HET JAAR 1954 WAS BEVREDIGEND
Bisschoppelijk mandement bracht
vrij heftige beroering
Nederland, een bloeiende roos,
met een drietal doornen
18
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 31 DECEMBER 1954
NEDERLAND
wat 1954 er bracht
en wat er ln 1955 wacht
Stijgende volkswelvaart en krachtige
expansie der economie
(Van een onzer redacteuren)
De generatie, die de vijf bezettingsjaren bewust heeft meegemaakt, is
al spoedig geneigd, een periode „rustig" te noemen. In die zin zou men
1954 tot de rustige jaren kunnen rekenen een jaar, waarin de maat
schappelijke orde in Nederland niet ernstig werd verstoord.
Onbewogen was dit jaar intussen niet. Wanneer men ons zou vragen,
door welke gebeurtenissen de openbare mening in ons land het meest is
beroerd, dan zouden wij zeggen, dat het jaar 1954 is gekenmerkt door
de volgende feiten:
1. Het bisschoppelijk mandement van 30 Mei, en zijn maatschappelijke
en politieke gevolgen.
2. De doorvoering van twee loonrondes, van onderscheidenlijk 5 en 6
procent en de problemen welke de voortschrijdende inflatoire ontwikke
ling oproept bij overigens stijgende volkswelvaart.
3. De ondertekening van het Statuut van het Koninkrijk-nieuwe-stijl,
m.a.w. de betere verstandhouding tot de rijksdelen in het Westen, in te
genstelling tot de verslechtering van de verhouding tot Indonesië.
4. Het afwijzen door de U.N.O. van de Indonesische aanspraken op
Nieuw-Guinea.
5. Zware slagen voor het Nederlandse verkeerswezen: de K.L.M. ver
loor, behalve zijn president Plesman (enkele uren voor Nieuwjaar) de
„Bontekoe" eij de „Triton", de koopvaardij verloor drie coasters.
6. De invoering van het beroeps- en semi-beroepsvoetbal.
7. De eerste practische uitvoering van een Europees televisienet tjjdens
de wereldkampioenschappen voetbal in Zwitserland.
Toch is er nog één onderwerp,
waarover in Nederland in het jaar
1954 méér gesproken is dan over elk
van de hier gememoreerde gebeurte
nissen. Dat is het weer (of zouden wjj
■misschien moeten zeggen: de kli
maatsverandering
Ons land bleef in December op het
nippertje gespaard voor een herha
ling van de stormramp van 1953.
Maar voor het overige is het afgelo
pen jaar toch een mismoedig jaar ge
weest, met slechts driekwart van de
gebruikelijke zon-uren en met een
kwart, in de zomermaanden zelfs de
helft, meer regen dan normaal.
Men mag 1954 dan ook gerust ken
schetsen als het jaar van de verre
gende vacanties.
Storm en regen over Nederland
dus, maar gelukkig alleen in de na
tuurlijke, niet in de overdrachtelijke
betekenis. Internationale en binnen
landse situatie waren gunstig voor
't verrichten van opbouwende arbeid.
Een belangrijk deel van die arbeid,
althans het scheppen van de moge-
lykheid daartoe, is door regering en
volksvertegenwoordiging verricht.
Dit kon, omdat de aandacht niet werd
afgeleid door schokken van welke
aard ook.
De productie.
Zo is de Nederlandse bevolking in
1954 dan ook aan het werk geweest
met een intensiteit als zelden of nooit
tevoren. Het indexcijfer van de pro
ductie per werknemer steeg in een
jaar met 4% procent en ligt nu 8 pro
cent hoger dan in 1938. De productie
was in de eerste tien maanden 7,7
procent hoger dan in de overeenkom
stige periode van 1953. De consump
tie, zowel totaal als per hoofd dei-
bevolking gezien, steeg, en wel met
onderscheidenlijk 5 en 3 procent. De
uitvoer nam in de eerste drie kwar
talen toe met 26, 23 en 10 procent
vergeleken bij verleden jaar. De
werkloosheid nam af tot het onbete
kenende aantal van.57.800 in Novem
ber (nog weer 33.000 minder dan vo
rig jaar), het laat zich aanzien dat
de investeringen nog weer iets ho
ger zullen zijn dan het reeds zeer ho
ge niveau van 1953, toen zy 1,7 mil
liard bedroegen.
