Een Zuidbevelandse roman
van Erik West
Meningen over nieuw werk van
Shostakovich sterk verdeeld
Tolstoy voelde weinig voor
de rol van filmster...
Mahler's achtste op platen
W. (t. v. d. Hulst, schrijver
van vele kinderhoeken
ZATERDAG 23 OCTOBER 1954
PROVINCIALE ZEEÜW8E COURANT
9
Goede karaktertekening
Een Zeeuws boek, dat de
aandacht waard is
HET BOERENLEVEN in de Zak van Zuid-Beveland biedt stellig meer
dan voldoende stof voor een interessante roman. Het is een land van tradi
ties, een land van typische gewoonten en gebruiken die in stand gehouden
worden door zeer oude families van boeren, ryke en arme, van arbeiders
en handwerkslieden. Het is een land met een eigen levensstijl en met een
zeer persoonlek karakter, dat zowel spreekt uit de gedragingen van de be
woners als uit het krachtige, omringende landschap dat in alle jaargetijden
een waarlyk ideaal décor vormt voor een romancier.
Het is ook een land, waar de aan de grond gehechte bewoners, die uiterlijk
wellicht tamelyk onbewogen lyken, alle hartstochten kennen die de mense
lijke natuur beheersen. Hartstochten, die soms wild en ongebreideld naar
buiten breken. De geschiedenis van menige familie biedt (of liever ver
bergt) er de excessieve voorbeelden van.
Voor een geboren romancier, ligt hier de stof dan ook voor het grypen.
Onwillekeurig stapt men daarby dan even terug In de tyd; naar de jaren
kort na de eeuwwisseling, toen alles duidelyker, traditioneler afgetekend
leek. Toen alle mensen nog in klederdracht liepen, toen er nog geen auto's
waren, en dus de klepper voor sjees of tilbury gespannen werd voor de
Zondagse visites of de tocht naar „stad" op Dinsdag. De tyd toen baas en
bazin nog ware heersers waren en knechts en meiden nog „hun plaats
kenden" zoals dat heet. Toen marskramers, kermisklanten en dergelyk
volk nog door een romantisch tintje omgeven waren.
bedrijf, hebben voorspoed en tegen
slag. Sofie, die nooit iets om de geheel
in zijn werk opgaande Aernout gege
ven heeft, voelt zich in de afgelegen
polder hoe langer hoe meer onbevre
digd. Haar kinderen leiden haar
slechts tijdelijk af, en weldra trekt zij
andere mannen aan en begint zy de
meegaande Aernout te haten. Dit
wordt nog sterker wanneer zij dich
ter bij de stad komen te wonen door
Er zijn nog niet veel schrijvers in
geslaagd, dit specifieke (en verloren
gaande) Zuid-Beveland een bevredi
gende gestalte te geven. Men moet
daardoor allereerst wel van de streek
zelf zjjn, hem althans door en door
kennen, goed kunnen schrijven en,
wat het voornaamste is, zich voor dit
zeer eigen onderwerp interesseren
voorwaarden, die zelden door een en
dezelfde persoon worden vervuld.
Ware die combinatie niet zo zeld
zaam, dan zou het woord „streekro-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
man" niet en dat voor het hele
land zo'n beetje identiek zijn met
„minder soort roman voor weinig-
eisende lezers". Wat natuurlijk geens
zins noodzakelijk is: een Zuid-Reve-
landse roman kan tevens wereldlite
ratuur zijn.
Dat wè daar nog ver van af zijn,
behoeft nauwelijks betoog. We moe
ten wel in heel bescheiden hoekjes
van de literatuur gaan grasduinen
om ook maar iets dragelijks te vinden.
Misschien verwonden het u, dat we
dan de schetsjes (in dialect) van D.
A. Poldermans „Zuud-Bevelands lief
en leed" en „Lange dieken en we
gen") zowat bovenaan stellen. Dat
zyn pretentieloze vertelsels, maar ze
hebben de juiste locale kleur, humor,
ze zyn gevoelig en dóór en door ka
rakteristiek Zuid-Bevelands.
