„Het Wapen" der Koninklijke Marechaussee bestaat 140 jaar De le ZES ZUIVELARBEIDERS PER AUTOPED OM HET IJSELMEER GROOT NIEUWS voor rheumatiek-lijders DONDERDAG 4 NOVEMBER 1954 PROVINCIALE ZBEVW8E COURANT 9 KEIHARD ÉLITE-WAPEN BLEEF ONAANGETAST Van strikruiter onder de Fransen tot gemotoriseerde soldaat-politieman (Van een bijzondere medewerker) „De gewone en hoofdzakelijke werkzaamheden der marechaussees zijn: het doen van marsehen, tournees, toeren en patrouilles op de grote we gen, zij- en bijwegen, het opsporen en vervolgen van kwaaddoenershet vatten van bos- of booniseliendcrshet vatten van struikrovers, van misdadigers, zich aan het binden, branden of pijnigen der bewoners schul dig makende, alsmede van moordenaarsDeze taakomschrijving, die een ruige en boze wereld in onze gedachten oproept, kan men vinden in het eer ste Reglement op de policie, de dicipline en den dienst der marechaussee", dat op 30 Januari 1815 door koning Willen I aan het pas opgerichte Wapen van de Marechaussee werd opgelegd. Het reglement, dat zo duidelijk de politie-taak van de marechaussee in het licht stelt, staat aan het begin van een evolutie, die zich gedurende het 140-jarig bestaan van „Het Wapen" heeft voltrokken, een evolutie, die nochtans de waardevolle tradities en karakter kenmerken van dit keiharde élite-wapen onaangetast heeft gelaten. Bij dat oude reglement hoort de gebaarde en gesnorde marechaussee, die te voet of te paard over de eenza me heidepaden surveilleert, één man is geen man. Hij draagt een zwarte hoed met een witte staande pluim en een donkerblauwe rok met lichtblau we opslagen. Als hy te voet is, is hy uit gerust met een dragondergeweer en korte infanterie-sabel; behoort hij tot „de beredenen", dan vormen een lan ge sabel, een karabijn met bajonet en twee pistolen zijn wapenuitrusting. Hoe hij in Nederland is gekomen? de historici zeggen, dat hij een ge transformeerd overblijfsel uit de Franse tijd is. In het Franse leger heeft men voor de handhaving van orde en tucht altijd „gens d'armes" gekend, „wapenlieden", die onder toe zicht stonden van maréchaux (maar schalken). Daardoor is de naam Ma rechaussee ontstaan. Het woord wordt in ons land het eerst vermeld in een besluit van het Staatsbewind der Bataafse Republiek van 4 Febru ari 1803. In het departement Brabant werd een compagnie Marechaussee ook wel „Gens d Armes of Strikrui- ters" genaamd, opgericht, ter meer dere beveiliging van personen en goe deren tegen rooveryen, geweldenarij en en wat dies meer is, door vagebon- derende personen". Dat besluit is echter nooit ten uit voer gelegd. Wel werd in 1805 een compagnie Gendarmerie opgericht, Indexcijfers landbouw prijzen Volgens het C.B.S. vertoont het in dexcijfer van de landbouwprijzen (ba sis 1049-'501952-'53 100) een da ling van 108,2 in Aug. tot 102,8 in 1954 (5 Het prysindexcyfer voor akker bouwproducten liep als gevolg van de lagere prijzen voor late aardappelen (nieuwe oogst) terug van 130,2 in Aug. tot 98,9 in Sept. (24 Bij de veehouderijproducten daalde het indexcijfer van de prijzen van rundvlees, varkensvlees, paarden en eieren; daarentegen steeg het index cijfer voor schapen en melk, waardoor het groepsindexcyfer opliep van 101,9 in Aug. tot 104,0 in Sept. (2 Het indexcijfer van het totaal dei- productiekosten onderging onder in vloed van een stijging der prijzen van voederstoffen, meststoffen en zaaiza den een geringe toename nl. van 111,2 in Aug. tot 112,1 in Sept. (0.8 Benelux-Ianden en de A.B.C.