C
o
Francaise bindt de strijd tegen
Himalaya-top aan
VAN VROUW TOT VROUW
EEN AARDIGE PYAMA VOOR
WEINIG GELD
ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1954
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
nze
iL'p "Dzotttvettpagitta
VROUWEN ALS BERG BEKLIM STERS.
Vermetele vrouiven bestegen bergen van
ruim zeven duizend meter hoogte!
(Van een bijzondere medewerker).
Deze herfst zal onder de bergbeklimmers in de Himalaya ook weer
eens een vrouw zijn: de 36-jarige Franse modiste Claude Kogan, die
reeds het vorge jaar van zich deed spreken door het bedwingen van de
7.091 m hoge Nun Kun in de Westeljjke Himalaya, wil deze keer met een
Frans-Zwitserse expeditie een aanval ondernemen op de 7.210 m hoge
Gaurisankar aan de grens van Tibet. Haar „lynkameraad" zal de Sherpa
Tensing zjjn.
Toen madame Claude Kogan verleden jaar op de top van de 7091 meter
hoge Nun Kun in de Westelijke Himalaya stond, zal de kleine tengere
Frangaise lengte: 1,53 m staat er in haar pas zeker vol bewondering
gedacht hebben aan de vrouw, die reeds 50 jaar geleden onder veel moei
lijker omstandigheden dezelfde berg liad bedwongen: Mrs. Fanny Bul
lockWorkman, een van de onverschrokkenste en schitterendste berg-
beklimsterg van haar tijd, was er na zeven buitengewoon inspannende
expedities samen met haar echtgenoot in het jaar 1906 in geslaagd, als
de eerste vrouw ter wereld de 7000 meter-grens te overschrijden bij de
beklimming van de Nun Kun. Zjj deed dit indertijd nog met een hoogst
primitieve uitrusting, zoals later ook de Nederlandse Jenny Visser
Hoofd, die eveneens met haar man de geweldigste bergen ter wereld be
steeg en o.a. de grootste gletsjer ter wereld in het Karakorum-gebergte
dit jaar het doel van een Duits-Oostenrijkse expeditie onderzocht.
Reeds 24 jaar geleden, in de zo
mer van 1930, werd het ook thans
Jhtgenote
der van de internationale Himalaya-
expeditie van 1930, slaagde erin de
7459 meter hoge Jongsong-Peak aan
de Nepal-kant van de Kantsj te be
stijgen. Pas in 1950 waagde zich
daarna weer een vrouw in de Hima
laya. De bekende Zwitserse Alpinis-
te Annelies Lohner bedwong in dat
jaar na een uiterst moeilijke klim
partij de 6250 meter hoge Kongma
Peak en de 6610 meter hoge Dzanje
Peak weliswaar „slechts" zes-
duizenders, maar doet u het haar
maar eens na!
„Koningin van de Mont Blanc"
had de bevolking van Chamo-
nix mademoiselle Henriette
d'Angeville gedoopt, die, met
pofbroek, strooien hoed, ge
zichtsmasker en met een berg
stok van een meter lang in haar
hand in 1838 als eerste vrouw
de Mont Blanc beklom. En nau
welijks was de Matterhorn na
een strijd, die wel de meest dra
matische van het moderne Al
pinisme genoemd mag worden,
in 1865 bedwongen, of daar
stond zes jaar later ook al de
eerste vrouw op deze „indruk
wekkendste rotspyramide van
de Walliser Alpen".
Het was de Engelse Lucie Wal
ker, in wier tochtenboek bijna hon
derd van de vermetelste bergtochten
in de Berner en Walliser Alpen op
getekend staan. Onder haar leiding
kwam ook de eerste vrouwenexpe
ditie in de geschiedenis van het Al
pinisme tot stand, waarbij „symbo
lisch" de top van de Jungfrau uit
gekozen werd! En op de hoogste top
van de Monte Rosa, de 4628 meter
hoge Dufourspitze. die in 1855 door
de gebroeders Smith voor het eerst
bestegen werd, stond 15 jaar later
de Engelse miss Burnbay. Haar
landgenote Mary Straton volbracht
als de eerste vrouw ter wereld de
winterbeklimming van de Mont
Blanc, een voor die tijd eenvoudig
roekeloze en ongelofelijke prestatie.
