C
Op Corsica nog geen exploitatie
van het bezoek van toeristen
3
Tocht vol verrassingen door de
rietlanden van de Braakman
3
C
DE WERELDBEVOLKING GROEIT
TIEN VLIEGTUIGEN PER DAG
DOOR BLIKSEM GETROFFEN
VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1954
PROVINCIALE ZEEÜW8E COURANT
CORSICAANS INTERMEZZO (V)
„Ga in de zon met een fles wijn
en wees gelukkig
Er is my vaak gevraagd of Corsica een eiland is om er de vacantie door
te brengen. Die vraag is minder gemakkeiyk te beantwoorden dan men zou
denken.
Reeds op Corsica liet ik m'n goede vrienden in gedachten voorbytrekken.
Wie van hen zou dit eiland kunnen waarderen en wie niet? Er waren er by,
ik mag dat niet ontkennen, die ik Corsica nooit zou aanraden. Niet hun,
voor wie een vacantie noodzakelyk moet zyn een comfortabel en min of
meer luxueus luieren in strandstoelen of in een lido.
Niet hun, die niet tegen gen Corsicaanse zon kunnen, die in de zomer
aanzienlyk fel schijnt. Niet hun wier harten gesloten zyn voor de ruige
poëzie en romantiek van een eiland, dat de Grieken reeds noemden: Kal-
liste; dat betekent: de Wonderschone. Niet hun, die alleen en uitsluitend op
hun gemak gesteld zijn. Niet hun... nu ja, niet de traditionele tourist,
de .echte vacantieganger.
Maar er zijn anderen: zij die bereid
zyn uit onze stampvolle steden te
vluchten en die ruimte willen hebben.
Die ruimte is er op Corsica. Zij, die er
iets in zien om te kunnen dromen en
fantaseren langs eeuwenoude berg
paadjes, die genoeg aan zichzelf heb
ben op de maanbeschenen strandjes
van dat verrukkelijk Middellandse
Zee-Atlantis. Zij, die bereid zyn de
hoge wanden van een Spelunca of van
het massief van Calenzana te bestij
gen. Zij, die er niets tegen hebben in
een kleine bungalow te slapen in een
klein bed, dat niet met eiderdons
maar met zeegras is volgestopt.
Corsica is nog net niet ondekt door
de enorme stroom vreemdelingen, die
elk jaar uit het Noorden naar het Zui.
den vloeit. De reden is dat er tenslotte
tussen de Franse rivièra en Corsica
nog een paar honderd kilometer Mid
dellandse Zee liggen. Dat heeft tot
gehad, dat er nog geen uit-
gevolg g
gekookte
dementeerde vreemde
lingen-exploitatie op Corsica bestaat.
Zeker niet op Calvi. Hoe lang deze
ideale toestand zich nog zal hand
haven? Wij weten het niet. Wij weten
wel, dat Calvi nog geen herinneringen
opwekt aan Scheveningen, aan Volen-
dam en Nice. Het bleef nog op een al
lerplezierigste manier zichzelf.
Ik wil u niets verhalen van Corsica
als toeristen-land. Het gebeurde laatst
dat een nogal vermogend zakenman
naar het eiland reisde. Voor vacan
tie. In een klein hotel had hy een ka
mer gehuurd. Toen hy aankwam,
stond het gezicht van die zakenman
de eigenaar van het hotel blijkbaar
direct aan. Hij vroeg hem tenminste
of hy mee ging jagen. Ze gingen ja
gen.
Die avond kreeg één der andere gas
ten in dat hotel vlees op zijn bord. De
nieuwaangekomen gast zei tegen de
eigenaar toen ze 's avonds thuiskwa
men dat hij dit toch werkelyk niet
moest doen. Al z'n gasten zouden weg
lopen en zeker nooit meer terugkeren.
De eigenaar keek z'n nieuwe vriend
verbaasd aan en zei: „Wat geeft dat...
er komen toch wel weer anderen!"
Dkt is Corsica.
Er was een andere reiziger, die iets
te vieren had met zijn familie in een
hotel. Een verjaardag of zo. Voor dat
doel had hij kans gezien twee flessen
uitstekende champagne te bemachti
gen. Op het grote moment dat ze ont
kurkt werden, stormden de drie eige
naars van 't etablissement naar bin
nen. Ze hadden de knallende kurken
gehoord en droegen elk reeds een glas
m de hand. Tenslotte lusten ze ook
champagne, zeiden ze.
