Boeiend beeld van Middelburg
in de 18e eeuw
Belangrijke ontwikkeling bij
het amateur-toneel
Toon Hermans komt
met „Za-Za"
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Mef ingang van 1 September a.s.
Hout begeleide de kunst op
haar weg door de eeuwen
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1954
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
What's in a title
Knap en onderhoudend werkstuk
en goed geschreven
MET EEN VARIATIE OP HET gezegde „het oog wil ook wat", dat nog al
eens naar aanleiding van een wèl toebereide maaltyd gebezigd wordt, zou
men by boeken kunnen zeggen: „de titel zegt ook wat". De spijzen kunnen
nóg zo voortreffelijk zijn, als ze worden opgediend in onaantrekkeiyke vorm
en vervelend aardewerk, dan bevordert dat onze eetlust beslist niet. En zo
kan een boek, enkel door zijn titel reeds, ons niet monden, terwyl van een
ander de titel dermate de belangstelling kan prikkelen, dat we er dadelijk
in gaan bladeren en lezen. Ja, er zijn zelfs boeken die ons alleen om de titel
lief zy, boeken die we nog nooit hebben gezien. Dit is weliswaar een alge
meen-menselijke eigenschap, maar natuurlyk ook een gevaariyke neiging,
waaraan men, vooral als recenoent, niet mag toegeven. Deze bekentenis,
zou ons waarschijnlijk niet uit de pen gevloeid zyn, als hy niet een lichte
verontschuldiging inhield voor het feit, dat we de roman waarvoor wij van
daag uw aandacht vragen, reeds enkele maanden lang in een stapel op de
schryftafel hadden late" liggen, en wel haast helemaal onderaan. Op het
saaie, groezelige omslag stond: „S. Greup-Roldanus, De humeuren in de
straat der weduwen. Roman". En die paar woorden waren voldoende om het
als een straf te voelen dit werk te doorworstelen, hoewel we wisten dat het
In Middelburg speelde.
Het is weer eens een aansporing tot objectiviteit en onbevangenheid ge
weest, want uit hetgeen volgt zal blyken dat wij deze roman een knap, on
derhoudend, persoonlyk en zéér goed geschreven werkstuk vinden, een
boek dat ons vaak heeft vermaakt, soms ontroerd, ?n nergens, op geen en
kele bladzyde verveeld
Het is in zekere zin een historische
roman, want hij speelt in de 18e eeuw,
in de „pruikentijd", maar alle vrou
wenkarakters, die mevr. Greup ons
hier tekent, zijn zo algemeen geldig en
van alle tijden, dat het boek als geheel
een veel wijder betekenis dan van een
18de eeuws genrestuk heeft gekregen.
In een stil Middelburgs straatje wo
nen een aantal weduwen van allerlei
slag en stand, maar merendeels in
zeer goede doen. De voornaamste, de
toonaangevende mevrouw ^ernarde
de Montempré, is 'n nog mooie, 50-ja-
rige onuitstaanbare vrouw vol inge
beelde kwaaltjes en behaagzieke zelf
ingenomenheid; een dame evenwel
met stijl in haar uiterlijke levenshou.
ding. Haar dochter in Amsterdam
voorziet haar steeds van de nieuwste
modetips, waardoor zy in Middelburg
de toonaangevende is.
De andere „juffers" zijn evenwel ook
in zeer goede doen: Aletta Cooltuyn
is lichtelijk hystei'isch en lichtelijk
vulgair van inslag, steeds bezig haar
huisdieren en haar kinderen op een
toch haast liefdeloze manier te ver
troetelen. Eveneens een onsympathiek
schepsel. Maertje de Vlies, is een ui
terst zielige figuur. In wezen is zij
volkomen ongeschikt voor het hu
welijk geweest, en nu worstelt zij de
laatste levensjaren met geweten en
eer: zij weet dat haar man elders kin
deren had en wil de helft van haar
aanzienlijke vermogen daarvoor re
serveren, maar de schande maakt dat
zy uitstelt en uitstelt om naar de nota
ris te gaan tot het bijna te laat is.
