Scherpe scheidingslijn tussen de
Katholieken en Protestanten
«8
WYBERT
Opnieuw levenslang geëist tegen
0. wegens moord op zijn vrouw
d
BIRMESE SMOKKELSCHEPEN
UIT BITOENG ONTSNAPT
IJSSELMEERVISSERS LUIDEN
NOODKLOK BIJ INPOLDERING
DONDERDAG 18 NOVEMBER 1954 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VERLEDEN EN HEDEN IN NOORD-IERLAND (II)
„Hier geen Paus" stond op de weg
in het dorpje Glynn
(Van een speciale verslaggever).
Er zyn altyd gescvhillen geweest tussen de bewoners van Ulster en de
Ieren uit het Zuiden. Die van Ulster hadden bijzondere belangen in West-
Sehotoland en in de zesde eeuw zijn er heel wat Ieren uit Ulster naar Schot
land geëmigreerd, waar zij de kern vormden van het latere Koninkrijk
Schotland. In Ulster begon ook de Ierse Heilige St. Patrick zijn bekerings
werk, dat hy later in heel Ierland voortzette. Noord-Ierland heeft nooit een
blijvende vestiging van Noormannen gekend, althans niet op grote schaal.
Het bleef lange tyd, tot het begin van de zeventiende eeuw, wat men zou
kunnen noemen een Iers reservaat.
Maar Engeland had in de zestien
de eeuw het grootste deel van Zuid-
Ierland onder zijn heerschappij ge
bracht en zoals te verwachten was,
strekte het ook zijn hand uit naar
het Noorden. In 1952 brak de strijd
uit, die tien jaar zou duren en die
met de nederlaag van de Noord-
Ierse verzetsbeweging zou eindigen.
De Engelse regering besloot Ulster
te koloniseren en deze kolonisatie
werd nog belangrijker geacht dan de
kolonisatie in Virginia in Amerika,
die toen juist was begonnen. Zo
ving de „plantation" aan, het in be
zit nemen van het aloe ndp
zit nemen van het land op een heel
iwat intensievere-schaal dan in Zuid-
Ierland reeds was gebeurd.
Presbyterianen.
Alle bewerkte grond in Noord-Ier
land werd opgedeeld onder Schotse
en Engelse planters, onder vroegere
dienaren van de Britse kroon en on
der de Ierse „inboorlingen". De laat-
eten kregen weinig ruimte, maar zij
mochten gaan werken op de lande
rijen van de vroegere dienaren; de
echte planters moestsen evenwel uit
sluitend protestantse Britten in
dienst nemen. De stad Derry in Ul
ster, waar een Don den se compagnie
werkte, kreeg de naam Londonder
ry. die zij officieel nog draagt, hoe
wel iedereen nu weer spreekt over
Derry.
De Engelse en Schotse immigran
ten waren over het algemeen devote
Presbyterianen, strenge hervormden,
wier kerk in de plantation"-gebieden
ook onder de „inboorlingen" vele be
keerlingen maakte. Vele Ieren ble
ven rustig wonen in de gebieden,
waar de Britse planters zich hadden
gevestigd: zij werkten voor hen, wat
dan officieel niet mocht, maar later
oogluikend werd toegestaan. Ande
ren weken 'verbitterd uit naar de
(Advei tentie.)
Verkoudheid
heesheid en
rokerscatarrh
n
voorkomt en bestrijdt U door
een regelmatig gebruik van
De viering van de 12e Juli op die
dag, in 1690, toon Willem III de slag
aan^de Boyne in de Noord-Ierse
hoofdstad Belfast. Op de banieren een
afbeelding van Willem UI. Meestal
ziet men in Noord-Ierland Willem III
afgebeeld op een ivit paard, in het
heetst van de strijd. Dat witte paard
was een van de eerste volbloed Ara
bieren. die in Engeland arriveerden;
het was een van de stamvuders van
het beroemde Engelse renpaard
bossen, zij werden „tories" genoemd,
welke naam later, eerst in spottende
zin, in de Britse politiek zou opdui
ken.
De kolonisten in Ulster verschil
den van de grote Engelse landeige
naren die in het Zuiden zoveel ver
bittering wekten. De Engelsen en
Schotten in Ulster waren over het
algemeen geen mensen van hoge ge
boorte; zy mengden zich met de
Ieren en wortelden weldra in het
land. Maar er bleven heel wat Ieren
wrokken. In 1641 overvielen zij de
nederzettingen van de kolonisten,
van wie er velen werden vermoord.