Niet pretentieloos is de roman
„Sofie Barra" van Erik West (een
pseudoniem), maar een vleug van de
genoemde eigenschappen hebben we
in dit werk aangetroffen.
We stellen duidelijk voorop, dat dit
een „streekroman" in de gebruike-
zin van het woord is, een werk dus,
dat op een ander peil staat dan de
boeken die gewoonlyk in deze rubriek
besproken worden. „Sofie Barra" be
vat echter veel juiste locale kleur, en
heeft ook verder enkele goede eigen
schappen, zodat ons eigen Zuid-Beve-
landse hart telkens getroffen werd en
we, ondanks grote hieronder sum
mier genoemde bezwaren, toch uw
aandacht willen vragen voor deze
Zuid-Bevelandse roman uit de „goede
oude tyd".
GOEDE BOUW- EN
KARAKTERTEKENING.
Allereerst: hij zit uitstekend in elk
aar. De intrigue is, hoewel traditio
neel en cliché-achtig, knap opge
bouwd en de karakters zijn duidelijk
getekend en van begin tot eind goed
volgehouden. Daar is allereerst Sofie
Barra: de vrouw die door haar ge
notzucht en felle hartstochten min of
meer te gronde gaat, en, wanneer ze
haar zin niet krygt, alles rondom zich
vernietigt, zich vastklemmend aan
een ideaal dat zijn glans verliest, zo
dra het eindelijk bereikbaar voor haar
wordt. Sofie is verliefd op Bas Wisse,
de knecht van haar vader. Een rus
tige, evenwichtige natuur, die zich
haar hartstochtelijke liefde op laat
dringen, maar die zich, wetend dat
er toch nooit iets komen kan van een
huwelijk tussen de dochter van zijn
baas en hem, nog nuchterder en kal
mer voordoet dan hij is.
Wanneer Sofie een kind van hem
verwacht, ontwijkt hij haar volkomen.
Zij trouwt dan, om haar eer te red
den, met Aernout Vreke, zoon van een
ryke boer, die veel van haar houdt,
en dat zyn hele leven zal blijven doen.
Het is een stille, rustige jongen, die
zij handig verleidt en bedriegt, en die
haar, onbewust van dit alles, op de
handen draagt. Zij gaan op een eigen
stand door zich geheel op zijn werk
te werpen, door zijn geduldige, aller
verdragende liefde voor haar en door
zyn geloof, waarmee Sofie de grofste
spot drijft. Ondanks de financiële te
genslagen geeft zij handen vol geld
uit aan onnuttige dingen, en Bas Wis
se, inmiddels ook gehuwd, komt in
haar leven terug. Weldra zinkt zij nog
dieper, geeft zy zelfs schooiers gela
toe. Zij mishandelt haar vier kinde
ren zodanig, dat Aernout, voor een
maal doortastend, ze bij zijn vader
onderbrengt. Verder onderneemt hij
niets tegen haar, laat zich wetens be
driegen, slaan, 't bed uitgooien.
Hy wordt helaas ook in de ogen
van de lezer belachelijk en geen
halve heilige, zoals Erik West moge
lijk heeft bedoeld. Van Sofie is niet
veel meer over dan een vuile slons,
die zich slechts oppoetst als ze Bas
Wisse verwacht, wiens vrouw inmid
dels gestorven is. Zij haakt er naar,
dat Aernout eerder zal sterven dan
zij, zodat zij eindelijk vrij zal zijn. Zeer
heeft de schrijver de felle hartstocht
van deze ouder wordende vrouw gete
kend. Tenslotte (het is gedeeltelijk
een ongeluk) valt, by een handge
meen met haar, Aernout van de trap.
Hij breekt zijn rug, en sterft na een
jaar lijden. Sofie is vrij.
LANGDRADIG.