-wapens. In welingelichte kringen te Brussel is verklaard, dat men het plan tot net opstellen van een plechtige ver klaring, waarin de drie Benelux-Ian den zich zouden verplichten, af te zien van de vervaardiging van abc- wapenen (atomische, bacteriologische en chemische), heeft laten varen. De Belgische minister van buiten landse zaken, Spaak, had tijdens de conferentie van Londen van dit plan spwaagd. Amerikaanse vissersboot niet vergaan De Amerikaanse kustwacht heeft dinsdagavond medegedeeld, dat de „Mary Ellen" niet is vergaan. Het schip is normaal op weg naar zijn thuishaven, aldus de bekendmaking. hoofdzakelijk voor de beteugeling van de smokkelhandel. Een voorbeeldige Franse gendarmerie-officier generaal Radet, die hier te lande tijdens de Franse, overheersing inspecteur-gene raal is" geweest, heeft getracht de Gendarmerie in ons land populair te maken. Maar de Nederlanders moes ten weinig van de Franzosige man nen hebben, die o.a. met het toezicht op de conscriptiewetten en het verbod van de handel met Engeland waren belast. Radet had zijn tijd niet mee. Toch is een dagorder, die hij heeft uit gevaardigd met een omschrijving in enkele kernachtige zinnen van de doelstelling van het wapen, altijd het richtsnoer gebleven voor de uitvoe ring van de dienst en een grondslag voor de dienstvoorschriften. In die Franse dagorder stond: eerbied voor personen en eigen dom; onbeperkte onderwerping aan de wetten; gehoorzaamheid aan bovengesteldenachting en eerbied voor strafrechtelijke en burgerlijke autoriteiten en voor de militaire overheid; zachtheid tegenover de burgers, oorlog aan de kwaaddoeners Na Franse overheersing Na de terugkeer van de Souvereine Vorst en het herstel van de onafhan kelijkheid is het principe van de op militaire leest geschoeide politie in de Nederlanden aanvaard. Nadat reeds in België en Limburg een zgn. provisionele Marechaussee werkzaam was geweest, werd bij een besluit van 26 October 1814, dat dus vandaag 140 jaar oud is, de Marechaussee opge richt. Het eerste artikel luidde: „Er zal worden opgericht een korps Ma rechaussee, bestemd om de orde te handhaven, de uitvoering der wetten te verzekeren en te waken voor dé veiligheid der grenzen en grote we gen". Voorlopig kreeg alleen België met Limburg marechausfcee-brigades. doch bij K.B. van 3 April 1818 werd het korps vermeerderd met een com pagnie in de provincie Noord-Bra bant. Toen deed het Wapen dus ei genlijk pas zijn intrede in Nederland. Wat er ook in de afgelopen 140 jaren veranderd moge zynen dat is ook bij de marechaussee niet wei nig geweest nog steeds kan beves tigd worden, wat een ooggetuige reeds in de Tiendaagse Veldtocht m 1831 opmerkte over de verrichtingen van de marechaussee: „Allen waren uitgelezen en zeer vertrouwde mili tairen .Men zegt dat in die Tiendaagse Veldtocht de eerste sabelhouw kwam van een ijzervreterige wachtmeester met 26 jaar dienst, 8 veldtochten en 5 verwondingen op zijn naam...." Uitgelezen militairen. Wie een beet je spijtig zegt, dat de tegenwoordige Marechaussee geheel door het leger is opgeslokt, wie de decoratieve fi guur van de Koninklijke Marechaus see van voor 1940 mist statig te uniform kan van één ding verzekerd zijn: de marechaussee is nog steeds een keurkorps van uit gelezen militairen. In de Meidagen van 1940 hebben velen zich in de strijd tegen de Duit sers op de Grebbeberg onderscheiden; een belangrijke deel van het Wapen is via België en Frankrijk naar En-' geland uitgeweken en heeft daar