ZEELANDS STATEN IN WINTERZITTING Ged. Staten namen hun voorstel subsidie-beroepskeuze terug Statenleden accoord met in grote lijnen cultureel beleid Provinciale V.V.V. krijgt drie f 10.000 extra subsidie jaar KRIJGT TH0LEN SCHOOL VOOR BUITENGEWOON L.0. ZEELAND-V AC ANTIELAND WOENSDAG 22 DECEMBER 1954. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT IN DE EERBIEDWAARDIGE ABDIJZAAL aan de Mid delburgse Groenmarkt hebben Zeelands Staten gisteren in den brede gesproken over allerlei za ken, die thans in dit gewest de aandacht vragen. Met name de organisatie van hef beroepskeuzewerk en het culturele beleid van Gedeputeerde Staten werden door verscheidene Statenleden aan een uitvoerige be schouwing onderworpen, waarbij naast zakelijke fa cetten ook levensbeschouwelijke overwegingen naar voren kwamen. Dat was vooral het geval bij de dis cussies over het beroepskeuze-werk. Zoals bekend hadden Ged. Staten voorgesteld aan de Protestants- Christelijke Stichting, alsmede aan de Rooms-Katho- Ook de extra-subsidie voor drie jaar aan de Provinciale V.V.V. was on derwerp van het debat, maar evenals by vele andere agendapunten, werd tenslotte z.h.s. een gunstige beslissing genomen. Aan het eind van de mid dag was de agenda van deze openbare vergadering practisch geheel afge werkt, met uitzondering van de provinciale begroting en die van de diverse provinciale instellingen. Op voorstel van de Commissaris der Koningin, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, werd besloten deze stukken vandaag te be handelen. lieke instelling, die op dit terrein werkzaam is, een sub sidie van 2.— per geval te verlenen. In de afdelin gen hadden sommige Statenleden de voorgeschiedenis van de Protestants-Christelijke Stichting ter sprake ge bracht, omdat het aanvankelijk in de bedoeling lag dit werk op een bredere basis te organiseren. Ged. Sta ten distancieerden zich evenwel van deze voorgeschie denis, maar daarmede gingen de Staten niet accoord. En het eind van het lied was, dat Gedeputeerden be sloten hun voorstel terug te nemen en toezegden er aan te zullen medewerken, dat de betrokkenen alsnog tot overeenstemming komen. De eerste spreker over het voorstel tot subsidiëring van de beroepskeuze, voorlichting was jhr mr T. A. J. W. Schorer (PvdA). Dit Statenlid bracht ter sprake, dat het verzoekschrift van de Stichting Katholiek Paedagogisch Beroepskeuzebureau pas nu werd behandeld, terwijl het reeds in 1950 werd ingediend. Deze omstandigheid was een gevolg daarvan, zo hadden Ged. Staten in de afdelingen betoogd, dat de Stichting Zeeland voor Maat- schappelijk en Cultureel Werk te recht meende deze subsidie-aanvrage in provinciaal verband te moeten be zien en daarom met het uitbrengen van een advies wachtte, totdat de verschillende groeperingen in Zeeland de organisatie van de beroepskeuze voorlichting zouden hebben voltooid. Jhr. Schorer, die bestuurslid van de Stichting Zeeland is, verklaarde even wel zich van het-standpunt der Stich ting te willen distanciëren. Voorts betreurde hij het, dat Ged. Staten met betrekking tot de voor geschiedenis van de protestants-chris telijke stichting van beroepskeuze een neutraal standpunt wilden inne men. Hy verwees het college naar een analoog geval, namelijk de totstand koming van de Dienst Geestelijke Volksgezondheid, waarbij Ged. Staten een geheel ander standpunt innamen en samenwerking wél hebben bevor derd. „Ik ben er van overtuigd, dat by alle maatschappelijk werk de le vensbeschouwing een rol speelt", zo zeide jhr. Schorer „maar hoe meer dit werk een objectief karakter krijgt hoe minder dat element een rol speelt". Sluit respect voor eikaars stand punt dan uit, dat