Boeiend beeld van Middelburg in de 18e eeuw Belangrijke ontwikkeling bij het amateur-toneel Toon Hermans komt met „Za-Za" Letterkundige kroniek door HANS WARREN Mef ingang van 1 September a.s. Hout begeleide de kunst op haar weg door de eeuwen ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1954 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT What's in a title Knap en onderhoudend werkstuk en goed geschreven MET EEN VARIATIE OP HET gezegde „het oog wil ook wat", dat nog al eens naar aanleiding van een wèl toebereide maaltyd gebezigd wordt, zou men by boeken kunnen zeggen: „de titel zegt ook wat". De spijzen kunnen nóg zo voortreffelijk zijn, als ze worden opgediend in onaantrekkeiyke vorm en vervelend aardewerk, dan bevordert dat onze eetlust beslist niet. En zo kan een boek, enkel door zijn titel reeds, ons niet monden, terwyl van een ander de titel dermate de belangstelling kan prikkelen, dat we er dadelijk in gaan bladeren en lezen. Ja, er zijn zelfs boeken die ons alleen om de titel lief zy, boeken die we nog nooit hebben gezien. Dit is weliswaar een alge meen-menselijke eigenschap, maar natuurlyk ook een gevaariyke neiging, waaraan men, vooral als recenoent, niet mag toegeven. Deze bekentenis, zou ons waarschijnlijk niet uit de pen gevloeid zyn, als hy niet een lichte verontschuldiging inhield voor het feit, dat we de roman waarvoor wij van daag uw aandacht vragen, reeds enkele maanden lang in een stapel op de schryftafel hadden late" liggen, en wel haast helemaal onderaan. Op het saaie, groezelige omslag stond: „S. Greup-Roldanus, De humeuren in de straat der weduwen. Roman". En die paar woorden waren voldoende om het als een straf te voelen dit werk te doorworstelen, hoewel we wisten dat het In Middelburg speelde. Het is weer eens een aansporing tot objectiviteit en onbevangenheid ge weest, want uit hetgeen volgt zal blyken dat wij deze roman een knap, on derhoudend, persoonlyk en zéér goed geschreven werkstuk vinden, een boek dat ons vaak heeft vermaakt, soms ontroerd, ?n nergens, op geen en kele bladzyde verveeld Het is in zekere zin een historische roman, want hij speelt in de 18e eeuw, in de „pruikentijd", maar alle vrou wenkarakters, die mevr. Greup ons hier tekent, zijn zo algemeen geldig en van alle tijden, dat het boek als geheel een veel wijder betekenis dan van een 18de eeuws genrestuk heeft gekregen. In een stil Middelburgs straatje wo nen een aantal weduwen van allerlei slag en stand, maar merendeels in zeer goede doen. De voornaamste, de toonaangevende mevrouw ^ernarde de Montempré, is 'n nog mooie, 50-ja- rige onuitstaanbare vrouw vol inge beelde kwaaltjes en behaagzieke zelf ingenomenheid; een dame evenwel met stijl in haar uiterlijke levenshou. ding. Haar dochter in Amsterdam voorziet haar steeds van de nieuwste modetips, waardoor zy in Middelburg de toonaangevende is. De andere „juffers" zijn evenwel ook in zeer goede doen: Aletta Cooltuyn is lichtelijk hystei'isch en lichtelijk vulgair van inslag, steeds bezig haar huisdieren en haar kinderen op een toch haast liefdeloze manier te ver troetelen. Eveneens een onsympathiek schepsel. Maertje de Vlies, is een ui terst zielige figuur. In wezen is zij volkomen ongeschikt voor het hu welijk geweest, en nu worstelt zij de laatste levensjaren met geweten en eer: zij weet dat haar man elders kin deren had en wil de helft van haar aanzienlijke vermogen daarvoor re serveren, maar de schande maakt dat zy uitstelt en uitstelt om naar de nota ris te gaan tot het bijna te laat is. Haar neiging tot properheid is zo zie kelijk