Haar neiging tot properheid is zo zie
kelijk geworden dat zij met haar twee
dienstboden hele dagen poetst en
kuist in haar smetteloze huis. Een
aangenaam mens is juffer De Vlies
Vrijdag 13 Augustus begint Toon
Hermans in Luxor te Rotterdam een
nieuw programma in het ballotgenre,
een tussenvorm van cabaret, revue,
dans en ballet. „Het is wel een beet-
Je rare datum ik heb er nu al
ilamme handen van maar verle
den jaar zyn wij ook in Rotterdam
op de 13e gestart, zo verklaarde hij.
„Voor dit ballotgenre kunnen wij
geen titels gebruiken als „Zeg, weet
ie nog wel?", maar om onderscheid
te maken met het vorige program
ma hebben wy wel naar een naam
gezocht.
Zo zyn we op „Zaza" gekomen,
hoe, dat weten we zelf niet. Mis
schien omdat we de klank ervan zo
leuk vonden. We hebben wel Ter
trouwen, dat het beter zal zijn dan
vorig jaar en hebben er ook het in
ternationale element in gebracht
door enkele mensen „van over de
grens" te engageren, zo verklaarde
zeker niet, maar ze is toch vele malen
sympathieker dan mevrouw De Mon
tempré of juffer Cooltuyn.
Ronduit sympathiek is echter juf
fer Digna Quickel, die na een saai,
voor haar van te voren uitgestippelde
huwelijk, eindelyk zichzelf begint te
worden in een soort tweede jeugd;
haar huis, dat zy verafschuwt en
waaraan zij toch gebonden is, ver
nieuwt en zelfs haar deftige oudste
zoon, die altyd, evenals haar man, een
vreemde voor haar is gebleven, terug
vindt.
Er staan echter ook minder fraaie
gevels in het straatje, en ook daarach
ter is lief en leed. In zo'n kamerwo
ning huist de kantwerkster Stijn
Stryckebol, een jonge knappe, zeer
verstandige vr-uw met haar vyf jarig
zoontje. De vader van die jongen is in
de Oost verongelukt vóór hun verbin
tenis wettelijk geregeld was, en het
zelfde geldt voor Styns moeder, Lau-
rien. Doch als men de trouw, liefde en
levensstijl van Styn eens af kon wegen
tegen die van mevrouw De Montem
pré, dan zou de grote dame on alle
punten de min ere zijn van de een
voudige kantwerkster.
DE VERBINDINGSPERSOON
Er zyn nog vele goed retekende
figuren rondom al die vrouwen heen:
dochters en zoons, dienstboden, knech
ten, kindermeiden (vooral Uliana, de
oude kindermeid van Aletta Cooltuyn
en Aletta's dochtertje Sabine komen
heel goed uit de verf), zodat we in
derdaad met een heel straatje vol le
vende mensen kennis maken.
Op al die vrouwen en huizen met
hun wel en wee verspringt telkens het
het heldere zoeklicht van schrijfsters
belangstelling, wat wellicht het ge
heel wat onsamenhangend zou hebben
gemaakt, had zy niet met grote in
telligentie voor een verbindingsper
soon gezorgd, die als schakel alles ste
vig tesamen houdt: de oude rechtsge
leerde Frangoys van loey, een der
voornaamste notabelen van de stad,
een indrukwekkend, zeer verstandig,
ruimdenkend en humaan mens, waar
voor elk ontzag heeft. Mevr. De i.ion-
tempré probeert hem in haar netten
te verschalken, Aletta Cooltuyn moet
hem gehoorzamen inzake haar kinde
ren, waarover hy voogd is, van Digna
Quickel is hy de oude, hoffelijke aan
bidder en tot Uliana, Laurien en Styn
en haar kind staat hy in een wel zeer
speciaal verband. De onthulling van
dat geheim op het sterfbed van de
oude Uliana vormt een dramatisch
hoogtepunt in dit boek.
Grote bewondering hebben wy ook
voor de beheerste wjjze waarop de
schrijfster de grondige kennis die zij
van dit tijdvak blijkt te bezitten heeft
toegepast. Elk detail is tot in klei
nigheden verantwoord, zonder dat er
van enig opzettelijk pronken met his
torische kennis sprake is. De stijl is
pittig, sterk en kleurrijk, de typering
van de figuren, zoals gezegd, voortref
felijk. Als klein staal ervan volgt het
moment waarop Digna Quickel en
haar afgemeten, stijve zoon Johannes
elkaar voor het eerst als mens vinden:
„De zoon was opgestaan en leek de
wandeling van venster naar achter
wand te hervatten. Maar bij de tafel
hoek keerde hii zich naar zijn moeder
en nam eerbiedig voorzichtig het tes
tament uit haar handen. Johannes
Quickel boog diep zijn hoofd en legde
de wang tegen zijn moeders voor
hoofd. Digna Quikel hield de adem in
om de onmetelijke ^lijding die zij voel
de niet met het minste te verstoren.