mili taire politiediensten verricht bij de Nederlandse troepen en bewakings diensten voor de Koninklijke Familie. paard gezeten in zijn blauwe i met de witte nestels kan Na de bevrijding is er achter de schermen het één en ander te doen geweest over de heroprichting van 't korps, dat door de bezetter was opge heven. Het oude Wapen heeft in de departementale stryd der meningen toch het pleit gewonnen, al is er een nieuwe taakomschrijving gekomen. Het korps Marechaussee heeft nu een viervoudige taak: Politiedienst in en ten behoeve van het leger, waaronder begrepen het toezicht op het militai re verkeer; de grensbewaking, de be waking van de leden van het Kon. Huis en>het verlenen van bijstand aan de politie. Onder normale omstandig heden heeft de marechaussee dus met de uitoefening van de politiële taak geen bemoeienis meer, hij hoeft geen struikrovers en boomschenders meer te vangen: de tijd van de zuivering van Oss en het Heike is voorby. De marechaussee is in de eerste plaats soldaat, al moet hy nog steeds de kwaliteiten van een soldaat en een politieman in zich verenigen. Apeldoorn is zijn bakermat, al wordt hij in de Willem III niet geba kerd. Zijn opleiding is fors en veelzij dig. Hij moet een perfecte lichte in fanterist zijn, allround als onderdeel van een gemotoriseerde infanterie- compagniè, maar hij moet ook ver bindingsman, verkeersregelaar, E.H. B.O.-er, geroutineerd auto- en motor bestuurder, beoefenaar van diverse takken van sport, en politieman met een grote dosis wetskennis zijn. Aan zijn uniform kent U hem niet meer terug of het moest zijn by speciale feestelijke gelegenheden, wanneer hij het martiale gala-tenue draagt, de kolbak met de blauwe uniform. Zyn paard is het slachtoffer geworden van de motorisering. Zijn uniform is de kliaki battle-dress geworden in na volging van de Engelse M.P. Toch zult U ook in de moderne kledij altijd de Marechaussee terug kennen, om dat hij na 140 jaar, dezelfde is geble ven: de representatieve, rustige cor recte Nederlandse militair, zonder vrees en zonder blaam, trouw aan zijn wapen. HET BEGON IN ST. MAARTENSVLOTBRUG. Het is begonnen met een weddenschap. Enkele zuivelarbeiders van de Coöperatieve Zuivelfabriek „De Eensgezindheid" te Sint Maartensvlotbrug, gezamenlijk bij één familie in de kost, kregen een praatje over een autoped. Eén van hen had een step gekocht, bestemd als verjaarscadeau voor zijn broertje in Oostcrwolde (Fr.), toen de vrouw des huizes het idee opperde, dat h(j het autopedje zelf wel steppende kon wegbrengen. Er werd gewed: om f 25.te verdienen zou de zuivelarbeider 150 km moeten steppen. Er bleek by zijn collega's ook wel animo om „een geeltje" te verdienen. Daar voor moesten er echter autopeds komen en men besloot een fabriek aan te schrijven. Weldra kwam er bericht, dat de directie wel iets voor een stunt gevoelde, doch dan moesten de deelnemers bereid zijn een tocht vanongeveer 500 km te maken, rond het IJselmeer. De boter- en kaasmakers accep teerden de eis en zijn vervolgens aan het werk gegaan om de bepaald niet geringe voorbereidingen te treffen Er moest immers worden voor kleding, voeding, slaappl enz. Men is nu zover, dat nog slechts de vertrekdatum niet vast staat het zal 8 of 15 November worden. Zes mannen, Cor Rens, Gerrit Vis, Herman Veldman, Albert Boonstra, Hannes Baars en Andries Veenstra, gaan het grote avontuur beginnen. Ze zullen etappes afleggen van ongeveer tachtig kilometer per dag en zyn dus zes dagen onderweg. Daarvoor