Waaghals.
Toentertijd deed ook miss Claudia
Brevoord van zich spreken, die tot
op heden als een van de grootste
waaghalzen onder de vrouwen be
kend staat. Deze pionierster van het
vrouwelijk Alpinisme overtroefde
zelfs de mannen, door de hoogste
top van de Alpen van Dauphiné, de
Pio Central de la Meye, als eerste
mens te betreden. Zij Slaagde erin,
als de eerste vrouw over de Mat
terhorn te klimmen en in dé winter
de Jungfrau te bestijgen. Toen deze
vermetele bergbeklimster in 1875
onverwacht stierf, kon ze niet min
der dan 11 eerste bestijgingen „na
laten", verder 20 tweede beklimmin
gen, in het geheel 53 „grote berg
tochten", waaronder de Jungfrau, de
Trifthorn, de Mönch en de Wetter-
horn. Een kleine ruwharige hond,
„Tschingel" genaamd, die zijn mees
teres op de meeste bergtochten had
vergezeld, kwijnde na haar dood en
0 Tweed, het zo gewilde materiaal uit de
periode tussen 1920 en 1932, is ook nu
weer enorm gewild. Men vindt het in alle
collecties, in nieuwe tinten en nieuwe
soorten. Wollen jersey wordt in alle rao-
detinten geweven en door alle Franse
ontwerpers verwerkt. Nina Ricci o.a.
brengt avondtoiletten van zuiver wollen
stoffen, hopsack en heel dunne wollen
jersey.
Wilt u een voordelige en toch leu
ke pyama hebben, maak hem dan
zelf volgens ons uitgezette patroon!
U heeft clan maar 4 m katoen van
80 breed nodig en, heeft u voor een
afstekende garnering nog een lapje
liggen, dan kunt u zelfs met 3.50 m
volstaan.
U stikt in voor- en rugpand de fi
guurnaadjes, die in de taille een plooi
tje vormen. Schouder- en zijnaden
(tot aan het tekentje) sluiten en het
beleg, dat hier van andere stof geno
men is, tegen de voorkanten zetten.
De rughals en de armsgaten werkt
u met een schuine bies af, waarna u
de knoopsluiting aanbrengt.
Aan de onderkant van de pypen
stikt u op de verkeerde kant een 4 a
5 cm brede band aan, die u op de goe
de kant vouwt en daar opstikt. Been
naden en middennaad sluiten en de
bovenkant van een schuifzoom voor
zien, waardoor u elastiek haalt. De
ceintuur wordt 3 cm breed en ca 1.50
m lang. Het staat ook altijd aardig,
als u de broek en de garnering van
dezelfde afstekende kleur maakt.
Bij het ander modelletje zijn de
ceintuureinden in de figuurnaden
meegestikt. Inplaats van de revers is
hier de hals met een opgestikte schui
ne bies afgewerkt, waarbij tegelijk
een 2 k 3 cm brede gerimpelde of ge
plooide strook is meegenaaid. Een
paar opgestikte zakjes krijgen dezelf
de garnering. Een pyama van effen
stof laat zich ook leuk met Tiroler
band garneren.
ELLA BEZEMER.
stierf. „Tschingel" viel als enige
hond ter wereld de eer te beurt
door de exclusieve Londense „Alpi-
na-club" wegens zün Alpinistiscne
prestaties foimeel als erelid te wor
den opgenomen.
