ZEELANDS STATEN IN WINTERZITTING
Ged. Staten namen hun voorstel
subsidie-beroepskeuze terug
Statenleden
accoord met
in grote lijnen
cultureel beleid
Provinciale V.V.V. krijgt drie
f 10.000 extra subsidie
jaar
KRIJGT TH0LEN SCHOOL VOOR
BUITENGEWOON L.0.
ZEELAND-V AC ANTIELAND
WOENSDAG 22 DECEMBER 1954. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
IN DE EERBIEDWAARDIGE ABDIJZAAL aan de Mid
delburgse Groenmarkt hebben Zeelands Staten
gisteren in den brede gesproken over allerlei za
ken, die thans in dit gewest de aandacht vragen. Met
name de organisatie van hef beroepskeuzewerk en
het culturele beleid van Gedeputeerde Staten werden
door verscheidene Statenleden aan een uitvoerige be
schouwing onderworpen, waarbij naast zakelijke fa
cetten ook levensbeschouwelijke overwegingen naar
voren kwamen. Dat was vooral het geval bij de dis
cussies over het beroepskeuze-werk. Zoals bekend
hadden Ged. Staten voorgesteld aan de Protestants-
Christelijke Stichting, alsmede aan de Rooms-Katho-
Ook de extra-subsidie voor drie jaar aan de Provinciale V.V.V. was on
derwerp van het debat, maar evenals by vele andere agendapunten, werd
tenslotte z.h.s. een gunstige beslissing genomen. Aan het eind van de mid
dag was de agenda van deze openbare vergadering practisch geheel afge
werkt, met uitzondering van de provinciale begroting en die van de diverse
provinciale instellingen. Op voorstel van de Commissaris der Koningin, jhr.
mr. A. F. C. de Casembroot, werd besloten deze stukken vandaag te be
handelen.
lieke instelling, die op dit terrein werkzaam is, een sub
sidie van 2.— per geval te verlenen. In de afdelin
gen hadden sommige Statenleden de voorgeschiedenis
van de Protestants-Christelijke Stichting ter sprake ge
bracht, omdat het aanvankelijk in de bedoeling lag dit
werk op een bredere basis te organiseren. Ged. Sta
ten distancieerden zich evenwel van deze voorgeschie
denis, maar daarmede gingen de Staten niet accoord.
En het eind van het lied was, dat Gedeputeerden be
sloten hun voorstel terug te nemen en toezegden er
aan te zullen medewerken, dat de betrokkenen alsnog
tot overeenstemming komen.
De eerste spreker over het voorstel
tot subsidiëring van de beroepskeuze,
voorlichting was jhr mr T. A. J. W.
Schorer (PvdA). Dit Statenlid bracht
ter sprake, dat het verzoekschrift van
de Stichting Katholiek Paedagogisch
Beroepskeuzebureau pas nu werd
behandeld, terwijl het reeds in 1950
werd ingediend. Deze omstandigheid
was een gevolg daarvan, zo hadden
Ged. Staten in de afdelingen betoogd,
dat de Stichting Zeeland voor Maat-
schappelijk en Cultureel Werk te
recht meende deze subsidie-aanvrage
in provinciaal verband te moeten be
zien en daarom met het uitbrengen
van een advies wachtte, totdat de
verschillende groeperingen in Zeeland
de organisatie van de beroepskeuze
voorlichting zouden hebben voltooid.
Jhr. Schorer, die bestuurslid van de
Stichting Zeeland is, verklaarde even
wel zich van het-standpunt der Stich
ting te willen distanciëren.
Voorts betreurde hij het, dat Ged.
Staten met betrekking tot de voor
geschiedenis van de protestants-chris
telijke stichting van beroepskeuze
een neutraal standpunt wilden inne
men. Hy verwees het college naar een
analoog geval, namelijk de totstand
koming van de Dienst Geestelijke
Volksgezondheid, waarbij Ged. Staten
een geheel ander standpunt innamen
en samenwerking wél hebben bevor
derd. „Ik ben er van overtuigd, dat
by alle maatschappelijk werk de le
vensbeschouwing een rol speelt", zo
zeide jhr. Schorer „maar hoe meer
dit werk een objectief karakter krijgt
hoe minder dat element een rol
speelt".
Sluit respect voor eikaars stand
punt dan uit, dat men op bepaalde
terreinen samenwerkt? vroeg dit sta
tenlid zich af. „Ik meen van van niet.
