Engeland heeft de primeur van
het „atoomvliegtuig"
Nationale discriminaties komen
terug in tegenstelling tot E.V.G.
IN HEERDE BLOEIT WEER DE
KATHLEEN FERRIER-R00S
VOORRANGSRECHTEN VOOR DE
VOETGANGERS
VRIJDAG 15 OCTOBER 1954.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
KERNENERGIE IN DE LUCHTVAART
Gewicht van de reactor en dodelijke
straling de hoofdproblemen, die
opgelost schijnen te zijn
TERWIJL de Amerikaanse nieuwsagentschappen een bescheiden be
richt verspreiden betreffende de overdracht van de eerste door
richt verscpreiden betreffende de overdracht van de eerste door
atoomenergie aangedreven onderzeeboot aan de Amerikaanse marine,
kon men op de voorpagina van een Engelse krant een sensationeel opge
zet bericht lezen over het eerste „atoomvliegtuig". Volgens dit bericht
zou men er in Engeland in geslaagd z|jn een vliegtuig te construeren,
aangedreven door kernenergie. Nu is het moeilijk te beoordelen hoeveel
er waar is van een bericht, waarover officiële bronnen niets menen te
moeten mededelen, en toch zijn er in dit artikel enkele aanknopingspun
ten, welke ons doen geloven, dat men in Engeland met grote Ijver aan een
dergelijk project werkt. Zou Engeland, evenals dat met het straalvlieg
tuig het geval was, ook met het „atoomvliegtuig" de primeur hebben?
En zou het de mensheid met een dergelijke uitgesproken belangstelling
voor. dit onderwerp een dienst bewjjzen?
Hoever zijn de Russen?
Het zijn vragen van dezelfde soort
als indertijd gesteld zijn toen de
Amerikaanse plannen bekend werden
om een door kernenergie gedreven
schip te bouwen. Doch de problemen
liggen hier enigszins anders, en ook
de situatie van nu is anders dan die
van toen. Het bericht, dat hier zo
weinig aandacht vond. is daarom
misschien toch belangrijk genoeg om
er even bij stil te staan.
Op zichzelf ligt het helemaal niet
voor de hand om een vliegtuig door
kernenergie te doen voortdrijven.
En de bouw van een „atoomschip"
was daarom al vroeger te verwach
ten dan de constructie van een vlieg
tuig met een kernreactor als ener
giebron. Want de kernreactor heeft
een onaangename eigenschap, welke
het juist moeilijk maakt het ding
in een mobiele eenheid toe te passen:
zij is ontzettend zwaar.
Gewicht
Hoe komt het dan dat men een
kernreactor altijd zo zwaar moet
bouwen We hebben zo vaak ge
hoord dat een minimaal gewicht aan
kernbrandstof grote hoeveelheden
energie kan leveren, en het klinkt
daarom tegenstrijdig dat de reactor
zo groot moet zijn, temeer daar de
reactor zelf voor een zeer groot deel
uit brandstof bestaat!
De kwestie is echter dat, hoe
eenvoudig het constructieprincipe
van een kernreactor in feite is,
men toch niet zo maar een reac
tor van elke gewenste grootte
kan bouwen. Wanneer bijvoor
beeld aan „kernbrandstof per
dag 50 gram verbruikt wordt,
dan kan men niet volstaan met
een reactor te bouwen, daarin 400
gram kernbrandstof aan te bren
gen en dan te veronderstellen dat
het ding voor ruim een week
voldoende energie zal leveren. De
reactor die op een dergelijke wij
ze van brandstof zou worden
voorzien, weigert eenvoudig z|jn
diensten.
Het zou te ver voeren hier uitvoe
rig uiteen te zetten waarom men
niet met bepaalde brandstof, aange
past aan de t|jd gedurende welke
men de reactor wil laten werken,
kan volstaan. Doch berekeningen
leren dat iedere reactor die wil
„draaien" een bepaalde minimum
grootte moet overschrijden, m.a.w.
gevuld moet worden met een be
paald minimum aan brandstof.
Nu kan men een reactor op ver
schillende wijzen bouwen, al naar
men beschikt over verschillende ma
terialen die voor de constructie er
van in aanmerking komen.
