DE MOEILIJKE WE6
C
Bacterievrij voedsel en verdere
zegeningen van nieuwe wereld
D
SCHEEPSTIMMERMAN IN VRIJE
TIJD... SCHEEPSBOUWER!
KROONGETUIGE WEIGERT DE
EED AF TE LEGGEN
VACANTIE-RECREATIE-
WERKKAMP OP „DE HORST"
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1954
TRIESTE CULINAIRE TOEKOMST.
Twafelachtige experimenten
met radio-actieve stralen
(Van onze correspondtn te New York.)
NEW YORK. Dames, wy staan op het punt een tipje op te lichten
van de culinaire toekomst onzer maatschappij van de fornuisloze keuken,
het bacterievrije voedsel en de verdere zegeningen van een nieuwe we
reld, op welker drempel wjj aldus zeggen wetenschappelijke mannen
ons thans bevinden.
Om u dit voorproefje te kunnen bieden, waren wij heden ge kunt
het zo letterlijk nemen als ge wilt proefkonijn bij een experimentele
maaltyd, gekookt door ernstige heren in witte jassen, professoren wier
taak het o.a. schijnt te zijn ons stervelingen tot onsterfelyken te maken,
subsidiair te voorkomen, dat de mensheid ooit door voedsel-vergiftiging
de kraaienmars zou moeten blazen.
Dies hebben wij, als hoofdschotel
een bedaagde bal gehakt verorberd.
Een 42 dagen oude gehaktbal. Wij
wisten dit. Toen de nauwelijks aan
trekkelijk geknede brok potentieel
voedsel, in een cellophanen zakje,
rauw werd voorgebracht, zochten
wij naar maden. Maar het gehakt
lag stil en onbeweeglijk. Het was
„gepasteuriseerd"
Amerika's technisch genie had
het op een lopende band gelegd, die
het langs een bestralingsapparaat
had gevoeld, dat vlees en vet
42 dagen geleden met radio-ac
tieve stralen had „gebombardeerd",
do or ROBERT KIEK
Aldus mijn wetenschappelijke zegs
man. „Daardoor zijn de alom-te-
genwoordige bacteriën gedood, zo
als een kogel hagel een heel regi
ment kan vellen", was de verdere
uitleg.
Geen enthousiasme.
Wij knikten instemmend, zij het
zonder enthousiasme. Wij hebben n.l.
heel prettige herinneringen aan bal
len gehakt-met-bacteriën. Gewone,
zoals u ze ook thuis maakt. Maar
dit was niet de plaats om hiervan
te gewagen. Wij spraken dus ern
stig en belangstellend met onze wit-
gejaste gastheren. Eerlijk gezegd,
als gasten, hunkerden wij naar het
geen men ter inleiding van derge
lijke feestmaaltijden kan verwach
ten een milde alcoholische op
wekking, die de conversatie doet
sprankelen en het bekende spreek
woord van de gezelligheid en de
tijd hielp ontstaan.
Edoch. In plaats van een borrel
meldde zich, iets te militair, een
hagelwitte dame, met een vogelkooi
achtig instrument, dat zij zonder
zich zelfs voor te stellen voor
het algemeen territoir tussen onze
slokdarm en embonpoint hield. Ken
nelijk een geiger-teller. Maar er tik
te niets. Dat zei ze ook. Onze aan
staande tafelheer scheen dat een
goed teken te achten. „U bent niet
radio-actief", zei hij. Wij beaamden,
dit ook allerminst verwacht te heb
ben. Er was daarop een lange pau
ze in onze conversatie.
Toen werd de bal gehakt opge
bracht. Ge kent de maitre d'hotel-
techniek. om m?t een zwier een nog
groene kreeft, waarvan de scharen
nog flauwtjes bewegen te presente
ren. De cliënt zegt dan: „Ja dat
's een mooie grote". De maitre d'ho-
tel glimlacht wijs, zendt de kreeft
naar de keuken en zet een fiks be
drag voor „salon grandeur" op de
rekening.