men op bepaalde terreinen samenwerkt? vroeg dit sta tenlid zich af. „Ik meen van van niet. En daarom kan ik dit voorstel niet, zoals Ged. Staten, los zien van de voorgeschiedenis". Jhr. Schorer besprak vervolgens de brief, die de protestants-christelijke Stichting enkele dagen tevoren aan de Staten had verzonden: „De daarin genoemde feiten zijn misschien wel waar, maar het punt, waaróm het gaat komt op zijn kop te staan. De brief wekt de indruk alsof deze Stich ting nu de vermoorde onschuld is Het is de vraag, of hier de dienst moet worden uitgemaakt door een betrekkelijk kleine groep, die nu de samenwerking onmogelijk heeft ge maakt. Nogmaals: ik heb respect voor het beginsel van deze kleine groep, maar ik betwijfel, of dit begin sel op de juiste manier wordt verde digd". Algemene Stichting Jhr Schorer deelde mede, dat de plannen voor een algemene stich ting nog niet van de baan waren en verzocht tenslotte Ged. Staten het voorstel terug te nemen en na te gaan, of alsnog de weg van sa menwerking kan worden bewan deld. Namens de KVP-fractie werd deze subsidie-aangelegenheid besproken door ir G. P. M. Dikötter. Ook dit Statenlid was door het antwoord van het college niet bevredigd en hij vroeg zich af hoe het mogelijk was. dat Pro vinciale Staten vier jaar lang onkun dig bleven van een verzoek, dat toch aan hen was gericht. Een subsidie A. SCHOUT ..samenwerking moeilyk... van 2 per geval achtte deze spreker overigens te laag en daarom pleitte hij voor verhoging tot 3. Niet eens was ir. Dikötter het met de opvattingen van jhr. mr. Schorer: „De levensbeschouwing kan hier niet losgelaten worden!" Niettemin be treurde hij het, dat men tot dusver nog niet meer had bereikt op het ge bied van samenwerking en daarom verzocht hij over de hoofden der Sta tenleden heen, diegenen, die met dit werk te maken hebben, alsnog naar een oplossing te zoeken. De heer P. Meliefste vertolkte het standpunt van de A.R.-partij en ver zocht eveneens verhoging der subsi die van 2 op 3. Deze spreker evenwel kon de houding van Ged. Staten billijken in tegenstelling tot jhr. Schorer en kantte zich voorts tegen diens uitlating „de vermoorde onschuld". Hy had de notulen van de prote stants-christelijke stichting bestu deerd en daarin gelezen, dat in de vergadering van 19 Maart 1952 de byeenkomst, waarin de Z.L.M. zich had teruggetrokken juist de afge vaardigde van de Z.LM. „de voorzit ter had bedankt voor zijn sympathie ke houding en de moeite, door hem gedaan, om een oplossing voor de sa menwerking te vinden". JHR. MR. T. A. J. W. SCHORER ...voorgeschiedenis... De heer G. J. de Waal (C.H.) deed namens zijn fractie de mededeling, dat zij zich geheel met het voorstel van Ged. Staten kon verenigen, waar na de heer A. H. S. Stemerding (C. H.) nog een nadere verklaring gaf. „Over de voorgeschiedenis wil ik niet spreken" zo zei hij, „hoe meer we, dat doen, hoe verder we komen van de vervulling van de wens, die door ve len wordt gekoesterd, namelijk een al gemene vorm van samenwerking. Voor twee protestants-christelijke bu reaux is toch in deze kleine provincie geen plaats". Ook de heer Stemerding herinnerde aan het actieve werk van Ged. Sta ten om bij de Dienst Geestelyke L. P. VAN OORSCHOT ...bijdragen bedrijfsleven... Volksgezondheid tot samenwerking te geraken. „Daarom wil ik het college vragen of het niet mogelijk is, ook op het stuk van de beroepskeuze-voor- lichting te trachten alsnog een vorm van samenwerking of overkoepeling te vinden". Beleefde mensen Nadat ook de heer L. A. du Bois (PrdAj voor samenwerking had ge- Eleit, vertolkte de heer P. Heering et standpunt van de WD-fractie, dat in grote lijnen overeenkwam met dat