Een Zuidbevelandse roman van Erik West Meningen over nieuw werk van Shostakovich sterk verdeeld Tolstoy voelde weinig voor de rol van filmster... Mahler's achtste op platen W. (t. v. d. Hulst, schrijver van vele kinderhoeken ZATERDAG 23 OCTOBER 1954 PROVINCIALE ZEEÜW8E COURANT 9 Goede karaktertekening Een Zeeuws boek, dat de aandacht waard is HET BOERENLEVEN in de Zak van Zuid-Beveland biedt stellig meer dan voldoende stof voor een interessante roman. Het is een land van tradi ties, een land van typische gewoonten en gebruiken die in stand gehouden worden door zeer oude families van boeren, ryke en arme, van arbeiders en handwerkslieden. Het is een land met een eigen levensstijl en met een zeer persoonlek karakter, dat zowel spreekt uit de gedragingen van de be woners als uit het krachtige, omringende landschap dat in alle jaargetijden een waarlyk ideaal décor vormt voor een romancier. Het is ook een land, waar de aan de grond gehechte bewoners, die uiterlijk wellicht tamelyk onbewogen lyken, alle hartstochten kennen die de mense lijke natuur beheersen. Hartstochten, die soms wild en ongebreideld naar buiten breken. De geschiedenis van menige familie biedt (of liever ver bergt) er de excessieve voorbeelden van. Voor een geboren romancier, ligt hier de stof dan ook voor het grypen. Onwillekeurig stapt men daarby dan even terug In de tyd; naar de jaren kort na de eeuwwisseling, toen alles duidelyker, traditioneler afgetekend leek. Toen alle mensen nog in klederdracht liepen, toen er nog geen auto's waren, en dus de klepper voor sjees of tilbury gespannen werd voor de Zondagse visites of de tocht naar „stad" op Dinsdag. De tyd toen baas en bazin nog ware heersers waren en knechts en meiden nog „hun plaats kenden" zoals dat heet. Toen marskramers, kermisklanten en dergelyk volk nog door een romantisch tintje omgeven waren. bedrijf, hebben voorspoed en tegen slag. Sofie, die nooit iets om de geheel in zijn werk opgaande Aernout gege ven heeft, voelt zich in de afgelegen polder hoe langer hoe meer onbevre digd. Haar kinderen leiden haar slechts tijdelijk af, en weldra trekt zij andere mannen aan en begint zy de meegaande Aernout te haten. Dit wordt nog sterker wanneer zij dich ter bij de stad komen te wonen door Er zijn nog niet veel schrijvers in geslaagd, dit specifieke (en verloren gaande) Zuid-Beveland een bevredi gende gestalte te geven. Men moet daardoor allereerst wel van de streek zelf zjjn, hem althans door en door kennen, goed kunnen schrijven en, wat het voornaamste is, zich voor dit zeer eigen onderwerp interesseren voorwaarden, die zelden door een en dezelfde persoon worden vervuld. Ware die combinatie niet zo zeld zaam, dan zou het woord „streekro- Letterkundige kroniek door HANS WARREN man" niet en dat voor het hele land zo'n beetje identiek zijn met „minder soort roman voor weinig- eisende lezers". Wat natuurlijk geens zins noodzakelijk is: een Zuid-Reve- landse roman kan tevens wereldlite ratuur zijn. Dat wè daar nog ver van af zijn, behoeft nauwelijks betoog. We moe ten wel in heel bescheiden hoekjes van de literatuur gaan grasduinen om ook maar iets dragelijks te vinden. Misschien verwonden het u, dat we dan de schetsjes (in dialect) van D. A. Poldermans „Zuud-Bevelands lief en leed" en „Lange dieken en we gen") zowat bovenaan stellen. Dat zyn pretentieloze vertelsels, maar ze hebben de juiste locale kleur, humor, ze zyn gevoelig en dóór en door ka rakteristiek Zuid-Bevelands. Niet pretentieloos is de roman „Sofie Barra" van Erik West (een pseudoniem), maar een vleug van de genoemde eigenschappen hebben we in dit werk aangetroffen. We stellen duidelijk voorop, dat dit een „streekroman" in de gebruike- zin van het woord is, een werk dus, dat op een ander peil staat dan de boeken die gewoonlyk in deze rubriek besproken worden. „Sofie Barra" be vat echter veel juiste locale kleur, en heeft ook verder enkele goede eigen schappen, zodat ons