Marnix Gij sen's achtste roman binnen zes jaar Luis Bunuel: van surrealisme naar realisme HetHolland-Festival 1954 in cijfers Ellington's muziek heeft nog; steeds eigen karakter Culturele Cavalcade ZATERDAG 24 JULI 1954 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT De lange nachi DU keer behandeling van delicaat probleem IN ZIJN NIEUWSTE BOEK „DE LANGE NACHT" (de achtste roman binnen de tyd van zes jaar), behandelt Marnix Gysen een moeilyk en deli caat probleem, nl. dat van de sexuele voorlichting en opvoeding van de jeugd. De hoofdfiguur, Leo Leytens, is een overgevoelige jongeman, die geen uitweg weet te vinden in de doolhof van verwarrende gevoelens en gewaarwordingen waarin de puberteit hem heeft doen verdwalen. Hij is geenszins onwetend, maar het eigenlijke verband tussen de dingen, waar het op aan komt, weet hy niet te leggen. En er is ook niemand in z'yn om geving, die hem helpen en leiden kan. Leo is een volkomen normale, ze ventienjarige knaap. Hy bezoekt het gymnasium, en is, daar hy in vele op zichten begaafd is, voorbestemd om een harmonisch ontwikkeld, even wichtig mens te worden en een waardevol lid van de maatschappij. Zyn va der heeft hy vry jong verloren, en nu woont hij, enig kind, samen met zyn moeder. Benoni weg. Hij ziet geen enkele uit weg meer en besluit een einde aan zijn leven te maken. Een nachtlang dwaalt hij ontredderd, los van alle banden door de stad. Maar alvorens te sterven, wil hij dan althans weten, wat de lichamelijke liefde is. Hij gaat een bepaald huis binnen, vlucht nog op het nippertje daar weg en snijdt zich dan de polsslagader open op Els jes stoep. Hy" sterft, 19 jaar oud, in 't hospitaal, na nog even by kennis te zijn geweest. EEN AANKLACHT Dit boek bevat in zekere zin een bedekte aanklacht tegen bepaalde paedagogische toestanden (zoals „Klaaglied om Agnes" een aanklacht tegen sociale misstanden inhield). Hier is een veelbelovend, normaal jongensleven volkomen zinloos door een verkeerde, of liever een onvolle dige opvoeding, te gronde gericht. Zoals gezegd; het probleem van de sexuele voorlichting is een zeer moei lyk probleem, dat elke ouder en op- Die moeder is bepaald een lieve, vrome vrouw, maar zij is van een overdreven preutsheid. In de opvoe ding van haar zoon Leo werd het hoofdstuk „sexuele voorlichting" zorgvuldig overgeslagen. Leo is een vrome jongen geworden met strenge morele en godsdienstige principes, en Letterkundige kroniek door IIAKS WARREN in zijn levensbeeld is er voor zyn on herroepelijk ontwaakte zinnelijkheid totaal geen plaats. In een studentenclub komt hij in aanraking met een wat oudere jon- Sen. die in alles zijn tegenvoeter is. ok deze Benoni Cretens is enig kind, heeft jong zijn vader verloren en woont samen met zijn moeder. Doch zo overdreven preuts als Leo's moe der is ten aanzien van het menselijke lichaam, zo nauwlettend bezorgd voor de geringste lichamelijke ver richtingen van haar zoon, is me vrouw Cretens. Haar opvoedingssysteem deugt al evenmin. Haar zoon groeit zonder godsdienst en vrijwel zonder moraal in een narcissische lichaamsverheer lijking op, en door o.a. stelselmatig alle meisjes uit zijn omgeving te we ren, werkt deze moeder Benoni's toch al in een bepaalde richting gaan de neigingen nog in de hand. Bénoni. een zeer critische scherpe, maar te eenzijdige op het schone in gestelde geest, heeft een grote in vloed op do jongere, volgzame Leo. Hij brengt hem veel waardevols en schoons bij cn leert hem. kunst, le ven en godsdienst op een andere wijze te bekijken. Maar daar hy hem geen nieuw houvast geeft en ook Leo's roblemen niet oplost, brengt hij iens wereldje eigenlijk alleen maar nog verder in de war. Tijdens een vacantietocht komt het tot een conflict tussen Benoni en Leo, een conflict waardoor hun vriend schapsband voorgoed wordt bescha digd. al is hij nog niet volkomen verbroken. Benoni's aesthetische-, on-gods- dienstige en zinnelijke invloed werkt echter door in Leo, en hy verweert zich daartegen door het boeddhisme te