En daarom kan ik dit voorstel niet,
zoals Ged. Staten, los zien van de
voorgeschiedenis".
Jhr. Schorer besprak vervolgens de
brief, die de protestants-christelijke
Stichting enkele dagen tevoren aan
de Staten had verzonden: „De daarin
genoemde feiten zijn misschien wel
waar, maar het punt, waaróm het
gaat komt op zijn kop te staan. De
brief wekt de indruk alsof deze Stich
ting nu de vermoorde onschuld is
Het is de vraag, of hier de dienst
moet worden uitgemaakt door een
betrekkelijk kleine groep, die nu de
samenwerking onmogelijk heeft ge
maakt. Nogmaals: ik heb respect
voor het beginsel van deze kleine
groep, maar ik betwijfel, of dit begin
sel op de juiste manier wordt verde
digd".
Algemene Stichting
Jhr Schorer deelde mede, dat de
plannen voor een algemene stich
ting nog niet van de baan waren
en verzocht tenslotte Ged. Staten
het voorstel terug te nemen en na
te gaan, of alsnog de weg van sa
menwerking kan worden bewan
deld.
Namens de KVP-fractie werd deze
subsidie-aangelegenheid besproken
door ir G. P. M. Dikötter. Ook dit
Statenlid was door het antwoord van
het college niet bevredigd en hij vroeg
zich af hoe het mogelijk was. dat Pro
vinciale Staten vier jaar lang onkun
dig bleven van een verzoek, dat toch
aan hen was gericht. Een subsidie
A. SCHOUT
..samenwerking moeilyk...
van 2 per geval achtte deze spreker
overigens te laag en daarom pleitte
hij voor verhoging tot 3.
Niet eens was ir. Dikötter het met
de opvattingen van jhr. mr. Schorer:
„De levensbeschouwing kan hier niet
losgelaten worden!" Niettemin be
treurde hij het, dat men tot dusver
nog niet meer had bereikt op het ge
bied van samenwerking en daarom
verzocht hij over de hoofden der Sta
tenleden heen, diegenen, die met dit
werk te maken hebben, alsnog naar
een oplossing te zoeken.
De heer P. Meliefste vertolkte het
standpunt van de A.R.-partij en ver
zocht eveneens verhoging der subsi
die van 2 op 3. Deze spreker
evenwel kon de houding van Ged.
Staten billijken in tegenstelling tot
jhr. Schorer en kantte zich voorts
tegen diens uitlating „de vermoorde
onschuld".
Hy had de notulen van de prote
stants-christelijke stichting bestu
deerd en daarin gelezen, dat in de
vergadering van 19 Maart 1952 de
byeenkomst, waarin de Z.L.M. zich
had teruggetrokken juist de afge
vaardigde van de Z.LM. „de voorzit
ter had bedankt voor zijn sympathie
ke houding en de moeite, door hem
gedaan, om een oplossing voor de sa
menwerking te vinden".
JHR. MR. T. A. J. W. SCHORER
...voorgeschiedenis...
De heer G. J. de Waal (C.H.) deed
namens zijn fractie de mededeling,
dat zij zich geheel met het voorstel
van Ged. Staten kon verenigen, waar
na de heer A. H. S. Stemerding (C.
H.) nog een nadere verklaring gaf.
„Over de voorgeschiedenis wil ik niet
spreken" zo zei hij, „hoe meer we, dat
doen, hoe verder we komen van de
vervulling van de wens, die door ve
len wordt gekoesterd, namelijk een al
gemene vorm van samenwerking.
Voor twee protestants-christelijke bu
reaux is toch in deze kleine provincie
geen plaats".
Ook de heer Stemerding herinnerde
aan het actieve werk van Ged. Sta
ten om bij de Dienst Geestelyke
L. P. VAN OORSCHOT
...bijdragen bedrijfsleven...
Volksgezondheid tot samenwerking te
geraken. „Daarom wil ik het college
vragen of het niet mogelijk is, ook op
het stuk van de beroepskeuze-voor-
lichting te trachten alsnog een vorm
van samenwerking of overkoepeling
te vinden".