van jhr. Schorer. De heer Heering merkte bovendien op, dat indien nu subsidie zou worden verleend, de nei ging tot samenwerking ongetwijfeld minder zou worden. Hy verklaarde niet overtuigd te zijn door de „notu- len-argumenten" van de heer Melief ste: „Wanneer toen vriendelijke woor den zijn gesproken door de afgevaar digde van de Z.L.M., betekent dit, dat deze maatschappij in het algemeen beleefde mensen afvaardigtOok de heer Heering pleitte voor terugne ming van het voorstel. Tijdens de middagpauze hadden Gedeputeerden zich nader beraden en bij monde van de heer Schout deelden zij mede het voorstel terug te nemen tot de zomerzitting. Getracht zal worden in de tussen- tyd tot overeenstemming te geraken, hoewel aldus de heer Schout „dat moeilijk zal zijn". Dat het verzoek van het R.K. bureau zo lang was blij ven liggen vond zijn oorzaak mede hierin, dat een „niet-onvermaard lid" van de K.V.P. in 1950 het bewuste bureau had verzocht te wachten tot ook de andere richtingen zouden ko men met een verzoek. De heer Schout kon nu reeds de toezegging doen, dat Gedeputeerden in de zomerzitting zouden voorstellen de subsidie van f 2 op f 3 per geval te brengen. MR. MES: „SAMENWERKING GEBODEN!" Medewerking aan Zeeuwse Muziekschool z.h.s. verleend TWEE VOORSTEIJLEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN gaven gis termiddag verscheidene Statenleden aanleiding om zich te verdiepen in liet culturele beleid van het provinciaal bestuur, namelijk het voorstel tot subsidiëring cultureel werlc en dat tot oprichting van de Zeeuwse Muziek school. En hoewel bij de debatten liier en daar enige critiek werd gehoord, mocht toch worden vastgesteld, dat het merendeel van de Staten zich kon Verenigen met het beleid van Gedeputeerden, zodat tenslotte de betrokken bedragen, zonder hoofdelijke stemming werden toegestaan. De eerste spreker over deze zaken was burgemeester D. Kodde van Zoutelande (S.G.P.), die in een kor te uiteenzetting te kennen gaf, dat hy en zijn fractie zich niet met sub sidie voor culturele doeleinden kon den verenigen. De woordvoerder van de A.R.-party de heer P. Meliefste ontwikkelde eveneens bezwaren en sprak zelfs van een „bodemloze put", waarin de be wuste gelden zouden verdwijnen. Verheugd was deze spreker evenwel over de oprichting van de muziek school, maar hy vroeg zich toch wel af. of daarnaast nog plaats was op de begroting voor bedragen van 4500 en 6000 voor amateur- en beroepsmuziekbeoefening. Als de mu ziekschool eenmaal goed draait, dan kunnen deze bedragen vervallen, zo meende hij. Ook achtte de heer Me liefste het beter om de post voor to neel te verminderen ten bate van de harmonie- en fanfarecorpsen en de dorpszangverenigingen. Evenmin voelde dit Statenlid voor een post van 2500 voor inventarisatie en onder zoek dit diende gefinancierd te worden uit de begroting van de Stich ting Zeeland. Tenslotte verklaarde hij, dat ook de post bijdragen aan uitvoeringen van cultureel belang zijns inziens kon vervallen: „Wie Mattheus- Passionuitvoeringen enz. wil be zoeken, moet dit dan maar zelf bekostigen". Mr. W. F. E. baron van der Feltz achtte een culturele subsidie in zeker opzicht een slag in de lucht en was evenmin te vinden voor de post in- MR. DR. MES ...gunstiger cijfers... L. Verhagen (V.V.D.) wees er op, dat in de gehele provincie een streven merkbaar is om het culturele peil van de bevolking omhoog te brengen en daarom juichte hy het voorstel van Ged. Staten toe. Deze spreker pleitte voor onderbrenging van de muziek school bij de afdeling onderwys op de begroting en vroeg zich af, of het niet wenselijk was dat de Zeeuwse Cultu rele Adviesraad een autonome instan tie