Engeland heeft dringend een beter
wegenstelsel nodig
£>Uutel
ot DE AETHER
HET ONDERWIJZERSTEKORT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 5 NOVEMBER 1954
TWAALF DODEN PER DAG
Industrie en automobilisten
zetten regering onder druk
(Van onze Londense correspondent).
Het wegenstelsel Jn Engeland, Schotland en Wales heeft een totale
lengte van 300.000 km, maar de bruikbaarheid dezer wegen is omgekeerd
evenredig aan hun lengte: hoewel over het algemeen goed onderhouden,
zijn zij voor het moderne snelverkeer ten enenmale veel te nauw en te
bochtig. Hoewel de behoefte aan een beter en moderne wegenstelsel alge
meen wordt erkend, heeft de regering in het parlement te verstaan gege
ven dat het niet verantwoord is uit de publieke kas de milliarden te vo
teren, die noodzakelijk zouden zijn om de wegen te moderniseren.
De auto-industrie, het voortdurende uitstel moede geworden, heeft zich
thans verbonden met de voornaamste organisaties van auto- en motor
rijders om door een landelijke actie de regering onder druk te zetten en
de ernst van de toestand aan volk en regering onder het oog te brengen.
Elke dag eist dit verkeer de tol van
12 doden. De verzekeringsmaatschap
pijen keren jaarlijks een bedrag van
1500 millioen uit aan schadeloos
stellingen, ziekenhuiskosten e.d.
Drukke rijbanen
Snelverkeerswegen met dubbele rij
banen vindt men in Engeland slechts
sporadisch. Zelfs de grote steden zijn
met elkaar verbonden door weliswaar
pittoreske, maar evenzeer nauwe,
bochtige wegen, die zich door steden
en dorpen wringen. Het passeren en
inhalen van mede-weggebruikers is
vaak over kilometers afstand onmo
gelijk, eenvoudig omdat er uit beide
richtingen een onafgebroken stroom
van vracht- en personenauto's komt.
Cresham Cooke, directeur van de
Bond van Autofabrikanten, heeft on
langs tijdens een radiotoespraak ver
klaard. dat niet minder dan 70 pet.
van het geld, besteed aan goederen-
Lieflijk is het Engelse landschap.
En lieflijk zijn de wegen die zich over
de heuvels en door de dalen slingeren.
Nergens ter wereld zou er een beter
wegenstelsel gevonden worden dan in
door B. Goedhart
Engeland, indiende kalender
1854 in plaats van 1954 aanwees
Want in de vorige eeuw werd het
Britse wegenstelsel grondig ver
nieuwd, asfalt werd de normale weg-
bekleding. Sinds het einde van het
Victoriaanse tijdperk echter zijn de
diligences verdwenen en vandaag de
dag rijden er 5.300.000 auto's in En
geland (dat is 1 per 10 inwoners!).
ZATERDAG 6 NOVEMBER.
HILVERSUM L 402 m 746 kc/s. 7.06—
24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Koor-
conc. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00
Nws., weerber. en kath. nws. 8.20 Gram.
9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterst.
9.40 Gram. 10.00 Voor de kleuters. 10.15
Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram.
12.00 Angelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en
tuinb. meded. 12.33 Lichte muz. 12.55
Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws.
13.20 Amz. muz. 13.45 Gram. 14.00 Boek-
bespr. 14.10 Gram. 14.20 Eng. les. 14.40
Amateurprogr. 15.00 Kron. van Letteren
en Kunsten. 15.40 Orkestconc. 16.00 De
schoonheid van het Gregoriaans. 16.30
Voor de jeugd. 17.00 Hammondorgelspel
17.20 Voor de jeugd. 18.00 Lichte muziek.
18.15 Journalistiek weekoverz. 18.25 Gram.
18.30 Van het Binnenhof. 18.40 Amus. mu
ziek. 19.00 Nws. 19.10 Lichtbaken. 19.30
Avondgebed en lit. kal. 19.45 De Zilver-,
vloot. 20.15 Gevar. progr. 21.00 Act. 21.15
De gewone man. 21.20 Gram. 22,00 Wie t
weet mag 't zeggen. 22.30 Gram. 23.00
Nws. 23.15 Nws. in Esperanto. 23.22—24.00
Gram.