De kolonisten wisten zich echter te
handhaven. Een nieuw gevaar be
dreigde hen, toen de katholiek ge
worden Jamès II in Schotland
en Engeland afgezet en vervangen
door Willem III naar Ierland
kwam om te trachten zich daar te
handhaven. Eerst moest James II het
beleg voor de kolonistenvesting Lon-
donderrey dat 105 dagen duurde
opgeven; de strijdkreet van de
verdedigers was „no surrender".
Daarna verloor James die slag aan
de Boyne. De kolonisten in Ulster
waren nu veilig.
De strijdkreet „no surrender"
leeft nu nog; in het dorpje Glynn
aan de weg langs de kust zagen we
met grote letters op straat gekalkt:
„No surrender". United we stand.
No pope here". (Geen overgave. Wij
blijven verenigd. Hier geen Paus).
De slag aan de Boyne wordt nog
ieder jaar plechtig herdacht. Maar
de kolonisten voelen zich nu geen
kolonisten meer. Zij voelen zich de
Ieren van het Noorden, en ofschoon
er dorpjes zijn in Noord-Ierland,
waar men een Schots dialect spreekt,
kan men geen scherpe scheidings
lijn meer trekken tussen een Britse
en een Ierse bevolkingsgroep. Er zijn
felle protestanten met Ierse namen
en felle katholieken, wier naam ty
pisch Engels of Schots is.
Katholieken groeien.
En dat geeft aan, in welke groepen
men de bevolking van Ulster aan
wel kan verdelen: in scherp tegen
over elkaar staande protestanten en
katholieken. Die grens geldt ook ln
de politiek: de katholieken zijn de
„nationalisten", die aansluiting met
het voornamelijk katholieke Eire na
streven, de protestanten twee
derde deel van de -bevolking zijn
de „unionisten", die voor handha
ving van Noord-Ierland als deel van
het eVrenigde Koninkrijk zijn.
Aangezien de katholieke bevol-
kingsgroep langzaam maar zeker
sterker wordt en er van Eire uit een
felle agitatie tegen het Noorden
wordt gevoerd, is de strijd om de
status van het land een zaak, die
elke bewoner van Noord-Ierland na
aan het hart ligt. Een bewys hier
voor vormt ook het feit, dat de La-
bourparty van Ulster steeds weer
tussen de stoelen van de „unionisten"
en de „nationalisten" terecht komt
en op het ogenblik geen enkel lid in
het parlement heeft.
„De cijfers van de volkstelling van
1951", zo zei een unionistisch parle
mentslid een dag of veertien geleden
op een vergadering, „tonen aan, dat
terwijl het aantal „nationalisten"
tussen de 34 en de 35 procent be
draagt, hun percentage onder de
jeugd tt tien jaar in de buurt van
de 42 procent ligt. Dit proces gaat
versneldverder. Tenzij hiertegen
middelen worden gevonden, is het
een kwestie van tijd, voor wij verlo
ren zijn". Diezelfde woorden: een
kwestie van tijd, gebruikte ook een
katholieke priester in de buurt van
Belfast, toen wij naar zijn mening
over de kansen op aansluiting van
het Noorden bij het Zuiden vroegen.
Betrokken bij de illegale
uitvoer van copra
Twee Birmese copraschepen, die door de Indonesische marine waren aan
gehouden en die betrokken zijn by de illegale uitvoer van copra, waarby
ook de naam van kolonel Warouw ter sprake kwam, zyn ontsnapt uit de
nieuwe oceaan-haven Bitoeng op de Noordelijke punt van Celebes, waar
zij heen waren gebracht. Uit mededelingen van de Indonesische marine
blijkt, dat een der schepen, de „Maungbama" de Indonesische territoriale
wateren reeds heeft verlaten.