heb ben ze ieder twee snipperdagen opge nomen en de overige 24 dagen zijn afgestaan door andere, meelevende personeelsleden van „De Eensgezind heid". De eerste dag leidt de tocht naar Bolsward en dan vervolgens naar Steenwijk, Nunspeet, Amers foort, Amsterdam en Sint Maartens vlotbrug. De fabriek zorgt voor de nodige pu bliciteit en de zes stoutmoedige zui velmannen zijn al druk aan het oefe nen. Ze beschikken over verhoogde autopeds, waarop al tochtjes van een kilometer of zeventig zijn gemaakt. In de prachtige duinen van Sint Maartenszee worden iedere dag de spieren losgemaakt en het uithou dingsvermogen opgevoerd. De jong ste van de zes is 18 jaar, de oudste 36. Ze wensen niets te verdienen aan de tocht het gaat om de sport. Groepsfoto marechaussee Japan wil voedseloverschot uit V.S. kopen Japan heeft aangeboden het Ame rikaanse overschot zuivelproducten te kopen ter waarde van 130 mll- lioen dollar, op voorwaarde, dat het bedrag in yen, dat voor deze pro ducten wordt betaald, weer aan Ja pan wordt geleend voor de econo mische ontwikkeling. Functionarissen van de belde lan den voeren op het ogenblik in Washington besprekingen over het Japanse voorstel. Advertentie. Nu kunt U zien. waarom Sloan's Lini ment zon opmerkelijke verlichting geeft bö rheumatiek. spit, Jicht en spierpijn. Op de tekeningen hierboven (gemaakt naar lnfra-rood foto's) ziet U hoe Sloan's Liniment zuiverend bloed stuwt naar de pijnlijke plekken om de zieke weefsels te helpen ge nezen. Sloan's helpt U door de natuur te helpen. Geen wonder, dat Sloan's het oudste en meest gevraagde Lini ment is. Haal daarom vandaag nog SLOAN'S LINIMENT GENEZENDE WARMTE Pia Beek: nog altijd succes Het ware élan ontbreekt op Donderdagavond aan het Haagse nachtleven en na middernacht bren gen de felle lichtreclames wat leven in de Lange Houtstraat, het centrum van de nachtclubs. Uiter lijk althans. In de clubs heerst im mers de lichte muze en al wat „drum und dran" is. waarbij veel drum uiteraard. Althans by het orkestje in de club, waar men het Parijse Mont- martre een weinig heeft nagebootst. Slechts een kleine menigte zoekt hier verstrooiing. Nog kleiner is tcon- derlijk genoeg de me nigte, die zich laat ver strooien door kladken van Pia Beck's trio: pia no, bas, guitaar. Pia speelt in ,J)e Vliegende Hollander". En zingt. Nee, dat is geen zingen dat is acteren, toneelspe len, met de stem. Een verrukkelijk spelen met nuancen in volume en stembuiging, onder streept door een ontwa penende mimiek en met als klankvolle basis haar de op deze Dondert avond icat larmoyante Lange Houtstraat! Fris, vaardig, monter doet deze combo de mo derne melodieën in wel zeer gedurfde arrange menten langs de bar en over de minuscule dans vloer buitelen. De weini ge bezoekers kwamen ze alleen voor Pia? zijn zonder uitzondering haar bewonderaars. Een opvallend smaakvol kleed man laat champag ne voor Pia aanrukken. Had je nog tegoed taf New York", vertelt hy losjes. ,Hy is iets bij een buitenlandse luchtvaart, maatschappij"aldus Pia, na een boogie-woogie van formaat. Verzoeknummers berei ken haar. Ze speelt ze, met assistentie van haar begeleiders, die bas en guitaar tot in de perfec tie beheersen. Met haar in 19Jf6 reeds ontdekte talenten, toen ze als negentienjarige pi- anitse by het Miller Sex tet haar intrede deed, heeft ze gewoekerd. Haar spel vond waardering tot ver over onze grenzen, en in de Nieuice Wereld. Bij allen, die de lichte mu ziek, het strakke rhyth- me, een feilloze