Zoals gezegd: de karakters in dit
boek zyn scherp geobserveerd en goed
volgehouden tot het einde. In de eer
ste honderd pagina's van het boek zit
vaart en charme; men wordt meege
sleept door de handeling en de vlotte,
boeiende verteltrant. Dan treedt er
echter een vervlakking op. De schrij
ver vervalt in werkelijk eindeloze her
halingen, wat zijn hoofdstukken bij
zonder langdradig maakt. Steeds de
zelfde scheldpartijen, dezelfde, bijzon
der oppervlakkige overpeinzingen van
Sofie en Aernout; een uitstrijken van
een en eenzelfde thema over tientallen
Sagina's, dat de lezer neiging geeft
et boek met een „nu weet ik het zo
langzamerhand wel" weg te leggen.
Doch dan, tegen het einde, herstelt
de schrijver zich en komt hy weer tot
boeiende pagina's en een slot, het
vlotte begin waardig. De taal toont
vele (ongewilde) zélandismen (wat
we overigens niet erg vinden) er
ger is, dat de schrijver soms de logica
van de tijd uit het oog verliest, b.v.
vergeet dat de kinderen op pag. 259
al veel te oud zijn om nog met kleve
rige zuurstokken en pretogen op de
kermis te lopen. Al met al niettemin
een Zeeuws boek dat onze aandacht
waard is.
Erik West: Sofie Barra.
H. P. Leopolds Uitgeversmy.
Den Haag.
Schrijver en cameraman
Alexander Drankov hield echter vol
De eerste maal, dat het publiek de Russische schrijver Tolstoy op de film
te zien kreeg, was in 1908. De ontgoocheling van al diegenen, die aanvan
kelijk weigerden te geloven, dat „dat kwaadaardige, oude monster, dat zo
dreigend naar hen keek", dezelfde wa s als de vredelievende, eenvoud en
verdraagzaamheid prekende edelman, was even groot ais Tolstoy's afkeer
van de film.
Als niet zyn vrouw Sophie Andreyevna de toen pas beginnende Russische
filmondernemer Alexander Drankov en diens cameraman steeds haar hulp
zou hebben toegezegd, had er waarschijnlijk geen enkele filmopname van
de wereldberoemde schrijver genomen kunnen worden!
Dat Tolstoy deze medewerking als
een aanslag op zijn vrijheid zag, was
voor zyn vrouw niet voldoende reden
om de filmploeg op een afstand te
houden. Want niet alleen hield zy er
van zelf gefotografeerd en gefilmd te
worden, maar boven alles wilde zij de
geruchten de kop indrukken, dat Tol
stoy zich van haar zou hebben laten
scheiden. En wat zou dit beter kun
nen weerspreken dan een lange close
up, waarin Tolstoy tegen haar, en zij
tegen hem lachte.
Maar zover is het nooit gekomen.
Al was in 't volgende jaar Tolstoys
antipathie tegen alles wat met film
te maken had, wel wat geluwd, en
gaf hy Drankov, die als enige het
recht had gekregen gebeurtenissen in
en om de Tolstoyfamilie te verfilmen,
advies by de opnamen van een speci
aal gearrangeerde boerenbruiloft,
voor Tolstoy was het natuurlijke op-
Ter gelegenheid van het gereedko
men van de gramofoonplaten, opge
nomen van de uitvoering van de acht
ste symphonic van Gustav Mahler op
3 Juli j.l. in do Ahoylial te Rotter,
dam, is deze week in de Burgerzaal
van liet stadhuis te Rotterdam, de di
recteur van Philips, drs. E. B. W.
Schuitema, aan burgemeester van
Walsum en o.m. lan de dirigent van
het Uotterdamsch Philharmonisch or
kest, Eduard Flipsc, een exemplaar
van de opnamen aangeboden.
De voorzitter van de Stichting
„Rotterdamsch Philharmonisch or
kest", mr. H. Vlug, die in deze kwa
liteit in wezen als gastheer optrad,
memoreerde nog eens de uitvoering,
die hy van zeer bijzondere betekenis
voor ons muziekleven achtte en deel
de voorts mede, dat de finanQiölo uit
komsten ook gunstig mogen worden
genoemd. De garantie, door de ge
meente Rotterdam gegeven, behoefde
voor niet meer dan de helft gebruikt
te worden.