Maar ondanks zichzelve hief zij, werk
tuigelijk, een hand om de pruikekrul-
len weg te houden, die ondragelijk
langs haar neus kriebelden. Niette
genstaande deze voorzorg verbrak
een proestnies dit sublier»- moment
van haar leven. Zy' begon opnieuw te
schreien, kinderlijk dikke tranen van
teleurstelling, maar toen brak stra
lend haar glimlach door, want boven
haar hoofd was een volstrekt onge
kende gulle lach losgeschaterd".
„Voor ons lijkt toegeven aan enig
De „Mostra '54".
De „Mostra *54", openluchttentoon
stelling van hedendaagse Italiaans
beeldhouwwerk in Rotterdam, ver
heugt zich In een steeds stijgende be
langstelling. In de afgelopen weken
brachten Italiaanse autoriteiten een
min of meer officieel bezoek aan de
expositie. Eerst kwamen enige leden
van de gemengde commissie van het
Italiaans-Nederlands cultureel ac-
coord onder lieding van de heer P.
Ghigi, ambassadeur van Italië ver
bonden aan het ministerie van bui.
tenlandse zaken te Rome. Kort daar
op gaf de nieuw benoemde ambassa
deur van Italië in Den Haag. markies
Georges Benzoni, van zijn belang-
stelling blyk.
Het is noodzakelijk gebleken de
openluchtexpositie in het museum-
park 's avonds tot zonsondergang
voor bezoekers geopend te houden.
De tentoonstelling duurt nog tot 26
September a.s.
Tilnian Riemenscnneider: Bloedaltaar
in Rothenburg. Johannes rustend op
de schoot van Christus.
timent niet te zijn weggelegd, moe
der". (pag. 283—284).
Behoeft het nog betoog, dat we thans
dezelfde saaie omslag met de woorden
„S. Greup-Roldanus, De humeuren in
de straat der weduwen. Roman" met
geheel andere ogen bekijken? We ein
digen dus maar met een andere va
riant: What 's in a title? Want deze
roman kan u menig uur op de aller
aangenaamste wijze bezig houden.
Arbeiderspers, Amster-
Uitgave:
i- dam.
De speelse /Huxe
THEE-WEE
De chimpansee
Staat aan de zee
En 't valt hem helemaal niet mee.
Hij is zo ee
Nzaam en zo wee.
Hy heeft zo'n dorst in China-thee.
Zijn arme kee
Lis droeg en hee
Ten niemand snapt zijn groot problee.
Mhoè wordt nu zee
Tot China-thee?
Een dikke traan rolt naar benee.
Een wreed idee
Scheurt hem in twee:
Zo'n zee is nog maar the in spe
V ergeefs,'<vergee
Fssmeekt hy: heb mee
Lijzee met deze oude chimpansee!
Maar thee blijft thee
En zee blijft zee.
Wreed ruist de zee haar eeuwig nee.
Soms is 't wel vree
Mdzoals 'k me
Nvoel met die moede chimpansee
O jee, O jee,
O jee-mi-nee!
Ben ik soms zélf die chimpansee
Aan 't randje van de wereldzêe?
Joringel.
In Drenthe, Gelderland, Noord- en
Zuid-Holland adviseurs benoemd
(Van onze toneelmedewerker)
Drie vrouwen en één man, allen met toneel-opleiding, toneelpractyk ener-
varing in het scholen van amateur-toneelspelers, zullen met ingang
1 September a.s. optreden als de terste provinciale toneeladviseurs in Neder
land. Daarmede wordt een belangrijke stap gedaan om de toneci-amateurs
op het platteland, beter dan tot nu toe het geval kon zyn, de nodige
en voorlichting te geven. Drenthe, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland
zullen de provincies zyn, die van de werkzaamheden van deze voor ons land
geheel nieuwe functionarissen het eerst zullen kunnen profiteren. Maar ne
Ugt in de bedoeling, om, indien het werk van de provinciale toneel-adviseurs
aan de verwachtingen voldoet, in het volgend jaar ook m Limburg, Noord-
Brabant en Overijssel zulke functionarissen aan te stellen.