De flessen waren snel leeg.
D&t is Corsica.
Zorgeloos bestaan
Dit zyn twee -voorbeelden. Men zou
ze gemakkelijk met tientallen anderen
kunnen aanvullen Bijvoorbeeld met
het verhaal van de hoteleigenaar, die
zich tenslotte, op verzoek van vele
fasten, liet verleiden een echt, super-
e-luxe closet te laten bouwen. Toen
het gereed was, vond hij het geval
zelfs zo indrukwekkend, dat hij het
min of meer als bezienswaardigheid
ging exploiteren. Het doel zelf was
bijzaak geworden.
Dit soort dingen overkomt een gast
niét in het Windsor-hotel in Nice, ook
niet in Esplanade in Cannes, óók niet
in het Amstel Hotel in Amsterdam. Ze
overkomen je gegarandeerd op Cor
sica. En niet alleen in Calvi.
Ze overkomen je daar, omdat deze
Corsicanen altijd meer prijs stellen op
een goed leven dan op een welgesteld
leven. Men vindt, dat het leven kort
duurt en dat men zich in die korte tijd
zo weinig mogelijk van het goede der
aarde moet laten ontgaan. Dat is een
standpunt, waarover te praten valt,
als u het mij vraagt. Zij zeggen: ga in
de zon zitten, met een fles wijn en
wees gelukkig. Daar komt een deel
der Corsicaanse filosofie in wezen wel
op neer en er zit iets in. Maar men
moet natuurlijk wel de beschikking
over die zon hebben. Hier, in Neder
land, gaat die levensbeschouwing niet
op. Omdat er geen zon genoeg is.
Twee millioen schade in
Gramsbergen
Het bestuur van de stichting voor
sociaal en cultureel werk te Grams-
bergen heeft zich met een adres ge
richt tot de minister van maatschap-
peiyk werk. Daarin wordt o.a. ge
zegd, dat het de minister bekend
zal zijn dat het gebied van N.O.
Overijssel tot de z.g. ontwikkelings
gebieden behoort, en dat zich in dit
gebied een stille ramp heeft voltrok
ken tengevolge van de zeer zware re
genval in de afgelopen tijd.
De gemeente Gramsbergen heeft
een oppervlakte van ruim 5500 ha,
plus minus 5000 ha hiervan is cultuur
grond. waarop plus minus 600 boe
renbedrijven gevestigd zyn. De voor-
lopig geschatte schade in deze ge
meente bedraagt ongeveer 2 millioen
gulden, hetgeen neerkomt op 40 pro
cent van de totale opbrengst. Men ver
wacht, dat de werkelijke schade nog
veel groter zal zijn door vermindering
van melkproductie en verlaagde prij
zen tengevolge van gebrek aan vee
voeder. Vele kleine bedrijven zullen
het zeer moeilijk krijgen. De terug
slag, die men op velerlei terrein zal
ondervinden is nog niet te overzien.
Het bestuur van de stichting ver
zoekt de minister nog eens extra zorg
te besteden aan verzoeken om over
heidssubsidie voor maatschappelijke
en culturele doeleinden in dit gebied.
Overal ziet men op Corsica de bekende
ezeltjestrouwe vrienden van de mens
EEN MILLIARD MENSEN MÉÉR
Conferentie te Rome.
Onder auspiciën van de Verenigde
Naties is Dinsdag te Rome een con
ferentie begonnen, die gewijd is aan
problemen, welke voortvloeien uit de
snelle bevolkingstoeneming in de we
reld. Vijfhonderd afgevaardigden van
zeventig landen, waaronder de Sow-
jet-Unfe, nemen aan de conferentie
deel.
De voorzitter van de internationa
le bond voor wetenschappelijke stu
die van bevolkingsproblemen, Hersch,
die tot voorzitter van de conferen
tie is gekozen, zeide, dat, naar men
verwacht, de wereldbevolking van
1950 tot 1980 met een milliard zie
len zal stijgen. In 1950 werd de we
reld naar schatting bevolkt door
twee-en-een-half milliard mensen.
De overbevolkte Aziatische landen
profiteren, aldus Hersch, steeds
meer van de vooruitgang op medisch
en hygiënisch gebied. De toeneming
van het aantal geboorten is in deze
landen het grootst en ook de levens
kansen worden er groter. Hierdoor
worden de pogingen van de regerin
gen om te komen tot verhoging van
ae levensstandaard onvruchtbaar en
het gevolg is hongersnood.