Gebruikt men natuurlijk uraan,
dat voor een groot deel bestaat uit
niet-splijtbare stof, dan is de reac
tor een kolos welke men niet gauw
in een vliegtuig of zelfs in een schip
zou willen inbouwen. Beschikt men
echter over zuiver splijtbaar mate
riaal, zoals dat ook in de atoomwa
penen wordt toegepast, dan kan men
met een aanmerkelijk kleinere om
vang volstaan.
Gevaar
Vandaar dat de Verenigde Staten
al direct een grote voorsprong heb
ben. Want zij beschikken immers over
grote installaties voor de scheiding
atomen van het uranium. Maar zelfs
van de splijtbare en niet-splijtbare
wanneer men beschikt over het mate
riaal, dat by de bouw van een klein
type reactor gebruikt wordt, dan zjjn
nog niet alle moeilijkheden opgelost.
Want is een reactor eenmaal ge
bouwd, dan is het beter er uit de
buurt te blijven tenzij, een dikke be
tonnen m.uur of een overeenkomstige
bescherming U van de reactor
scheidt. De straling namelijk welke
bij de zich in een reactor afspelende
processen wordt uitgezonden, is zo
gevaarlijk, dat U reeds na een kort
verblijf in de omgeving ervan ten do
de zou zijn opgeschreven.
U begrijpt de consequenties van
dit gevaar. De piloot van het vlieg
tuig moet beschermd worden tegen
de gevaarlijke straling van de reac
tor en het vliegtuig moet dus een
betonnen muur of een soortgelijke
bescherming met zich mee torsen.
Een dergelijke bescherming alleen al
zal ongeveer een gewicht hebben van
100200 ton; voorwaar geen klei
nigheid voor een vliegtuig.
Dwaasheid
Is het dan niet een dwaze onder
neming een vliegtuig te willen bou
wen voortgedreven door een ener
giebron welke er in wezen niet ge
schikt voor is? Het antwoord is het
zelfde, als dat wat op zo vele vra
gen naar het nut van ogenschijnlijk
hoogst dwaze ondernemingen gege
vens is: het is een militair belang.
Want al ziet het er dan niet naar
uit dat er enig afzetgebied is voor dit
type vliegtuigen voor de burger
luchtvaart, toch heeft het „atoom
vliegtuig" eigenschappen waarin het
zich van een gewoon vliegtuig on
derscheidt en welke het bijzonder
geschikt maken voor andere dan
vredelievende doelen.
De kernreactor eist namelijk niet
een zware hoeveelheid reservebran-
stof. „Kernbrandstof" weegt name
lijk berekend per hoeveelheid ener
gie, niets in vergelijking met de
brandstoffen welke w|j kennen uit
het dagelijks leven. Heeft men dus
eenmaal een atoom vliegtuig kunnen
construeren dat in staat is zich van
de aarde te verheffen, dan bestaat
niet het probleem van de reserve
brandstof als extra-belasting, en de
actieradius van het vliegtuig is bij
na onbeperkt.
Het is dus in eerste instantie mili
tair belang dat tot de bouw van het
vliegtuig geleid heeft. Ditmaal is
misschien Engeland de eerste? Het
is alsof er tussen Engeland en de
V.S. een wedloop begonnen is wie
het eersts een nieuwe toeoassings-
wjjze van de kernenergie kan pre
senteren.
Veel ernstiger is echter de wed
loop tussen het Westen en de
Sowjet-Unle, hetgeen moge blij
ken uit de rede. welke b|j de
overdracht van de „Nautilus", de
atoomduikboot, aan de Ameri
kaanse marine, werd uitgespro
ken. Hierin werd namelijk min of
meer als verontschuldlcing voor
de bouw van dit schip aange
voerd, dat de steeds toenemende
kracht van de Russische vloot het
nodzakeljjk maakte voor de V.S.
over een snelle onderzeese iager
als de „Nautilus" te beschikken.
En ook b|j de bouw voor een
„atoom-vliegtuig zullen zeker
overeenkomstige beweegredenen
een rol gespeeld hebben.
Oplossing
Wanneer we nu het bovenaange
haalde bericht moeten geloven, is
men er in Engeland in geslaagd een
dergelijk vliegtuig te construeren.