Hard
en eigenzinnig
Het is een zeer bijzonder, trots,
hard en zeer eigenzinnig type vrou
wen, dat wij hier in de onherberg
zame, gevaarlijke wereld van het
hooggebergte omstreeks de eeuw
wisseling ontmoeten. Daar zijn de
Oostenrijkse bergbeklimstersde ge
vierde gravin Ortenburg, die meer
dan 200 toppen „verzamelde", waar
onder de Grote Venediger, de Fin-
steraarhorn, de Zunalrothorn en de
Grossglockner, alsmede Herma Koch,
die het zelfs tot 300 hooggebergte-
tochten bracht. Er is een vrouw uit
Pressburg, Hermine Tauscher-Ge-
duly, die haar vermetele tochten nog
boeiend wist te beschrijven; de Ne
derlandse Jeanne Inmik, die de Do
lomieten als haar speciaal terrein
verkoos; verder Rose Friedmann,
die zich als eerste vrouw op de be
ruchte Oostelijke wand van de Watz-
mann waagde en het bergbeklim
mers-echtpaar Wundt, dat zijn hu
welijksaankondiging van de top van
de Matterhorn aan verraste vrien
den stuurde.
H Vrouwelijke ijdelheid
y en vissenleed
Een aantal zeer kleine visjes
heeft in New York stof doen op-
waaien! Een Amerikaanse fa
briek van bijou's had namelijk
een nieuw soort oorbellen op de
markt gebracht, bestaande uit
een miniatuur aquarium, waar
in zich een stukje waterplant
en een zeer klein tropisch vis
je bevonden. Nauwelijks had de
eerste New Yorkse schone zich
met deze opzienbarende tooi
vertoond, of een leger van die
renbeschermers kwam in actie
p tegen deze dierenmishandeling!
Zrf eisten stopzetting van de
verkoop (die trouwens niet be-
y paald nard ging by een prijs
van ongeveer 53 gulden
Middels een grote persconfe-
y rentie en met de hulp van een
autoriteit op het gebied van
tropische vissen heeft men het
H Amerikaanse publiek ervan
overtuigd, dat de beestjes dank
zij het waterplantje van zuur-
H stof worden voorzien, en dat ze
y mits ze elke dag gevoerd
worden op deze manier even
lang kunnen leven als in een
„echt" aquarium
s De fabrikant heeft intussen al-
y weer iets nieuws bedachtoor-
e? bellen, gevuld met likeur!
urni
Nu de herfst met rasse schreden
nadert, verschijnen in de winkel-eta
lages weer de voorraden kleurige brei.
Het gaf mij toch wel even,
lieel eveneen bittere smaak op
de tong. Och, het is nu niet iets
om er een drama in zakformaat
uit te construeren. Er gebeuren
wel naarder dingen in deze
vreemde wereld van vandaag,
waarin het steeds moeilijker
xcordt met een geduldige glim
lach te constateren, dat ook het
kostbaarste allemansgading be
gint te worden.
Maar dit was nu iets wat ik
jaren en jarenlang als mijn ge
liefkoosde privê-ontdekking
had beschouwd. Men heeft
of misschien: hadnu een
maal een kinderlijk zwak voor
trouvailles, voor vondsten-op
eigen-houtje, voor wonderen en
schoonheden die men onver
wacht op ztjn plezierige eentje
ontdekt.
Het kan een oud stadshoekje
zijn of een gevelsteen, een ge
dicht of een melodie, een ver
borgen stukje ongerepte natuur
of een snuisterij bij een anti
quair. In mijn geval was het
een verhaal. Het stond, arm t»
arm met nog een stuk of wat
lotgenoten, bescheiden opgebor
gen in een oxiderxoetse band in
het uiterste hoekje van een boe
kenplank. En die plank school
weer weg in het halfdonker van
een weinig betreden zijgang in
een donkere provinciale biblio
theek.