Dat de Nederlandse Amateur-Toneel
Unie deze plannen koesterde, konden
wij geruime tijd geleden reeds mede
delen; zij worden thans uitgevoerd in
samenwerking met het Werkverband
Katholiek Amateurtoneel. Dit is mo
gelijk geworden door de financiële
steun van het Rijk, van de provinciale
besturen in Drenthe en Gelderland en
van de provinciale Anjerfondsen in
Noord- en Zuid-Holland. Men hoopt
ook op steun van gemeenten; toneel
verenigingen in gemeenten,dit be
langrijke werk financieel steunen,
krijgen belangrijke kortingen op de
vergoedingen, welke aan de provincia
le toneeladviseurs voor verschillende
werkzaamheden moeten worden be
taald. Ook geeft het lidmaatschap
van Natu of WKA recht op korting.
Hieruit blykt reeds, dat de provinciale
toneeladviseurs hun diensten ook ver
lenen aan niet bij een landelijke orga
nisatie aangesloten toneelverenigin
gen.
De adviseurs, die in dienst zullen
znn van een dezer organisaties de
vier thans benoemden zyn in dienst
van de NATTJ en zyn dus geen amb
tenaar hebben in het bijzonder de
taak, om leiding te geven aan de ver
betering van het spelpeil en van de
stukken-keuze. Hiertoe zullen korte
vormingscursussen - >r spelers en re
gisseurs worden gegeven, terwijl ook
hulp wordt verleend by de keuze van
een stuk en 't opzetten van een voor
stelling door middel van een z.g.
„raamregie", waarbinnen de vereni
gingsregisseur zyn werk verricht.
Grote waarde wordt ook gehecht aan
de bespreking door de provinciale ad
viseur van de voorstelling met spelers
en regisseur. De adviseurs zullen in
de provincie, waar zjj werken, wonen
en daar nauw contact onderhouden
met de provinciale organisaties voor
maatschappelijk en cultureel werk.
Bovendien zal de provinciale toneel
adviseur in Gelderland qualitate qua
deel uitmaken van de Toneelgroep
Theater.
Een commissie, waarin behalve
voorzitters en secretarissen van NA
TU en WKA ook zitting hebben de di-
recteur van de Academie voor Drama- sussen voor de Volksuniversiteit en
tische Kunst „De Toneelschol", de
heer W. Ph. Pos, de directeur van de
Toneelacademie te Maastricht, de
heer Bernard 'erhoeven, en de toneel
spelers Arend Hauer en Ton Lutz, ad
viseert over de keuze van de personen
en de werkwijze van de adviseurs.
VERHEUGENDE KEUZE
Voor wat de nu aan te stellen func
tionarissen betreft lijkt het resultaat
van hun advies verheugend. Drenthe
(en zo mogelijk, tijdelijk ook Over
ijssel) krijgt de 31-jarige Willemien
Sillevis, die na enige jaren universi
taire studie in de Nederlandse lette
ren een Toneel-opleiding ontving, spe
ciaal voor de regie. Zij war daarin de
eerste leerlinge in de paedagogische
richting, hetgeen voor de functie, wel
ke zij thans gaat vervullen, van bete
kenis is.
Herman Sternheim, 38 jaar, zoon
van de bekende acteur Jo Sternheim,
was na zyn gymnasiumopleiding aan
verschillende toneelgezelschapnen
verbonden en kreeg zijn opleiding door
lessen van Frits van Dijk en A. De-
fresne. Sedert enige jaren heeft hij
zich geheel aan het amateur-toneel
gewyd.
De 48-jarige Teunke Hauer, de vrouw
van Arend Hauer, zal de provincie
Noord-Holland voor haar rekening
krijgen, zonder de grote steden na
tuurlijk. Behalve de H.B.S. en een
onderwijzersopleiding volgde zn ook
de Toneelschool. Zij heeft o.a. bij het
Centraal Toneel (Laseur) en de Ne
derlandse Comedie gespeeld, doch de
laatste jaren assisteerde zij haar man
bij zijn scholingswerk voor de NATU
en trad ook op als docente aan de
NATU-toneelstudieweek.