Men zou de oplossing van het pro
bleem gezocht hebben in nieuwe ma
terialen voor de bescherming van de
bemanningen tegen de straling. Niet
temin is het resultaat blijkbaar toch
nogal kolossaal, want de normale
startbanen worden niet sterk genoeg
geacht om de start van het vliegtuig
mogelijk te maken. Het is dan ook
geen landvliegtuig, maar een vlieg-
Wat z|jn nu de consequenties voor
de burgerluchtvaart van een derge
lijke ontwikkeling? Voorlopig gene.
Men zal in kringen van de Durger-
luchthvaart met belangstelling de
ontwikkeling volgen, doch zonder
zich ernstig te beraden op de moge
lijkheid binnen afzienbare tijd over
te gaan tot de aanschaf van ver
keersvliegtuigen aangedreven door
een kernreactor. Daar kan men
waarschijnlijk nog rustig enige de
cennia mee wachten. Want slechts
een zeer snel en zeer intensief lucht
vervoer zou het lonend maken een
vliegtuig met kernbrandstof voort te
drijven. En bovendien zal er nog heel
wat ontwikkelingswerk moeten ge
schieden voor men van een vlieg-
boot met alleen een bemanning aan
boord gekomen is tot een vliegtuig,
waarin een groot aantal passagiers,
veilig voor straling, de sprong over
de Oceaan kunnen wagen.
BELGISCH GEWEER
IN HET ENGELSE LEGER
Een patrouille van de „Coldstream
Guards" staat op het terrein van de
Infanterieschool te Warminster aan
getreden voor een excercitie-demon-
stratie. De mannen zijn hier uitgerust
met het nieuwe Belgische F.N. ge
weer dat genoemd wordt als stand
aard-bewapening voor de N.A.V.O.-
legers. De opname werd gemaakt tij
dens de inspectie van de patrouille
door Sergeant G. Hooper.
Grote brand in Makassar
Tien millioei' rupiah schade werd
veroorzaakt door een hevige brand,
die een gudang van de Borsumij in
Makassar in de as legde. Bovendien
brandden 28 volkswoningen af. De
schade, die de Borsumij door deze
brand heeft geleden wordt alleen al
geschat op 9 millioen rupiah. De oor
zaak van de brand is niet bekend.
In Clinton (V. S.) is een straaljager op
de binnenplaats van een gebouw gevallen.
Twee kinderen z|jn om het leven geko
men en een vrouw is ernstig gewond.
CRITIEK OP LONDENSE CONFERENTIE
Gemis aan gemeenschappelijke
parlementaire controle
Mr. P. A. Blaisse, lid van de Tweede Kamer heeft gisteren te Brugge,
ter gelegenheid van de opening van het universitaire jaar van het Euro
pa-college, een rede gehouden over de Londense conferentie van S Octo
ber j.L
Sir. Blaisse lichtte de verschillende punten van de richtlijnen van Lon
den nader toe en ging de verschillen na met het E.V.G.-verdrag. Het is
te betreuren, aldus spreker, dat ook al heeft Duitsland „vrijwillig" zich
hiertoe bekend, de basis van de opzet de discriminatoire positie van
Duitsland is. In het E.V.G.-verdrag was dit binnen een gemeenschappe
lijke Europa-politiek uitgewerkt. Thans komen nationale discriminaties
terug.
In de tweede plaats loopt als een
rode draad door de besluiten van
Londen, aldus mr. Blaisse, dat slechts
spelregels en voorzieningen voor de
controle op de bewapening enz. wor
den gegeven uitsluitend voor het con
tinent. Engeland valt er dus altqd
buiten, maar doet wel mee met het
uitoefenen van de contróle. Ook
Frankrijk valt er ten dele buiten.
Nu het Franse parlement zich heeft
uitgesproken is het waarschijnlijk,
zo zeide mr. Blaisse verder, dat Men-
dès-France bepaalde in Frankrijk le
vende verwachtingen met betrekking
tot de „bewapeningspool" zal verwe
zenlijken. Er ligt hier een principiële
kwestie, die ernstige gevaren in zich
sluit, zowel voor de regering als voor
de Nederlandse industrie.