werd. Nu moeten de adviezen van deze raad via de Stichting Zeeland lopen en dat kan "'aging aan leiding geven De heer J. .VI ,a.: Dongen wees met nadruk op ue grote waarde van de culturele subsidies en stelde het uitstekende werk van de Stich- ventarisatie en onderzoek. De heer J. ting Zeeland in het licht. Mede dank zij deze instelling werd van de minis ter een extra-bedrag verkregen, waarvan nog 10.000 ter beschikking overblijft. In dit verband vroeg hy kunstkringen en andere verenigingen in de provincie van dit bedrag een soort basis-subsidie te verlenen, zo als ook de Z.V.U. ontvangt. Mevrouw E. J. van den Broecke de Man bracht Ged. Staten hulde voor de wijze, waarop zij deze mate rie hadden behandeld en dankte voor de toezegging van het college te zij ner tijd subsidie-voorstellen te zullen doen voor het Zeeuws Woordenboek. Gunstiger cijfers Mr. dr. A. J. J. M. Mes sprekend namens Ged. Staten betoogde, dat door de extra 10.000 de „culturele cyfers" wat gunstiger worden, en zette uiteen in welk aanzienlijke ma te de Stichting Zeeland is belast met allerlei werk in de culturele sector. De post inventarisatie noemde hy dan ook volkomen verantwoord. Aan de Waterleidingmij. „Zuid-Beveland" sticht fonds voor onrendabele gebieden Een comissie van burgmeeesters van het eiland Tholen bestudeert thans de mogelijkheid om tot oprich ting van een B.L.O.-school voor dit eiland te komen. Binnenkort zal deze commissie daarover rapport uitbren gen. Dit deelde het lid van Ged. Sta ten, de heer A. Schout, mede in ant woord op vragen van het Statenlid L. P. van Oorschot (PvdA). De heer Van Oorschot bracht dit punt ter sprake bij de behandeling van het verslag, uitgebracht door de Commissie tot onderzoek van de eco- nomisch-structurele vraagstukken van het eiland Tholen. De heer Van Oorschot deelde daarby mede, dat de schoolarts voor Noord-Zeeland in eerste aanleg meent, dat een B.L.O.- school op Tholen reeds 42 leerlingen zou kunnen krygen. By nadere selec tie zou dit aantal nog verdubbeld kunnen worden. Het Statenlid sprak iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiunuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Gelukwensen mèt en zonder rood De Commissaris der Konin- s gin, jhr. mr. A. F. C. de Ca- sembroot, sprak by de opening van de vergadering drie geluk- n wensen uit: één voor het lid van Ged. Staten, mr. dr. A. J. J. M. Mes, voor diens herstel na zyn zware ziekte, één voor de heer L. P. van Oorschot, die m deze dag 69 jaar werd en één voor het lid van G.S., de heer C. Philipse, omdat diens echt- s fenote evenéens haar 69e jaar- ag vierde. Tydens de vergade- ring werd er voor de heer Van Oorschot een bakje witte hy- acinthen binnengebracht, voor- zien van een breed rood lint. M De jarige dankte voor deze bloemen. „Ik ben bly, dat de M Statenleden, die hieraan heb- ben medegewerkt, het rood, dat my altijd heeft gesierd, bij dit bloemstukje niet hebben laten ontbreken hand van diverse voorbeelden schets te de Gedeputeerde hoezeer de mu ziekschool betrokken kan worden by de muzikale vorming van de bevol king, zodat plaatsing van de post voor deze school op dit begrotings hoofdstuk zyns inziens terecht was gebeurd. Dat er vertraging zou ont staan in de afwerking van de advie zen, uitgebracht door de Culturele Adviesraad, doordat deze instelling een sectie is van de Stichting Zeeland ontkende mr. Mes. Aan de huidige organisatie zijn bovendien verschil lende voorbeelden verbonden. Voorts wijdde mr. Mes enige woor den aan de samenwerking tussen di verse organiserende instanties, zoals Z.V.U., kunstkringen enz.: „Wij moe ten komen tot samenwerking tussen al deze organen, waarbij een prp- gramma