HILVERSUM n. 298 m 1007 kc/s. 7.00
VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 19.30
VPRO. 20.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.30 Gram. 7-45 „Even opkrikken!" 750
Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.35 Orgel
spel. 8.55 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00
„Tijdelijk uitgeschakeld", caus. 10.05 Mor
genwijding. VARA: 10.20 Voor de arbei
ders in de continubedrijven. 11.35 Mezzo-
sopr. en piano. 12.00 Gram. 12.30 Land- en
tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.50 Staatsie-
bezoek Keizer Haile Selassie. 13.00 Nws.
13.15 VARA-varia. 13.20 Lichte muz. 13.45
Voor de jeugd. 14.20 Sportpraatje. 14.35
Lichte muz. 15.00 Orgelspel. 15.20 „Al-
bert Hahn en zijn tijd", gesprek. 15.40 Mu
zikale caus. 16.00 „Van de wieg tot het
graf", caus. 16.15 Radio Philharm. ork. en
soliste: 17.00 Act. 17.35 Accordeonork.
solist. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Dans
muziek. 18.45 Regeringsuitz.: .Atlantisch
allerlei". Een en ander over de 14 lan
den van het Atlantisch Pact. 19.00 Artistie
ke staalkaart. VPRO: 19.30 „Passepar
tout", caus. 19.40 „Augustinus werd 1600
jaar geleden geboren", caus. 19.55 „Deze
week", caus. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Ge-
var. progr. 22.00 Soc. comm. 22.15 Ween-
se muz. 22.45 „De molen aan de rivier",
hoorspel. 23.15 Nws. 23.30—24.00 Gram.
TELEVISIE N.T.S.
20.57—22.15 Relais v. d. „Bayerische
Rundfunk": „Le Finta Giardiniera", ope-
vervoer, wordt opgeslokt door het
wegtransport in Engeland zelf. Dat
wil dus zeggen dat 7/10 van de
vrachtprijs, die drukt op welk Brits
exportproduct dan ook, wordt be
steed binnen de Britse grenzen. Om
dat de auto's zo langzaam moeten
ryden en zo voorzichtig moeten ma
noeuvreren over de nauwe wegen en
smalle bruggetjes, worden de kosten
van Engelands productie, volgens
Cooke, verhoogd met 1 milliard per
jaar.
Net als hier
Toch moeten de automobilisten ho-
fe belastingen betalen. In 1953 bracht
e auto- en benzinebelasting byna 4
milliard op en sinds het einde van de
oorlog heeft het autoverkeer bijna
20 milliard aan belasting in de
schatkist gebracht. Maar zoals het
in andere landen gaat, zo gaat het
ook in Engeland: ae regeerders heb
ben de idee, dat belastinggelden ook
besteed moeten worden aan het doel
waarvoor zij worden opgebracht, al
lang opgegeven. En zo kunnen de
automobilisten zich troosten met de
gedachte, dat mede dank zij hun rfl-
lust (èn ry-noodzaak!) de Britse
staat zijn defensie en zyn sociale
diensten kan bekostigen.
Milliarden nodig
De Britse regering heeft voor de
komende drie jaar de som'van 500
millioen gevoteerd voor het onder
houd en de aanleg van wegen. Maar
er zijn geen millioenen, doch milliar
den nodig. Daarom heeft Sir Gurney
Braithwaite, lid van het Lagerhuis en
voormalig parlementair secretaris
van de minister van Verkeer, voorge
steld een 30-jaren-plan in werking te
stellen en een lening van 5 milliard
te sluiten om een uitgebreid wegen
plan te financieren.