Beleefde mensen
Nadat ook de heer L. A. du Bois
(PrdAj voor samenwerking had ge-
Eleit, vertolkte de heer P. Heering
et standpunt van de WD-fractie,
dat in grote lijnen overeenkwam met
dat van jhr. Schorer. De heer Heering
merkte bovendien op, dat indien nu
subsidie zou worden verleend, de nei
ging tot samenwerking ongetwijfeld
minder zou worden. Hy verklaarde
niet overtuigd te zijn door de „notu-
len-argumenten" van de heer Melief
ste: „Wanneer toen vriendelijke woor
den zijn gesproken door de afgevaar
digde van de Z.L.M., betekent dit, dat
deze maatschappij in het algemeen
beleefde mensen afvaardigtOok
de heer Heering pleitte voor terugne
ming van het voorstel.
Tijdens de middagpauze hadden
Gedeputeerden zich nader beraden en
bij monde van de heer Schout deelden
zij mede het voorstel terug te nemen
tot de zomerzitting.
Getracht zal worden in de tussen-
tyd tot overeenstemming te geraken,
hoewel aldus de heer Schout „dat
moeilijk zal zijn". Dat het verzoek
van het R.K. bureau zo lang was blij
ven liggen vond zijn oorzaak mede
hierin, dat een „niet-onvermaard lid"
van de K.V.P. in 1950 het bewuste
bureau had verzocht te wachten tot
ook de andere richtingen zouden ko
men met een verzoek. De heer Schout
kon nu reeds de toezegging doen, dat
Gedeputeerden in de zomerzitting
zouden voorstellen de subsidie van
f 2 op f 3 per geval te brengen.
MR. MES: „SAMENWERKING GEBODEN!"
Medewerking aan Zeeuwse
Muziekschool z.h.s. verleend
TWEE VOORSTEIJLEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN gaven gis
termiddag verscheidene Statenleden aanleiding om zich te verdiepen in
liet culturele beleid van het provinciaal bestuur, namelijk het voorstel tot
subsidiëring cultureel werlc en dat tot oprichting van de Zeeuwse Muziek
school. En hoewel bij de debatten liier en daar enige critiek werd gehoord,
mocht toch worden vastgesteld, dat het merendeel van de Staten zich kon
Verenigen met het beleid van Gedeputeerden, zodat tenslotte de betrokken
bedragen, zonder hoofdelijke stemming werden toegestaan.
De eerste spreker over deze zaken
was burgemeester D. Kodde van
Zoutelande (S.G.P.), die in een kor
te uiteenzetting te kennen gaf, dat
hy en zijn fractie zich niet met sub
sidie voor culturele doeleinden kon
den verenigen.
De woordvoerder van de A.R.-party
de heer P. Meliefste ontwikkelde
eveneens bezwaren en sprak zelfs van
een „bodemloze put", waarin de be
wuste gelden zouden verdwijnen.
Verheugd was deze spreker evenwel
over de oprichting van de muziek
school, maar hy vroeg zich toch wel
af. of daarnaast nog plaats was op
de begroting voor bedragen van
4500 en 6000 voor amateur- en
beroepsmuziekbeoefening. Als de mu
ziekschool eenmaal goed draait, dan
kunnen deze bedragen vervallen, zo
meende hij. Ook achtte de heer Me
liefste het beter om de post voor to
neel te verminderen ten bate van de
harmonie- en fanfarecorpsen en de
dorpszangverenigingen. Evenmin
voelde dit Statenlid voor een post van
2500 voor inventarisatie en onder
zoek dit diende gefinancierd te
worden uit de begroting van de Stich
ting Zeeland.
Tenslotte verklaarde hij, dat ook
de post bijdragen aan uitvoeringen
van cultureel belang zijns inziens
kon vervallen: „Wie Mattheus-
Passionuitvoeringen enz. wil be
zoeken, moet dit dan maar zelf
bekostigen".
Mr. W. F. E. baron van der Feltz
achtte een culturele subsidie in zeker
opzicht een slag in de lucht en was
evenmin te vinden voor de post in-
MR. DR. MES
...gunstiger cijfers...