Het resultaat van de achtervolging
van het andere Birmese schip de
„South Breeze' is tot dusver niet be
kend. De twee schepen hebben in de
ochtend van 11 Nov. kans gezien de
haven van Bitoeng te verlaten. Van
de zijde van de marine werd er op ge
wezen, dat beide boten, die door de
marine waren achterhaald en naar
Bitoeng waren opgebracht, hierna
voor onderzoek waren overgedragen
aan het parket. Hoewel de achtervol
ging door de marine werd ingezet, be.
perkt deze zich, naar adjudant Amir
Eyack, hoofd van de afdeling voor
lichting van de marine te Makassar,
hieraan toevoegde, tot de Indonesi
sche territoriale wateren. Als de
smokkel schepen zich daarbuiten be
vinden, wordt de zaak een diplomatie
ke aangelegenheid. De zaak der ont
vluchting is thans in handen van het
hoofdparket.
Van de zyde van de marine ver
klaarde men voorts, dat een zeer
nauwgezet onderzoek nodig wordt ge
acht, teneinde te kunnen uitmaken,
of hier opzet in het spel is geweest,
of niet. Voorts voegde men hieraan
toe, het niet mogelijk te achten, dat
twee schepen ongemerkt vcrdwynen.
Dit is de rivier de Bann in het Noord-
Ierse graafschap Down, ten Zuiden
van Belfast. Een door en door Iers
landschap maar toch is het Noor
den van Ierland door een scherp be
waakte grens van het Zuiden geschei
den. Het Zuiden, Eire, maakte zich
geheel los van het Verenigde Konink
rijk en het Britse Gemenebest. Het
bleef neutraal ir. de tweede wereld
oorlog, waardoor het de geallieerde
zaak zeer bemoeilijkte. Nu, na de
oorlog, houdt Eire zich nog angstval
lig buiten de Europese en de Atlan
tische samenwerking.
Koksmaat veroordeeld tot
jaar jeugdgevangenis
De rechtbank te Amsterdam heeft
de 19-jarige koksmaat J. L. S. uit
Rotterdam, wegens insubordinatie, in
dit geval het toebrengen van zwaar
lichamelijk letsel aan een meerdere
aan boord van zijn schip, veroordeeld
tot één jaar jeugdgevangenis. Deze S.
had in Juli j.l. toen zyn schip, het
s.s. „Amstelvaart" in de haven van
Soerabaya lag, de hofmeester A. Ver
hagen in een vlaag van drift een
stomp in het gezicht gegeven, waar
door hij met een bloeduitstorting en
een hersenschudding enige weken in
het ziekenhuis verpleegd moest wor
den. Sedertdien heeft de hofmeester
nog steeds last van zijn linkeroog en
moet hij een bril dragen.
De els was acht maanden gevange
nisstraf waai-van vier voorwaardelijk
en aftrek van de preventieve hechte
nis.
„ACHTER HET NET" GEVIST
Voor de helft der vloot geen
emplooi meer
De Zuiderzee-vissers zien zich ern
stig in hun bestaansmogelijkheden be
dreigd door de steeds verder gaande
inpoldering van het IJsselmeer. Op
een persconferentie, die Woensdag
morgen te Amsterdam gehouden werd,
hebben zij aan deze ongerustheid
uiting gegeven.
De circa drieduizend vissers heb
ben de afgelopen zomer „achter het
net" gevist. De paling groeit niet meer
en de snoekbaars sterft uit. Van een
lonende palingvisserij op het IJssel
meer is thans geen sprake meer. Voor
de helft van de vloot is geen bestaans
mogelijkheid meer op het water.
De leiders der vissers hebben dit
in de jaren na de oorlog zien aan
komen en hebben in 1951 de regering
gevraagd, tijdig maatregelen te ne
men. Zij menen, dat zij zich thans niet
op medewerking van overheidszijde
kunnen verheugen en dringen er op
aan, dat de commissies, die destijds
in het leven zijn geroepen, ten spoe
digste advies aan de regering uitbren
gen.
De noodzakelijk geachte sanering
dient volgens de vissers vergezeld te
gaan van een redelijke compensatie
voor het verlies van eigen bedrijf en
emplooi.
De vissers, die vroeger als volwaar
dige vaklieden een goed bestaan had
den menen, dat de voortschrijdende
inpoldering der Zuiderzee niet met
zich mag meebrengen, dat zij zich
thans genoodzaakt zien ongeschoolde
fabrieksarbeid te verrichten, dan wel
te leven van sociale bijstand, waartoe
zij in een soort gemeentelijke werk
verschaffing worden tewerk gesteld.