Ik mocht er graag op mijn
gemak rondneuzen, ver van de
ietwat luidruchtige toonbank in
de voorzaal, waar de boeken,
die iederéén las, de bestsellers
en de bestuitleners met gretig
heid werden gesleten. Waar de
mensen zich verdrongen die
„Geeft u maar iets, het is met
een voor mijn tante" zeiden, en:
Dit was wel aardig, maar ik
had 't zó uit
In dit gangetje zei niemand
een tcoord, want het loonde de
moeite niet om er een voet voor
te verzetten. Allemaal wegge
schoven, ouderwetse, lang ver
geten titels. Misschien werd de
hele collectie wél over een jaar
of wat van de hand gedaan, zo
als men oude kerkhoven bij ge
deelten opruimt. En daar, onbe
roerd sinds jaren, stond de bun
del, die ik nieuxosgierig open
sloeg. ,J)ream days" wie had
er jaren geleden zijn verdroom
de dagen zo precieus te boek
gesteldf Want de verfijndheid,
die bijna gefluisterde, breekba
re verrukking bleek reeds uit
de titels der verhalenMutabile
Semper, Its walls were of jas
per. The reluctant dragon
Die draak vooral, die onwillige,
trage, tegenstribbelende draak
boeide mij bovenmate, en eer ik
het wist stond ik tegen een
schot geleund, volkomen alle
tijd en plaats vergeten, en liet
my maar al te gewillig meedrij
ven op de klank van die von
kend spotzieke, brillant vertel
lende stem. Een stem, die de in
telligentie en de weemoedige
humor van de volwassene zo
ongemeen v rrnuftig paarde aan
de om niets verbaasde argeloos
heid van een kleine jongen
Het moet een slapende voet
zijn geweest die mij terugriep
tot wat onze Oosterburen de
grauwe alledaagsheid plegen te
noemen. In dit geval wel dubbel
grauw door het snel wegkrim
pend winterlicht. Ik klemde de
dagdromen onder mijn arm en
liet ze, o botte belediging, door
een nijdig stempél vóór vter we
ken aan mijn verrukte hoedé
toevertrouwen. En, thuisgeko
men, wierp ik mij op het door
graven van dit schatgewelf als
een egyptoloog op een pas
Gelieve de
draak te
sparen
blootgelegde grafkamer. Wie
lag hier een zo subtiel waarne
mer en meesterlijk verteller,
sinds jaar en dag onder het stof
der achteloosheid begraven f
Kenneth Grahame, zet het ti
telblad, maar het schutblad
bracht mij nog meer in verba
zing: First published, Decem
ber 1898. Dit moest werkelijk
een drukfout zijn, of een won
derlijke speling van de artistie
ke natuur. Want wie schreef op
het eind der vorige eeuw een zo
doorzichtig, wél gebalanceerd
en subtiel-ironisch proza f Wie
wist zo meesterlijk de gevoe
lens en gedragingen van een
stel kinderen, lijnrecht tegen de
heersende opvattingen in, weer
te geven om daarmee tot een
verrukkelijke poëtische parodie
van de xoereld der volwassenen
te komen f
Dit was geen boek om uitge
leend te krijgen, maar om te
bezitten. Ik rustte niet voor ik
de jongste editie, een kwart
eeuw ouder dan de eerste, met
verfijnd primitieve aquarellen
verlucht, had opgespoord. En
sindsdien werd ,JDream days",
fraai gebonden en gedrukt,
mijn troost en toeverlaat voor
verregende dagen of mistroos
tige uren, en ontelbare malen
las en genoot ik dat vrecieus
juweel: The reluctant dragon.
Want om te beginnen was de
vertelling op zichzelf al zo kos
telijk gevonden: de laatst over
geblevene der beruchte draken,
door een aardverschuiving in
geklemd, weet zich na jaren te
bevrijden door zich naar de op
pervlakte twrikken, en ligt
eindelijk voor een hol in de
Downs van het prachtig uit
zicht te genieten. Een verlegen,
artistiek, maar bar gemakzuch
tig heerschap van een draak,
die sonnetten dicht in plaats
van vuur te spuwen en jonk
vrouwen te bewaken. Die ge
noeglijk vriendschap sluit met-
de Jongen, en dan door een
goklustige, kwaadsprekende
dorpsbevolking wordt gedwon
gen tot een schitterend spiegel
gevecht met Sint Joris, waaruit
hij weliswaar in schijn gesto
ken, maar ongedeerd herrezen
als welbespraakt tafelredenaar
te voorschijn komt Dit alles
zou 'n ongepolijste diamant ge
bleven zijn, als de stijl er niet,
met meesterlijke verfijning,
met flitsende scherpte en eèn
geestige dialoog een kostelijk
kleinood van geslepen had.