techniek, gepaard aan een speelse geest tcaarderen kunnen. „Uit Zeeland krijg ik veel brieven; hier is er een van een Vlissings meisje, dat me zelfs uittekende" Ja, Coby Meynderis schreef bly te zijn, dat „miss Pia" zoveel succes heeft! Voor kenners eti liefheb bers van de ,Hcck-styl" is het duidelijk, waar dat succes aan te danken is! FEUILLETON door PATRICIA WENTW0RTH „2* bezoekers werden in de nette oude keuken gelaten, d.w.z. ze vielen het. ware met de deur in huis. De vloer bestond uit ongelijke vlakke stenen en de lage zoldering werd ge vormd door heel oude ietwat verzak te balken. In een van de hoeken be vond zich een smalle, ladder-achtige aaarJe, slaapkamer leidde. ®enhfalye.een a,fdak aan de achterzijde r? opgaan van brandstof en dei gelijke telde het huisje slechts de- ^viwee,vertrekken' Toen het werd gebouvvd, waren badkamers en toi- bmnensbuis nog onbekend en gold nog onaangevochten de uit spraak, dat wat in het verleden goed was ook voor het heden kon volstaan. Juffrouw Brewer schoof een paar zitten^ft" Cn n°digde de &asten tot m "I.f hel°ver mi-in werk op „Prior's End juffrouw. Als er iets extra's te den?"S' Z0U lk dat heel Pretti£ vin- De toon was opgewekt, maar ter- wyl ze sprak, bekroop haar de vrees, dat juffrouw Madoc haar niet meer nodig zou hebben, zodat zij twee da gen zonder werk zou zyn. Twee da gen, alleen te vullen door weer te gaan werken by de dames Doncaster, die je altijd maar achterna zaten, zo dat je tenslotte niet meer wist wat je eigenlijk doen of niet doen moest. Gelukkig zei juffrouw Janice niets verontrustends. Ze stelde juffrouw Silver voor en vertelde, dat ze bij juffrouw Sophy logeerde. „Ik laat haar het dorp zien en ze zegt, dat uw huisje heel oud moet zijn". Juffrouw Brewer was zichtbaar op gelucht. „Ja, de. grootvader van mijn man woonde hier al", sprak ze, alsof het niet mogelijk was, nog verder terug te gaan. Toen zich tot Janice wen dend, riep ze uit: „O, juffrouw Janice, wat een narë geschiedenis met meneer Madoc! Ik heb geen oog dicht gedaan nadat ik het gehoord had. Maar ik weet zeker, dat hij het niet gedaan heeft!" ..Wij geloven ook, dat hij onschul dig is", antwoordde Janice. Meteen sprong de deur open en stormde Gladys Brewer de kamer in, kleur, weelderig kastanjebruin haar, blauwe ogen en een mooi gebit; een toonbeeld van gezondheid en levens lust. Na haar moeder een vrolyk „dag moes" te hebben toegeroepen, kreeg ze de bezoekers in het oog, gichelde, lachte, riep: „Dag, juffrouw Janice!" en gichelde opnieuw. Juffrouw Silver zette na dit' „inci dent" het gesprek met de vrouw des huizes over haar woning voort. „Wel heel schilderachtig, maar niet erg bewoonbaar". Gladys vond het nodig, dit al giche- lend te beamen. „Wat zou u dan wel zeggen, wan neer u zo dikwyls als ik het hoofd had gestoten bij het naar boven gaan Maar ik ga me verkleden, want lk moet uit. U ziet me wel thuiskomen, moeder. We gaan naar de bioscoop in Marbury". Juffrouw Silver knikte. „Ja", sprak ze, „je moet het hier in Bourne nogal saai vinden, dunkt me. Wat doe je zoal des avonds als je niet naar de bioscoop gaat?" Nu gichelde Gladys nog harder. „Och, wat doet een meisje als ze er de kans toe krygt?" Juffrouw Silver glimlachte vrien delijk. „Je zult zeker wel een vriendje heb ben, of misschien meer dan één en dat valt te begrijpen als je jong bent". Gladys moeder keek verlegen van haar dochter naar juffrouw Silver. „O ze hoeft heus niet aangemoe digd te worden wat jongens betreft, juffrouw". Gladys