En deze krachtige expansie van
de Nederlandse economie heeft zich
kunnen voltrekken zonder ernstige
verstoring van prysniveau, arbeids-
of kapitaalmarkt. De ruilvoet van
Nederland bleef ongewijzigd op het
peil van 1953.
Noodlijdenden.
Deze voorspoed zou ons volk in
de verleiding kunnen brengen,
zich terug te trekken in een ge-
zaplge gerustheid, als een wel
vaartseiland temidden van een
barnende wereld, welks bevol
king nog voor twee-derde hon
ger lijdt, althans chronisch on
dervoed is. Dat de Nederlanders
aan deze verleiding weerstand
weten te bieden en zich verbon
den weten met de medemens,
waar ook ter wereld, is in 1954
treffend gedemonstreerd door het
feit, dat de gehele bevolking de
opbrengst van een uur arbeid af
stond ten bate van hen, die door
de wisselvalligheid van het poli
tieke lot van huis en haard ver
dreven zijn.
Die lotsverbondenheid met de
rest van de wereld is echter niet
slechts de uiting van een gevoel,
dat in het binnenste leeft, zy is
een realiteit en voor Nederland
een noodzaak.
Europese politiek.
De realiteit: Nederland maakt deel
uit van de Noord-Atlantische Ver-
drags Gemeenschap, en nam in 1954
deel aan geallieerde manoeuvres in
Duitsland, hield er ook herhalings
oefeningen. Nederland is lid van de
jaar zijn gemeenschappelijke buiten
landse handelspolitiek met België en
Luxemburg verder te ontwikkelen.
Nederland is lid van de K.S.G., de
Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal, hetgeen iedere Nederlander
aan de gestegen kolenpryzén heeft
kunnen merken. Nederland is lid van
Benelux, en wist in het afgelopen
de O.E.E.S., de organisatie voor Eu
ropese economische samenwerking,
die dit jaar heeft gestreefd naar ver
dere liberalisatie van het intra-Euro-
pese handelsverkeer, alsook naar her
stel van de convertibiliteit der valu
ta. Nederland is lid van de Europese
Betalings Unie, van de G.A.T.T. (Al
gemene Overeenkomst voor Tarieven
en Handel), waarin ons land streeft
naar een algemene verlaging van de
tarieven der invoerrechten.
Nederland is lid van de zojuist her
leefde Westelijke Unie, het vormt met
Suriname, de Antillen en Nieuw-Gui
nea een koninkrijk, dat zich uitstrekt
over drie werelddelen, en welks po
sitie dit jaar ten dele verstevigd, ten
dele aangevochten is.
Niet alleen
Wat Nederland in 1954 bereikt
heeft, kan het niet alleen doen. Op
militair, economisch, sociaal, cultu
reel gebied tendeert de ontwikkeling
in ons werelddeel naar gestadige
groeiende internationale samenwer
king, al is aan de uitbouw naar su-
pra-nationale samenwerking dit jaar
een ernstige slag toegebracht door
de verwerping van de E.D.G. door
Frankryk. Doch ondanks deze tegen
slag heeft de Nederlandse regering
dit jaar op tal van conferenties on
dubbelzinnig doen blyken, dat Neder
land voorstander is en blijft van toe
nemende Europese integratie.