geworden dat zij met haar twee dienstboden hele dagen poetst en kuist in haar smetteloze huis. Een aangenaam mens is juffer De Vlies Vrijdag 13 Augustus begint Toon Hermans in Luxor te Rotterdam een nieuw programma in het ballotgenre, een tussenvorm van cabaret, revue, dans en ballet. „Het is wel een beet- Je rare datum ik heb er nu al ilamme handen van maar verle den jaar zyn wij ook in Rotterdam op de 13e gestart, zo verklaarde hij. „Voor dit ballotgenre kunnen wij geen titels gebruiken als „Zeg, weet ie nog wel?", maar om onderscheid te maken met het vorige program ma hebben wy wel naar een naam gezocht. Zo zyn we op „Zaza" gekomen, hoe, dat weten we zelf niet. Mis schien omdat we de klank ervan zo leuk vonden. We hebben wel Ter trouwen, dat het beter zal zijn dan vorig jaar en hebben er ook het in ternationale element in gebracht door enkele mensen „van over de grens" te engageren, zo verklaarde zeker niet, maar ze is toch vele malen sympathieker dan mevrouw De Mon tempré of juffer Cooltuyn. Ronduit sympathiek is echter juf fer Digna Quickel, die na een saai, voor haar van te voren uitgestippelde huwelijk, eindelyk zichzelf begint te worden in een soort tweede jeugd; haar huis, dat zy verafschuwt en waaraan zij toch gebonden is, ver nieuwt en zelfs haar deftige oudste zoon, die altyd, evenals haar man, een vreemde voor haar is gebleven, terug vindt. Er staan echter ook minder fraaie gevels in het straatje, en ook daarach ter is lief en leed. In zo'n kamerwo ning huist de kantwerkster Stijn Stryckebol, een jonge knappe, zeer verstandige vr-uw met haar vyf jarig zoontje. De vader van die jongen is in de Oost verongelukt vóór hun verbin tenis wettelijk geregeld was, en het zelfde geldt voor Styns moeder, Lau- rien. Doch als men de trouw, liefde en levensstijl van Styn eens af kon wegen tegen die van mevrouw De Montem pré, dan zou de grote dame on alle punten de min ere zijn van de een voudige kantwerkster. DE VERBINDINGSPERSOON Er zyn nog vele goed retekende figuren rondom al die vrouwen heen: dochters en zoons, dienstboden, knech ten, kindermeiden (vooral Uliana, de oude kindermeid van Aletta Cooltuyn en Aletta's dochtertje Sabine komen heel goed uit de verf), zodat we in derdaad met een heel straatje vol le vende mensen kennis maken. Op al die vrouwen en huizen met hun wel en wee verspringt telkens het het heldere zoeklicht van schrijfsters belangstelling, wat wellicht het ge heel wat onsamenhangend zou hebben gemaakt, had zy niet met grote in telligentie voor een verbindingsper soon gezorgd, die als schakel alles ste vig tesamen houdt: de oude rechtsge leerde Frangoys van loey, een der voornaamste notabelen van de stad, een indrukwekkend, zeer verstandig, ruimdenkend en humaan mens, waar voor elk ontzag heeft. Mevr. De i.ion- tempré probeert hem in haar netten te verschalken, Aletta Cooltuyn moet hem gehoorzamen inzake haar kinde ren, waarover hy voogd is, van Digna Quickel is hy de oude, hoffelijke aan bidder en tot Uliana, Laurien en Styn en haar kind staat hy in een wel zeer speciaal verband. De onthulling van dat geheim op het sterfbed van de oude Uliana vormt een dramatisch hoogtepunt in dit boek. Grote bewondering hebben wy ook voor de beheerste wjjze waarop de schrijfster de grondige kennis die zij van dit tijdvak blijkt te bezitten heeft toegepast. Elk detail is tot in klei nigheden verantwoord, zonder dat er van enig opzettelijk pronken met his torische kennis sprake is. De stijl is pittig, sterk en kleurrijk, de typering van de figuren, zoals gezegd, voortref felijk. Als klein staal