scheen dit als een compli ment op te vatten, maar juffrouw Silver bleef welwillend glimlachen, toen ze de vrèes uitte, dat mama Bre wer dochterlief zou hebben „bedor ven". De aldus tot het middelpunt der belangstelling gepromoveerde Gladys was nu byster in haar nopjes en vond juffrouw Silver een schattige oude dame. Heel wat anders als die juf frouw Doncaster met haar eeuwige: „Weet je moeder wel, dat je bent uit gegaan, Gladys?" Dat mens had nooit in haar leven een vriendje ge had. Je kon het aan alles merken. Ze zag er uit, alsof ze met azijn was groot gebracht en de smaak nooit had kunnen kwijtraken. De gedachten der aldus in eigen ogen zeer interessant geworden jonge dorpsschone werden plotseling onder broken, toen juffrouw Silver op zach te, maar toch aandacht opeisende toon zei: „En Gladys, toen je Dinsdag avond op het kerkhof was „Wie zegt dat?" De vraag werd snel, misschien wat él te snel „af gevuurd". „Nu, nu, er stak toch geen kwaad in, daar ben ik zeker van. Zo'n soort meisje ben je immers niet? Maar je gaat er toch wel eens op een mooie avond met een vriendje heen, niet waar? Er zal wel gelegenheid zijn om eens wat te zitten en te praten". Nu gichelde Gladys weer. „En die Dinsdagavond was je er toch óók, is het niet?" vroeg juffrouw Silver verder, een moederlijk protest negérend. „Ik ben er zeker van, dat het heel onschuldig was. Kom nu, Gladys je wés er immers Gladys kreeg het gevoel, dat ze nog een schoolkind was, voor de klas werd geroepen en niet durfde ont kennen. Toch antwoordde ze nog niet rechtstreeks met „ja" of „neen". „En als ik er nu eens geweest was?" sprak ze half uitdagend, half angstig. Waarop juffrouw Silver kalmpjes antwoordde: „Dan, beste meid, wilde ik graag, dat je me vertelde wat je hoorde of zag". „Ik hoorde niets". „Maar je zég iets, nietwaar?" „Wie zei dat? Er was niets te zien". Nu lachte juffrouw Silver niet meer. Integendeel, ze keek ernstig en zag het meisje vast in de ogen. „Heb je wel eens aan een legpuzzle gewerkt, Gladys?" De jonge dame haalde haar schou ders op, terwijl ze achteloos tegen de meer dan drie eeuwen oude trap leunde. „Natuurlijk wel! Mijn tante's zuster is er gek op". Dan weet je ook wel dat al die stukjes tezamen het een of ander moeten voorstellen. Zelfs een stukje, dat op zichzelf niets schijnt te bete kenen, kan je soms aardig op weg helpen". „Ja", zei Gladys, die blijkbaar wat ging begrijpen. „Toen ik er laatst was. had ze zo'n stukje. Er zat een heel klein rood randje aan, maar toen we het er bij legden, konden we zien v/aar het volgende stukje moest ko men". Juffrouw Silver knikte goedkeu rend. „Dat heb je goed oi nu eens: Hoor op lieb je goed opgemerkt. H Wat je Dinsdagavond het kerkhof hebt gezien, lijkt precies op zo'n stukje van een legpuzzle. Het is misschien een heel klem stukje en je denkt allicht, dat het er niet op aankomt, maar het kan juist nodig zijn. om iemand's leven te redden. Hoe zou je je voelen als een onschul dige werd opgehangen omdat je iets verzwegen had. dat zijn onschuld zou kunnen bewijzen?" Gladys staarde nadenkend voor zich uit, maar juffrouw Silver ging rus tig voort. „Je hebt zeker wel eens op de film gezien, hoe een onschuldige van mis daad verdacht werd. Wat zou je den ken van een meisje, dat bleef zwijgen, terwijl ze hem had kunnen redden?" Gladys verschoof zich van de ene voet op de andere. Tenslotte sprak ze: „Zoiets was het niet". „Dat kun je niet weten". (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 11