De regering voelt er voorshands
niet veel voor, doch het is de vraag
of zij nog veel langer de vraag om
nieuwe, betere, bredere wegen kan
weerstaan. Want het wegtransport
is enorm ontwikkeld: het vervoert
jaarlijks 900 millioen ton goederen,
tegen slechts 300 millioen ton, die
worden vervoerd door de spoorwegen
en 40 millioen ton door de kustvaart.
Wil Engeland, nationaal en interna
tionaal. niet achterraken. dan moeten
er betere wegen komen. Men wacht
nu maar of de aangekondigde acties
succes zullen hebben.
LEZERS SCHRIJVEN.
Cijfergroepering.
In de P.Z.C. van 26 October jl. werd
door de redactie het vraagstuk van
het onderwyzerstekort aangesneden
en het werd een juichttoon, dat het
nu met dit tekort zo goed als gedaan
is. Het spyt mij, geachte redactie, dat
ik met U, wat dit punt betreft, van
mening moet verschillen. Volgens U
heeft minister Cals afgerekend met
de mythe van het ontstellend onder
wyzerstekort. Aan de leden der Eer
ste Kamer heeft minister Cals een no
ta doen toekomen inzake het onder
wijzerstekort. En nu juist heeft Z.E.
dit tekort toegegeven. Deze zaak
speelt sedert 1947 in ons lieve vader
land. Minister Gielen heeft toen stee
vast beweerd, dat er geen tekort be
stond. De A.N.O.P. organiseerde in
Utrecht een monstermeeting, waar
duizenden leerkrachten hun ontevre
denheid kwamen uitspreken over het
onderwyzerstekort.
Ook minister Rutten heeft de zaak
gebagatelliseerd, zodat het vorig jaar
de N.O.V., Volksonderwijs en de N.O.
R.O.L.O. nog eens duizenden in
Utrecht in de Jaarbeurshallen by een
riepen om duidelijk te demonstreren,
dat het zo niet langer gaat In Neder
land. Bij de behandeling van de on
derwijsbegroting in de Staten Gene
raal heeft toen voor het eerst minis
ter Cals toegegeven, dat er werkelijk
een onderwijzerstekort bestond. Na
het overleg met de Eerste Kamer
heeft minister Cals toegezegd over
deze materie een nota aan de leden
dier Kamer te doen toekomen. Deze
nota verscheen op 3 September 19o4
en was een onderwerp van bespreking
in de Eerste Kamer in de maand Oc
tober. Daar heeft men minister Cals
allerminst gespaard en hij raakte zo
in het nauw, dat hy de voorzitter dier
Kamer moest verzoeken zijn ant
woord op de critiek een week te mo
gen uitstellen. Het meest heeft wel
de aandacht getrokken het feit, dat
zijn partijgenoot, de heer Derksen, in
eèn zeer'lang betoog het beleid van
minister Cals heeft gekraakt. En nu
enige getallen:
Op 16 September 1953 waren er 93
onvervulde vacatures; op 16 Januari
1954 172 en op 16 Mei 1954 154.
V/at zeggen ons deze getallen?
Dat bij een klasse-gemiddelde van
35 leerlingen op de resp. data 3255,
6020 en 5390 kinderen in ons land
geen onderwijzer hadden. En daarom
gaat het nu juist, redactie! Dit zou
alles nog niet zo erg zyn, als er geen
1402 gehuwde vrouwen en 231 defi
nitief gepensionneerde leerkrachten
voor de klas stonden op 16 September
1953. Op 16 Januari 1954 1860 ge
huwde vrouwen en 303 definitief ge
pensionneerde. Op 16 Mei 1954 2263
gehuwde vrouwen en 309 def. gepens.