PROCES TEGEN DE BERKELSE ARTS
Vergiftiging met cyaankali
bewezen geacht
De procureur-generaal by het Haagse gerechtshof, mr D. J. van Gilse,
heeft gisteren levenslange gevangenisstraf gerequireerd tegen de Ber.
kelse arts O., wegens moord op diens echtgenote. O. was in hoger beroep
gekomen van het vonnis van de Haagse rechtbank, waarbij hy tot levens
lang werd veroordeeld.
De procureur-generaal vroeg voordat hij aan zyn requisitoir begon, aan
prof. Carp of O. in medische of juridische zin verminderd toerekenbaar
geacht moet worden.
„Bij nadere overweging", zeide prof. Carp, .«heb. ik meer en meer de
overtuiging gekregen dat O.'s geestesgesteldheid abnormaal is. ljc acht
O. verminderd toerekenbaar in juridische zin".
De procureur-generaal ging hierop
even dieper in.
De verdachte luisterde met weinig
uiterlijk blijkende gemoedsaandoening
naar deze woorden. Zo nu en dan
plukte hij enigszins nerveus aan zyn
kin.
Drie mogelijkheden.
„De vraag moet nu worden gesteld
wat de oorzaak van de dood van me
vrouw O. is geweest", zeide de pro
cureur-generaal, nadat hij in korte
trekken het huwelijk van mevrouw O.
had besproken. „Er zyn drie mogelijk
heden: natuurlijke dood, zelfmoord of
moord. De laatste dagen zijn er vele
medische gesprekken gevoerd. Er
werden een hersentumor en een epi
leptisch insult als doodsoorzaak aan
gevoerd. Bij verdachte had de over
tuiging post gevat dat zijn vrouw aan
een cerebrale tumor leed. De specia
listen in het Sint Franciscus-zieken-
huis te Rotterdam hebben geen gezwel
geconstateerd. Wat er van waar zij,
wat is aangevoerd over deze tumor,
Raadsheer mr Vliegenthart vroeg.
„U hebt gezegd dat deze man gees
telijk ziek is maar niet geestelijk ge
stoord. De wet eist voor verminderde
toerekenbaarheid geestelijke stoor
nis".
„Ik ben deze man als psychopaat
gaan beschouwen. Hij is verminderd
toerekenbaar, is mijn overtuiging".
Hierna nam de procureur-generaal
het woord.
„Hoezeer ik het, overigens eenzij
dige, inzicht van verdachte kan aan
voelen, wens ik het niet te accepte
ren", zeide de procureur-generaal.
„Hij zeide dat de rechtbank bevoor
deeld en partijdig is geweest. Dit vind
ik zeker niet.
„Het bekende koninklijke besluit
van 1818 waar in staat, dat de sectie
geschieden moet in bijzijn van de
laatst behandelend geneesheer, waar.
op de verdediging heeft gewezen, is
en nu moet ik een bekentenis doen
een dode letter. Niemand heeft er
ooit de hand aan gehouden. Dit besluit
is nooit uitgevoerd.
leg ik terzijde. Niemand heeft ooit
iets gehoord van het feit dat mevrouw
O. aan epileptie leed".
Vervolgens sprak de procureur-ge
neraal over het overlijden van me
vrouw O. en de sectie op het stoffe
lijk overschot. „De onderlinge samen
werking tussen deskundigen had tot
resultaat dat zij tot de conclusie kwa
men dat de dood tengevolge van
blauwzuurvergiftiging ir, ingetreden.
Dr Hulst heeft speciaal naar een
hersentumor gezocht omdat hij op de
mogelijkheid ervan was geattendeerd.
Hy heeft echter niets gevonden, geen
enkel verschijnsel dat hierop zou kun
nen wijzen. Ook de deskundige dr Ne
lemans zegt met stelligheid dat het
hier gaat om een blauwzuurvergifti-
sing".
Cyaankali.
„Ik geloof dat. aan de hand van
deze deskundigen-verklaringen, er
geen andere doodsoorzaak is aan te
wijzen dan cyaankalivergiftiging". zo
vervolgde de procureur-generaal.
„Een natuurlijke dood sluit ik uit.
Mevrouw O. wordt beschreven door
de medici die haar hebben behandeld
als een vrouw die, hoe haar physieke
toestand ook was, niet tot een wan
hoopsdaad als zelfmoord in staat was.