ervan volgt het moment waarop Digna Quickel en haar afgemeten, stijve zoon Johannes elkaar voor het eerst als mens vinden: „De zoon was opgestaan en leek de wandeling van venster naar achter wand te hervatten. Maar bij de tafel hoek keerde hii zich naar zijn moeder en nam eerbiedig voorzichtig het tes tament uit haar handen. Johannes Quickel boog diep zijn hoofd en legde de wang tegen zijn moeders voor hoofd. Digna Quikel hield de adem in om de onmetelijke ^lijding die zij voel de niet met het minste te verstoren. Maar ondanks zichzelve hief zij, werk tuigelijk, een hand om de pruikekrul- len weg te houden, die ondragelijk langs haar neus kriebelden. Niette genstaande deze voorzorg verbrak een proestnies dit sublier»- moment van haar leven. Zy' begon opnieuw te schreien, kinderlijk dikke tranen van teleurstelling, maar toen brak stra lend haar glimlach door, want boven haar hoofd was een volstrekt onge kende gulle lach losgeschaterd". „Voor ons lijkt toegeven aan enig De „Mostra '54". De „Mostra *54", openluchttentoon stelling van hedendaagse Italiaans beeldhouwwerk in Rotterdam, ver heugt zich In een steeds stijgende be langstelling. In de afgelopen weken brachten Italiaanse autoriteiten een min of meer officieel bezoek aan de expositie. Eerst kwamen enige leden van de gemengde commissie van het Italiaans-Nederlands cultureel ac- coord onder lieding van de heer P. Ghigi, ambassadeur van Italië ver bonden aan het ministerie van bui. tenlandse zaken te Rome. Kort daar op gaf de nieuw benoemde ambassa deur van Italië in Den Haag. markies Georges Benzoni, van zijn belang- stelling blyk. Het is noodzakelijk gebleken de openluchtexpositie in het museum- park 's avonds tot zonsondergang voor bezoekers geopend te houden. De tentoonstelling duurt nog tot 26 September a.s. Tilnian Riemenscnneider: Bloedaltaar in Rothenburg. Johannes rustend op de schoot van Christus. timent niet te zijn weggelegd, moe der". (pag. 283—284). Behoeft het nog betoog, dat we thans dezelfde saaie omslag met de woorden „S. Greup-Roldanus, De humeuren in de straat der weduwen. Roman" met geheel andere ogen bekijken? We ein digen dus maar met een andere va riant: What 's in a title? Want deze roman kan u menig uur op de aller aangenaamste wijze bezig houden. Arbeiderspers, Amster- Uitgave: i- dam. De speelse /Huxe THEE-WEE De chimpansee Staat aan de zee En 't valt hem helemaal niet mee. Hij is zo ee Nzaam en zo wee. Hy heeft zo'n dorst in China-thee. Zijn arme kee Lis droeg en hee Ten niemand snapt zijn groot problee. Mhoè wordt nu zee Tot China-thee? Een dikke traan rolt naar benee. Een wreed idee Scheurt hem in twee: Zo'n zee is nog maar the in spe V ergeefs,'<vergee Fssmeekt hy: heb mee Lijzee met deze oude chimpansee! Maar thee blijft thee En zee blijft zee. Wreed ruist de zee haar eeuwig nee. Soms is 't wel vree Mdzoals 'k me Nvoel met die moede chimpansee O jee, O jee, O jee-mi-nee! Ben ik soms zélf die chimpansee Aan 't randje van de wereldzêe? Joringel. In Drenthe, Gelderland, Noord- en Zuid-Holland adviseurs benoemd (Van onze toneelmedewerker) Drie vrouwen en één man, allen met toneel-opleiding, toneelpractyk ener- varing in het scholen van amateur-toneelspelers, zullen met ingang 1 September a.s. optreden als de terste provinciale toneeladviseurs in Neder land. Daarmede wordt een belangrijke stap gedaan om de toneci-amateurs op het platteland, beter dan tot nu toe het geval kon zyn, de nodige en voorlichting te geven. Drenthe, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland zullen de provincies zyn, die van