L. Verhagen (V.V.D.) wees er op, dat
in de gehele provincie een streven
merkbaar is om het culturele peil van
de bevolking omhoog te brengen en
daarom juichte hy het voorstel van
Ged. Staten toe. Deze spreker pleitte
voor onderbrenging van de muziek
school bij de afdeling onderwys op de
begroting en vroeg zich af, of het niet
wenselijk was dat de Zeeuwse Cultu
rele Adviesraad een autonome instan
tie werd. Nu moeten de adviezen van
deze raad via de Stichting Zeeland
lopen en dat kan "'aging aan
leiding geven
De heer J. .VI ,a.: Dongen
wees met nadruk op ue grote waarde
van de culturele subsidies en stelde
het uitstekende werk van de Stich-
ventarisatie en onderzoek. De heer J. ting Zeeland in het licht. Mede dank
zij deze instelling werd van de minis
ter een extra-bedrag verkregen,
waarvan nog 10.000 ter beschikking
overblijft. In dit verband vroeg hy
kunstkringen en andere verenigingen
in de provincie van dit bedrag een
soort basis-subsidie te verlenen, zo
als ook de Z.V.U. ontvangt.
Mevrouw E. J. van den Broecke
de Man bracht Ged. Staten hulde
voor de wijze, waarop zij deze mate
rie hadden behandeld en dankte voor
de toezegging van het college te zij
ner tijd subsidie-voorstellen te zullen
doen voor het Zeeuws Woordenboek.
Gunstiger cijfers
Mr. dr. A. J. J. M. Mes sprekend
namens Ged. Staten betoogde, dat
door de extra 10.000 de „culturele
cyfers" wat gunstiger worden, en
zette uiteen in welk aanzienlijke ma
te de Stichting Zeeland is belast met
allerlei werk in de culturele sector.
De post inventarisatie noemde hy dan
ook volkomen verantwoord. Aan de
Waterleidingmij. „Zuid-Beveland" sticht fonds
voor onrendabele gebieden
Een comissie van burgmeeesters
van het eiland Tholen bestudeert
thans de mogelijkheid om tot oprich
ting van een B.L.O.-school voor dit
eiland te komen. Binnenkort zal deze
commissie daarover rapport uitbren
gen. Dit deelde het lid van Ged. Sta
ten, de heer A. Schout, mede in ant
woord op vragen van het Statenlid L.
P. van Oorschot (PvdA).
De heer Van Oorschot bracht dit
punt ter sprake bij de behandeling
van het verslag, uitgebracht door de
Commissie tot onderzoek van de eco-
nomisch-structurele vraagstukken
van het eiland Tholen. De heer Van
Oorschot deelde daarby mede, dat de
schoolarts voor Noord-Zeeland in
eerste aanleg meent, dat een B.L.O.-
school op Tholen reeds 42 leerlingen
zou kunnen krygen. By nadere selec
tie zou dit aantal nog verdubbeld
kunnen worden. Het Statenlid sprak
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiunuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Gelukwensen mèt en
zonder rood
De Commissaris der Konin- s
gin, jhr. mr. A. F. C. de Ca-
sembroot, sprak by de opening
van de vergadering drie geluk- n
wensen uit: één voor het lid
van Ged. Staten, mr. dr. A. J.
J. M. Mes, voor diens herstel
na zyn zware ziekte, één voor
de heer L. P. van Oorschot, die m
deze dag 69 jaar werd en één
voor het lid van G.S., de heer
C. Philipse, omdat diens echt- s
fenote evenéens haar 69e jaar-
ag vierde. Tydens de vergade-
ring werd er voor de heer Van
Oorschot een bakje witte hy-
acinthen binnengebracht, voor-
zien van een breed rood lint. M
De jarige dankte voor deze
bloemen. „Ik ben bly, dat de M
Statenleden, die hieraan heb-
ben medegewerkt, het rood, dat
my altijd heeft gesierd, bij dit
bloemstukje niet hebben laten
ontbreken
hand van diverse voorbeelden schets
te de Gedeputeerde hoezeer de mu
ziekschool betrokken kan worden by
de muzikale vorming van de bevol
king, zodat plaatsing van de post
voor deze school op dit begrotings
hoofdstuk zyns inziens terecht was
gebeurd. Dat er vertraging zou ont
staan in de afwerking van de advie
zen, uitgebracht door de Culturele
Adviesraad, doordat deze instelling
een sectie is van de Stichting Zeeland
ontkende mr. Mes. Aan de huidige
organisatie zijn bovendien verschil
lende voorbeelden verbonden.
Voorts wijdde mr. Mes enige woor
den aan de samenwerking tussen di
verse organiserende instanties, zoals
Z.V.U., kunstkringen enz.: „Wij moe
ten komen tot samenwerking tussen
al deze organen, waarbij een prp-
gramma voor één jaar dient te wor
den vastgesteld. Doublures en onno
dige kosten worden daardoor voor
komen".