bestuderen en door, onder invloed van boeken van Tolstoi, toenadering te zoeken tot „het volk". Het geloof geeft hem na een vrijwel vruchteloos bezoek bij een biechtvader, weinig steun meer. Hij kiest zich als vriendinnetje een dienstertje uit een kroeg, Elsje, te genover wie hij op zijn beurt de her vormer en bediller uithangt. Maar zijn ideeën over „het volk" zijn vol komen scheef en de vriendschap met Elsje, een door en door nuchter en gezond volkskind dat hem in haar eigen wereldje tracht te lokken, loopt tenslotte op een kibbelary uit die Leo veel te zwaar opneemt. Teneinde raad gaat hy zijn nood klagen by Benoni, maar hij blijkt té kwetsbaar voor (liens, overigens niet kwaad gemeende, scherpe spot. Volkomen in de war, vlucht hij bij De fraaie., monumentale stoep voor het vermaarde Stadhuis van Brou- wershavcn is geheel gerestaureerd. Naar men in het stadje van Vader Cats vertrouwt, zal binnen enkele ja ren ook het gehele Stadhuis een res tauratie ondergaan. (Foto P.Z.C.), voeder op een bepaald ogenblik op lossen moet. De oudere generatie, waartoe de moeders van Leo en Be noni behoren, maakten er zich over het algemeen nog al gemakkelijk van af, door vaak net te doen alsof het vraagstuk niet bestond. Ze lieten de kinderen het veelal zelf oplossen. Het taboe dat er op dit onderwerp rustte (en nog rust) leidde er vaak toe, dat de kinderen ook geen onbevangen vragen durfden stellen, die even on bevangen beantwoord kunnen en moeten worden. Het lijkt ons toe, dat de toestand tegenwoordig wel iets verbeterd is, ook al door het bestaan van werkelijk goede, eenvoudige boekjes over dit onderwerp. Voor zeer gevoelige, onevenwichti ge naturen kunnen de gevolgen fu nest zijn wanneer dit detail in de op voeding en de groei tot volwassene verwaarloosd wordt. Levenslang kun nen zulke personen tengevolge van onjuiste ideeën met een conflict blij ven worstelen, of een dwangcomplex krijgen dat hen tenslotte onder ge neeskundige behandeling brengt of zelfs de dood in drijven kan. Zo'n extreem geval behandelt Gy sen dus In deze lezenswaardige ro man. Doch het moet ons van het hart dat de aanklacht wel wat van zijn waarde verliest, juist doordat 't ge val zo toegespitst en uitzonderlijk is. Het drama speelt zich wel is waar in een Vlaamse katholieke omgeving af, waar de taboe's mogelijk nog stren ger zijn dan te onsent, maar toch zou dit boek een groter werking gehad hebben, wanneer Gijsen een minder spectaculair geval, meer een door snee-figuur dus. tot onderwerp had gekozen. Nu lijkt het hier en daar te sterk aangezet. Het boek werd ook te con ventioneel van uitbeelding: Leo Ley tens is een van die jongen* die men veelvuldig in de moderne literatuur, doch hoogst zelden in de werkelijk heid tegenkomt. Marnix Gysen: De Lange Nacht. Uitgave A. A. M. Stols, Den Haag. In totaal 86 uitvoeringen werden bijgewoond door 105 000 bezoekers Het Holland-Festival-1954 heeft grote belangstelling van het publiek getrokken. Het aantal uitvoeringen in Den Haag, Sclieveningen, Amster dam bedroeg 86. In Amsterdam werden 41, en in Den Haag/Scheveningen 45 uitvoeringen gegeven. De in totaal 86 uitvoeringen werden door onge veer 105.000 bezoekers bijgewoond. Voor Den Haag/Scheveningen bedroeg het bezoekers-aantal 58.000 en voor Amsterdam 41.000. By de beoordeling van het bezoek der opera- en ballet-uitvoeringen, dient er rekening mede te worden gehouden, dat de capaciteit van de stadsschouwburg in Amster dam ongeveer 1000 plaatsen is terwijl in het gebouw voor K. en W. Den Haag ongeveer 2000 plaatsen beschikbaar zyn. Voorts dient in verband met de bezoekersaantallen gememoreerd te worden het massa-concert van het residentie orkest in de Houtrust Hallen, dat door ruim 7000 personen be zocht werd. In Amsterdam waren de popu laire manifestaties buiten beschou wing gelaten van de 32 uitvoerin gen 20 geheel dan wel nagenofeg ge heel uitverkocht. De belangstelling gold in de eerste plaats de opera voorstellingen. De uitvoeringen van La Scala alsook van „Oteflo" en „Zauberflöte" waren uitverkocht, de tweede uitvoering van „Aus einem Totenhaus" was nagenoeg uitver kocht. Eveneens uitverkocht waren de voorstelling van het Sadler's Wells Ballet, alle buitenlandse toneelvoor stellingen alsmede 2 van de 4 Neder landse toneelvoorstellingen. De belangstelling voor de Orkest- concïrten in Amsterdam was minder groot. Wel waren daarentegen de twee kamerorkest-concerten geheel uitverkocht. Het concert van het Stuttgarter kamerorchester werd door 2611 personen bezocht. Ook de overige kamermuziekuitvoeringen waren hetzy uitverkocht, hetzy zeer goed bezet. In Den Haag/Scheveningen waren van de 38 voorstellingen eveneens 20 geheel of nagenoeg geheel uitver kocht. De voorstellingen van La Sca la waren uitverkocht, de voorstellin gen van „Otello" en „Zauberflöte" nagenoeg en ook het bezoek aan de voorstellingen van „Aus einem To tenhaus" overtrof de verwachtingen. De voorstellingen van het Sadler Wells Ballet" en van de twee buiten landse toneelgezelschappen waren geheel uitverkocht. Ook voor de op voeringen van de Nederlandse toneel gezelschappen bleek ruime belang stelling te oestaan. De orkestconcerten waren aanzien lijk beter bezocht dan in de afgelo pen jaren. Vijf van deze concerten waren geheel of nagenoeg geheel uit verkocht. Het concert van het Stutt garter Kamerorchester buiten het abonnement was geheel uitver kocht. De kamermuziekuitvoeringen in Den Haag trokken minder belang stelling. Programma toneelgroep „Studio" bekend De toneelgroep „Studio" heeft thans zo deelt zij mede de lijst van geregelde medewerkers voor het aanstaande speelseizoen samenge steld: Elly van Stekelenburg, Geor gette Rejewsky. Janny van Oogen, Betty van Brussel, Ingeborg Uijt den Bogaard, Jgap Hoogstra, Gerard Heystee, Jan Modderman, Han Su- rink, Bab Wijsman, Ton Dalenoord en Frans Zuidinga. Max Croiset en Cruys Voorbergh en nog enige regisseurs hebben zich in principe bereid verklaard tot het voeren van gast-regie. Als eerste stuk heeft men in stu die genomen „Henrik en Pernille" van de Deense toneelschrijver Lud- vig Holberg, wiens heengaan, twee honderd jaar geleden, dit jaar wordt herdacht. De regie berust bij Elly van Stekelenburg, die tevens het de cor ontwerpt. Voorts worden als Ne derlandse premières o.a. „Het para dijsje" van Herman Ortner, verta ling Hans Culeman, „De Siciliaanse roos" van Tennessee Williams en „Omigosh" van Edwin Stanley uit gevoerd. Duke Ellington end his Orchestra Ballet Nederlandse Opera naarAix-les-Bams Ter gelegenheid van het internatio nale ballet-festival in Aix-Lcs-Bains, waartoe het ballet van de Nederlandse Opera werd uitgenodigd, zal dit twee nieuwe balletten ten tonele brengen. Het eerste zal zyn „De Cana pé" waarvan de muziek werd gecom poneerd door Jurriaan Andriessen, die zelf het orkest van de Concerts Pasde- loup by de eerste uitvoering zal diri geren. Het ontwerp is ontleend aan het le ven van alle dag. De decor-ontwerper Nicolaas Wijnberg werd door de sfeer van het Waterlooplein geïnspi reerd. De tweede première door het ballet van de Nederlandsche Opera in Aix- Les-Bains te brengen is getiteld „La rêve de Veronique" (Veronica's droom). Het vertelt het verhaal van een klein meisje dat droomt, dat zij 'n heel vreemd en schitterend bal mee maakt. Voor dit ballet heeft Fran- goise Adret een partituur gekozen van de beroemde Russische componist Aram Katchaturian en wel de dans suite bekend onder de naam „Masche- rade". De costuums voor de grote wals zullen worden gemaakt door Di- mitri Bouchene, de Nocturne door Constantin Nepo, de Mazurka door Nicolaas Wijnberg en de romance door Hans van Norden. JURRIAAN ANDRIESSEN componeerde ballet. In December 1952 maakte de gehe le Amerikaanse jazzwereld zich op om een groot en voor haar belangrijk jubileum te vieren. De vakbladen wijdden er speciale nummers aan; zelfs het weekblad „Time" besprak het feit in enthousiaste beiooordingen. Het was 25 jaar geleden, dat Ed ward Kennedy ,fDuke" Ellington zijn carrière als bandleider begon in