De bal gehakt kwam zwierloos.
In een cellophanen zakje. En werd
daarna in een electrischë bakpan
gebakken. Die pan was even een
onderwerp van conversatie. „For
nuizen". zeiden de wit jassen, „zijn
ondingen. Nemen plaats in. Stof
nesten. Heeft u wel eens een oven
schoongemaakt?" (Antwoord, ja.
in een voor de vacantie gehuurd
huisie en sedertdien hebben wij de
voorkeur gegeven aan hotels. In
dien electrische bak- en braadpan
nen. een electrische braadspit in
derdaad tot de uitrusting van de
keuken van de toekomst behoren,
zullen wil dus ook weer aan een va-
cantiéhuisje kunnen denken).
Aan tafel
Daarop gingen wij aan tafel. Ge
hakt werd geserveerd. Doch ook de
melk, die er bij werd ingeschonken
was gepasteuriseerd ongeveer
een week geleden en toen ver
pakt en met in een ijskast gezet.
Ondanks de hittegolf waarin wij
hier leven. De melk smaakte dan
eerder naar knoflook, maar niet
écht zuur. De ogen van onze gast
heer straalden. „De vitaminen zijn
door dit proces onaangetast geble
ven", zei hij monter. Wij hadden
melk, geen knoflook verwacht en
konden even het juiste woord niet
vinden.
De aardappelen, die werden opge
diend. hadden tot de oogst van '52
behoord. Radio-actieve bestraling
had 't „spruiten" voorkomen („Be
seft men wat dit voor de aardappel
boeren betekent?", zei iemand).
Ons inziens had men de gehele
aardappel moeten voorkomen. Wes
halve wij. hongerig, naar de gepas
teuriseerde boter grepen, om het
kersvers vier maanden geleden in
geblikte brood mee te besmeren.
„Wetenschappelijk is de boter per
fect". kondigde onze tafelheer aan.
En vist u, dat pasteurisatïe ons in
staat stelt een sinaasappel, die in
1953 nog een kleureffect aan een
Californische boom had veroor
zaakt, vandaag met schimmel-loze
schil ter tafel te brengen?"
De boter was welensehauoelijk
zonder vrees of blaam. Maar bij het
eerste contact flitste ons verhemel
te het opschrift „ranzig" naar onze
hersenen. Het werd moeilijk de
boer-met-kiespijn trek om onze
mond de plooi van een lach te ge
ven. Buurman merkte het. ..Deze
boter is meer dan gepasteuriseerd.
Zij is gesteriliseerd of-te-wel
langdurig bes^aalt. Alle bacteriën
zijn dood", zei hij.
Wij begrepen toen, dat er voor de
culinaire toekomst door ons verhe
melte een offer moet worden ge
bracht. Is dat nu zo'n ramp tegen
over de zekerheid bacterieloze, doch
met vitaminen volgepropte doperw
ten, gesteriliseerde melk en van el
ke potentiële smet bevrijde groen-
tensoep voorgezet te krijgen?
„Dit is de toekomst", zei onze ta
felheer, vol enthousiasme. Dit maak
te ons wat stil. Want wij houden
van rood vlees, dat niet smaakt als
door een gehaktmolen gehaalde
boombast of aan een electrisch spit
gebraden bordpapier
Wij hebben de schimmelloze si
naasappelschil bewonderd, maar
verder niet aangetast.
Afzakkertje met bacillen.
Een mede-proefkonijn slaakte een
verzuchting over een afzakkertje,'
desnoods vol met bacillen en bacte
riën. Maar bij wijze van afsluiting
van het experiment kwam de witte
met de geiger-teller weer op de-
proppen, en leverde ons het wette
lijk en overtuigend bewijs, dat wij
ondanks de genasteuriseerde bal ge
hakt en de gesteriliseerde boter niet
radio-actief waren. „De smaak", er
kende mijn tafelheer, „is inderdaad
nog niet in ieder opzicht perfect
(wij wierpen hem een blik vol af
grijzen toe) maar dat probleem
krijgen wij nog wel onder de knie".