De 53-jarige Froukje de Waard, die
Zuid-Holland als arbeidsterrein krijgt,
kwam na drie jaar Toneelschool aan
het gezelschap van Eduard Verkade,
maar het huwelijk en vertrek naar
Indonesië onderbrak haar toneelloop
baan. Na de oorlog werd haar man,
de heer Cleton, die kort geleden is
overleden, administrateur bij het Rot
terdams Toneel. Zij verzorgde als
assistente van Ko Arnoldi toneelcur-
Duitsland bracht vele grote houtsnijders voort
De wereld der beeldende kunsten dreigt stilaan te worden tot het do
mein ener smalle élite, waartoe enkel diegene nog toegang kan verkrij
gen, die de gebezigde geheimtaal machtig is. Het moderne kunstwerk
stelt vaak zo hoge eisen aan het waarnemingsvermogen van de argeloze
museumbezoeker, dat deze berustend zjjn leek-zjjn aanvaardt en voortaan
verder leeft in de overtuiging, dat men van hoge geestelijke kom-af moet
zyn om de kunst van vandaag te verstaan. Dat is echter niet waar. Wie
kunst uit vroeger eeuwen waarderen kan, heeft ook een open oog voor
die van vandaag. Hij dient alleen te beseffen, dat hij die kunst van
vroeger vanuit de juiste gezichtshoek moet bezien. Dat wil zeggen: hjj
mag zyn waardering voor een schilderij niet laten afhangen van de be
koorlijkheid van de voorstelling, althans niet uitsluitend daarvan.
Een portret, door Rubens van zijn
vrouw geschilderd, is niet „mooi"
omdat deze vrouw mooi was, maar
omdat het goed is geschilderd. Zo is
geschilderd, dat het wezen van die
vrouw spreekt uit het portret. Dat
ook een portret van een foei-lelijke
vrouw een fantastisch mooi portret
kan zijn,- beWees Frans Hals. In het
aan hem gewijde museum te Haarlem
is een groepsportret te zien van re
gentessen van het weeshuis: bitse,
benepen en laaghartige wezens. De
kleinheid dier regentessen heeft Hals
zo meedogenloos tot uitdrukking ge
bracht, dat de indruk verbijsterend
is. Om de psychologische waarheid
zijner portretten, én de wijze waar
op het penseel deze waarheid vast
legde, is Frans Hals een groot schil
der.
Het is wellicht duidelijk geworden
uit bovenstaande regels, dat mooi
en lelijk nauwelijks bruikbare termen
zijn bij de beoordeling van een kunst
werk. De schoonheid van het door
de kunstenaar uitgebeelde object
speelt zelfs een uitermate geringe
rol. Het kan voorkomen, dat een
zeer bewonderd kunstwerk bepaald
lelyk is. Nochtans boeit het; niet
daardoor, maar desondanks.
Waarmee uiteraard niet gezegd
wil zijn, dat schoonheid en kunst nu
bepaald noodzakelijk een tegenstel
ling vormen.
Dat blijkt wel uit het werk van
een der grootste houtsnijders die de
wereld kent; Tilman Riemenschnei-
der, een Duits meester, die op
kentering van de vijftiende naar de
zestiende eeuw leefde. Beroemd
van hem Het Bloedaltaar in de Sint
Jacobs kerk te Rothenburg, een door
de oorlog nauwelyks geschonden,
kleine Zuidduitse stad, die haar oude
karakter nog vrijwel geheel heeft
bewaard.
Uit dat Bloedaltaar is hierbij een
fragment afgebeeld, namelijk de rus
tende Johannes op de schoot van
Christus. Met kennelijke voorkeur
heeft Riemenschneider gebruik ge
maakt van de unieke mogelijkheden,
die plooival van Johannes' gewaad
en de welving van diens haar hem
boden. Toch blijft de eenheid tussen
inhoud en vorm bewaard, anders
dan in de latere Barok, wanneer de
vorm losraakt van de inhoud en deze
gaat overwoekeren. In de handen
van Christus is een onuitsprekelijke
tederheid gelegd, en in de overgave
van Johannes aan zijn Meester is
zoveel vertrouwen, zoveel liefde, dat
het een wonder mag heten, dat een
mens in staat is geweest de geheim
ste ontroeringen in hout te openba
ren.