eigen Zuid-Beve- landse hart telkens getroffen werd en we, ondanks grote hieronder sum mier genoemde bezwaren, toch uw aandacht willen vragen voor deze Zuid-Bevelandse roman uit de „goede oude tyd". GOEDE BOUW- EN KARAKTERTEKENING. Allereerst: hij zit uitstekend in elk aar. De intrigue is, hoewel traditio neel en cliché-achtig, knap opge bouwd en de karakters zijn duidelijk getekend en van begin tot eind goed volgehouden. Daar is allereerst Sofie Barra: de vrouw die door haar ge notzucht en felle hartstochten min of meer te gronde gaat, en, wanneer ze haar zin niet krygt, alles rondom zich vernietigt, zich vastklemmend aan een ideaal dat zijn glans verliest, zo dra het eindelijk bereikbaar voor haar wordt. Sofie is verliefd op Bas Wisse, de knecht van haar vader. Een rus tige, evenwichtige natuur, die zich haar hartstochtelijke liefde op laat dringen, maar die zich, wetend dat er toch nooit iets komen kan van een huwelijk tussen de dochter van zijn baas en hem, nog nuchterder en kal mer voordoet dan hij is. Wanneer Sofie een kind van hem verwacht, ontwijkt hij haar volkomen. Zij trouwt dan, om haar eer te red den, met Aernout Vreke, zoon van een ryke boer, die veel van haar houdt, en dat zyn hele leven zal blijven doen. Het is een stille, rustige jongen, die zij handig verleidt en bedriegt, en die haar, onbewust van dit alles, op de handen draagt. Zij gaan op een eigen stand door zich geheel op zijn werk te werpen, door zijn geduldige, aller verdragende liefde voor haar en door zyn geloof, waarmee Sofie de grofste spot drijft. Ondanks de financiële te genslagen geeft zij handen vol geld uit aan onnuttige dingen, en Bas Wis se, inmiddels ook gehuwd, komt in haar leven terug. Weldra zinkt zij nog dieper, geeft zy zelfs schooiers gela toe. Zij mishandelt haar vier kinde ren zodanig, dat Aernout, voor een maal doortastend, ze bij zijn vader onderbrengt. Verder onderneemt hij niets tegen haar, laat zich wetens be driegen, slaan, 't bed uitgooien. Hy wordt helaas ook in de ogen van de lezer belachelijk en geen halve heilige, zoals Erik West moge lijk heeft bedoeld. Van Sofie is niet veel meer over dan een vuile slons, die zich slechts oppoetst als ze Bas Wisse verwacht, wiens vrouw inmid dels gestorven is. Zij haakt er naar, dat Aernout eerder zal sterven dan zij, zodat zij eindelijk vrij zal zijn. Zeer heeft de schrijver de felle hartstocht van deze ouder wordende vrouw gete kend. Tenslotte (het is gedeeltelijk een ongeluk) valt, by een handge meen met haar, Aernout van de trap. Hij breekt zijn rug, en sterft na een jaar lijden. Sofie is vrij. LANGDRADIG. Zoals gezegd: de karakters in dit boek zyn scherp geobserveerd en goed volgehouden tot het einde. In de eer ste honderd pagina's van het boek zit vaart en charme; men wordt meege sleept door de handeling en de vlotte, boeiende verteltrant. Dan treedt er echter een vervlakking op. De schrij ver vervalt in werkelijk eindeloze her halingen, wat zijn hoofdstukken bij zonder langdradig maakt. Steeds de zelfde scheldpartijen, dezelfde, bijzon der oppervlakkige overpeinzingen van Sofie en Aernout; een uitstrijken van een en eenzelfde thema over tientallen Sagina's, dat de lezer neiging geeft et boek met een „nu weet ik het zo langzamerhand wel" weg te leggen. Doch dan, tegen het einde, herstelt de schrijver zich en komt hy weer tot boeiende pagina's en een slot, het vlotte begin waardig. De taal toont vele (ongewilde) zélandismen (wat we overigens niet erg vinden) er ger is, dat de schrijver soms de logica van de tijd uit het oog verliest, b.v. vergeet dat de kinderen op pag. 259 al veel te oud zijn om nog met kleve rige zuurstokken en pretogen op de kermis te lopen. Al met al niettemin een Zeeuws boek dat onze aandacht waard is. Erik West: Sofie Barra. H. P. Leopolds Uitgeversmy. Den Haag. Schrijver en cameraman Alexander Drankov hield echter vol De eerste maal, dat het publiek de Russische schrijver Tolstoy