„Gesteriliseerde knie", corrigeer
den wij.
Bij het vertrek kregen wij nog een
pakket vakliteratuur mee. Ordelijk
als wy zijn, hebben wij het in ae
eerste straatprullemand laten val
len. Vooral tóen een actueel wonder
van onze hedendaagse maatschap
pij aan ons voorbij trok een mo
biele bakkerij. De vrachtwagen ver
laat zijn garage, des ochtends vroeg
vol met deeg. Terwijl de chauffeur
de rondgang begint, zorgt de bak
ker, achter in de auto. er voor, dat
broden en broodjes ovenklaar zijn.
Tinkelend met bellen, als een ijs-
karretje. trekt de „Travel-Bake"
door de stad. Huismoeders komen
aangerend en drukken hun neuzen
tegen de glazen wand van de gepar
keerde auto om de bakker te zien.
Wij observeerden (het was 4,30
uur in de namiddag) dat een van
's bakkers nagels niet meer hagel
wit was. Wat ons deed denken aan
bacteriën en bombardementen en
vers brood van zes weken geleden.
Wij vroegen de baas van het be-
Oost-Duitsland wèl
Hulp uit V.S. aanvaard
Oost-Duitsland heeft het Ameri
kaanse aanbod aanvaard tot beschik
baarstelling van voedsel voor de
slachtoffers van de jongste overstro
mingen. Dit is gisteren meegedeeld
door een woordvoerder van de Ame
rikaanse hoge commissie in Bonn.
Het Witte Huis heeft medegedeeld,
dat president Eisenhower verheugd
is over deze aanvaarding.
Een woordvoerder deelde mede, dat
functionarissen van de liga van Ro
de Kruisverenigingen zich in verbin
ding stellen met Oostduitse vertegen
woordigers om regelingen te treffen
voor de voedselverzending.
Eisenhower heeft ook Hongarije en
Tsjecho-Slowakije levensmiddelen
aangeboden. Van deze landen is tot
dusver nog geen antwoord ontvan
gen.
Frans debat over
E.V.G. op 24 Aug.
De Franse nationale vergadering
heeft besloten met het debat over
het Europese leger op 24 Augustus
te beginnen.
„ALLEEN MAAR EEN DROOM"
Vreem gedrag in rechtszaal
„Ik heb het gehele geval gedroomd. Ik kan onmogelijk de eed afleggen".
Dit zeide gisteren tot grote verwondering van de leden der strafkamer van
de Amsterdamse rechtbank, van de officier van justitie en van de raads
man, de kroon-getuige in een strafzaak ten aanzien van zijn voor verdach
te zeer bezwarende verklaring, die hij onder ede had afgelegd voor de rech-
ter-commissaris.
„U begrypt, dat de rechtbank dit niet neemt", zo zei de president mr. A.
de Ridder van der Does de Bye, „of U zult de eed moeten afleggen, of U
zult onmiddellijk worden gegijzeld".
„Ik kan geen eed afleggen, want ik
heb het gehele geval gedroomd", zo
hield de getuige, de ongeveer 55-ja-
rige bloemenhandelaar J. F. van de
K. uit Amsterdam vol. Op verzoek
van de verdediger van verdachte, mr.
F. O. J. Sickinghe, werd de zaak eni.
ge ogenblikken geschorst, opdat de
advocaat zich over de zaak kon bera
den.
De 52-jarige werkster E. M. L. uit
Amsterdam stond terecht, omdat
Stemmen uit de Kerken.
