdstad voor
enkele weken nog een bezienswaardigheid over, die ongetwijfeld ook vele
vreemdelingen zal lokken. Het is de tentoonstelling „HetHumanistisch
Europa", die werd ingericht onder auspiciën van de Raad van Europa en
die in het Paleis voor Schone Kunsten te zien is tot 28 Februari a.s.
Dergelijke exposities zullen in verschillende landen worden gehouden en
zijn niet gewijd aan een bepaalde nationale of regionale kunststroming, aan
de kunstschatten van een bepaald museum of aan een bepaalde figuur,
maar aan liet gemeenschappelijk cultureel erfgoed van Europa. Zo heeft de
Brusselse tentoonstelling de periode van het humanisme als thema. Andere
culturele stromingen komen later aan de beurt in andere hoofdsteden van
Europese landen. „Het humanistische Europa" biedt een merkwaardige
verzameling in totaal 366 stuks schilderijen, tekeningen, prenten,
beeldhouwwerken, gobelins, medailles, handschriften, wetenschappelijke in
strumenten enz., uitgeleend door een groot aantal Europese musea en col-
lectïonneurs.
De organisatoren hebben er aan de
hand van dit waardevolle materiaal
de aandacht op willen vestigen, dat
de cultuur, in de humanistische en
Europese betekenis van het woord,
niet ten dienste staat van een natie
of van een ideologisch systeem, maar
van de mens zelf. In de periode van
het humanisme wordt over geheel
Europa van Florence tot Amsterdam,
van Oxford tot Parijs, van Hamburg
tot Madrid, de noodzakelijkheid ver
kondigd de voorwaarden van het
mens-zijn te verruimen, de waardig
heid van de mens te bevestigen. Er
heerste een interesse, een zucht naar
kennis, die de beperkingen der gren
zen doorbrak, de vriendschap tussen
Erasmus en Thomas More, de reis
van Breughel naar Toscane, die van
Montaigne naar Rome, het avontuur
van Christoffel Columbus
In de kunst staat de mens op de
voorgrond met zijn psychologie en zijn
anatomie. Maar de mens wil ook zijn
omgeving ontleden en de gevoelvolle
wijze, waarmede Dürer in zijn teke
ningen vaak het nietigste in de na
tuur sublimeert, is te herleiden tot
dezelfde interesse, die Copernicus,
Tycho, Brahé en anderen aan de dag
Toch treft in het geëxposeerde ook
telkens weer het eigen karakter, het
regionale element, dat door de per
soonlijkheid van de kunstenaar
spreekt. Ondanks de door de Renais
sance gebrachte kennis van de anato
mie, behoort een mythologische voor
stelling, als die van Jan Gossaert
(„Heracles en Deianeira", Cat. nr.
37) duidelijk door de figuren tot de
kunst van de lage landen. Door en
door Vlaams bleef Breughel, ofschoon
hij zijn taferelen in de achtergrond
met Italiaanse landschappen stoffeer
de. Zo brengt deze expositie herhaal
delijk de illustratie van Goethe's ge
zegde „Europa is geen unisono, maar
een akkoord". Evenals de Europese
cultuur in haar geheel, is de humanis
tische, de Renaissancistische kunst
vorm één In zijn ryke verscheidenheid.
Op het gebied van de schilderkunst
biedt de expositie zeker geen over
vloed van absolute meesterwerken. De
conservatoren van de belangrijkste
Europese musea beginnen trouwens
langzamerhand genoeg te krygen van
het aanhoudend uitlenen van hun
voornaamste stukken. Zo is er van
Leonardo da Vinci, die door zijn per
soonlijkheid als de prins der humanis
tische kunstenaars mag worden be
schouwd, geen der (overigens vol
doende bekende) schilderijen wel
enkele tekeningen aanwezig. Toch
kan men menig interessant werk be
wonderen. Het exposeren van vaak
minder bekende werken is op zich
zelf overigens een voordeel.
Het humanisme in de schilderkunst
bracht de triomf van het porttret en
op dit gebied ziet men enkele merk
waardige werken van Piero di Cosi-
mo, Raffael (het portret van Perugi-
no), Titiaan (de zeer suggestieve
beeltenis van Paus Paulus 01) Jean
Clouet, H. Holbein de Jongere (Me-
lanchton). Het bekende portret van
Erasmus van Quinten Metsys ont
breekt natuurlijk niet. Van Jeroen
Bosch, die feitelijk nog heel dicht bij
de middeleeuwen staat, is er een so
bere „H. Hieronymus in gebed".
Onder de mythologische taferelen is
er een weinig bekende „Leda en de
zwaan" van Correggio.