Die integratie-verlangens zijn geen
hersenschim, doch vloeien voort uit
een zucht tot zelfbehoud. Wil Neder
land op de duur niet vervallen tot de
positie van een armlastige boerderij
aan de Noordzee, dan- moet het zich
zelf opwerken tot exportbastion aan
de Noordzee. Maar die positie is ho
peloos kwetsbaar, al doet de regering
wat zij kan om de export verder te
spreiden. Zo gaf in 1954 de handel
met Midden- en Zuid-Amerika een
stijging te zien van 5,7 tot 6,5 pro
cent, terwijl de uitvoer naar Azië
daalde van 11,2 procent naar 9,6 pro
cent van het totaal (w.o. Indonesië
3 tot 2,5 procent). Uit Indonesië
daalde de Nederlandse import van 5,8
tot 4,9 procent.
Deze laatste cijfers illustreren de
steeds losser wordende band met In
donesië, dat eigenlijk het afgelopen
jaar de enige doorn in het Neder
landse vlees was. Of neen een
t\yeede doorn mag niet ongenoemd
blijven: de woningnood, die ook in het
jaar dat achter ons ligt niet werd
verminderd. En de derde doorn is
cti icimc \/aKi nc iwnricroici c ooomirTiP
ongetwijfeld de aanhoudende emigra
tie, die generaties uiteenscheurt en
energieke landgenoten naar den
vreemde roept, terwijl ons eigen land
reeds voor 8 procent bevolkt is door
personen boven de 65 jaar, die dus
niet meer aan het productie-proces
deelnemen.
Bloeiende roos.
Het beeld, dat Nederland bij de
jaarwisseling 1954/1955 te zien geeft,
is dus dat van een bloeiende roos met
een drietal doornen. Een welvarend,
hardwerkend volk, dat bezig is, zich
een nieuwe plaats in een zich gron
dig wijzigende maatschappij te ver
overen door zijn natuurlijke hulpbron
nen, hoe schamel ook, tot het uiter
ste te gebruiken en voorts zijn ver
nuft, zijn verbeeldingskracht, zijn on
dernemingslust, zijn ervaring, zijn
geestkracht, zyn technische en we
tenschappelijke kennis in het kort:
zijn diensten aan te bieden aan al
le naties ter wereld, die daarvan
maar gebruik willen maken.
Dat dit in 1955 op dezelfde wyze
moge gelukken als in het zojuist af
gesloten kalenderjaar, is, wat men
Nederland mag toewensen.
HET PARLEMENT IN 1954
Nauwe samenwerking met de West
(Van onze parlementaire redacteur).
Het jaar 1954 heeft zich gekenmerkt door een merkwaardige tegen
stelling. Op parlementair gebied verliep het rustig. De beide Kamers der
Staten-Generaal hebben hergen werk verzet. Midden in een parlementaire
periode de eerstvolgende verkiezing voor de Tweede Kamer wordt pas
in 1956 gehouden heeft de volksvertegenwoordiging zich ongestoord
kunnen wyden aan haar wetgevende arbeid. De omstandigheid, dat we
leven in een tijd van hoogconjunctuur, die ons land veroorloofde zijn
krachten aan de verdere opbouw van zijn economie en van zyn cultuur te
wijden, heeft daar ongetwijfeld toe bijgedragen. De Kamers werden niet
geplaagd door de noodzaak allerlei moeilijkheden, begeleidingsverschyn-
selen van een dalende conjunctuur, op te lossen.
Daar tegenover kenmerkte 1954 tholieken en hield waarschuwingen in
zich op politiek gebied door heftige
beroering. Op 30 Mei lieten de R.K.
bisschoppen hun mandement „De
Katholieken in het openbare leven
van deze tijd" het licht zien. Het riep
op tot politieke eenheid van alle Ka-
LOON-EN PRIJSPEIL IN NEDERLAND
tegen enkele andere politieke party
en. De PvdA zag er een rechtstreekse
aanval op de doorbraak in; zy heeft
zich dan ook in haar reacties niet on
betuigd gelaten. De verbreking door
het N.V.V. van de samenwerking in
de Raad van Vakcentralen, hoewel
niet liggend in het politieke vlak.
heeft niettemin de partijverhoudingen
er niet gemakkelijker op gemaakt.