voor één jaar dient te wor den vastgesteld. Doublures en onno dige kosten worden daardoor voor komen". By de replieken over dit voorstel ging de heer L. P. van Oorschot na der in op de plaats van de Z.V.U., waarby hy opmerkte dat de Arbei derskunstkringen in de eerste plaats culturele ontwikkeling zoeken van de onderste lagen van de bevolking: „De Z.V.U. heeft in de practrjk hiernaast gegrepen, wellicht buiten haar schuld". Spreker achtte het noodza- kelyk dat daarom de subsidie aan de Arbeiderskunstkring op korte termyn wordt bekeken. Mr. Mes wees er nog op, dat van de 10.000 extra rijkssubsidie waar schijnlijk ook iets nodig was voor de muziekschool, omdat de ryksbydrage voor deze instelling waarschijnlijk la ger zal zyn dan aanvankelijk in uit zicht was gesteld. Op een vraag van de heer Van Oor schot deelde mr. Més mede, dat Axel zonder opgave van redenen niet meer meedoet aan de muziekschool en Ter- neuzen omdat het een eigen onder wijsinstelling op dit terrein heeft. Mr. Mes betreurde dit, temeer omdat de bestaande school in het nieuwe insti tuut kon worden opgenomen. Hij zeg de toe deze aangelegenheid met de gemeentebesturen nader te bespreken. Op een vraag van de heer Verha gen zeide mr. Mes, dat de kosten van de school voor de provincie niet zoda nig omhoog zullen gaan in de toe komst. dat deze styging onoverko- menlrjk is Tenslotte werden beide voorstellen z.h.s. aanvaard. tenslotte de hoop uit, dat de minis ter inderdaad zou besluiten Tholen tot ontwikkelingsgebied te verklaren. Aan de provincie Friesland zal dank worden betuigd voor de bydra- ge van 30.000 voor de rampgebie den. De Staten zal te zyner tijd wor den medegedeeld, hoe het geld is be steed. Aan „Vrederust" zal een geld lening van 600.000 worden ver strekt. De suggestie van mevrouw W. J. van den Broecke-de Man om in de overeenkomst een reserverings clausule op te nemen voor bedden ten dienste van Zeeuwse patiënten, werd door de heren mr. W. F. E. baron van der Feltz (C.H.) en D. Kodde (S.G.P.) bestreden en door Ged. Staten by monde van mr. A. J. van der Weel af gewezen. Het provinciaal personeel bracht 900 bijeen voor de Vluchtelingen hulp. Dit bedrag zal door het provin ciaal bestuur worden verdubbeld. Ter bestudering van het verslag over de provinciale wet werd een commissie uit de Staten benoemd, waarin zitting namens: jhr. mr. T. A. J. W. Schorer, J. M. A. C. van Don gen, A. H. S. Stemerding, A. I. Cats- man, D. Kodde en mr. J. F. G. Schlin- femann. nige discussie ontstond over 't voor- stel tot subsidiëring van de drinkwa tervoorziening onrendabele gebieden, aan welke discussie werd deelgeno men door de heren ir G- P. M. Diköt ter, mr Schlingemann, Kodde, v. Oor schot en C. F. v. d. Peijl. Ir Dikötter bepleitte snel overleg met de betrok ken waterleidingbedrijven en mr. Schlingemann beklemtoonde de nood zakelijkheid van overleg met de ge organiseerde landbouw. Mr. dr. A. J. J. M. Mes deelde namens het college mede, dat er een commissie is ingesteld, waar in zitting hebben o.a. de consulen ten van de rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst en een lid van Ged. Staten, welke commissie binnen kort met haar werk begint en daarbij uiteraard overleg zal ple gen met de waterleidingbedrijven en de georganiseerde landbouw. Over de watervoorziening op Noord-Beveland deelde mr. Mes mede, dat hier in drie fasen wordt gewerkt: op 1 Januari a.s. hoopt men gereed te zijn met aanslui ting van Colrjnsplaat en Wisseker- ke, daarna volgt een kring van boerderyen en tenslotte de aan sluiting van alle woningen. Dit f>lan is aan de minister voorge- egd. Vanzelfsprekend is de situatie van de onrendabele gebieden voor de