de werkzaamheden van deze voor ons land geheel nieuwe functionarissen het eerst zullen kunnen profiteren. Maar ne Ugt in de bedoeling, om, indien het werk van de provinciale toneel-adviseurs aan de verwachtingen voldoet, in het volgend jaar ook m Limburg, Noord- Brabant en Overijssel zulke functionarissen aan te stellen. Dat de Nederlandse Amateur-Toneel Unie deze plannen koesterde, konden wij geruime tijd geleden reeds mede delen; zij worden thans uitgevoerd in samenwerking met het Werkverband Katholiek Amateurtoneel. Dit is mo gelijk geworden door de financiële steun van het Rijk, van de provinciale besturen in Drenthe en Gelderland en van de provinciale Anjerfondsen in Noord- en Zuid-Holland. Men hoopt ook op steun van gemeenten; toneel verenigingen in gemeenten,dit be langrijke werk financieel steunen, krijgen belangrijke kortingen op de vergoedingen, welke aan de provincia le toneeladviseurs voor verschillende werkzaamheden moeten worden be taald. Ook geeft het lidmaatschap van Natu of WKA recht op korting. Hieruit blykt reeds, dat de provinciale toneeladviseurs hun diensten ook ver lenen aan niet bij een landelijke orga nisatie aangesloten toneelverenigin gen. De adviseurs, die in dienst zullen znn van een dezer organisaties de vier thans benoemden zyn in dienst van de NATTJ en zyn dus geen amb tenaar hebben in het bijzonder de taak, om leiding te geven aan de ver betering van het spelpeil en van de stukken-keuze. Hiertoe zullen korte vormingscursussen - >r spelers en re gisseurs worden gegeven, terwijl ook hulp wordt verleend by de keuze van een stuk en 't opzetten van een voor stelling door middel van een z.g. „raamregie", waarbinnen de vereni gingsregisseur zyn werk verricht. Grote waarde wordt ook gehecht aan de bespreking door de provinciale ad viseur van de voorstelling met spelers en regisseur. De adviseurs zullen in de provincie, waar zjj werken, wonen en daar nauw contact onderhouden met de provinciale organisaties voor maatschappelijk en cultureel werk. Bovendien zal de provinciale toneel adviseur in Gelderland qualitate qua deel uitmaken van de Toneelgroep Theater. Een commissie, waarin behalve voorzitters en secretarissen van NA TU en WKA ook zitting hebben de di- recteur van de Academie voor Drama- sussen voor de Volksuniversiteit en tische Kunst „De Toneelschol", de heer W. Ph. Pos, de directeur van de Toneelacademie te Maastricht, de heer Bernard 'erhoeven, en de toneel spelers Arend Hauer en Ton Lutz, ad viseert over de keuze van de personen en de werkwijze van de adviseurs. VERHEUGENDE KEUZE Voor wat de nu aan te stellen func tionarissen betreft lijkt het resultaat van hun advies verheugend. Drenthe (en zo mogelijk, tijdelijk ook Over ijssel) krijgt de 31-jarige Willemien Sillevis, die na enige jaren universi taire studie in de Nederlandse lette ren een Toneel-opleiding ontving, spe ciaal voor de regie. Zij war daarin de eerste leerlinge in de paedagogische richting, hetgeen voor de functie, wel ke zij thans gaat vervullen, van bete kenis is. Herman Sternheim, 38 jaar, zoon van de bekende acteur Jo Sternheim, was na zyn gymnasiumopleiding aan verschillende toneelgezelschapnen verbonden en kreeg zijn opleiding door lessen van Frits van Dijk en A. De- fresne. Sedert enige jaren heeft hij zich geheel aan het amateur-toneel gewyd. De 48-jarige Teunke Hauer, de vrouw van Arend Hauer, zal de provincie Noord-Holland voor haar rekening krijgen, zonder de grote steden na tuurlijk. Behalve de H.B.S. en een onderwijzersopleiding volgde zn ook de Toneelschool. Zij heeft o.a. bij het