Interessant zijn ook de geëxposeer
de tekeningen, met o.a. enkele zeer
sterke portretten van Hans Holbein
de Jongere uit de collectie van Wind
sor Castle: het portret van Thomas
More en dat van William Warham,
die met zyn fletse ogen, zijn hangwan
gen en zijn norse uitdrukking op bij
zonder realistische wijze werd geeon-
terfeït. Vermeldenswaard om de li
neaire perfectie is vooral de „Studie
voor een Christuskind" van Giovanni
Bellini. Onder de geëxposeerde beeld
houwwerken meest van een klein
Voor een huis in Ams
terdam-Zuid hangt
een bescheiden vitrine
met vijf ■portretfoto's. Die
foto's zijn het werk van een
der beste vrouwelijke por
tretfotografen van Europa.
Van mevrouw Mira, die
haar werk als een hobby be
schouwt.
Het begon op mijn ver
jaardag. Van mijn ouders
kreeg ik een box cadeau, 'n
heel eenvoudig toestel met
een venster glaasje. Toen de
eerste films goed waren,
werd ik zo enthousiast voor
de fotografie, dat ik vrijwel
al m'n zakgeld hieraan be
steedde. Toen mijn vader
overleed en ik voor moeder
moest zorgen, xoerd deze
hobby mijn beroep. En dat
is het nu nog".
Véle beroemde personen
heeft deze mevrouw Mira,
die eigenlijk Kaufmann
heet, sindsdien vóór de lens
van haar foto-apparaat ge
had. Opgeleid in haar woon
stad Berlijn bij het beroem
de Lette-Haus, vertrok ze
naar Brussel om internatio
nale ervaring op te doen.
Hier poseerden de eerste
bekende persoonlijkheden
voor haar, o.a. oud-minister
Baels en diens dochter, de
tegenwoordige echtgenote
van Koning Leopold-
Van Brussel terug naar
Berlijn. Tot 1933, het Hitler-
jaar. Toen ging ik weg
naar Nederland, Het speet
me heel erg, afscheid te
moeten nemen van deze
prachtige stad, waar het
theaterleven juist een hoog
tepunt bereikte. Het thea
terleven, dat mij heel veel
werk gaf. De regisseur Max
Reinhardt toonde bijzondere
waardering voor mijn werk".
In Nederland heeft me
vrouw Mira de eerste
tijd in het Grand Hotel
te Scheveningen gewoond,
alvorens een eigen studio in
de residentie te kunnen ope
nen. Regelmatig bezocht
Prins Hendrik in die dagen
het Grand Hotel. Spoedig
was het haar grootste wens
een foto van hem te maken.
Na dagenlang om de hoge
Ïast heengedraaid te heb-
en, heeft ze zich op een
goedemorgen verstout te
vragendie foto de foto
van haar leven te mogen
maken. De Prins, zich koes
terend op het zonovergoten
terras, glimlachte. ,fleeft
u uw machine bij uf" rea
geerde hij op het verzoek.
,Jk moest bekennen, het
toestel eerst nog even van
mijn kamer in het hotel te
moeten halen. Toen ik te
rugkwam, was de Prins ver
dwenen. Hevig teleurgesteld
over deze gemiste kans,
kreeg ik op het. moment, dat
ik me omdraaide, een brief
je in de hand gedrukt door
de ober, met de mededeling
van 's Prinsen adjudant:
Z.K.Hzal terugkomen!"
Inderdaad is de vorstelij
ke gast enige dagen later
weer in het Grand Hotel ge
komen. En hij herinnerde
zich mijn verzoek. Ik kreeg
toestemming een foto van
hem op het terras te maken,
en daarna willigde hij ook
rr 'jn verzoek in alleen voor
mij te poseren in een der ho
telkamers. Bij die gelegen
heid vroeg ik hem zijn hoed
af te zetten. Wijzend op zijn
kaalhoofdigheid, wees hij
lachend dit verzoek af
Met de grootste zorg heeft
mevfouw Mira de foto's
ontwikkeld. Wéldra bleek
het een nog kostbaarder be
zit dan ze vermoed had.
Prins Hendrik stierf vrij
kort daarna. Van de Ko
ningin ontvAng mevrouw
Mira naderhand een dank
brief, waarin getuigd werd,
dat haar portretstudie de
best-gelijkende foto van de
Prins wasdie ooit werd ge
maakt, omdat hij er zo ge
woonmenselijk op stond.
Toen mevrouxo Mira een
maal een studio in Den
Haag had geopend,
ontbrak het haar spoedig
nog slechts aan tijd, om de
vele opdrachten te kunnen
uitvoeren. Met een foto van
Sir Cecil Hurst, de toenma
lige president van het Inter
nationale Hof, verwierf ze
zich een eerste prijs in een
internationale fotowedstrijd.