de New Yorkse Cotton Club. Die start was een mijlpaal in een muzikale loopbaan. Ellington kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moe der. De elementaire beginselen van de muziekleer toerden hem bijgebracht door een zekere Henry Grant, leraar aan ae middelbare school waar El lington studeerde. Achttien jaar oud, liet de jonge neger zijn studie varen (kort voor het eindexamen) om op te treden als ragtime-pianist. Totdat hij in 1923 begon met de vorming van zijn later zo befaamde orkest, speelde Ellington bij legio bandjes, die reeds lang hun betekenis voor de jazz-historie verloren hebben. Van 1927 tot 1932 nam Ellington met zyn musici platen op onder zeer uit eenlopende namen: „The Whoopee Makers", „The Harlem Footwar- mers", „The Ten Blackberries" en ook gewoon „Duke Ellington and his Or chestra". Bij de jazz-verzamelaars zijn die opnamen zeer gezocht, al maakte Ellington door de jaren heen steeds platen. In de jaren 1920 en 1930 voegden zich de grote solisten bij the Duke, zoals Bubber, Miley en Freddy Jen kins (trompet), Johnny en Harry Camey (saxen), Barney'Bigard (cla rinet), Joe Nanton (trombone), Son ny Greer (drums). Als componist bracht Ellington ty pische negermuziek muziek met een gevoelige klank en jazz-rhyth- men, uitgewerkt met een „Westerse" kennis van harmonieën en arrange menten. Hij bespeelt zijn band aLs een instrument. De geïmproviseerde ge deelten der solisten vormen steeds een integraal geheel met de compositie en het arrangement. Sinds 1939 staat de pianist-arran geur Billy Strayhorn „The Duke" by Films van een Spanjaard DE LETTERKUNDIGE prijs van de stad Gent, dit jaar bestemd voor dichtwerken, is ex aequo toegekend aan Herman Thiery (pseudoniem Jo- han Daisne) voor Het kruis aan de bal" en Paul Rogghé voor „De grote vaart". GEDURENDE DE nationale mu- ziekweek van de Stichting Gaudea mus" te Büthoven van 25 Augustus tot 4 September zal Henk Baditigs een serievoordracht houden over „de technische problemen voor de compo nisten van deze tijd". DE SCHILDER Karei Appel heeft voor zijn werk, dat deel uitmaakt van de officiële Nederlandse uitzending op de 27ste biennale te Venetië, een Wanhopige siille in „Robinson Crusoe' Het was in 1929, dat de toen 29-jarige Spanjaard Luis Bunuel aan een streng geselecteerd en sterk snobistisch publiek in Parys zyn eerste film „Le Chien Andalou" toonde. Hoe zeer ook de meningen verdeeld waren over dit surrealistische werk, het kon niet ontkend worden, dat Bunuel had aangetoond, dat de mogelykheid althans bestond het onderbewuste van de mens te verbeelden. Dat deze analyse, die grotendeels zelfanalyse was, een schok voor het publiek betekende, en een weerzinwekkende indruk maakte, heeft Bunnel niet weerhouden van consequent verder gaan op de ingeslagen weg. In 1930 werd zyn „L'Age d'Or' het publiek voorgezet. Het schandaal, dat over deze film ontstond, heeft een van de financiers van dit werk b(jna de pau- selyke ban bezorgd. Voor wie met deze eerste, oude films van Bunuel bekend is, zal dit geen verwondering wekken. Beelden als het doorsnyden van een vrouwenoog met een scheennes, de mierenhoop, die uit een vuist tevoorschijn komt, geestelijken zeulend met piano's, waarop rottende ezelcadavers; een blinde, die onder de voet gelopen wordt; een vader, die zijn zoon dood schiet etc, mogen dan door hun ont hullende eerlijkheid pleiten voor de bedoelingen van de filmer, er steekt meer achter. Ze dwingen de toeschou wer tot onderzoek van eigen motie ven en drijfveren. Dit nu is van het begin af Bunuels opzet geweest: de mensen als het ware wakker te schokken. De inhoud van zyn films is daarom ook moei lijk na te vertellen. Het is een op eenvolging een vry willekeurige lykt het zelfs van beelden, die een oppervlakkige toeschouwer niets doen, hem alleen de koude rillingen bezorgen. Maar op de aandachtige kijker oefenen deze beeldassociaties een onweerstaanbare macht uit. Het lykt of Bunuel hen biologeert, zoals door de Unesco beschikbaar gestelde prijs gekregen. JOHN