Zo staan dus gemiddeld 2500 leer
krachten in de school, die er wettelijk
niet mogen zijn. Persoonlijk heb ik
niet het minste bezwaar, dat er ge
huwde leerkrachten in de school ko
men, mits aan deze dames de zelfde
rechten worden toegekend als aan
him mannelyke collega's en daar
schort nog wel zo het een en ander
aan. Op een andere zyde van het
vraagstuk wil ilc nu nog graag het
licht werpen. Er is nl. bij het onder
wijs totaal geen arbeidsreserve.
Vroeger dienden daar bij voorkeur de
Op het hoofdkxoartie rvan de gealli
eerde luchtmacht in Fontainebleau, de
vroegere lusthof der Franse koningen
bij Parijs, werkt luchtmachtpersoneel
uit zes verschillende landen.
Kortgeleden bracht het bekende En
gelse orkest van Ted Heath een be
zoek aan Fontainebleau, en vele
luchtvaartmensen maakten van de
gelegenheid gebruik, de avond bij te
wonen.
Op de foto van links naar rechts: kor
poraal Lambert van de R.A.F., de En
gelse zangeres Ka thy Lloyd en de
korporaal van de Nederlandse lucht
macht Gabriëlse, afkomstig uit Mid
delburg.
gehuwde onderwijzeressen voor. Zij
sprongen nog wel eens in, indien er in
een school een leerkracht ontbrak
door ziekte of anderzins. Wanneer er
onder de onderwijzers absenten zyn,
dan stagneert het onderwijs onmid-
delijk en dit geldt niet alleen de klas,
waar de afwezige onderwijs gaf, doch
daar men dan de leerlingen op een an
dere wyze moet verdelen over de aan
wezige leerkrachten, is er in de hele
school een abnormale toestand. Op
het ogenblik zyn er ongeveer 47000
onderwijzersmensen in de lagere
school. Ik neem nu aan, dat er een
absenteïsme van 2% is, dan staan er
dagelijks 900 leerkrachten te weinig
in de school. Welk een ongunstige in
vloed dit tegenwoordig uitoefent, is
niet te peilen.
De minister heeft maatregelen ge
troffen onderwijzers naar de school
aan te trekken, die wel de akte bezit
ten, doch in een ander beroep werk
zaam zijn. En nu schrijft de redactie,
dat er van die mensen zijn, die 80 sol
licitatiebrieven moeten schrnven en
nog niet aan de slag zijn. Dit Kan een
buitenstaander verwonderen, doch
voor insiders is^et niet zo vreemd. Er
zijn mensen by, die zeer lange tijd bui
ten de school hebben gearbeid. Zij
hebben hun arbeidsgeschiktheid volko
men verloren en men is er niet op ge
brand ze in de school te brengen. Er
komt dan nog by, dat deze leerkrach
ten hun sollicitaties sterk selecteren
en de beste plaatsen trachten uit te
zoeken. Er moest voor deze personen
een herscholing mogelijk zijn, want zij
kennen de schooln iet meer.
Met minister Cals is de redactie be
zorgd voor de toekomst. De minister
strekt zyn bezorgdheid uit tot 1970.
Dit is een lofwaardig streven. Ik heb
alleen maar spijt, dat zyn ambtsvoor
gangers ook niet wat meer in de toe
komst hebben geblikt, dan waren we
nu niet voor zulke ellendige omstan
digheden geplaatst. Toch wil ik de
redactie op dit punt gerust stellen.
Als we ons enige vergelijkingen met
het buitenland permitteren, dan blykt,
dat Nederland er, wat onderwijsorga
nisatie betreft, wel zeer ongunstig
voorstaat. Alleen Portugal heeft een
ongunstiger leerlingenschaal dan Ne
derland en wat de leerplicht betreft,
maken wij ook een niet al te best fi
guur. Wanneer er dus in de toekomst
eens wat opluchting komt, wat het
geboortecijfer betreft, doch daar valt
in de eerste tien jaar niet aan te den
ken, dan zyn er nog maatregelen te
over, die getroffen kunnen worden,
waardoor onder de onderwijzers geen
werklozen gemaakt behoeven te wor
den. Willen we de onderwys-vernieu-
win£r een behoorlijke kans geven, dan
zal zelfs op korte termijn gedacht
moeten worden aan verlaging der
leerlingenschaal.