De Nederlandse buitenlandse poli
tiek ten aanzien van de supra-natio-
nale gedachte is er van uitgegaan,
dat deze supra-nationale gedachte
een aantal kenmerken heeft, welke
onder geen enkele omstandigheid mo
gen verwateren.
Nationale bevoegheden
De belangrijkste kenmerken zjjn:
1. Wanneer wordt besloten de na
tionale bevoegdheden over te dragen
aan een supra-natlonaal orgaan, De-
hoort dat alleen te geschieden, wan
neer de verantwoordelijkheden, die b|j
de oorspronkelijke nationale bevoegd
heid behoorden, ook worden overge
nomen door het supra-nationale or
gaan. Dus nooit overdracht van be
voegdheden zonder de daaraan cor
responderende verantwoordelijkheid.
2. Draagt men nationale bevoegd
heden over, dan dient ook het supra
nationale orgaan aanwezig te z|jn, dat
in de executieve sfeer maatregelen
van de gemeenschap kan uitvoeren en
daarvoor de verantwoordelijkheid kan
dragen.
3. B|j dit systeem behoort een
parlementaire controle.
De nationale minister van defensie
bl|jft in het Franse systeem volstrekt
verantwoordelijk ten opzichte van het
parlement voor de besteding van de
begroting. Hij blijft verder onvermin
derd verantwoordelijk voor de uit
rusting van de nationale troepen.
Tenslotte blijft hij verantwoordelijk
tegenover (je Navo om het aan de
Navo toegezegde contingent bewa
pend en wel ter beschikking van de
„supreme commander" te stellen.
Geheel anders dan E.V.G.
Nu is de Franse regering van plan,
zo zeide mr. Blaisse verder o.m., om
alle bevoegdheden ten aanzien van de
uitrusting van de troepen over te
dragen aan de raad van ministers te
Brussel, resp. het bewapeningsagent
schap. Deze beide organen dragen
echter geen verantwoordelijkheid
voor de uitrusting van de troepen,
evenmin voor de besteding van het
nationale budget en zijn niet verant
woordelijk t.o.v. Navo. Dit is totaal
iets anders dan bjj de E.V.G. B|j de
E.V.G. waren wèl Europese troepen
voorzien, er bestond wèl een gemeen
schappelijk budget en een gemeen
schappelijke verantwoordelijkheid
voor de uitrusting van de troepen.
Hieruit volgt dus duidelijk, aldus mr.
Blaisse, dat de oorspronkelijke ge
dachten van Mendès-France nimmer
voor Nederland aanvaardbaar zijn.
Spreker vroeg zich af: voor wie wel,
tenzij daar andere bedoelingen heb
ben voorgezeten,
Mr. Blaisse constateerde, dat de
richtlijnen van Londen in grote lijnen
aanvaardbaar z|jn. Er z|jn z.i. twee
ernstige tekortkomingen:
a. Er is geen sprake van enige
pra-nationale beleidsvoering, ook niet
m de raad van ministers van Brussel;
b. Er is een gemis aan iedere ge
meenschappelijke parlementaire con
tróle.
Bengaals rood met lichtend hart
Voor dc derde maal in de geschiedenis heeft dit jaar in liet vriendelijke
Heerde een roos als een vlam staan bloeien In een fluwelige gloed van
Bengaalsrood met, In de half-gevulde bloem, een lichtend hurt. Een roos,
die vorig jaar voor haar kweker, de heer G. A. II. Buisman te Heerde,
op de Internationale Tentoonstelling te Hamburg, een gouden medaille
veroverde, op dezelfde dag waarop in een Londen» ziekenhuis de vrouw
overleed, die haar naam leende aan deze bloem; Kathleen Ferricr.
Er kwamen brieven van mensen,
die de Kathleen Ferrierroos wilden
bezitten als een herinnering aan de
ze zangeres; brieven ook van men
sen ergens op een bovenhuis in Am
sterdam, die de roos niet konden
plaatsen, maar die toch graag een
foto wilden hebben van die bloem.