Centraal Toneel (Laseur) en de Ne derlandse Comedie gespeeld, doch de laatste jaren assisteerde zij haar man bij zijn scholingswerk voor de NATU en trad ook op als docente aan de NATU-toneelstudieweek. De 53-jarige Froukje de Waard, die Zuid-Holland als arbeidsterrein krijgt, kwam na drie jaar Toneelschool aan het gezelschap van Eduard Verkade, maar het huwelijk en vertrek naar Indonesië onderbrak haar toneelloop baan. Na de oorlog werd haar man, de heer Cleton, die kort geleden is overleden, administrateur bij het Rot terdams Toneel. Zij verzorgde als assistente van Ko Arnoldi toneelcur- Duitsland bracht vele grote houtsnijders voort De wereld der beeldende kunsten dreigt stilaan te worden tot het do mein ener smalle élite, waartoe enkel diegene nog toegang kan verkrij gen, die de gebezigde geheimtaal machtig is. Het moderne kunstwerk stelt vaak zo hoge eisen aan het waarnemingsvermogen van de argeloze museumbezoeker, dat deze berustend zjjn leek-zjjn aanvaardt en voortaan verder leeft in de overtuiging, dat men van hoge geestelijke kom-af moet zyn om de kunst van vandaag te verstaan. Dat is echter niet waar. Wie kunst uit vroeger eeuwen waarderen kan, heeft ook een open oog voor die van vandaag. Hij dient alleen te beseffen, dat hij die kunst van vroeger vanuit de juiste gezichtshoek moet bezien. Dat wil zeggen: hjj mag zyn waardering voor een schilderij niet laten afhangen van de be koorlijkheid van de voorstelling, althans niet uitsluitend daarvan. Een portret, door Rubens van zijn vrouw geschilderd, is niet „mooi" omdat deze vrouw mooi was, maar omdat het goed is geschilderd. Zo is geschilderd, dat het wezen van die vrouw spreekt uit het portret. Dat ook een portret van een foei-lelijke vrouw een fantastisch mooi portret kan zijn,- beWees Frans Hals. In het aan hem gewijde museum te Haarlem is een groepsportret te zien van re gentessen van het weeshuis: bitse, benepen en laaghartige wezens. De kleinheid dier regentessen heeft Hals zo meedogenloos tot uitdrukking ge bracht, dat de indruk verbijsterend is. Om de psychologische waarheid zijner portretten, én de wijze waar op het penseel deze waarheid vast legde, is Frans Hals een groot schil der. Het is wellicht duidelijk geworden uit bovenstaande regels, dat mooi en lelijk nauwelijks bruikbare termen zijn bij de beoordeling van een kunst werk. De schoonheid van het door de kunstenaar uitgebeelde object speelt zelfs een uitermate geringe rol. Het kan voorkomen, dat een zeer bewonderd kunstwerk bepaald lelyk is. Nochtans boeit het; niet daardoor, maar desondanks. Waarmee uiteraard niet gezegd wil zijn, dat schoonheid en kunst nu bepaald noodzakelijk een tegenstel ling vormen. Dat blijkt wel uit het werk van een der grootste houtsnijders die de wereld kent; Tilman Riemenschnei- der, een Duits meester, die op kentering van de vijftiende naar de zestiende eeuw leefde. Beroemd van hem Het Bloedaltaar in de Sint Jacobs kerk te Rothenburg, een door de oorlog nauwelyks geschonden, kleine Zuidduitse stad, die haar oude karakter nog vrijwel geheel heeft bewaard. Uit dat Bloedaltaar is hierbij een fragment afgebeeld, namelijk de rus tende Johannes op de schoot van Christus. Met kennelijke voorkeur heeft Riemenschneider gebruik ge maakt van de unieke mogelijkheden, die plooival van Johannes' gewaad en de welving van diens haar hem boden. Toch blijft de eenheid tussen inhoud en vorm bewaard, anders dan in de latere Barok, wanneer de vorm losraakt van de inhoud en deze gaat overwoekeren. In de handen van Christus is een onuitsprekelijke tederheid gelegd, en in