op de film te zien kreeg, was in 1908. De ontgoocheling van al diegenen, die aanvan kelijk weigerden te geloven, dat „dat kwaadaardige, oude monster, dat zo dreigend naar hen keek", dezelfde wa s als de vredelievende, eenvoud en verdraagzaamheid prekende edelman, was even groot ais Tolstoy's afkeer van de film. Als niet zyn vrouw Sophie Andreyevna de toen pas beginnende Russische filmondernemer Alexander Drankov en diens cameraman steeds haar hulp zou hebben toegezegd, had er waarschijnlijk geen enkele filmopname van de wereldberoemde schrijver genomen kunnen worden! Dat Tolstoy deze medewerking als een aanslag op zijn vrijheid zag, was voor zyn vrouw niet voldoende reden om de filmploeg op een afstand te houden. Want niet alleen hield zy er van zelf gefotografeerd en gefilmd te worden, maar boven alles wilde zij de geruchten de kop indrukken, dat Tol stoy zich van haar zou hebben laten scheiden. En wat zou dit beter kun nen weerspreken dan een lange close up, waarin Tolstoy tegen haar, en zij tegen hem lachte. Maar zover is het nooit gekomen. Al was in 't volgende jaar Tolstoys antipathie tegen alles wat met film te maken had, wel wat geluwd, en gaf hy Drankov, die als enige het recht had gekregen gebeurtenissen in en om de Tolstoyfamilie te verfilmen, advies by de opnamen van een speci aal gearrangeerde boerenbruiloft, voor Tolstoy was het natuurlijke op- Ter gelegenheid van het gereedko men van de gramofoonplaten, opge nomen van de uitvoering van de acht ste symphonic van Gustav Mahler op 3 Juli j.l. in do Ahoylial te Rotter, dam, is deze week in de Burgerzaal van liet stadhuis te Rotterdam, de di recteur van Philips, drs. E. B. W. Schuitema, aan burgemeester van Walsum en o.m. lan de dirigent van het Uotterdamsch Philharmonisch or kest, Eduard Flipsc, een exemplaar van de opnamen aangeboden. De voorzitter van de Stichting „Rotterdamsch Philharmonisch or kest", mr. H. Vlug, die in deze kwa liteit in wezen als gastheer optrad, memoreerde nog eens de uitvoering, die hy van zeer bijzondere betekenis voor ons muziekleven achtte en deel de voorts mede, dat de finanQiölo uit komsten ook gunstig mogen worden genoemd. De garantie, door de ge meente Rotterdam gegeven, behoefde voor niet meer dan de helft gebruikt te worden. Daarna voerde drs Schuitema het woord. Hy sprak van een „grandiose uitvoering" en onthulde, dat de op name aanvankelijk een zeer'riskante onderneming werd geacht. „Maar het resultaat heeft ortze stoutste ver wachtingen overtroffen". Spr. bood aan de burgemeester en aan Ed. Flip- se een album met oorkonde aan, als mede de platen. „Het zal ons een voorrecht zijn", zo verzekerde drs Schuitema, „deze platen over de ge hele wereld te brengen". Burgemees ter Van Walsum maakte zich tot tolk van de aanwezigen door dank te zeg gen. Naar wij vernemen is de eerste op lage vvan '2000 platen reeds uitver kocht en wordt aan een tweede serie gWp&fcf |r_ i, treden van zijn boeren belangrijker dan de manupulaties van de camera mensen! Dat Drankov na Tolstoy dood dit filmpje op de wereldmarkt kon brengen, was grotendeels het ge volg van zijn stunt, de Boerenbruiloft aan te kondigen als geregisseerd en als een product van Tolstoy! Wat niet waar was, maar wel de gewenste in druk maakte. Het was echter toch gedeeltelijk aan Drankov te danken, dat Tol stoy zijn houding t.o.v. de film wat gewijzigd heeft. Toen Tolstoy Kinderschrijver W. G. van de Hulst met echtgenote en illustrerende zoon in de Utrechtse huiswerkkamer, waar reeds zo menig waardevol kinderboek geboren werd. f 50 000 voor muziek en toneel Over het jaar 1953 hebben de pro vinciale staten van Noord-Brabant een bedrag van 50.000 uitgekeerd aan subsidies op gebied van muziek en eoneel. Voor uitvoeringen door be roepsmusici 5300, voor uitvoeringen door amateurgezelschappen 2300, bijzondere subsidies en garantie-sub sidies 2400, voor beroepstoneel 19.500, voor amateurtoneel 10.500, voor de toneel-academie