In dat jaar schreven ook andere
bewonderaars. Neville Cardus, mu
ziekcriticus va- de Manchester
Guardian, stelde een boek samen, dat
bijdragen bevat van haar dirigen
ten Bruno Walter. Sir John Bar-
biroli en Benjamin Britten Roy
Henderson, haar zangleraar vertelt
van rijn werken met haar en Ge
rald Moore, de begeleider van zovele
grootheden die ook Kathleen Fer-
rier op haar tournées vergezelde,
feeft in dit boek z|jn persoonlijke
erinneringen weer aan deze vrouw.
(Kathleen Ferrier, a Memoir, edited
by Neville Cardus, Londen, Hamish
Hamilton).
Haar levensloop.
Cardus, die de Inleiding schreef,
geeft zonder dat dit boek een vol
ledige biografie kan zjjn omdat ieder
nog te zeer beklemd is door haar
tragische doodenkele bijzonderhe
den over de bijkans ongelooflijke car
rière van Kathleen Ferrier.
Drie doodvonnissen in
Bangkok
Drie mannen zjjn Woensdag te
Bangkok ter dood veroordeeld wegens
samenzwering tegen het leven van
Koning Ananda Mahidol van Thai
land, die in Juni 1946 werd vermoord.
Het hooggerechtshof achtte het be
wezen, dat de koning wiens dood ja
renlang een mysterie is gebleven, in
het slaapvertrek van het koninklijk
paleis is doodgeschoten.
Het hooggerechtshof bevestigde de
vonnissen van lagere rechtbanken
van de afgelopen drie jaar.
De drie ter dood veroordeelden zijn
Chalievv Pathrumpos (particulier se
cretaris van de vermoorde koning),
Chit Singhaseni en Butr Pathamsi-
rind (twee vroegere pages). Tenzij
koning P f iniphon, broer en opvolger
van de veimoorde koning, de vonnis
sen verzacht, zullen de drie veroor
deelden voor het vuurpeloton sterven.
Levensteken van
vlotvaarder
Op 26 Juni JL vertrok de 68-jarige
New Yorker William Willis, aan
boord van een vlot van zes bij bijna
twaalf meter, vervaardigd uit balsa-
stammen i Zuidamerikaanse boom van
poreus hout, die water opzuigt) uit
Peru, om zich, in het spoor van de
Noorse onderzoeker Thor Heyerdahl
naar een eiland in de Grote Oceaan
te doen drjjven.
Vier dagen na zijn vertrek had Wil
liams radiografisch doen weten dat
alles aan boord in orde was» Daarna
was niets meer van hem vernomen
tot nu een radioboodschap op het ei
land Rarotongo, van de Samoa-groep
in de Stille Oceaan (Brits mandaat
gebied) is opgevangen, waarin wordt
gezegd: „vlotpositie twintig mjjl uit
de kust van Tutuila (een ander ei
land der Samoa-groepIk heb hulp
nodig om te kunnen landen".
Willis wordt op zjjn reis vergezeld
door een kat en een papegaai. Zjjn
vlot heet „de zeven kleine zusters''
Op 22 April 1912 werd zij geboren
te Higher Waltun, een plaatsje bjj
Preston Al vroeg bezat z|J een gro
te muzikaliteit en bjjna spelenderwijs
leerde zij piano. Aanvankelijk schijnt
zij dan ook pianiste te zullen wor
den. Ze wint de hoogste graad, zo
wel bjj de Royal Academy of Music
als bjj het Royal College of Music.
Op 19-jarige leeftijd geeft z|j zelfs
voor de radiozender Manchester een
uitzending als soliste.
Drie jaar lang trekt zij als bege
leidster door Lancashire. Én niemand
merkt of weet dat rij één van 's we
relds grootste zangeressen worden
zal.
Haar muzikaal begrip, haar wils-
kracht, haar geduld, maar bovenal
haar wonderlijk harmonische per
soonlijkheid, maakten haar in enkele
jaren tot een der grootste zangeres
sen van deze t|jd. In 1942 al, gaf z|J
haar eerst solo-concert. Haar stem,
helder en flonkerend als kristal, ver
overde meteen de wereld. En dat
deed ook haar persoonlijkheid.
Ootmoedig, dat was zij. Men heeft
haar, na afloop van een recital eens
gevraagd wat toch het geheim van
naar succes was. Kathleen Ferrier
heeft daar even eenvoudig als tref
fend op geantwoord.