Een heel bedenkelijke aanwijzing
tegen verdachte vind ik dat hij eens
heeft gezegd: „Mijn vrouw sterft
binnenkort. Wat moet ik dan? Dan
neem ik dit in en dan ben ik binnen
een uur ook weg". Wat hij dan wilde
innemen was cyaankali. Hij speelde
dus toen reeds met de gedachte dat
hij cyaankali zou gaan gebruiken".
„Als we nu luisteren naar wat de
verdachte zegt over de avond van
het overlijden van "zijn vrouw, dan
blijkt dat alles wat hy zegt half is",
Zij hebben zelf een saneringsplan op
gesteld, waarin voor de jongste vis
sers een mogelijkheid tot omscholing
vervat is. waarin de oudste vissers
voor de duur van het leven een ge
zinstoelage wordt verstrekt en waar
bij de resterende visserij bestemd
wordt voor de middengroep.
Van grote betekenis is, zo zeggen
zij. dat de economische positie van
Nederland thans veel gunstiger is dan
tijdens de afsluiting der Zuiderzee. In
dien ooit, dan kan thans het vraag
stuk zo worden opgelost, „dat aan het
werk der inpoldering geen smet zal
kleven", zoals de gevleugelde woor
den van oud-minister Lely luiden.
Inkomens middengroepen
25 procent omhoog.
Aldus adviseert K.V.P.-commissie
De commissie voor de midden
groepen in de Katholieke Volkspar
ty is in haar vierde rapport tot de
conclusie gekomen, dat het inko
mensgemiddelde van de middengroe
pen dat 6000.- a 6500.- be
draagt met gemiddeld 25 procent
verhoogd dient te worden.
Uitgaande van de huidige positie,
die voor de commissie onaanvaard
baar is, zal moeten worden gestreefd
naar een zodanig niveau, dat de mid
dengroepen haar functie in de maat
schappij wederom zo goed mogelijk
zullen kunnen vervullen, en onge
wenste structuurwijzigingen in de
maatschappij worden voorkomen.
Wanneer een reëel inkomen van
80 van 1938 zal worden bereikt
de commissie houdt deze richtlijn
aan zal vier jaar lang een jaar
lijkse verhoging van 7% nodig
zijn.
Een dergelijke verhoging van het in
komen der middengroepen brengt
met zich mee, dat er «00 millioen
beschikbaar blijft voor een con
sumptie-uitbreiding van andere ach
tergebleven groepen, zoals grote ge
zinnen en ouden van dagen, terwijl
dit bedrag bovendien tot opheffing
van de 5 consumptiebeperking
van de overige loontrekkenden kan
strekken.
zeide de procureur-generaal voorts.
„Hij praat niet over het spuitje dat
hij heeft gegeven. Hij zegt niets over
de poeder, die hy zyn vrouw heeft la
ten innemen".
„Ik begrijp dit niet. Ik begrijp niet
wat er zich in de gedachten van de
verdachte heeft afgespeeld op de be
wuste avond, toen hij er zo passief
bij zat al die tyd dat zyn vrouw leed".
Het vonnis van de rechtbank zou
dus, naar spreker meent, kunnen wor
den bevestigd als er niet enkele klei
ne foutjes in stonden. Het moet dus
worden vernietigd.
„Maar het hof zou het grootste deel
er van kunnen overnemen en dus ook
tot de conclusie kunnen komen dat
het ten laste gelegde wettig en over
tuigend is bewezen".
„Het gaat dus om de strafmaat,
als het hof hierin met my mee kan
gaan. Psychiaters liggen veelal over
hoop met de verschijnselen die zich
voordoen bij iemand die een moord
heeft gepleegd. Men is dan spoedig
geneigd te zeggen dat zo iemand niet
normaal is.
Ik geloof daarom dat hierin voor
zichtigheid moet worden betracht".
Zwaarste straf.
„De moord, die verdachte heeft ge-
oleegd, onder de bekende omstandig
heden in het byzijn van de naaste
familie om voor zichzelf een nieuw le
ven te kunnen beginnen, eist de
zwaarste straf. De zwaarste straf Is
de enige straf, die voor een dergelijk
misdrijf kan worden gegeven.".
„Met deze overweging vraag ik uw
hof, mijnheer de president, het von
nis van de rechtbank te vernietigen,
de verdachte onnieuw schuldig te ver
klaren en opnieuw te veroordelen tot
levenslange gevangenisstraf", zeide
de procureur-generaal tenslotte.