(Slot van i
g. 3)
Maar wanneer wij U vandaag mee
nemen naar Hydepark, (waarvan ook
reeds verscheidene Zeeuwen hebben
gebruik gemaakt) is het niet zo
zeer om al die kamperende vacantie-
gangers te doen, maar om een stel
mensen, een kleine veertig, vrouwen
en mannen, die op dit terrein druk
aan het werk zijn. ïn deze groep
kende mensen hoort ge geen Ne
lands, maar Engels en Duits. Ze zijn
Neder-
Ze zijn
bezig om middenop dit terrein een
openlucht-theater te bouwen. Dat
zijn de mensen van het internationa
le werkkamp, dat op De Horst is ge
legerd en hier zijn werkgelegenheid
drijf naar de hygiëne en de volks
gezondheid. Hij haalde zijn schou
ders op, gaf een wélsprekend hand
gebaar dat duidelijk impliceerde:
„wij bakken alleen hygiënisch" en
zei toen: „mijn klanten kunnen zich
overtuigen, dat het vers spul is, dat
wij bakken. Ik verkoop meer brood
in deze ene auto dan in elk van
mi,jn zes zaken".
Wij hebben toen maar het risico
van een niet radio-actief-gebombar-
deerd broodje genomen.
Wat smaakte dat na het gehakt,
de melk, de boter en de aanblik
van de schimmelloze schil.
Wii gaan vermoedelijk niet met
onze tijd mee.
De fraaie hoogaars „Arnemuiden
4" op deze foto is vervaardigd door
de heer C. J. Bliek, een 40-jarige
Arnemuidse scheepstimmerman, die
niet alleen overdag aan „grote"
schepen werkt, maar ook 's avonds
nog zijn grootste liefhebberij vindt in
het bouwen van scheepjes op ver
kleinde schaal.
Dit op zichzelf is reeds een fraaie
prestatie, maar er zijn in Zeeland
wel meer scheepsmodelbouwers. Het
bijzondere van dit vaartuigje is, dat
het aangekocht is door het bekende
Rijksmuseum voor Volkenkunde „Het
Openlucht-museum" in Arnhem,
waar het gevoegd zal worden bij de
collectie andere vissersschepen, die
men daar reeds bezit.
De „Arnemuiden 4" meet van boeg
tot achtersteven één meter, de romp
is van eikenhout, de bodem van ie
penhout, de masten en het dek van
grenenhout; de schaal is 1 op 10. De
bouwer heeft er 400 werkuren aan
Vertegenwoordigers van het Open
luchtmuseum ontdekten het scheep
je in een étalage van een Middelburg
se zaak, Zij waren er onmiddellyk en
thousiast over.
De heer Bliek is reeds 26 jaar
scheepstimmerman, maar eerst enke
le jaren geleden begon hy met model
bouwen. De „Arn. 4" is zijn derde. In
de schuur achter zijn woning aan de
Arnemuidse Langstraat groeit in
middels het vierde reeds weer in de
„bouwstoel"; de romp vordert al.
Het bouwen gaat gepaard met het ge
bruik van enkele eenvoudige hulp
middelen, De heer Bliek heeft slechts
enkele mallen; „de rest", zo zegt hij,
„is zichtwerk, wat vaardigheid en
een beetje „uitdokteren".
vindt. In de weken die dit kamp zal
duren, moet het openlucht-theater
klaar zyn.
Die internationale kerkelijke werk
kampen zijn ook al een verschijning
van na de oorlog. Ze gaan uit van de
Wereldraad der Kerken. Toen in
1945 in zoveel landen de boel volko
men kapot lag, is er, in landen die
niet of weinig door de oorlog geleden
hadden, bij mannen en vrouwen, bij
ouderen en jongeren, de begeerte op.
gekomen om in deze nood enigszins
te helpen en nu eens niet met een
gift in geld, klein of groot, maar door
zelf dc handen uit de mouwen te ste
ken en practische arbeid te verrich
ten voor het opbouwwerk en om daar
aan zijn vacantie te besteden. Het is
een prachtige gedachte geweest. Door
de Wereldraad der Kerken is toen
leiding gegeven aan dit verlangen en
zo zijn de internationale werkkam
pen ontstaan, waar praetisch ge
werkt wordt aan een bepaald doel,
dat wel niet direct kerkelijk behoeft
te zyn, maar toch in ieder geval zij
delings met het kerkewerk in ver
binding staat. Zo is er nu al enige
jaren gewerkt aan de opbouw van
Agapè, het centrum van de Walden
zen in de Italiaanse Alpen.