„Humbleness" ootmoed, bescheiden
heid. Zo ook was haar leven, nede
rig, bescheiden. Dat klinkt zelfs uit
zo n enkele zin in de brief die z|j de
heer Huisman schreef en waarin zij
hem toestemming geeft een roos
naar haar te noemen:
„It would give me the greatest
pleasure and I would deem it a great
honour". Het zou m|j plezier doen en
ik zou mjj vereerd voelen
Nooit steeg de roem haar naar
het hoofd. Zij bleef, die ze was:
Kathleen Ferrier die een wandeling
door Amsterdam stelde boven een
ontvangst door de burgemeester; die
in het Californische huis van Bruno
Walter 's avonds haar schoenen uit
deed en dan achter de piano g:ng
zitten om naar hartelust te musice
ren voor het echtpaar, dat de huis
houding verzorgde; de vrouw ook
die zich niet opsloot in haar vak;
die dat bewust niet wilde.
De roem steeg haar niet naar het
hoofd. Het verdriet ook niet. In 1952
sloeg zij met het oog op haar ge
zondheid een uitnodiging om ra
Bayreuth de Erda-partij te ringen
af. Toen al had de vreselijke ziekte,
die vreemd genoeg wel haar keel
maar nooit haar stem aantastte, al
toegeslagen. Een ziekte die, ondanks
alle behandelingen er operaties, haar
ruim een jaar later uit dit loven zou
wegnemen.
Na haar dood sprak Gerald Moore
voor de B.B.C.-microfoon en in Car
dus' boek herhaalt hr| deze woorden,
dat Kathleen Ferrier op haar ziek
bed een bron van troost was voor
haar bezoekers. En juist in deze
laatste jaren noemde 'z|j zichzelf
vaak een gelukskind en sprak over
de „gelukkigste t|jd van haar le
ven".
In haar ziekenkamer nog verklaar
de zij zich bereid de technici te ont
vangen om opnamen te laten maken
van een recital met Benjamin Brit
ten en Peter Pears. Een spoedope
ratie heeft dit verijdeld. Ze stierf op
8 October 1953.
Op die dag ging er een groot kun
stenares heen. Maar er ging ook en
misschien is juist dat wel de essen
tie van haar kunst en haar kunnen
geweest er ging ook een groot,
zuiver en waarachtig mens heen.
De in Heerde gekweekte Kathleen
Ferrier-roos: in de half gevulde bloem
een lichtend hart.
Ontwerp-regeling gereed
Een ontwerpregeling ter aanvulling
van het wegenverkeersreglement
voor het verlenen ran zekere voor
rangsrechten aan voetgangers is ge
reed gekomen en zal binnenkort in de
„generale staf van het verkeer" wor
den behandeld.
Aldus vertelde de lieer A. G. M.
Boost, directeur wegen en verkeer
van de A.N.W.B. ter inleiding van de
verkeerstechnische leergang te Gro
ningen. Deze regeling zal waarschijn
lijk vr|jwel overeenstemmen met de
desbetreffende conclusies uit het on
langs verschenen „voetgangersrap
port" van het verbond voor veilig
verkeer.
Buiten de „zebra-oversteekplaat
sen" bjj door verkeerslichten geregel.
de kruispunten zouden verplichte ..ze
bra's" moeten worden ingesteld,
waarop de voetgangers zekere voor
rangsrechten zouden gaan genieten.
Deze speciale oversteekplaatsen moe.
ten dan worden voorzien van bakens,
bolvormige, oranje knipperlichten op
palen. De voorrang aan voetgangers
moet daar worden gegeven onder
voorwaarde, dat het gemotoriseerde
verkeer op veilige remafstand van de
oversteekplaats is. Deze regeling is te
Londen reeds ongeveer 15 jaar van
kracht. Te Rotterdam worden er proe
ven mee genomen.
Indien deze bakens worden inge
steld, dan zullen bestuurders van mo
terrijtuigen, doch meer no^ de wielrij
ders. nog heel wat beleefdheid en con.
sideratie voor de voetganger moeten
leren. Dan pas krijgen we hier te lan
de die benijdenswaardige correctheid
die kenmerkend is voor het verkeer te
Lenden en Stockholm en in mindflre
mate ook in enkele Zwitserse steden,
zo zeide de heer Boost,