Opvallend was, dat de Tweede Kit
mer lang over het mandement ge
zwegen heeft. Pas by de politlcKC
beschouwingen over de Rijksbegro
ting voor 1955, in October gehouden,
is er op een stevige manier over van
gedachten gewisseld. Dit debat liep op
weinig of niets uit. De gemoederen
zyn intussen wat bedaard.
De politieke eenheid van alle Ka
tholieken is niet bereikt. Reeds op
7 Januari kwamen op uitnodiging van
de KVP vertegenwoordigers van de
KVP, de KNP dat is de organisa
tie van de heer Welter en van de
Katholieke Werkgemeenschap uit de
PvdA samen, om over het herstel van
die eenheid te onderhandelen. Het ge
sprek is later voortgezet. Tot resul
taten heeft het niet geleid.
Na de wijzigingen in 1952 is een ze
kere consolidatie in het politieke
krachtenveld ingetreden.
Verschuiving
Op 21 April werden verkiezingen
voor de Provinciale Staten gehouden.
De verschuiving, die enkele iaren ge
leden begon, zette zich ook in de
Staten door. Het aantal zetels van de
P.v.d.A. steeg van 156 op 180. De K.
V.P. herstelde zich. Hoewel haar ze
telaantal terugliep van 189 tot 186
werd zij met 31,5 pet. van het totaal
aantal uitgebrachte stemmen weer de
grootste partij.
De VVD klom van 49 op 50 zetels;
de A.R. daalde van 76 op 69 zetels,
de CHU van 70 op 64 zetels en de
CPN brokkelde verder af van 31 op
24 zetels.
De West en Indonesië
De belangrijkste gebeurtenis ten
aanzien van onze Overzeese Ryksde-
len was wel de plechtige bevestiging
van het nieuwe statuut voor het Ko
ninkrijk op 15 December in de Ridder
zaal in Den Haag door H.M. de Ko
ningin.
In dit statuut is de verhouding tus.
;cn Nederland, Suriname en de Ne
derlandse Antillen geregeld. Tussen
de drie zelfstandige Rijksdelen is een
hechte samenwerking tot stand ge-
Komen.
Op 22 Juni werden in Den Haag be
sprekingen gevoerd met vertegen
woordigers van Indonesië over de op
heffing van het Unie-statuut en de
herziening van de R.T.C.-overeenkom-
sten. Nieuwe onderhandelingen volg
den van 29 Juli tot 10 Augustus. Zy
eindigden met de opheffing van de in
1949 tot stand gekomen Nederlands-
Indonesische Unie.
De arrestatie van Nederlanders in In
donesië in October zijn daarover
nota's gewisseld bewees, dat ge
voelens van haat helaas nog al te
vaak het richtsnoer zyn voor het han
delen in Indonesië. De kwestie-Nieuw.
Guinea moest zelfs in de Veiligheids
raad uitgevochten worden. Nederland
vond daar tenslotte erkenning van
de rechtvaardigheid van zyn stand
punt.
Het E.D.G.-verdrag
De Eerste Kamer besloot op 20
Januari met 36 tegen 4 stemmen tot
deelneming van Nederland aan het
Europese leger. Nederland had zich
daarmede definitief by de E.d.G. aan
gesloten. Door de verwerping van het
E.D.G.-vérdrag door Frankryk ver
loor dit later zijn betekenis.
Op 9 Februari diende de onder voor
zitterschap van mr. Van Schalk
staande commissie tot herziening der
Grondwet haar voorstellen in tot
wyziging van onze hoogste staatswet.
Behalve over velerlei andere onder
werpen adviseerde de commissie over
wijziging in de bepalingen betreffen
de de troonopvolging, ae Eerste Ka
mer, de stemoverdracht en het pro
cessieverbod.