Het is bedoeld als een confe.
rentieoord en recreatiecentrum voor
zomer en winter. Zo zijn werk
kampen ingezet voor de vluch
telingen uit de Oost-zóne van Duits
land. Zo zijn er kampen in België en
Frankrijk georganiseerd. En zo is er
nu ook al enige jaren een werkkamp
dat zijn arbeid vindt op Hydepark.
Het is hier het omgekeerde van de
torenbouw van Babel. Daar gingen
de mensen die bezig waren met een
enorm werkobject, uit elkaar, om
dat 7.\\ eikaars taal niet meer ver
stonden. Hier komen mensen bijeen
van allerlei tong. Zy zoeken te samen
een werkobject, juist om elkaar weer
beter te leren verstaan. Dat werken
is wel een belangrijk element in deze
kampen en een behoorlijk aantal
uren wordt daaraan besteed, maar
men maakt er toch geen volledige
werkdag van, al moet het werkobject
dan ook klaar komen. Het belang,
rijkste element van deze kampen is
dat men elkaar leert verstaan en be
grip voor eikaars gedachten krygt.
Behalve dat de avond vrij is, wordt
een gedeelte van de tijd bewaard
voor lezingen en besprekingen, terwijl
bovendien gezamenlijk enkele excur
sies worden gemaakt.
Zo zijn daar dan op De Horst bij
een een aantal mannen en vrouwen,
boven de twintig (deze leeftijd is als
benedenste grens gesteld) uit België
en Zwitserland, en O.- en W. Duits
land, uit Engeland en Amerika. Zelfs
is er een Portugees bij en een neger
ergens uit Afrika. Er zyn kampen ge-
Wie hem bezig ziet, krijgt de in
druk, dat het bouwen van zulk een
model kinderspel is. „De eerste keer
was het erg moeilijk", zegt de
scheepstimmerman, „daarna oen, toen
ging het vanzelfMaar intussen
is hij er niet weinig trots op, dat één
van zijn scheppingen straks in het
Arnhemse Openluchtmuseum zal
prijken!
(Foto P.Z.C.).
haar ten laste was gelegd diefstal
van f 350.eigendom van een buf
fetjuffrouw, in een der vele café's
aan de Nieuwendyk. Het geld was
verdwenen uit een lade van een lin
nenkast en alleen de werkster was in
de kamer geweest.
De kroongetuige Van de K. had
voor de rechter-commissaris ver
klaard, dat verdachte, waarmee hy
feruime tijd samenwoonde, hem een
edrag van ruim f 200.had laten
zien, met de mededeling dat zij dit
ergens in Amsterdam had gevonden
en dat het afkomstig was van een
Duitser, die inmiddels was vertrok
ken.
Gistermiddag zei hij, dit gedroomd
te hebben.
Toen verdachte na veel gepraat ein
delijk had toegestemd in net niet ho
ren van de kroongetuige, vroeg de
officier van justitie mr. W. K. Baron
Van Dedem drie maanden met aftrek
van de preventieve hechtenis, die vrij
wel gelijk is aan drie maanden.
De verdediger achtte het bewijs in
het geheel niet geleverd. Wegens de
zwakke getuigenverklaringen, die hij
stuk voor stuk ontzenuwde. Uit
spraak 20 Augustus.