Tot slot wil ik hier eerlijk verkla
ren, dat niet minister Cals de enige
schuldige is aan het veroorzaken van
deze ongewenste toestand. Ik geloof
zelfs, dat in het algemeen de onder
wijsministers er niet al te veel aan
kunnen doen. Het betreft hier het be
leid van de regering. Onderwys hangt
er altijd maar zo'n-beetle bij. De on
derwijsbegrotingen worden in de Ka
mer behandeld bij nacht en ontij in
givce tijdnood, de persoon van de mi
nister legt in ae ministerraad te wei
nig gewicht in de schaal. De politieke
partijen staan mede schuldig. Zij ook
tonen veel te weinig belangstelling
voor de zaken van het onderwijs. Zij
hebben wel andere dingen aan het
hoofd. Schuldig staan hier ook de Ne
derlandse ouders, die hun eigen macht
miskennen van onderen uit de stoot
te geven, de regering te dwingen het
onderwijsbeleid in betere banen te
leiden.
Dit zijn zij verplicht aan de opvoe
ding van hun kinderen.
Gelukkig is er enige kentering.
Schoorvoetend is de regering de weg
opgegaan te. trachten middelen te be
ramen om aan een hoogst (ongewen
ste) toestand een eind te maken.
W. SPINNAAY.
Aantekening redactie:
Het groeperen van cijfers is een
verrassende bezigheid. Minister Cals
heeft in de Eerste Kamer de totalen
van de beschikbare en de benodigde
leerkrachten bij het l.o. zodanig ge
groepeerd, dat er op dit ogenblik
evenwicht is. Hij becijferde zelfs, dat
dank zij 1200 van militaire dienst vrij
komende onderwijzers tegen 1955 een
reserve van 600 leerkrachten aanwe
zig zou zijn.
Ongetwijfeld heeft ook de heer Spin-
naay z'n cijfers juist gegroepeerd,
maar hij deed dat van een geheel an
der standpunt uit. Hij streeft naar
verbetering van het onderwijs. In ons
artikel echter meenden wfj te moeten
waarschuwen tegen een plotselinge
en al te grote toeloop van jongelieden
naar het onderwyzersberoep, omdat
de behoefte aan leerkrachten wel eens
kleiner zou kunnen blijken te zijn, dan
sommigen menen. Tot die opinie kwa
men wy op grond van de ministeriële
cijfers.
De toelating van leerlingen bg het
l.o. bereikte een top in 1953 met
257.800 leerlingen. In 1954 trad een
daling in. Toen bedroeg de toelating
246.500 leerlingen.
CasteÜR jSchoonheidszeep
voor een stalend uiterlijk,
een huid, z.o fris, zo
zacht en geurend al»
de lente zel£. Houdt
U aatv- Castella. -Schoon-
heidszeeps.. rijk aan
huidversterbendo-oiïën,
discreet geparfumeerd!
2 stuks voor 50 cent
FEUILLETON
•k
-je
door PATRICIA WENTW0RTH
40
„Nee, heus, het was niets. Maar
moeder gaat zo te keer. Ze is zeker
nooit met een jongen uit wandelen
geweest!"
„O, Glad!" protesteerde de aldus in
haar eer getaste mama.
Haar dochter liet de trapleuning
los en ging op de derde trap van on-
deren af zitten.
„Stil maar stil maar, het was niets
om zo'n herrie over te maken", sprak
ze, haar moeder boos aankijkend. „Ik
heb u verteld, dat ik naar juffrouw
Bowbly ben gegaan en daar een tijdje
naar de radio heb geluisterd. Daarna
zijn Sam en ik wat gaan wandelen".