te Maas tricht 6000 en 3400 voor „die sove- reyne camera", te Helmond. met zijn vrouw en enige kennis sen bij vrienden gingen logeren en iedere fotograaf en camera man de familie op de voet volg de, leek voor Drankov de kans op een exclusieve opname verke ken. Hy gaf echter de moed niet op, huurde een kamer in de buurt van het tijdelijk verblijf van de Tolstoys en kocht de koet sier om, die aan de gasten was toegewezenZo kwam hy te weten, dat Tolstoy iedere och tend om vyf uur aileen ging wan delen. Toen Drankov eindelijk zijn kans had Tolstoy voor de ca mera tc krygen, wilde hij echter niets beginnen zonder diens toe stemming. Tolstoys onverwacht: „Ik ben tot uw beschikking" bracht hem zo van zijn stuk, dat hij vergat zijn filmapparaat vol doende vast te zetten, zodat de hele stellage viel en voor verder gebruik ongeschikt was Zyn wanhoop om deze tegenslag na vijf jaar van vergeefse pogingen moet voor Tolstoy de doorslag heb ben gegeven. Drankov mocht de vol gende aag langs komen om de opna me te maken! gendi Niettegenstaande Tolstoys toene mende belangstelling voor het me dium, werden zijn weigeringen om zelf verfilmd te worden steeas drin gender. En de valstrikken, die men hem spande om hem op de meest on verwachte ogenblikken voor de came ra te krijgen, moeten hem in die laat ste, verwarde jaren van zijn leven een obsessie temeer zijn geweest. Rozemarijntje. Een van de succes-series van de kinderschrijver W. G. van de Hulst is „Rozemarijn tje". Het zijn levensechte fan tasieën rond een heel geliefd jwrsoontje, waarover al vijf ryk geïllustreerde boekjes verschenen zijn. Het zal de duizenden vriend jes en vriendinnetjes van deze gefantaseerde Rozemarijntje goed doen te vernemen, dat twee iaar geleden een levens echt kindje naar deze Roze marijntje vernoemd is: Het dochtertje van de heer W. G van de Hulst Jr. kreeg bij haar geboorte die naam. En wanneer dat in één geval goed was. dan was 't hier. N>et al leen. omdat 't een kleindochter gold van de man, die dit lief tallige boekfiguurtje enige ja ren eerder onze huiskamers had binnen geleid, maar ook omdat het de dochter is van de man, die tegenwoordig alle boeken van zijn vader illu streert, en daarmee een situa tie geschapen heeft, die in de boekenwereld vrij uniek is. Bekend is alleen, dat een Franse schrijfster het geluk mocht smaken, haar werk te kunnen laten illustreren door een zoon. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 7 5-jarige denkt nog niet aan ophouden Geen rijker wereld dan de wereld van het kind (Van onze speciale verslaggever). Sinds de Utrechtse schoolmeester W. G. van de Hulst, in 1909 twee kin derboeken bekroond kreeg in een wedstryd van de Nederlandse Zondags- schoolvereniging en in hetzelfde jaar z'n „Willem Wycherts" van de pers verscheen, is hy een van Nederlands meest geliefde schrijvers geworden van jeugdlectuur. Tussen de tachtig en negentig werken en werkjes zijn er sindsdien uit zyn pen gekomen. Daaronder bevonden zich twee kinderbij bels: één voor oudere kinderen van 9 tot 15 jaar, en één voor kinderen van 4 tot 8 jaar. De eerste daterend van 1918 en nog springlevend heeft z'n twaalfde druk op de pers liggen, de tweede een serie Bijbelse vertellingen, samengesteld in 1926 loopt in z'n tiende druk. Beide uit gaven hebben door boeiende en heldere verteltrant haar weerga nog niet gevonden. Maar zo schijnt het ook te zijn met talloze andere uitgaven van de hand van meester Willem G. van de Hulst. Van zijn serie „Voor onze kleinen" zijn al meer dan anderhalf millioen exemplaren van de persen gekomen, een aantal, dat nauwelijks in grotere taalgebieden dan het on ze bereikt wordt voor kinderboeken. Op 28 October a.s. wordt deze Utrechtse kinderschrijver 75 jaar, een leeftijd, die men hem onmogelijk kan aanzien, en nog minder zal ge ven, wanneer men hem eenmaal aan het praten heeft gekregen over het werk, dat in zo hoge mate zijn lief de heeft. „Nog altijd