Daarna voerde drs Schuitema het
woord. Hy sprak van een „grandiose
uitvoering" en onthulde, dat de op
name aanvankelijk een zeer'riskante
onderneming werd geacht. „Maar
het resultaat heeft ortze stoutste ver
wachtingen overtroffen". Spr. bood
aan de burgemeester en aan Ed. Flip-
se een album met oorkonde aan, als
mede de platen. „Het zal ons een
voorrecht zijn", zo verzekerde drs
Schuitema, „deze platen over de ge
hele wereld te brengen". Burgemees
ter Van Walsum maakte zich tot tolk
van de aanwezigen door dank te zeg
gen.
Naar wij vernemen is de eerste op
lage vvan '2000 platen reeds uitver
kocht en wordt aan een tweede serie
gWp&fcf |r_ i,
treden van zijn boeren belangrijker
dan de manupulaties van de camera
mensen! Dat Drankov na Tolstoy
dood dit filmpje op de wereldmarkt
kon brengen, was grotendeels het ge
volg van zijn stunt, de Boerenbruiloft
aan te kondigen als geregisseerd en
als een product van Tolstoy! Wat niet
waar was, maar wel de gewenste in
druk maakte.
Het was echter toch gedeeltelijk
aan Drankov te danken, dat Tol
stoy zijn houding t.o.v. de film
wat gewijzigd heeft. Toen Tolstoy
Kinderschrijver W. G. van de Hulst
met echtgenote en illustrerende zoon
in de Utrechtse huiswerkkamer, waar
reeds zo menig waardevol kinderboek
geboren werd.
f 50 000 voor
muziek en toneel
Over het jaar 1953 hebben de pro
vinciale staten van Noord-Brabant
een bedrag van 50.000 uitgekeerd
aan subsidies op gebied van muziek
en eoneel. Voor uitvoeringen door be
roepsmusici 5300, voor uitvoeringen
door amateurgezelschappen 2300,
bijzondere subsidies en garantie-sub
sidies 2400, voor beroepstoneel
19.500, voor amateurtoneel 10.500,
voor de toneel-academie te Maas
tricht 6000 en 3400 voor „die sove-
reyne camera", te Helmond.
met zijn vrouw en enige kennis
sen bij vrienden gingen logeren
en iedere fotograaf en camera
man de familie op de voet volg
de, leek voor Drankov de kans
op een exclusieve opname verke
ken. Hy gaf echter de moed niet
op, huurde een kamer in de
buurt van het tijdelijk verblijf
van de Tolstoys en kocht de koet
sier om, die aan de gasten was
toegewezenZo kwam hy te
weten, dat Tolstoy iedere och
tend om vyf uur aileen ging wan
delen. Toen Drankov eindelijk
zijn kans had Tolstoy voor de ca
mera tc krygen, wilde hij echter
niets beginnen zonder diens toe
stemming. Tolstoys onverwacht:
„Ik ben tot uw beschikking"
bracht hem zo van zijn stuk, dat
hij vergat zijn filmapparaat vol
doende vast te zetten, zodat de
hele stellage viel en voor verder
gebruik ongeschikt was
Zyn wanhoop om deze tegenslag na
vijf jaar van vergeefse pogingen
moet voor Tolstoy de doorslag heb
ben gegeven. Drankov mocht de vol
gende aag langs komen om de opna
me te maken!
gendi
Niettegenstaande Tolstoys toene
mende belangstelling voor het me
dium, werden zijn weigeringen om
zelf verfilmd te worden steeas drin
gender. En de valstrikken, die men
hem spande om hem op de meest on
verwachte ogenblikken voor de came
ra te krijgen, moeten hem in die laat
ste, verwarde jaren van zijn leven een
obsessie temeer zijn geweest.
Rozemarijntje.
Een van de succes-series
van de kinderschrijver W. G.
van de Hulst is „Rozemarijn
tje". Het zijn levensechte fan
tasieën rond een heel geliefd
jwrsoontje, waarover al vijf
ryk geïllustreerde boekjes
verschenen zijn.