Want by een vertelling gaat
niet het gebeuren voorop, maar
de wijze van mededeling. Dat
gebeuren is secundair, de taal is
primair en daarom moet men
een vertelling lezen, nog liever:
horen maar nooit of te nim
mer zien.
En dat ongeluk is nu juist
geschied, na al die jaren be
schermende vergetelheid heeft
hoe kan het anders Walt
Disney de gemakzuchtige
draak opnieuw uitgegraven en
hem tot de held van een teken
film gemaakt. O zeker, het zal
wel met de nodige vakkundige
routine, met kleurig vernuft en
gepolijste koddigheid gedaan
zijn. Maar ik vrees dat de glim
lachende ironie weer tot een ge.
forceerde burleske ia verwron
gen, dat er van de fijne hekeling
der menselijke zwakheden wei
nig is overgebleven, en dat de
verrukkelijke gedempte achte
loosheid van de vertellende
stem totaal is overstemd door
de geluidsband. Nee, ik zal toch
maar liever niet gaan kijken
Het gezélschap van de echte
draak, van de Jongen en Sint
Joris, in een vakkundig dispuut
over de spelregels van het
draaksteke verdiept, is mij wél
zo liefen wat vüurspuwen
betreft (antxvoordde de draak
vertrouwelijk hef is verbazend
hoe licht je dat verleert, maar
ik zal er mijn uiterste best joor
doen. Goeienavond!" SASKIA.
wol, voorbestemd om ons straks te
helpen met het productief maken van
onze lange avonden. Bent u al ge
zwicht voor de verleiding, en heeft u
al wat brei-materiaal ingeslagen?
Dan kunt u mits u een ervaren
breister bent. die zonder patroon
werkt! bovenstaande jasjes nama
ken met de prettige gedachte, dat
het resultaat iets exclusiefs zal zijn.
Linksboven staat een jasje afgebeeld,
dat uit een der Parijse mode-salons
stamt. Het is champagne-kleurig, met
zwarte en groene strepen, en een
zwarte pas, welke met twee zwarte
knopen sluit. Geen gemakkelijk werk
stuk. maar een heel apart modelletje,
dat zowel op een rok als bij een pan
talon gedragen kan worden.
Voor het tweede jasje verwisselen
we de breipennen voor een haaknaald,
want dit loshangende jasje is geheel
uit haakwerk vervaardigd. Aan de
zijkanten en in beide mouwen bevindt
zich een split. Een opgeborduurde
rand in contrasterende tint accentu
eert de eenvoud van dit Amerikaanse
modelletje.
De tweede plaat >s niet bedoeld als
brei-voorbeeld. maar wil slechts laten
zien. hoe een Amerikaanse ontwerper
het kleurrijke, elegante costuum van
de Spaanse stierenvechter tot voor
beeld nam voor een modern huisge
waad. De pantalon is zwart en de
blouse knalrood. Wat de mouwversie,
ringen betreft: die zijn zó bevestigd,
dat ze gemakkelijk verwijderd kunnen
worden, wanneer ze de draagster be
ginnen te vervelen
Eind September jaarlijkse
Damesbeurs in Den Haag
De jaarlijkse Damesbeurs van de
Dameskroniek (de 72e sinds de op
richting) wordt dit jaar van 28 Sep
tember tot en met 8 October in Den
Haag gehouden in de Houtrusthallen.
Een der attracties van deze beurs,
welke in de loop der jaren een begrip
is geworden, wordt gevormd door de
nationale kamnioenswedstrrjden jn
machineschryven, welke op Zaterdag
ochtend 25 September in de Hout
rusthallen worden gehouden. Zowel
vrouwelijke als mannelijke typisten
kunnen aan deze wedstrijden deelne
men.
Voorts zal. in tegenstelling tot vo
rige jaren, dit jaar de verkoop in de
verschillende stands van de beurs ook
in de avonduren toegestaan zijn.