„O, Glad!"
„Schei toch uit, moe! Een meisje
en een jongen kunnen niet altijd thuis
zitten. Waarom roept u dan aldoor
„O, Gladys!"? Het was zulk een
mooie avond en dus gingen we samen
wandelen. En toen we terugkwamen
hebben we nog wat op het kerkhof ge
zeten, maar we zagen niemand anders
dan meneer Bush; hij zag ons niet
deze keer niet, ofschoon hij anders
altijd in het rond loert. Blijkbaar had
hg haast en hy verdween dan ook
gauw. Waarom al dat gedoe erover?"
Janice was stil blyven zitten, maar
maakte nu een onwillekeurige bewe-
gng. Ja, natuurlyk, Bush had die
insdagavond zgn gebruikeigke ron
de gedaan. Dfi&raan had ze nog niet
gedacht en vermoedelijk niemand an
ders ook. En inderdaad was het feit
van Bush's dagelijkse ronde om tien
uur des avonds iets zo gewoons, dat
men er geen rekening mee had gehou
den. Inmiddels hoorde ze juffrouw
Silver verder vragen.
„Dus je hebt meneer Bush gezien.
Wat deed hg dan?"
Gladys keek haar verwonderd aan.
„Hg deed zijn ronde".
Juffrouw Silver kuchte.
.Jawel, maar wat deed hg precies,
toen ,1e hem in het oog kreeg?"
„Hy kwam uit de kerk".
Janice schrok op en hield haar
adem in, maar juffrouw Silver's kal
me stem ging op dezelfde toon voort.
„O, juist. Het was heldere maan,
nietwaar?"
„Ja, heel helder".
„En waar zaten jelui'"
Andermaal gichelde Gladys.
„Recht tegenover de muur van de
oude pastorie, in de schaduw van een
overhangende boom".
„Jelui konden dus de kerkdeur heel
duidelyk zien, maar meneer Bush
jelui niet?"
„Ja, dat ia zo".
„En kwam meneer Bush uit de
kerk?"
„Ja. Hg kwam eruit, sloot de deur
en ging vlug weg, zonder eerst als
anders rond te loeren".
„Hoe laat was dat?" vroeg Juf
frouw Silver met een licht kuchje.
„Dat weet ik niet".
„Maar de klok slaat toch, niet
waar? Hoorde je ze niet slstan, ter-
wöl je op het kerkhof was?"
Nu knikte Gladys.
„O, ja, ze sloeg Oen uur".
„Voor meneer Bush uit de kerk
kwam of daarna?"
„O, daarna".
„Hoe lang ongeveer?"
„Het zal niet meer dan een minuut
of twee geweest zgn. HQ ging weg
langs de kerk en toen sloeg de klok
„Als ik het wel heb, zdn er drie
uitgangen van het kerkhof: één, die
leidt naar het dorpsplein, één naar
het kerkpad en één naar de dorps
straat. Welke kEint ging meneer Bush
uit?"
„Recht naar de straat. Dat is zyn
weg naar huis". Gladys stond op. Ik
moet me gaan verkleden, want anders
kom ik te laat voor de bioscoop".
Ook juffrouw Silver stond op.
„Nog een ogenblik, Gladys? Waar
heen ging je wandeling?"
„O, even rondom het dorpsplein".
„En hoe lang was je op het kerk
hof geweest voor je meneer Bush
zag?7'
„Dat weet ik nietzo ongeveer
vgf minuten".
„Hoorde je op je wandeling ook
een schot?"
„Ik weet niet. Meneer Giles schiet
op vossenheel dikwijls.ik
heb er helemaal niet op gelet". Ze
ging een paar treden op en zei toen,
zich nog even omdraaiend: „Ik heb
u al gezegd, dat het niets was, hele
maal niets. En ik zal te laat komen".