Werkgeversbijdragen in
bouw- en spaarfondsen
Op vragen van het Tweede Kamer
lid de heer De Kort of werkgeversbij
dragen in bouw- en spaarfondsen als
belasting- en premieplichtig loon zijn
te beschouwen, hebben de staatsse
cretarissen van sociale zaken en van
financiën geantwoord, dat naar
hun oordeel werkgevers-bijdragen in
bouw- en spaarfondsen, waarin arbei
ders rechtens aanspraak hebben, te
beschouwen zijn als belastingplichtig
en premieplichtig loon.
Niettemin vragen zij zich af of het
wenselijk is om stortingen als de on
derhavige voor de berekening van de
premie voor de sociale verzekerings
wetten wel, doch voor de vaststelling
van de uitkeringen niet als loon te
beschouwen, en of niet aldus een op
lossing zou kunnen worden gevonden,
dat ook bij bepaalde uitkeringen met
deze stortingen rekening wordt ge
houden. doch het deel van de uitke
ring, dat correspondeert met deze
stortingen, ten bate van het fonds
wordt gebracht.
Dit vraagstuk zal om advies aan
de sociale verzekeringsraad worden
voorgelegd.
Brits verzoek aan India
Engeland heeft India verzocht geen
geweld fce gebruiken of maatregelen
te nemen, die tot geweld leiden by de
oplossing van het geschil met Portu
gal over Goa,
weest waar de bevolking uit een nog
groter aantal landen was samen ge
steld. De practiik heeft uitgewezen
dat het mee maken van zulk een
kamp een grote geestelijke verrij
king betekent. Dat kan ook haast
niet anders.
Maar nu moeten we nog even te
rug komen op het recreatie-centrum
Hydepark. Wanneer er dit jaar een
openlucht-theater wordt gebouwd,
wijst dit in een bepaalde richting.
Daarmee is men natuurlyk van plan
iets te doen. Wanneer de Hervormde
Kerk zich begeeft op het terrein van
de recreatie, is het vanzelfsprekend
dat zij dit doet als Kerk en dat zy zal
trachten daar geestelijk vormend te
werken. Hiervoor zyn enkele wika's
ingeschakeld.
Voor zover my bekend, is er van
uit Zeeland tot nu toe weinig be
langstelling voor deze internationale
werkkampen geweest. Dat is jam
mer. Het seizoen voor dit jaar is wel
voorbij, maar men zegt wel eens dat
er direct na een vacantie al weer
plannen worden gemaakt voor een
volgende. Het zou toch wel eens goed
zyn om de mogelijkheid te overwe_
gen of die volgende niet kan worden
besteed aan een internationaal ker
kelijk werkkamp. H.
FcUILLCIUN
De laatste weken was Shirley Peg
gy's uitverkorene, als het er oo aan
kwam, iets te „lenen" en tot Shirley,
veeleer dan tot Jill, wendden zich de
tweelingen als ze samen eens uit, b.v.
naar de bioscoop wilden of wat later
opblijven. Dikwijls als Jill hun iets
weigerde, antwoordden ze op een toon,
die Jill buiten zichzelf kon brengen:
„Shirley heeft het goed gevonden" zo
dat de oudere zuster er woedend maar
machteloos tegenover stond.
Intussen gebood de eerlijkheid haar
te erkennen, dat Shirley ook vele be
wonderenswaardige eigenschappen
bezat. Jill had haar nog nooit in een
minder prettige bui gezien en wat het
huis aan netheid had ingeboet, had
het aan opgewekte sfeer ruimschoots
gewonnen. Ook was er geen twijfel
aan, dat zij haar echtgenoot hartelijk
liefhad en oprechte genegenheid koes
terde voor haar nieuwe familie, de
oudste stiefdochter dan wellicht uit
gezonderd!