di verse delen van Zeeland verschillend, ook al gezien de situatie van de wa terleidingmaatschappijen. In dit verband kondigde mr. Mes aan, dat de waterleidingmaatschappij „Zuid-Beveland" het plan heeft een eigen fonds voor onrendabele gebie den te stichten, waarby in eerste in stantie hulp zal worden geboden voor aansluitingen in de Poel en in de Yer- sekse Moer. De overeenkomst voor levering af- standsgas werd goedgekeurd. Op vragen van ir. Dikötter deelde mr. A. J. van der Weel mede, dat hy van mening was, dat er in Zeeland be paalde gebieden zijn, die zoals hjj het uitdrukte: „het gas zullen over slaan". Maar er kan nog in belang rijke mate aan gasdebiet worden ge wonnen door een goede acquisitie, met name bij de kleinindustrie, bakkers bedrijven enz. Dat zou zelfs kunnen betekenen, dat de gasvoorziening in de toekomst selfsupporting wordt. Voor défaitisme op alt terrein achtte mr v. d. Wee! pan ook geen plaats. De vergadering werd tenslotte ver daagd tot vanmorgen half tien. Dan zullen de diverse begrotingen aan de orde komen. P. MELIEFSTE ...dorpsmuziek... yy De Provinciale V.V.V- krijgt drie jaar lang een extra subsidie van 10.000. Dit besloten de Provinciale Staten gistermiddag na een kort debat, waarbij al leen de heer D. Kudde (S.G.P.) verklaarde zich niet met het voorstel te kunnen verenigen. Zoals bekend is deze subsidie o.a. nodig voor de uitgave van een blad „Zeeland Vacantie- land". Voordat de subsidie werd toege staan spraken de Statenleden J. L. Verhagen en L. P. van Oorschot sa men met Gedeputeerde Schouter uitvoerig over of in de toekomst de provinciale vereniging self-supporting zou kunnen worden. De heer Verha gen zelf een V.V.V .-man bij uit stek waarschuwde tegen deze op vatting: „Wij moeten ons integendeel vertrouwd maken met het ider, dat zowel de landelijke, provinciale als plaatselijke overheden belang hebben bij dit werk". De heer L. P. van Oorschot P. v.d. A.) betoogde daarentegen met grote beslistheid, dat de Provinciale Vereniging in de J jaar van de subsidieverlening toch wel op eigen benen moet komen te staan, maar de heer Verhagen bleef bij zijn stand punt: „Dat zal nooit kunnen" De heer Van Oorschot meende ech ter, dat er nog teveel wordt gerede neerd in de geest van: „Dat zal de overheid toch wel betalen". Een der gelijke opvatting noemde hij onjuist en het zal er op aankomen, dat dit ook het bedrijsleven in de toekomst dui delijk wordt. een poging om V.V.V te helpen en deze poging moet een aansporing zijn om in drie jaar selfsupporting te worden". „Er is de laatste jaren wel niemand m deze zaal geweest, die zo op zijn broek heeft gekregen als het Staten lid Verhagen verzuchtte de heer Verhagen, toen hij de opmerkingen van de heer Schout beantwoordde Hij gaf toe, dat de pogingen om meer gel den voor het V.V-V.-werk uit het be drijfsleven te krijgen soms op onbe grijpelijk verzet stuiten, maar toch meende hij ernstig te moeten waar schuwen tegen de mentaliteit, die z.i. uit de woorden van de heer Schout sprak: „De bedragen, die de landelijke provinciale en locale overheden aan het V.V.V .-werk ten koste leggen, zijn nog maar een fractie vergeleken bij de sommen, die de overheid in het buitenland voor de bevordering van het toerisme over heeft" Nadat tenslotte nog de heren Kodde en Schout het woord hadden gevoerd, De heer Schout was het volkomen waarbij de laatste ei nog op wees, met de heer Van Oorschot eens: „Uw dat de vaste subsidie .,or V.V.V. van w oorden zijn mij uit het hart gegre- 6000 per jaar niet aangetast zal wor pen, Deze extra-subsidie is uitsluitend den, werd het voorstel zii.s. aanvaard.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 5