Toen kwam haar goede humeur weer
boven en besloot ze met de woorden:
„Voor Sam kaai het geen kwaad als
hy eens moet wachten, maar ik wil
de film niet missen".
HOOFDSTUK XXIX.
De volgende morgen klopte Garth
Albany aan de deur van juffrouw Sil
ver vóór ze nog gekleed was. Ze deed
open en stond voor hem in een war
me roodflanellen ochtendjapon, afge
zet met eigen gemaakte kant, en een
wat vlak, maar ondanks het ontbre-
ken van een netje toch keurig kap
sel. Hg trad binnen, sloot de deur
achter zich en zei toen: „Ezra Pln-
cott is dood gevonden. De melkjongen
heeft het aan Mabel verteld. Ik dacht,
dat u het dadelyk moest weten".
„Ja, jazeker". Een ogenblik
bleef ze zwggend staan. Toen ging ze
voort: „Ik was er al bang voor. En
ik had gevraagd, of de politie een
oogje in het zeil wilde houden".
„Nu", merkte Garth op, „ze kun
nen moeiigk beweren, dat Madoc dit
gedaan heeft, nietwaar?"
„Neen", sprak juffrouw Silver,
blykbaar ln gedachten verdiept. Bn
daarop: „Geeft u me als 't u belieft
alle bijzonderheden, die u heeft ge
hoord?"
„Ik heb de jongen niet zelf gespro
ken Hy is circa zestien jaarheet
Tommy Pincott, een neef van Ezra
en nogal een pientere vent. Volgens
Mabel werd Êzra juist bulten het
laatste huis van het dorp met het ge
zicht voorover in de beek gevonden.
Diep is het water daar niet niet
meer dan zowat een voet maar als
hg dronken erin getuimeld is, kon hy
er toch wel in verdrinken".
„Denkt u dan, dat het een ongeluk
was?" vroeg juffrouw Silver.
„Nee, ik geloof er niets van. Ezra
mocht dronken of nuchter wezen,
maar hg kende de weg naar huis en
zou er ook nu wel gekomen zyn. Hg
Is die weg te veel jaren gegaan om
een kwartmyl buiten zgn gewone rou
te bij ongeluk te verdrinken. Ik ge
loof, dat iemand hem er in heeft ge
gooid en gedacht, dat men 't wel voor
een ongeval zou versigten ,en het
motief zal wel geweest zgn, dat Ezra
chantage trachtte te plegen".
„Ja", stemde juffrouw Silver toe.
„Maar nu moet ik me aankleden. In
specteur Lamb dient het onmiddellyk
te weten. Hy Zal wel hier komen".
't Was echter al over half drie, vóór
hoofdinspecteur Lamb en brigadier
Abbott aan de bel van de oude pasto
rie trokken. Juffrouw Silver ontving
hen in de studeerkamer. Ze schudde
hun de hand en informeerde glimla
chend naar ieder van de drie dochters,
die Lamb's trots en glorie uitmaakten.
Lily, Violet en Myrtle. „En mevrouw
Lamb maakt het toch goed?"
Frank Abbott wist zorgvuldig zyn
gelaat in de plooi te houden. Hy had
juffrouw Silver even voor een ervaren
diplomate versleten, maar zowel zy
als Lamb spraken blijkbaar in volle
ernst. Haar belEingstelling voor z'n
dochters en wederhelft was onge
veinsd. Inmiddels profiteerde Frank
van de gelegenheid om alvast een pot
lood te slypen en wachtte toen gedul
dig tot er aan 't gesprek over fami
liezaken een einde kwam. Lamb nam
het initiatief.
„Maar laat ons nu tot de kwestie
komen. Be hoor, dat U graag meneer
Madoc zou willen spreken".
„Ja, heel graag, als U me daartoe
gelegenheid zou willen geven".
Hij knikte toestemmend.
(wordt vervolgd.)