schrijvende?", is uiter aard de eerste vraag, die de kran tenman afvuurt. Het antwoord typeert de le vendigheid van geest van deze 75-jarige: „Ik werk nog net zo als ik loop: langzaam, niet te ver, en als ik moe word, ga ik zitten. De grootste zorg van m'n oude leven is, dat de uitge vers me achter de broek blijven zitten. Als je 'n goed renpaard- je bent, krijg j%- klontjes en lapjes om de knie. Zo ben ik tot heel wat werk gekomen, waarvan ik zelf nooit gedroomd had. Een paar dingen heb ik nu ook weer op stapel staan. Alleen geen groot werk". BEZIELD WERK „Wat is het geheim van uw suc ces bij de jeugd?" willen we vervol gens weten. Optimistische tragedie'' Merkwaardige reacties in New York en Leningrad SHOSTAKOVICH'S Tiende Symphonie is in de afgelopen week voor het eerst in de Verenigde Staten ten gehore gebracht, maar de Amerikaanse meningen over deze nieuwe compositie van Ruslands officiële toondichter blijken sterk uiteen te lopen. Dat blykt vooral uit de reacties in de dagbla den naar aanleiding van de uitvoering door het New York Philharmonisch Orkest. De New York Times bijv'oorbeelt is enthousiast en noemt het werk „de sterkste en voornaamste symphonie, die Shostakovich ooit heeft ge schreven", maar de New York Herald Tribune is minder geestdriftig en karakteriseert het werk als „onsamenhangend en lawaaierig". En de Dai ly News zegt haar mening al heel oneerbiedig: „Shostakovich is niet goed Wat is waarheid? Het week blad Time probeert er een antwoord op te geven door wat over het werk te vertellen. Maar het begint direct al kleur te bekennen door te spreken over een ongedurig en lang werk, waarin dit dan tot troost vele aardige melodieën zyn verwerkt. Mis schien heeft de componist in de ver onderstelling, dat zyn gehoor zich toch niet zo lang kan concentreren, geen enkel idee in den brede uitge werkt. Als vanouds heeft hij zijn bekwaamheden tentoongesteld in het oproepen van hevige stormen met schetterend koper, donderende trommels, gierende houtblazers en met de strijkers als gangmakers. De eerste en derde beweging van het werk zijn donker van klankkleur, peinzenae en sombere muziek. Het scherzo echter is al spoedig op top snelheid en wordt elke keer weer op gezweept tot een climax. De finale begint met een „mopperend" thema, waarbij de houten blaasinstrumenten ten en het werk ging wrange arabegk-acjitige figuren bla- de oorlog schreef hy zijn zevende en zen, waarna tenslotte de finale over gaat in een Russische dans, schyn- Baar uitgevoerd met zware Russische laarzen Dimitri Mitropoulos wist de uit voering die uitmuntend verzorgd was, op te zwepen tot een lawaaierig slot, dat een storm van applaus veroor zaakte, enwaarderende woorden van de gedelegeerde van de Sowiet- Unle bij de Verenigde Naties, Andre j Wishinsky. Ziedaar in het merkwaardige pro za van Time enige indrukken van de ze tiende symphonie. Maar het blad laat het niet bij een bespreking van het werk zelf, maar vertelt ook aller lei over de componist. Achten veer tig iaar is Shostakovisch nu, zo zegt het blad, en in de loop der jaren is hij vele malen omhoog en omlaag ge gaan in de ogen der officiële Sowjet- waardering. In 1936 werd een opera van hem als „neurotisch" uitgeKre- ten en het werk ging in de ban. e symphonie en ziet, deze wer- erden opgehemeld als Sowjet- achtste ken wei HH meesterstukken,' hoewel buiten Rus land de waardering minder groot was. Maar Shostakovich's negende bracht hem volkomen in discrediet bij het Centrale Comité van de partij. Dit werk, zo verklaarde men van officiële zyde, stond onder invloed van de &eest der moderne muziek uit de ourgeois-landen. En dan nu de tiendeDeze com positie heeft vele deugden: een stoe re orkestratie en een onmiskenbare Russische geest. Maar toch was de ontvangst in Leningrad al even merkwaardig als in New York. „Diep tragisch" zo betoogde de critiek, ja er sprak zelfs een geesteshouding uit, die tegengesteld was aan de