Op 1 October werd een nieuwe
Grondwetscommissie geïnstalleerd,
nu staande onder presidium van prof.
Kranenburg, om ae regering te advi
seren over de wijziging van de bepa
lingen onzer Grondwet, die betrek
king hebben op de buitenlandse be
trekkingen.
In het begin van het jaar viel de
goedkeuring door de Tweede Kamer
van de derde serie wijzigingen van
de Kieswet (2 Februari) en van het
wetsontwerp tot goedkeuring van het
verdrag tot bescherming van de rech
ten van de mens, waarbij het indivi
duele klachtrecht werd afgewezen (4
Maart).
Kernreactor
De regering diende in die tyd bh'
de Tweede Kamer in een plan tot
bouw van een kernreactor in ons
land (5 Maart) en het zogenaamde
sodaproject (13 April). Laatstge
noemd plan, waarbij de staat zich ga
rant verklaarde voor 21 millioen gul
den voor de inrichting en de exploi
tatie van een sodafabriek in Delfzijl,
werd, nadat de Tweede Kamer er
haar góedkeuring aan gehecht had,
op 4 Augustus door de Eerste Kamer
aanvaard.
In deze periode bleek ook, dat de
nieuwe Zondagswet tot ongewenste
gevolgen heeft geleid. Voorzieningen
waren nodig; pas op 19 October be
reikte het parlement een voorstel tot
wyziging.
De departementen waren dit jaar
zeer productief: In April legden zij
aan de Staten-Generaal ter behande
ling voor een wetsontwerp tot be
perking van het cadeaustelsel en een
wetsontwerp tot verhoging met een
bijslag van de pensioenen, krachtens
de Wet buitengewoon pensioen 1940-
1945.
Begin Mei verscheen het eerste deel
van het ontwerp voor een nieuw Bur-
gerlyk Wetboek, in December gevolgd
door het tweede deel. Op 4 Mei dien
de de regering een wetsontwerp in
tot verhoging van de pensioenen, met
een byzondere toeslag en op 5 Mei een
wetsontwerp tot regeling van de
stichtingen.
De Kamers keurden een wetsont
werp goed tot verbod van bedryfsar-
beid voor veertienjarige meisjes, een
wetsontwerp betreffende de dierge-
neeskunst en een over de tandheel
kundige inrichtingen.
Omzetbelasting
De Tweede Kamer aanvaardde op
8 Juli het belangryke wetsontwerp op
de omzetbelasting. De Eerste Kamer
volgde dezer dagen dit voorbeeld. In
gediend werden begin Juli een ont
werp politiewet en een ontwerp adop.
tiewet, die beide nog behandeld moe
ten worden en een wetsontwerp be
treffende het gebruik van de Friese
taal in het rechtsverkeer, dat even
eens nog op behandeling wacht.
Goedgekeurd zyn een wetsontwerp,
dat de landarbeiders onder de wer
king van de Arbeidswet 1919 brengt
en een wetsontwerp over het ge
bruik van het Fries op de lagere
school.
Óp het eind van het jaar besprak
de Tweede Kamer ook nog de wet tot
afschaffing van schoolgelden voor
kinderen in de leerplichtige leeftijd.
Er zouden uit het drukke parlemen
taire jaar 1954 nog veel meer
feiten te vermelden zijn. Wij be
sluiten onze opsomming met de ver
melding van het voornemen van de
regering tot afsluiting van de zeega
ten op 16 Maart bracht de Delta
commissie haar eerste advies nit
van de goedkeuring door de regering
op 29 September van de loonsverho
ging van 6 pet., van de indiening van
een rijksbegroting, die voor het eerst
na de oorlog sluitend was, en van de
verschijning van een rapport van de
commissie-Prinsen over de herziening
van de Gemeentewet.
DALENDE WERKLOOSHEID IN NEDERLAND