Ook in enkele Westelijke landen
zijn ernstige moeilijkheden door be
volkingstoeneming ontstaan, aldus
Hersch,
Naar Atlantis
Ik verheug me op de terugkeer naar
Corsica. Het meest trekt me de ma-
quis, die jungle van dat eiland. Ik heb
er geen idee van, wie ik daar zal ont
moeten, maar men heeft me' gezegd,
dat ik daar een geheel ander, onbe
kend Corsica zal vinden. Het Corsica
waar de tijd het langst heeft stilge
staan. Het werkelijke Atlantis mis
schien
Die laatste dag en avond op de Bo
reas van Vroom zal me nog lang bij
blijven. Vóór ons lag Corsica. De pal
men aan het strand van Calvi bogen
lenig en elegant in de zachte avond
wind en flarden guitaarmuziek woei
en naar ons toe. Ergens speelde in de
verte een lamenti. De Citadel verhief
zich groots somber en onaantastbaar
voor de tijd boven de rotsen van het
eiland. Een visser voer voorbij en
zong.
Adieu Corsica... nee... au revoir!
Misschien in September, als er niets
tussen komt, niet een onzer gewich
tige en zogenaamde plichten. Ja... on.
ze vriend Emile zal daar zeker staan,
de dag van aankomst. Op het einde
van de kade met een van z'n flessen
vin blanc als zinvolle en vloeibare her
kenningsmelodie omhoog geheven.
Als bemoedigende en inspirerende
dronk, eer we tussen de cactussen, de
papavers en de „leliën des velds" van
de maquis verdwijnen.
Tot ziens dankade van Calvi.1
Een lieve glimlach voor een lied, dat
was wat de Britse fïlmactrice en zan
geres Vera Lynnaanbood aan de
ster uit de Amerikaanse zangerswe
reld, Guy Mitchell. Behalve die glim
lach ontving Mitchell van Vera in het
Savoy hotel aan de Strand te Londen
de „International Laurel Award 195J("
beschikbaar gesteld door de Ameri
kaanse Motion Picture Exhibitor".
MEESTAL NIET NOODLOTTIG
Nagebootst in laboratorium.
(Van een bijzondere medewerker).
Elke dag worden ergens in de we-
reld gemiddeld tien vliegtuigen door
de bliksem getroffen. Hoe groter en
sneller de vliegtuigen worden, zo is
gebleken, des te sterker nemen de
kansen van blikseminslag toe. In het
algemeen heeft dit geen noodlottige
gevolgen. Tot dusverre werd dan ook
nog nooit iemand der inzittenden door
de bliksem gedood. Dit is te danken
aan het feit dat een vliegtuig zich
gedraagt als een zogenaamde Kooi
van Faraday, die met zyn metalen
omhulsel het inwendige tegen elke
eleetrisehe inwerking van buiten be
schermt.
Hoewel blikseminslag dus geen di
rect gevaar oplevert, kan de huid van
het vliegtuig er wel door beschadigd
worden.
Deze moet dan, om erger te voorko
men, zo spoedig mogelijk onderzocht
en eventueel hersteld worden. Dit be
tekent echter oponthoud en tijdver
lies en dat is voor een luchtvaart
maatschappij heel erg.
Daarom gaf de K. L. M. opdracht
aan het Nationaal Luchtvaartlabora
torium te Amsterdam om te onder
zoeken in hoeverre de ongemakken
van blikseminslag kunnen worden
voorkomen of verkleind. Proeven
daarover, onder situaties zoals die
zich in de atmosfeer voordoen wer
den gedaan in de hoogspanningsruim
te van het Philips Natuurkundig La-
VEELKLEURIGE BLOEMENWEELDE
Tussen rietstengels huizen
duizenden insecten
De zomerdag ligt nog in een grauwe mist gewikkeld als een delicatesse
in z'n beschermend vloeitje. Fijne vochtdruppeltjes prikkelen de huid en de
morgentemperatuur is bepaald fris te noemen. Zal het een „ingepakte" dag
blijven
Terwijl de lucht met zorgelijke blik wordt bezien, fladdert opeens een
vogel over de weg, onbeholpen, en onzeker; de bruine, lichtgezoomde
veren doen vermoeden, dat zich een jonge koekoek in het vliegen oefent.