Het zal de duizenden vriend
jes en vriendinnetjes van deze
gefantaseerde Rozemarijntje
goed doen te vernemen, dat
twee iaar geleden een levens
echt kindje naar deze Roze
marijntje vernoemd is: Het
dochtertje van de heer W. G
van de Hulst Jr. kreeg bij
haar geboorte die naam. En
wanneer dat in één geval goed
was. dan was 't hier. N>et al
leen. omdat 't een kleindochter
gold van de man, die dit lief
tallige boekfiguurtje enige ja
ren eerder onze huiskamers
had binnen geleid, maar ook
omdat het de dochter is van
de man, die tegenwoordig alle
boeken van zijn vader illu
streert, en daarmee een situa
tie geschapen heeft, die in de
boekenwereld vrij uniek is.
Bekend is alleen, dat een
Franse schrijfster het geluk
mocht smaken, haar werk te
kunnen laten illustreren door
een zoon.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
7 5-jarige denkt nog niet aan ophouden
Geen rijker wereld dan de wereld
van het kind
(Van onze speciale verslaggever).
Sinds de Utrechtse schoolmeester W. G. van de Hulst, in 1909 twee kin
derboeken bekroond kreeg in een wedstryd van de Nederlandse Zondags-
schoolvereniging en in hetzelfde jaar z'n „Willem Wycherts" van de pers
verscheen, is hy een van Nederlands meest geliefde schrijvers geworden
van jeugdlectuur. Tussen de tachtig en negentig werken en werkjes zijn er
sindsdien uit zyn pen gekomen. Daaronder bevonden zich twee kinderbij
bels: één voor oudere kinderen van 9 tot 15 jaar, en één voor kinderen
van 4 tot 8 jaar. De eerste daterend van 1918 en nog springlevend
heeft z'n twaalfde druk op de pers liggen, de tweede een serie Bijbelse
vertellingen, samengesteld in 1926 loopt in z'n tiende druk. Beide uit
gaven hebben door boeiende en heldere verteltrant haar weerga nog niet
gevonden.
Maar zo schijnt het ook te zijn
met talloze andere uitgaven van de
hand van meester Willem G. van de
Hulst. Van zijn serie „Voor onze
kleinen" zijn al meer dan anderhalf
millioen exemplaren van de persen
gekomen, een aantal, dat nauwelijks
in grotere taalgebieden dan het on
ze bereikt wordt voor kinderboeken.
Op 28 October a.s. wordt deze
Utrechtse kinderschrijver 75 jaar,
een leeftijd, die men hem onmogelijk
kan aanzien, en nog minder zal ge
ven, wanneer men hem eenmaal aan
het praten heeft gekregen over het
werk, dat in zo hoge mate zijn lief
de heeft.
„Nog altijd schrijvende?", is uiter
aard de eerste vraag, die de kran
tenman afvuurt.
Het antwoord typeert de le
vendigheid van geest van deze
75-jarige: „Ik werk nog net zo
als ik loop: langzaam, niet te
ver, en als ik moe word, ga ik
zitten. De grootste zorg van
m'n oude leven is, dat de uitge
vers me achter de broek blijven
zitten. Als je 'n goed renpaard-
je bent, krijg j%- klontjes en
lapjes om de knie. Zo ben ik
tot heel wat werk gekomen,
waarvan ik zelf nooit gedroomd
had. Een paar dingen heb ik nu
ook weer op stapel staan. Alleen
geen groot werk".
BEZIELD WERK
„Wat is het geheim van uw suc
ces bij de jeugd?" willen we vervol
gens weten.