By de replieken over dit voorstel
ging de heer L. P. van Oorschot na
der in op de plaats van de Z.V.U.,
waarby hy opmerkte dat de Arbei
derskunstkringen in de eerste plaats
culturele ontwikkeling zoeken van de
onderste lagen van de bevolking: „De
Z.V.U. heeft in de practrjk hiernaast
gegrepen, wellicht buiten haar
schuld". Spreker achtte het noodza-
kelyk dat daarom de subsidie aan de
Arbeiderskunstkring op korte termyn
wordt bekeken.
Mr. Mes wees er nog op, dat van
de 10.000 extra rijkssubsidie waar
schijnlijk ook iets nodig was voor de
muziekschool, omdat de ryksbydrage
voor deze instelling waarschijnlijk la
ger zal zyn dan aanvankelijk in uit
zicht was gesteld.
Op een vraag van de heer Van Oor
schot deelde mr. Més mede, dat Axel
zonder opgave van redenen niet meer
meedoet aan de muziekschool en Ter-
neuzen omdat het een eigen onder
wijsinstelling op dit terrein heeft. Mr.
Mes betreurde dit, temeer omdat de
bestaande school in het nieuwe insti
tuut kon worden opgenomen. Hij zeg
de toe deze aangelegenheid met de
gemeentebesturen nader te bespreken.
Op een vraag van de heer Verha
gen zeide mr. Mes, dat de kosten van
de school voor de provincie niet zoda
nig omhoog zullen gaan in de toe
komst. dat deze styging onoverko-
menlrjk is Tenslotte werden beide
voorstellen z.h.s. aanvaard.
tenslotte de hoop uit, dat de minis
ter inderdaad zou besluiten Tholen
tot ontwikkelingsgebied te verklaren.
Aan de provincie Friesland zal
dank worden betuigd voor de bydra-
ge van 30.000 voor de rampgebie
den. De Staten zal te zyner tijd wor
den medegedeeld, hoe het geld is be
steed. Aan „Vrederust" zal een geld
lening van 600.000 worden ver
strekt. De suggestie van mevrouw
W. J. van den Broecke-de Man om in
de overeenkomst een reserverings
clausule op te nemen voor bedden ten
dienste van Zeeuwse patiënten, werd
door de heren mr. W. F. E. baron van
der Feltz (C.H.) en D. Kodde (S.G.P.)
bestreden en door Ged. Staten by
monde van mr. A. J. van der Weel af
gewezen.
Het provinciaal personeel bracht
900 bijeen voor de Vluchtelingen
hulp. Dit bedrag zal door het provin
ciaal bestuur worden verdubbeld.
Ter bestudering van het verslag
over de provinciale wet werd een
commissie uit de Staten benoemd,
waarin zitting namens: jhr. mr. T. A.
J. W. Schorer, J. M. A. C. van Don
gen, A. H. S. Stemerding, A. I. Cats-
man, D. Kodde en mr. J. F. G. Schlin-
femann.
nige discussie ontstond over 't voor-
stel tot subsidiëring van de drinkwa
tervoorziening onrendabele gebieden,
aan welke discussie werd deelgeno
men door de heren ir G- P. M. Diköt
ter, mr Schlingemann, Kodde, v. Oor
schot en C. F. v. d. Peijl. Ir Dikötter
bepleitte snel overleg met de betrok
ken waterleidingbedrijven en mr.
Schlingemann beklemtoonde de nood
zakelijkheid van overleg met de ge
organiseerde landbouw.
Mr. dr. A. J. J. M. Mes deelde
namens het college mede, dat er
een commissie is ingesteld, waar
in zitting hebben o.a. de consulen
ten van de rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst en een lid van Ged.
Staten, welke commissie binnen
kort met haar werk begint en
daarbij uiteraard overleg zal ple
gen met de waterleidingbedrijven
en de georganiseerde landbouw.
Over de watervoorziening op
Noord-Beveland deelde mr. Mes
mede, dat hier in drie fasen wordt
gewerkt: op 1 Januari a.s. hoopt
men gereed te zijn met aanslui
ting van Colrjnsplaat en Wisseker-
ke, daarna volgt een kring van
boerderyen en tenslotte de aan
sluiting van alle woningen. Dit
f>lan is aan de minister voorge-
egd.