Van haar kant verheugde Jill zich
zeer, dat 't huwelijk zo goed geslaagd
was en haar vader zo gelukkig scheen,
al verbaasde ze zich dikwijls over zyn
gedrag. Zo bijvoorbeeld toen ze by
haar thuiskomst op een mooie Mei
avond hem met Shirley zag tennissen
tegen Peggy en Jack Morgan. Ze wist
maar al te goed, dat hy sinds het over
lijden van haar moeder nooit meer zyn
tenniskleren had gedragen en veron
derstelde, dat Shirley en Peggy ze uit
het bergkamertje op zolder hadden
gehaald, waar zij, Jill ze had opgebor
gen toen het huis geheel onder handen
werd genomen.
Zodra hij zijn oudste dochter zag,
drong hij er op aa.i, dat ze zich zou
verkleden en dan zyn plaats innemen.
„Ik geloof, dat ik buiten adem ben",
klaagde hij al hygend. „We hebben
nog maar kort gespeeld en ik puf als
een locomotief".
„Hij doet het nog heel goed, niet
waar Shirley?" lachte Peggy, waarop
Shirley grinnikend antwoordde, dat hij
het nog Beter zou doen als hy wat van
zijn overbodige vet was kwijtgeraakt.
Welke opmerking meneer Lockwood
aanleiding gaf, schertsend een uitval
met zijn racket te doen, precies alsof
hy niet vijf en veertig, maar Vijf en
twintig was.
Jill deelde in het algemene gelach,
maar soms kwam het haar toch voor,
dat haar vader zyn verjongingskuur
tioor BARBARA STANTON
overdreef. En terwijl ze het spel stond
gade te slaan, herinnerde ze zich, hoe
hij de vorige zomer aanmerking had
gemaakt op Peggy's temuscostuum.
Terwijl hij nu dat van Shirley...
„Maai- ja", dacht ze in haar streven
naar objectiviteit, als het huwelijk je
zo jong kon maken, was er van zyn
standpunt veel voor te zeggen".
Jill was hevig teleurgesteld toen me
neer Margrave haar circa half Juni
mededeelde, dat de volgende Maandag
zijn gewone secretaresse zou terug
keren en hy dus haar tijdelijke plaats
vervangster niet langer nodig had...
Hij zei het in de meest hoffelijke vorm,
maar Jill vermoedde, dat aan zijn
bijna niet geloven toen ze het bedrag
van de cheque zag, die ze met alle ge
weld van hem moest aannemen en een
blos kleurde haar wangen, terwijl ze
het hoogst-loffelyke getuigschrift tik
te, dat Bij haar dicteerde. Dit docu
ment was zo geestdriftig gesteld, dat
JiU meende te moeten protesteren.
„Ik vind het verbazend aardig van
u, meneer Margreve, maar legt u het
er niet een beetje te dik op?"
„Onzin kindlief, je hebt er volko
men recht op. Voor iedereen zul je
als secretaresse onschatbaar zyn. Ik
wil je wel vertellen, dat als het iemand
anders was geweest dan Beryl Otter-
ly, die je zo prachtig en keurig hebt
vervangen, ik je gevraagd zou hebben
om te blijven. Maar Beryl's vader was
een van mijn beste vrienden. Boven
dien heeft ze meer dan vijf jaar voor
me gewerkt, dus je begrijpt, niet
waar?"
„Volkomen, meneer Margreve".
voor ze definitief afscheid namen,
nodigde mevrouw Margreve haar har
telijk uit, nog eens aan te komen en
beloofde Jill's tijdelijke „baas", dat hij
haar twee met zijn handtekening
voorziene exemplaren van het boek,
waaraan ze de laatste weken had ge
werkt, zou sturen. Eén voor haar zelf
en één voor Peggy, die eens haar zus
ter was komen afhalen, omdat, naar
ze ruiterlijk erkend had, ze graag een
bekend schrijver in persoon zou willen
ontmoeten.
Toen Jill die prachtige Juni-avond
thuiskwam, was ze enigszins onder de
indruk en haar stemming werd er niet
beter op bij de ontdekking, dat alle an
deren uit waren.
„Waar zijn de jongens?" vroeg ze
Sarah.