Optimistische tragedie''
Merkwaardige reacties in
New York en Leningrad
SHOSTAKOVICH'S Tiende Symphonie is in de afgelopen week voor het
eerst in de Verenigde Staten ten gehore gebracht, maar de Amerikaanse
meningen over deze nieuwe compositie van Ruslands officiële toondichter
blijken sterk uiteen te lopen. Dat blykt vooral uit de reacties in de dagbla
den naar aanleiding van de uitvoering door het New York Philharmonisch
Orkest. De New York Times bijv'oorbeelt is enthousiast en noemt het werk
„de sterkste en voornaamste symphonie, die Shostakovich ooit heeft ge
schreven", maar de New York Herald Tribune is minder geestdriftig en
karakteriseert het werk als „onsamenhangend en lawaaierig". En de Dai
ly News zegt haar mening al heel oneerbiedig: „Shostakovich is niet goed
Wat is waarheid? Het week
blad Time probeert er een antwoord
op te geven door wat over het werk
te vertellen. Maar het begint direct
al kleur te bekennen door te spreken
over een ongedurig en lang werk,
waarin dit dan tot troost vele
aardige melodieën zyn verwerkt. Mis
schien heeft de componist in de ver
onderstelling, dat zyn gehoor zich
toch niet zo lang kan concentreren,
geen enkel idee in den brede uitge
werkt. Als vanouds heeft hij zijn
bekwaamheden tentoongesteld in het
oproepen van hevige stormen met
schetterend koper, donderende
trommels, gierende houtblazers en
met de strijkers als gangmakers. De
eerste en derde beweging van het
werk zijn donker van klankkleur,
peinzenae en sombere muziek. Het
scherzo echter is al spoedig op top
snelheid en wordt elke keer weer op
gezweept tot een climax. De finale
begint met een „mopperend" thema,
waarbij de houten blaasinstrumenten ten en het werk ging
wrange arabegk-acjitige figuren bla- de oorlog schreef hy zijn zevende en
zen, waarna tenslotte de finale over
gaat in een Russische dans, schyn-
Baar uitgevoerd met zware Russische
laarzen
Dimitri Mitropoulos wist de uit
voering die uitmuntend verzorgd was,
op te zwepen tot een lawaaierig slot,
dat een storm van applaus veroor
zaakte, enwaarderende woorden
van de gedelegeerde van de Sowiet-
Unle bij de Verenigde Naties, Andre j
Wishinsky.
Ziedaar in het merkwaardige pro
za van Time enige indrukken van de
ze tiende symphonie. Maar het blad
laat het niet bij een bespreking van
het werk zelf, maar vertelt ook aller
lei over de componist. Achten veer
tig iaar is Shostakovisch nu, zo zegt
het blad, en in de loop der jaren is hij
vele malen omhoog en omlaag ge
gaan in de ogen der officiële Sowjet-
waardering. In 1936 werd een opera
van hem als „neurotisch" uitgeKre-
ten en het werk ging in de ban.
e symphonie en ziet, deze wer-
erden opgehemeld als Sowjet-
achtste
ken wei HH
meesterstukken,' hoewel buiten Rus
land de waardering minder groot
was.
Maar Shostakovich's negende bracht
hem volkomen in discrediet bij het
Centrale Comité van de partij. Dit
werk, zo verklaarde men van officiële
zyde, stond onder invloed van de
&eest der moderne muziek uit de
ourgeois-landen.
En dan nu de tiendeDeze com
positie heeft vele deugden: een stoe
re orkestratie en een onmiskenbare
Russische geest. Maar toch was de
ontvangst in Leningrad al even
merkwaardig als in New York. „Diep
tragisch" zo betoogde de critiek, ja
er sprak zelfs een geesteshouding uit,
die tegengesteld was aan de Sovjet
maatschappij, vooral in die delen, die
Setuigden van een eenzame indivi-
ualifeit.
Maar Shostakovich liet het er niet
bij zitten en schreef een artikel,
waarin hy zyn standpunt uiteenzette.
En daarby vond hij een verbijsterende
nieuwe uitdrukking uit: hy had zijn
werk opgedragen aan de vrede en dit
keer een „optimistische tragedie" ge
schreven. En Time voegt hieraan
een sarcastische opmerking toe:
„Juist als die slagzin in Orwell's
„1984": „Oorlog is vrede, vrijheid is
slavernij
DE KUNSTSCHILDER LASZLO
HERNADY, directeur van de Vrije
Akademie te Helmond, is uitgeno
digd gedurende November 195Jj te
werken i» Cernay (Haul Rhin) in
Frankrijk.