de overgave van Johannes aan zijn Meester is zoveel vertrouwen, zoveel liefde, dat het een wonder mag heten, dat een mens in staat is geweest de geheim ste ontroeringen in hout te openba ren. Duitsland heeft, ook na de grote tyden van Riemenschneider en Veit Stosz, vele grote houtsnijders voort gebracht. Eén der laatste was Ernst Barlach, wiens tragisch levenseinde te wijten valt aan de Nationaal-socia- listische kunstpolitici, die zyn werk uit musea, kerken en verzamelingen verwyderden, omdat het naar hun mening „entartete Kunst" was. Barlach, die van Noordduitse oor sprong is, heeft zich sterk geïnspi reerd op het voorbeeld der gotische houtsnijders van zijn geboortestreek. Zijn werk is sterk dramatisch; het fevoelselement speelt er een over- eersende rol in. regisseerde bij amateur-toneelvereni gingen. Zij heeft meer dan 50 toneel stukken vertaald. Uit deze summiere levensbeschrijvin gen mag men in ieder geval wel aflei den, dat de vier nieuwe provinciale to neeladviseurs een uitstekende ,rrond- slag bezitten voor hun taak, die be halve bekwaamheid op toneelgebied ook kennis van 't amateur-toneel en paedagogische u.lenten vergt. Als pio niers van een belangwekkende ont wikkeling op dit terrein, waartoe de aandrang uit de kringen der amateurs zelf is voortgekomen, zullen zy mede hebben waar te maken, dat het toneel spelen in de vrjje tyd niet zo maar een liefhebberij is maar een belangrijk ele ment in de culturele ontwikkeling van het Nederlandse volk. Later zou Barlach een zwerver worden, op vlucht voor de nazi's, die hem geen rust lieten. Hij wilde zijn intrek nemen in een afgelegen schuur ergens by de zee. Maar zijn gezond heid liet het niet meer toe; de lon gen gaven hun dienst op. Barlach stierf op de 24e October van 1938 in zyn atelier, temidden van de door hem geschapen gestalten, die uit het openbare leven verjaagd waren In Engeland zUn het vooral Hen ry Moore en Barbara Hepworth, die nieuwe mogelijkheden van het hout voor de moderne heel of half-ab- stracte kunst ontdekten. Van de laatste is hierbij een beeld, „Bioli- to" genaamd, gereproduceerd. Door zjjn bjjna mathematische strengheid en koelheid steekt het zeer af van de gevoelsmatige, expressieve kunst van de Duitser Barlach. Maar be halve een fraaie vorm is het beeld toch meer: het stuk hout heeft een vreemd en geheimzinnig leven ge kregen. De aangeduide meer dan uitgevoerde kop is prachtig opgeno men in de besloten ronding van het blok, staat in zijn eigen ruimte, se reen en mysterieus. //worth Biolite. Culturele avalcade DE IX DUITSLAXD geboren schryver Erich Maria Remarque zal het scenario schrijven voor een film over het leven van Hitler, die door de Oostenrijkse „Cosmopolfümzal toor den gemaakt. Deze film, ,Jiet laatste bedrijf', zal tegen alle vormen van dictatuur zijn gericht. DE EERSTE DIRIGENT VAN het Concertgebouworkest, Eduard van Beinum, heeft zich bereid verklaard in Mei 1955 de tweede serie lustrum concerten van het Brabants Orkest te Breda, Eindhoven, Den Bosch en Til burg te leiden. OP IS AUGUSTUS a.s. wordt de schrijfster mevr. J. van Ammers-Kül. Ier 70 jaar. De schrijfster vertoeft in het buitenland en het is haar dringen de wens, dat aan deze oer jaar dag geen bijzondere aandacht geschonken zal worden. VOOR HET EERST IN Engeland isd-r week het geheel nic jo bewerk te toneelstuk .No news from father van Leonard Huizxnga opgevoerd. De voorstelling was in Edinburgh, waar het werk by het publiek zeer veel sue. ces oogstte, ook in de vers vond het een goed onthaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 7