„Mevrouw Lockwood zei, dat ze naar
de bioscoop mochten, juffrouw", ant
woordde de blijkbaar ook niet erg
foedgemutste Sarah, op wier gezicht
uidelyk afkeuring te lezen stond...
Jill wist, dat haar vader dineerde met
een zakenvriend, terwijl Peggy een
tenniswedstrijd bijwoonde.
„Komt mevrouw Lockwood misschien
gauw thuis?" vroeg Jill verder, terwijl
ze eigenlijk niet goed wist, wat in de
gegeven omstandigheden vervelender
zou zijneen eenzame maaltijd of een
koel-beleefd gesprek met Shirley.
„Ze heeft er niets van gezegd, juf
frouw", gaf Sarah koeltjes te kennen,
„en heeft de keukenmeid ook geen in
structies gegeven. Zoiets maakt het
werk er niet gemakkelijker op en de
keukenmeid zegt..."
Jill was echter niet m de stemming
om naar de grieven en grief jes van de
dienstboden te luisteren.
,,'t Doet er niet toe, Sarah", zei ze
kortaf. „We hebben nog koua lams
vlees en sla en nemen er dan gestoof
de vruchten by".
Als bij uitzondering was Shirley tij
dig thuis en toen ze beiden aan hun
eenvoydig maal zaten, scheen ze in
een ongewoon verzoenend humeur...
Jill moest by zichzelf toegeven, dat
haar jeugdige stiefmoeder er in haar
eenvoudig blauw japonnetje jong en
knap uitzag.
„Ik hoop, dat je het goed vindt, dat
de jongens naar de bios zijn", merkte
Shirley op. „Er is een nieuwe Tarzan-
film en ik weet, hoe ze daarnaar ver
langd hebben. Aan het ontbijt hebben
ze helemaal vergeten, jouw permissie
te vragen".
„O, ja", dacht Jill verontwaardigd,
daar ze heel best begreep dat de twèe-
lingen met opzet vergeten hadden,
haar zo'n verzoek te doen, maar hard
op zei ze slechts: „O, dat is goed; ik
hoop alleen, dat ze niet te laat thuis
komen". Waarna het gesprek dermate
verflauwde, dat de stilzwijgendheid,
waarmee Sarah de sla binnenbracht,
wel moest worden opgemerkt.
„Wat scheelt haar?" vroeg Jill,
toen het m-'sje weggegaan.
„O, grote revolutie beneden", ant
woordde Shirley gedwongen lachend.
„Ik ben bang ,dat je het -iet prettig
zult vinden, maar de keukenmeid
heeft de dienst opgezegd.
„Lieve help! En waarom in vredes
naam?"
„Och het broeit al minstens een
week. Toen ik haar vanmorgen een
aanmerking maakte, was ze buiten
gewoon onbeleefd en gaf min of meer
te verstaan, dat het haar gewoonte
niet was, bevelen van onbevoegden
als mijn persoon aan te nemen: ja,
dat sinds ik het beheer van jou had
overgenomen alles hier in huls van
kwaad tot erger was gegaan. Nu, dat
mag waar zyn, maar het stond zeker
niet aan haar om dé,t te zeggen. Je
kunt je voorstellen, dat ik kookte,
maar ik wist me kalm te houden. Ik
zei, dat het me speet, dat ze niet over
myn beheer tevreden was, maar dat,
nu we toch over dit onderwerp spra
ken, ik ook wel het een en ander over
haar werk zou willen opmerken".
„En wat dan?" vroeg ze zo onbe
schaamd, dat ik haar de volle laag
gaf. Eerst was ze te onthutst om ook
maar iets te zeggen, maar ten slotte
bracht ze er hevig opgewonden uit:
„Nu mevrouw, als mijn diensten u niet
schijnen te bevallen, is 't misschien het
beste, dat ik u de dienst opzeg". Ik
zei haar, dat het me aangenaam zou
zijn... en dat is alles".
(wordt vervolgd),