Laszlo Hernady schildert op het
ogenblik een portret van de acteur
Cor van der Lugt-Melsert.
„Ik heb me daarover natuurlijk
wel een idee gevormd. Het is zo pre
tentieus dat van jezelf te vertellen,
maar ik geloof, dat het belangrijkste
is, de gave het kind te kunnen bena^
deren uit je eigen kind-zijn.
Het schrijven van kinderboeken is
niet verhaaltjes maken, om te vol
doen aan de smaak van het ogen
blik. Er moet, net als in de lectuur
voor volwassenen, een element van
alle tyden in zitten. Dat element i8
voor mijn gevoel, het eeuwig men
selijke. Dat staat boven de tijd, Kin
derlectuur moet dus een beeld geven
van een boek bepaalt, en die
kracht van een kinderboek is, als
het lezende kind er zichzelf in her
kent. Dat is er ook d zegen van.
Lange tijd is het kinderboek, het
boek van de paedagoog geweest.
Dat gaf het beperkingen. Het moet
zijn het boek van de kunstenaar. Het
moet ziel hebben. Dan houdt het blij
vende waarde. Als kinderschrijver
moet je niet voor het kind schrij%*en,
of over het kind, maar uit het kind.
Je moet zelf in de figuren ge
kropen zijn, die je hebt opgeroe
pen. Dat alleen kan het werk
doen gelukken. Dat alleen
brengt de ziel in het werk. Een
goed boek heeft inhoud, vorm
en ziel. Langzamerhand heb ik
ontdekt, dat het laatste het be
langrijkste is. De inhoud en de
vorm kun je zo goed mogelijk
verzorgen. Maar of er een ziel
in het boek komt, kun je niet
zelf uitmaken. Dat is een gena
de, die niet van Hezelf is, maar
door jezelf heen breekt. Het is
echter die ziel, die de waarde
van en boek bepaalt, en die
maakt, dat iemand na dertig of
veertig jaar zich nog herinnert,
dat het een mooi boek was. hoe
wel hem alle details in de loop
der jaren ontgingen".
„Nooit gebrek aan stof gehad?"
„Nee, wel gebrek aan tyd.
's Avonds na tienen heb ik het
meeste werk geschreven. Het ver
haal kwam altijd al schrijvende. Je
plaatste jezelf in een wereld, die Je
zelf moest ontdekken. Vooral voor
een kinderboek is dit systeemloze
systeem waardevol. Je kunt name
lijk nooit vooruit verraden hoe de
geschiedenis af zal lopen. Dat weet
je immers zelf nog niet, en je biyft
dus zelf in feite ook nieuwsgierig
naar de afloop. Wat de stof betreft,
je gaat de wereld door kinderogen
bekjjken, en die wereld van de klei
nen is zo ontzaggeiyk groot en ryk,
dat je er nooit over uitverteld zult
raken.
is in mijn hele schrijverscarrièi
Hoe ouder ik werd, voor hoe kleiner
kinderen ik ging schrijven. Het kleu-
terwerk begon met een opdracht van
een uitgever. „Maak jij eens een
oaar van die kleine vertellingen voor
kinderen, die nog niet zelf kunnen
lezen". Ik had dat nog nooit gedaan,
maar toen ik er eenmaal aan bezig
was, vond ik er eer. enorme voldoe
ning in".
ALFRED SALTEN, dirigent van de
hoofdstad-operette, is benoemd tot di
rigent van Nederlands Reisopera. Htf
zal op 1 Januari 1955 zijn functie
aanvaarden.
MAX DENDERMONDF, bij de V.A.
R.A. medewerker zowel van de ,*Ar-
tistteke Staalkaartals van ae ru
briek ..JUet en Zonder Omslag", heeft
enige tyd geleden een roman gepubli
ceerd, ,JDe Wereld gaat aan Vlijt ten
onder", welke de V.A.R.A. nu, - op
Woensdagavond 10 November, als.
hoorspel zal uitzenden. S. de Vries Jr.
beioerkte het boek tot hoorspel en zat
de regie voeren.