Wie even tijd kan vinden
te bladeren in de foto-al
bums van deze fotografe.
Schrijversalmanak
Twee jaar lang stond de Schrijvers-
Almanak onder redactie van Clara
Eggmk en G. Sötemann; thans is de
redactie, ja, hoe moeten we het noe
men, gemqderniseerd en nog al
„experimenteel" uitgevallen: Eert
Schierbeek voor Nederland, Jan Wal-
ravens voor Vlaanderen.
Voor wie de Almanak kent: er is
niet zo verschrikkelijk veel veran
derd, al is het accent dan inderdaad
wat meer naar ..de jongeren" ver
schoven, vooral in de oorspronkelijke
bijdragen. Voor wie hem niet kent:
het is een uiterst bruikbaar boek met
een schat van informaties over en
voor Nederlandse en Vlaamse schrij
vers e.d., als: Adressen van organisa
ties en tijdschriften en uitgevers,
overzichten van literaire prijzen, lijs
ten van schrijvers (heerlijk willeken-
rig uitgevallen!), van tussen Oct.
19531954 verschenen boeken en van
boeken die op 1 Oct. jl. nog op stapel
stonden, aangevuld met vele oorspron
kelijke bydragen in proza en vers (de
hoofdschotel, van pag. 33182) en
een kalendarium met geboorte- en
sterfdagen van schrijvers. Geïllu
streerd met aardige vignetten. Uiter
aard leest men zo'n boek niet van
begin tot eind, toch stuitten we wel
eens op een foutje, maar dat is on
vermijdelijk.
UitgaveC. P. J. van der Peet, Am
sterdam.
Friese roman-prijsvraag
Het bestuur van de Chr. Friese
volksbibliotheek te Leeuwarden heeft
een prijsvraag uitgeschreven voor een
roman. Gevraagd wordt een nog niet
eerder gepubliceerd verhaal of roman
met een voor de vereniging van be
lang zijnde inhoud, taal en stijl. Uit
geloofd wordt een bedrag van f 2000
te verdelen over twee handschriften.
De inzending staat open tot 1 Septem
ber a.s.
Ook voor kinderboeken worden
handschriften gevraagd. De voorkeur
wordt gegeven aan die inzendingen,
waarvan de inhoud op onze tijd slaat.
„Sport en spel in de
oudheid"
Eind dezer maand wordt in het
Haagse gemeentemuseum een tentoon
stelling geopend onder de titel „Sport
en spel in de oudheid". De expositie
omvat een uitgebreide collectie antiek
Speelgoed, sculpturen, vazen en af
beeldingen, die een indruk geven van
de wijze waarop in de oudheid de
sport werd beoefend of spelen, zowel
van volwassenen als van kinderen,
werden
formaat munten de florentijnen uit.
Er is o.a. het mode! voor de beroemde
„Perseus" van Benvenuto Cellini.
Op de Brusselse tentoonstelling
zijn verder nog een mooie collectie
handschriften (Ariosto, Erasmus,
Lutheren oude exemplaren van
boekdrukkunst te bewonderen, even
als een aantal wetenschappelijke in
strumenten, zoals astrolabia uit de
Xle en de XVe eeuw, de „Erdap-
fel" (1492) van Martin Behaim, enz.
Nu Europa op velerlei gebied een
tragisch verval doormaakt, is het
soms goed zich te bezinnen op een
roemryk verleden en er nieuwe krach
ten te putten om de toekomst met
vertrouwen tegemoet te zien. Dit is
de ware betekenis van de reeks ten
toonstellingen, welke onder de auspi
ciën van de Raad van Europa wordt
ingericht.
komt nog tal van andere be
kende persoonlijkheden te
gen, hoewél veel van haar
vóór de oorlog verzamelde
materiaal verloren ging tij
dens de oorlogsbrandtoen
ze zich inmiddels in Ooster
beek gevestigd had. Naast
tal van bekende acteurs en
actrices, poseerden voor
haar de oud-ministers Co-
lijn, Oud, Slotemaker de
Bruine, maar ook professor
Piccard, generaal Reynders
en het Indische danseresje,
Raden Inten, dat danste op
de bruiloft van Prinses Ju
liana.
In Amsterdam heeft me
vrouw Mira nu bijna tien
jaar geleden weer een nieu
we studio geopend. Wanneer
ze de restanten van haar
er >!-s zo omvangrijke archief
bekijktziet ze haar levens
werk als een film aan zich
voorbijtrekken. Het leven
van een high-classpor
tretfotografe, vA er hobby
haar beroep werd, en wier
naam bekend werd tot ver
over onze grenzen.
MEVROUW MIRA
óp véle groten de
lens gericht,