Vanzelfsprekend is de situatie van
de onrendabele gebieden voor de di
verse delen van Zeeland verschillend,
ook al gezien de situatie van de wa
terleidingmaatschappijen.
In dit verband kondigde mr. Mes
aan, dat de waterleidingmaatschappij
„Zuid-Beveland" het plan heeft een
eigen fonds voor onrendabele gebie
den te stichten, waarby in eerste in
stantie hulp zal worden geboden voor
aansluitingen in de Poel en in de Yer-
sekse Moer.
De overeenkomst voor levering af-
standsgas werd goedgekeurd. Op
vragen van ir. Dikötter deelde mr. A.
J. van der Weel mede, dat hy van
mening was, dat er in Zeeland be
paalde gebieden zijn, die zoals hjj het
uitdrukte: „het gas zullen over
slaan". Maar er kan nog in belang
rijke mate aan gasdebiet worden ge
wonnen door een goede acquisitie, met
name bij de kleinindustrie, bakkers
bedrijven enz. Dat zou zelfs kunnen
betekenen, dat de gasvoorziening in
de toekomst selfsupporting wordt.
Voor défaitisme op alt terrein achtte
mr v. d. Wee! pan ook geen plaats.
De vergadering werd tenslotte ver
daagd tot vanmorgen half tien. Dan
zullen de diverse begrotingen aan de
orde komen.
P. MELIEFSTE
...dorpsmuziek...
yy
De Provinciale V.V.V- krijgt
drie jaar lang een extra subsidie
van 10.000. Dit besloten de
Provinciale Staten gistermiddag
na een kort debat, waarbij al
leen de heer D. Kudde (S.G.P.)
verklaarde zich niet met het
voorstel te kunnen verenigen.
Zoals bekend is deze subsidie
o.a. nodig voor de uitgave van
een blad „Zeeland Vacantie-
land".
Voordat de subsidie werd toege
staan spraken de Statenleden J. L.
Verhagen en L. P. van Oorschot sa
men met Gedeputeerde Schouter
uitvoerig over of in de toekomst de
provinciale vereniging self-supporting
zou kunnen worden. De heer Verha
gen zelf een V.V.V .-man bij uit
stek waarschuwde tegen deze op
vatting: „Wij moeten ons integendeel
vertrouwd maken met het ider, dat
zowel de landelijke, provinciale als
plaatselijke overheden belang hebben
bij dit werk".
De heer L. P. van Oorschot P.
v.d. A.) betoogde daarentegen
met grote beslistheid, dat de
Provinciale Vereniging in de J
jaar van de subsidieverlening
toch wel op eigen benen moet
komen te staan, maar de heer
Verhagen bleef bij zijn stand
punt: „Dat zal nooit kunnen"
De heer Van Oorschot meende ech
ter, dat er nog teveel wordt gerede
neerd in de geest van: „Dat zal de
overheid toch wel betalen". Een der
gelijke opvatting noemde hij onjuist
en het zal er op aankomen, dat dit ook
het bedrijsleven in de toekomst dui
delijk wordt.
een poging om V.V.V te helpen en
deze poging moet een aansporing zijn
om in drie jaar selfsupporting te
worden".
„Er is de laatste jaren wel niemand
m deze zaal geweest, die zo op zijn
broek heeft gekregen als het Staten
lid Verhagen verzuchtte de heer
Verhagen, toen hij de opmerkingen
van de heer Schout beantwoordde Hij
gaf toe, dat de pogingen om meer gel
den voor het V.V-V.-werk uit het be
drijfsleven te krijgen soms op onbe
grijpelijk verzet stuiten, maar toch
meende hij ernstig te moeten waar
schuwen tegen de mentaliteit, die z.i.
uit de woorden van de heer Schout
sprak: „De bedragen, die de landelijke
provinciale en locale overheden aan
het V.V.V .-werk ten koste leggen, zijn
nog maar een fractie vergeleken bij
de sommen, die de overheid in het
buitenland voor de bevordering van
het toerisme over heeft"
Nadat tenslotte nog de heren Kodde
en Schout het woord hadden gevoerd,
De heer Schout was het volkomen waarbij de laatste ei nog op wees,
met de heer Van Oorschot eens: „Uw dat de vaste subsidie .,or V.V.V. van
w oorden zijn mij uit het hart gegre- 6000 per jaar niet aangetast zal wor
pen, Deze extra-subsidie is uitsluitend den, werd het voorstel zii.s. aanvaard.