Sovjet maatschappij, vooral in die delen, die Setuigden van een eenzame indivi- ualifeit. Maar Shostakovich liet het er niet bij zitten en schreef een artikel, waarin hy zyn standpunt uiteenzette. En daarby vond hij een verbijsterende nieuwe uitdrukking uit: hy had zijn werk opgedragen aan de vrede en dit keer een „optimistische tragedie" ge schreven. En Time voegt hieraan een sarcastische opmerking toe: „Juist als die slagzin in Orwell's „1984": „Oorlog is vrede, vrijheid is slavernij DE KUNSTSCHILDER LASZLO HERNADY, directeur van de Vrije Akademie te Helmond, is uitgeno digd gedurende November 195Jj te werken i» Cernay (Haul Rhin) in Frankrijk. Laszlo Hernady schildert op het ogenblik een portret van de acteur Cor van der Lugt-Melsert. „Ik heb me daarover natuurlijk wel een idee gevormd. Het is zo pre tentieus dat van jezelf te vertellen, maar ik geloof, dat het belangrijkste is, de gave het kind te kunnen bena^ deren uit je eigen kind-zijn. Het schrijven van kinderboeken is niet verhaaltjes maken, om te vol doen aan de smaak van het ogen blik. Er moet, net als in de lectuur voor volwassenen, een element van alle tyden in zitten. Dat element i8 voor mijn gevoel, het eeuwig men selijke. Dat staat boven de tijd, Kin derlectuur moet dus een beeld geven van een boek bepaalt, en die kracht van een kinderboek is, als het lezende kind er zichzelf in her kent. Dat is er ook d zegen van. Lange tijd is het kinderboek, het boek van de paedagoog geweest. Dat gaf het beperkingen. Het moet zijn het boek van de kunstenaar. Het moet ziel hebben. Dan houdt het blij vende waarde. Als kinderschrijver moet je niet voor het kind schrij%*en, of over het kind, maar uit het kind. Je moet zelf in de figuren ge kropen zijn, die je hebt opgeroe pen. Dat alleen kan het werk doen gelukken. Dat alleen brengt de ziel in het werk. Een goed boek heeft inhoud, vorm en ziel. Langzamerhand heb ik ontdekt, dat het laatste het be langrijkste is. De inhoud en de vorm kun je zo goed mogelijk verzorgen. Maar of er een ziel in het boek komt, kun je niet zelf uitmaken. Dat is een gena de, die niet van Hezelf is, maar door jezelf heen breekt. Het is echter die ziel, die de waarde van en boek bepaalt, en die maakt, dat iemand na dertig of veertig jaar zich nog herinnert, dat het een mooi boek was. hoe wel hem alle details in de loop der jaren ontgingen". „Nooit gebrek aan stof gehad?" „Nee, wel gebrek aan tyd. 's Avonds na tienen heb ik het meeste werk geschreven. Het ver haal kwam altijd al schrijvende. Je plaatste jezelf in een wereld, die Je zelf moest ontdekken. Vooral voor een kinderboek is dit systeemloze systeem waardevol. Je kunt name lijk nooit vooruit verraden hoe de geschiedenis af zal lopen. Dat weet je immers zelf nog niet, en je biyft dus zelf in feite ook nieuwsgierig naar de afloop. Wat de stof betreft, je gaat de wereld door kinderogen bekjjken, en die wereld van de klei nen is zo ontzaggeiyk groot en ryk, dat je er nooit over uitverteld zult raken. is in mijn hele schrijverscarrièi Hoe ouder ik werd, voor hoe kleiner kinderen ik ging schrijven. Het kleu- terwerk begon met een opdracht van een uitgever. „Maak jij eens een oaar van die kleine vertellingen voor kinderen, die nog niet zelf kunnen lezen". Ik had dat nog nooit gedaan, maar toen ik er eenmaal aan bezig was, vond ik er eer. enorme voldoe ning in". ALFRED SALTEN, dirigent van de hoofdstad-operette, is benoemd tot di rigent van Nederlands Reisopera. Htf zal op 1 Januari 1955 zijn functie aanvaarden. MAX DENDERMONDF, bij de V.A. R.A. medewerker zowel van de ,*Ar- tistteke Staalkaartals van ae ru briek ..JUet en Zonder Omslag", heeft enige tyd geleden een roman gepubli ceerd, ,JDe Wereld gaat aan Vlijt ten onder", welke de V.A.R.A. nu, - op Woensdagavond 10 November, als. hoorspel zal uitzenden. S. de Vries Jr. beioerkte het boek tot hoorspel en zat de regie voeren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 5