Een opvallend verschijnsel bij de nieu
we herfstmode zijn de vele draperieën,
welke de aansluitende japonnen kregen:
draperieën, lopend van de rechter-schou-
der naar de linker-heup. Zelfs brengen
sommige ontwerpers draperieën aan. die
van de rechter-schouder via de linkerheup
naar de zoom toe lopen.
Gouden bies maakt uw pannen duurder
Wist u, dat er nojr alttfd emaille-
theepotjeg worden gemaakt, van die
gezellige witte gevalletjes met een
kleurig bloemetje op hun ronde buik
jes We ontdekten ®e in een emaille-
fabriek, welke we onlangs bezochten.
Ze worden echter gewoonlijk niet
meer als theepotjes gebruikt, maar
alsbidpotjes in Mohammedaan
se moskeeën. Naar Mohammedaanse
landen worden ze dan ook b(j hon
derdtallen uitgevoerd.
In die fabriek deden we nog veel
meer ontdekkingen. Er werden hele
series petroleumstellen gemaakt, als
of er in Nederland nog van geen gas
of electriciteit sprake was. Die petro
leumstellen gaan naar Armenië. Daar
worden ze door nomaden in hun ten
ten gebruikt als kooktoestellen, voor
verwarming envoor verlichting.
Er stonden ook stapels nachtpotjes,
met als opschrift „vuurvast". Ze
gaan naar tropische oerwouden, waar
inboorlingen er hun eten in koken...
Verder zagen we ronde kommetjes in
foeilelijke, schrille kleuren, die alle
maal door elkaar gelopen schenen.
De negers vinden ze echter zó mooi,
dat ze ze als dekschalen gebruiken.
Er waren ook witte schalen, zo groot
dat een baby van tien maanden er
gemakkelijk in gebaad zou kunnen
worden. Ze gaan naar Zuid-Amerika
en worden daar gebruikt als vergaar
bakken voor koffie- en cacaobonen.
Acht-en-dertig procent van onze
emaille-productie wordt uitgevoerd.
De rest komt in onze huizen terecht
en voornamelijk in onze keukens.
Het kopen van emaille Is een
kwestie van vertrouwen. De
kwaliteit is niet slechts afhan
kelijk van de zwaarte, maar
vooral yan de verbinding van
het emaille met de staalplaat, en
verder van de vormgeving en de
kosten van het eindproduct.
Iedere pan begint zijn bestaan als
een deeltje van een matelen plaat
van tot 2 mm dikte. Uit die plaat
worden rondjes gedrukt zoals een
huisvrouw rondjes drukt uit een laag
koekdeeg. Zo'n rondje wordt tegen de
bodem van een pers geklemd die de
vorm heeft van het te maken pan
ne tjeen die snel ronddraait. Onder
di' ronddraaien vormt een arbeider
het pannetje door het met een stuk
metaal om de vorm te drukken, zoals
een pottenbakker het leem om een
vorm drukt. Dit persen wort enige
malen herhaald tot de eindvorm Is
bereikt. Het pannetje wordt onder
tussen een paar maal gecontroleerd
en gegloeid, rand en oren worden er
aan gelast, en tot slot wordt het
„gericht", hetgeen o.m. wil zeggen,
dat de bodem effen wordt gemaakt.
Als het stalen pannetje Klaar is.
wordt het eerst ontvet, schoonge
maakt, gebeitst, gebrand tot het
dofzwart is. Daarna doopt een arbei
der het in de lichtblauwe grond-
emaille en slingert het zo lang rond
tot er geen plekje zwart meer te be
kennen is.
Iedere pan wordt twee keer over-
geëmailleerd en gebakken. Tenslotte
wordt het gouden biesje aangebracht.
En dat gouden biesje is een duur
biesje! In de eerste plaats moet een
arbeider het er met de hand op pen
selen.
Hij zet het pannetje hiertoe op een
draaischijf, laat zijn hand op een ta
fel rusten en drukt een penseel met
goud-emaille tegen de pan. Het
vraagt vakmanschap om het biesje
overal even smal te houden. En de
pan moet om dat simpele biesje nog
eens geheel worden overgebrand.
Dat biesje maakt uw keukengerei
dan ook beslist duurder!