Duitsland heeft, ook na de grote
tyden van Riemenschneider en Veit
Stosz, vele grote houtsnijders voort
gebracht. Eén der laatste was Ernst
Barlach, wiens tragisch levenseinde
te wijten valt aan de Nationaal-socia-
listische kunstpolitici, die zyn werk
uit musea, kerken en verzamelingen
verwyderden, omdat het naar hun
mening „entartete Kunst" was.
Barlach, die van Noordduitse oor
sprong is, heeft zich sterk geïnspi
reerd op het voorbeeld der gotische
houtsnijders van zijn geboortestreek.
Zijn werk is sterk dramatisch; het
fevoelselement speelt er een over-
eersende rol in.
regisseerde bij amateur-toneelvereni
gingen. Zij heeft meer dan 50 toneel
stukken vertaald.
Uit deze summiere levensbeschrijvin
gen mag men in ieder geval wel aflei
den, dat de vier nieuwe provinciale to
neeladviseurs een uitstekende ,rrond-
slag bezitten voor hun taak, die be
halve bekwaamheid op toneelgebied
ook kennis van 't amateur-toneel en
paedagogische u.lenten vergt. Als pio
niers van een belangwekkende ont
wikkeling op dit terrein, waartoe de
aandrang uit de kringen der amateurs
zelf is voortgekomen, zullen zy mede
hebben waar te maken, dat het toneel
spelen in de vrjje tyd niet zo maar een
liefhebberij is maar een belangrijk ele
ment in de culturele ontwikkeling van
het Nederlandse volk.
Later zou Barlach een zwerver
worden, op vlucht voor de nazi's, die
hem geen rust lieten. Hij wilde zijn
intrek nemen in een afgelegen schuur
ergens by de zee. Maar zijn gezond
heid liet het niet meer toe; de lon
gen gaven hun dienst op. Barlach
stierf op de 24e October van 1938
in zyn atelier, temidden van de door
hem geschapen gestalten, die uit het
openbare leven verjaagd waren
In Engeland zUn het vooral Hen
ry Moore en Barbara Hepworth, die
nieuwe mogelijkheden van het hout
voor de moderne heel of half-ab-
stracte kunst ontdekten. Van de
laatste is hierbij een beeld, „Bioli-
to" genaamd, gereproduceerd. Door
zjjn bjjna mathematische strengheid
en koelheid steekt het zeer af van
de gevoelsmatige, expressieve kunst
van de Duitser Barlach. Maar be
halve een fraaie vorm is het beeld
toch meer: het stuk hout heeft een
vreemd en geheimzinnig leven ge
kregen. De aangeduide meer dan
uitgevoerde kop is prachtig opgeno
men in de besloten ronding van het
blok, staat in zijn eigen ruimte, se
reen en mysterieus.
//worth Biolite.
Culturele
avalcade
DE IX DUITSLAXD geboren
schryver Erich Maria Remarque zal
het scenario schrijven voor een film
over het leven van Hitler, die door de
Oostenrijkse „Cosmopolfümzal toor
den gemaakt. Deze film, ,Jiet laatste
bedrijf', zal tegen alle vormen van
dictatuur zijn gericht.
DE EERSTE DIRIGENT VAN het
Concertgebouworkest, Eduard van
Beinum, heeft zich bereid verklaard
in Mei 1955 de tweede serie lustrum
concerten van het Brabants Orkest te
Breda, Eindhoven, Den Bosch en Til
burg te leiden.
OP IS AUGUSTUS a.s. wordt de
schrijfster mevr. J. van Ammers-Kül.
Ier 70 jaar. De schrijfster vertoeft in
het buitenland en het is haar dringen
de wens, dat aan deze oer jaar dag
geen bijzondere aandacht geschonken
zal worden.
VOOR HET EERST IN Engeland
isd-r week het geheel nic jo bewerk
te toneelstuk .No news from father
van Leonard Huizxnga opgevoerd. De
voorstelling was in Edinburgh, waar
het werk by het publiek zeer veel sue.
ces oogstte, ook in de vers vond het
een goed onthaal.