Hij strijkt neer op een paaltje en gaat rechtop zitten. Dat is een verras
sing. Als bij toverslag is de vogel opeens veel lichter van kleur, hij ontpopt
zich als een jonge steenuil, die by lichtkleurige lichaamsveren reeds don
kere vlerken bezit. Kyk, daar op een paaltje, dichtbij, zit er nog één. Houdt
deze aardige belevenis een belofte in voor een goede dag?
Halfweg de boot een nieuwe verras
sing. Nu is het een paddestoel, een
halve meter groot ongeveer. Hij blijkt
los op de grond te liggen. De onbe
kende grootheid wordt tot de terug
tocht op een veilig plaatsje wegge
stopt. Honderd meter verder de vol
gende emotie in de vorm van een
wulp, die mank loopt. Er zyn meer
wulpen en scholeksters, er zijn troep
jes bontbekken en ruiters die met
veel misbaar opvliegen. Gaat de trek
al weer beginnen Op de zandbanken,
zichtbaar vanaf de boot zitten veel
meeuwen en scholeksters. Ergens
duikt een zeehond op, als we hem
met de kijker volgen valt meteen op
hoe veel uitgebreider het uitzicht is
geworden. Een helle plek in het grijs
door BAREND ZWERFMANS
geeft aan waar de zon bezig is de
mist op te lossen, het wordt inderdaad
een mooie dag.
Aan de overkant bloeien de plan
ten uitbundig. Het valt moeilijk dit
alles te passeren, opdat voldoende tyd
zal overblijven voor het hoofddoel, een
inspectie van een rietveldje in de om
geving van de Braakman. Mooie plek
jes dient men zo om de vijf weken
eens te bezoeken, als we er eindelijk
belanden, zyn we blij, dat we er tijd
voor hebben gereserveerd.
Reeds van ver dryft de zoele wind
ons een zoete geur in de neus, waar
van de oorsprong spoedig is gevonden.
Die bleekgele, bijna witte bloemen
tussen het riet kunnen ons niet be
driegen: het zyn de geurige pluimen
van de moerasspïraea. Daar ze be
hoort tot de zoetwaterflora treft men
ze niet overal in. Zeeland aan.
De zon breekt door.
Inmiddels is de zon meester van het
terrein en de insecten tonen, dat ze
het naar hun zin hebben. De sterke
f eur lokt ze bij honderden naar de
raaie bloemenpluimen. Nu komt wat
extra observeringstijd ons van pas.
Wat een verscheidenheid van klein
zespotig gedierte: muggen, vliegen,
kevertjes, bijen, hommels, vlinders,
sluipwespen. Zwarte vliegen met rode
ogen, sluipwespen zonder of met een
legboor, kevertjes in allerlei vorm en
van allerhande afmetingen. Elk is op
eigen wijze bezig van het zoete vocht
te genieten, dat ondiep in de bloemp
jes ligt verscholen.
Niet alleen op de spiraea's. Deze
rietstrook is bijzonder ryk aan bloei
ende planten, de rietkraag ziet er uit
als was ze een verwilderde border in
een luxe tuin. En het aardige er van
is, dat de natuur ze tot een wedstrijd
heeft gedwongen, een wedloop om de
verovering van het lichf. De snelle
groei van het riet stimuleerde de
planten tot een zich steeds hoger
strekken. Vele bereiken dan ook een
onnatuurlijke lengte. Kattestaarten,
die normaal een halve meter hoog
worden, brengen het hier tot het drie
voudige van de normale hoogte en
zelfs meer.
Het is allerminst een één-kleu
rige groep. De grote zwaveLgele
bloemen van de melkdistels, de
rose-rode schermen van het lever
kruid, de bleekgele pluimen van de
wederik, de purperrode spiesen
van de kattestaart, dingen naast
de spiraea's naar de aandacht van
mens en insect.
Als een windstoot je de rietstengels
even doet buigen, zwermt een wolk
van vlinders omhoog. Vooral de kool
witjes steken door hun blanke vlerken
tegen het groen van de dijk af en ves
tigen daardoor de aandacht op zich.
Dichterbij vinden we, dat ze vergezeld
zyn van dagpauwogen, vosjes, zand
oogjes, dikkopjes, heivlinders, hooi-
beestjes en nog dichterbij ontdekken
we vreemde kleine vlinders, die er uit
zien als miniatuur-vliegtuigen. Ze be
horen bij de motjes of micro-vlinders,
ze zijn wit of grauw, maar beide heb
ben de smalle, rechtuitstaande vleu
gels, die ze op een kleine eendekker
doen gelijken.
In een andere rietkraag is de
heemst vertegenwoordigd, een slanke
plant, verwant aan onze stokrozen,
met zachtharige bladeren. Om er te
komen moeten we het weiland over
steken en dat doet ons nog een aar
dige vondst aan de hand. Het is het
duizendguldenkruid, een plant waar
uit men een medicijn bereidt, dat men,
naar men beweert vroeger niet voor
duizend gulden zou willen missen. Het
komt onder drie soorten ook in Zee
land) voor. Deze soort, de eigenlijke
bron van het medicijn, kenden we nog
slechts van achter St. Jansteen, waar
bij het niet zeker was of het wel op
Nederlands gebied stond, dan wel
juist één of twee meter over de grens.
N atuurreservaat.
Als de tijd voor de terugkeer nadert
werpen we nog een blik over de dijk,
waar binnen een klein kunstmatig
meer een lage vlakte ligt uitgespaardL
Dat zal dan het ontworpen recreatie
oord moeten beduiden. Zo lang dat
er nog niet is, hebben de vogels het in
beslag genomen. Vermoedelijk menen
ze, dat de situatie speciaal voor hen
is geschapen onder ae vorm van een
natuur-reservaat. We zien er meer
boratorium. waar men de beschikking
heeft over eleetrisehe spanningen tot
iets meer dan 1.000.000 volt.
DE PROEVEN.
Toen prof. Zwikker, directeur van
het Nationaal Luchtvaartlaboratori
um informeerde of men proeven over
blikseminslag in vliegtuigen in dit na
tuurkundig laboratorium zou kunnen
doen. heeft ir. Van Dorsten, voor hij
definitief antwoord op deze vraag
gaf, eerst zelf enige voorproefjes ge
nomen. Daarbij gebruikte hij als vlieg
tuigje een modelletje dat hij van het
Reisbureau had geleend. De latere of
ficiële proeven zyn gedaan met vlieg
tuigmodellen, die het Nationaal
Luchtvaartlaboratorium speciaal
voor dit doel had vervaardigd.
Dit soort proeven had men tot dus
verre nog nergens ter wereld gedaan.
Men moest dus eerst gaan onderzoe
ken of de verschijnselen aan de ver
kleinde modellen wel overeenkwamen
met hetgeen zich in de natuur af
speelt, wanneer een echt vliegtuig ge
troffen wordt door een spanning, die
misschien enkele honderdduizenden
volt bedraagt.
Het bleek, dat de waarnemingen in
het laboratorium bijzonder, goed over
eenstemden met hetgeen piloten, wier
vliegtuigen door de bliksem werden
getroffen, in hun logboeken hadden
gerapporteerd. Het stond dus vast,
dat men njet deze laboratoriumproe
ven op de goede weg was.
Ook al bevindt een vliegtuig zich ln
een ruimte waarin hoge eleetrisehe
spanningen heersen, dan wil dit nog
niet zeggen, dat de bliksem zal in
slaan. Om zo'n ontlading of kunstma.
tige bliksem in het laboratorium te
doen optreden, schoot men een kogel
tje uit een windbuks tegen de hoog-
spanningselectroden. Onmiddellijk
zag men een enorme vuurstraal
en hoorde men de bekende daverende
knal. Zo zyn wel vijfhonderd proeven
gedaan, waarbjj men de omstandighe
den en de stand van het vliegtuig
naar willekeur kon veranderen.
Bedrijfschap voor het
Horeca-bedrijf
Binnenkort is een Koninklijk Be
sluit te verwachten, regelende de in
stelling vanreen bedrijfschap voor het
hotel-, café en restaurantbedrijf.
dan honderd kluten bijeen en een
dubbel aantal wilde eenden.
Zo op 't oog is dat idee van de vo
gels niet gek. Een natuur-reservaat
ten gunste van de rpeer dan prachti
ge kluten heeft men reeds lang in
overweging genomen en met meer of
minder succes ook al uitgevoerd. Het
beste resultaat zal men echter ver
krijgen indien de vogels zelf hun ter-
rem kiezen, zoals ze dat hier hebben
gedaan.
De bevoegde instanties moeten daar
mijns inziens toch nog eens dieper
over nadenken. De natuurliefhebbers
zouden vanaf de dijk, zonder de vogels
te storen, mede van zulk een gunstig
broedterrein kunnen genieten. Beter
een geslaagd natuur-reservaat, dan
een mislukt recreatie-oord.