HUSTON, de Amerikaanse filmregisseur onder wiens leiding „Moulin Rouge" en „The African Qu. een" zijn vervaardigdheeft de uitno- ging aanvaard om ere-voorzitter te worden van het Edinburgh Film Fes- val 1954. Dit festival begint op 22 Augustus en zal op 12 September worden besloten. TE PARAMARIBO is voor een uif- verkochte zaal de première opgevoerd van Maurits Dekker's toneelspel ,J)e wereld heeft geen wachtkamer", on der regie van Edwin TJiomas, die aan het slot minuten lang werd toege- juigd. een slang dit by een weerloos konijn doet. WISSELWERKING Voor Bunuel was het surrealisme een soort proef op de som. Toen hij na het afbreken van zyn ingenieurs studie te Madrid in Parijs belandde, waar de jonge intellectuelen, evenals hij, overhoop lagen met de sociale problemen van die tijd (pl. minus 1925) en in opstand kwamen tegen een wereld, die hen had voortge bracht, maar waarvan zij nog geen afstand hadden kunnen nemen, was hij voor het eerst in de gelegenheid „alles er uit te gooien". Het is nog altijd de vraag in hoe verre Bunuels reacties van toen wer kelijk spontaan zijn geweest, in hoe verre hij in dit afreageren toch nog bewust de factor haat heeft laten meespreken in een behoefte zijn macht nu eens tegenover al die an dere machten te plaatsen en zo zijn evenwicht weer te hervinden. Zoals Bunuel het surrealisme van de film betekenis heeft gegeven, heeft het surrealisme hem zichzelf doen ontdekken. Het thema, dat hem nooit heeft losgelaten, is dat van de menselijke vrijheid. Vanaf het begin van zijn loopbaan is hij bezig geweest de grenzen van dit begrip af te tas ten. Hij is zich toen meer en meer bewust geworden, hoe eng de ruimte is waarbinnen die menselijkse vrij heid zich beweegt. Zo eng zelfs, dat die vrijheid niet meer dan een begrip blijkt. De proeven, die hij aldus genomen had met het begrip menseljjke vrij heid hadden hem als uitkomst gege ven, dat de hele levenshouding van de mens afhangt van de weloverwo gen keus. Steeds weer beleeft de mens ogenblikken, waarop hij aan zyn gemiste kans de andere helft van de keus herinnerd wordt. Het sadistische element van Bu nuels films zou toe te sehryven kun- Duke Ellington. met zijn creatief werk. Eenvoudige populaire stukjes als „Sophisticated Lady", „Caravan", „In My Solitude", „Thake the „A" train" en „C Jam Blues" bleken na jaren hun aantrek kingskracht te behouden. Ernstiger en van meer betekenis z(jn zijn gro tere composities „Deep South Suite", „Black and Tan Fantasy", „Liberian Suite" e.d. In het ene genre zowel als in het andere is het Ellington-cachet steeds onmiskenbaar. Op zijn 55e is Ellington een belang rijker figuur dan ooit. Jazz-liefheb- bers plegen te disputeren over het feit, of zijn muziek al of niet „zuiver jazz" is. Niettemin heeft die muziek een totaal eigen karakter. Ook in de wereld van de serieuze Westerse mu ziek trekken de erken van The Du ke sterk de aandacht. Zo u zich mocht hebben afgevraagd, hoe Edward Kennedy Ellington aan zyn bijnaam is gekomen, kunnen wy U zyn eigen verklaring hier medede len. De naam „Duke" (hertog) is geen reclamestunt. Als knaapje was Ellington een pedanterig ventje, steeds deftig gekleed en met een zelf bewuste houding. Het schynt, dat zyn schoolvriendjes hem daarom „The Du ke" noemden. De man zelf heeft er blykbaar nooit bezwaar tegen gehad, want zyn vrienden en bewonderaars noemen hem nooit anders. nen zyn aan zijn rancune tegen die genen, die niet zoals hy tegen deze herinnering te vechten hebben. Met zyn films poogt hij de luchthartigen van hun stuk te brengen en moti veert dit pogen als een „protest te gen de maatschappij, zoals wij die kennen en zelf gemaakt hebben, met haar besprekingen op moreel, sociaal en godsdienstig terrein". Het is ech ter de vraag of hij met zijn protest aan de goede deur klopt ROBINSON CRUSOE In „Robinson Crusoe" laat Bunuel de held een volle vijfenzestig minu ten geen woord zeggen; het is even schokkend als zijn onthullende taal m andere films. De wijze waarop hij zich met deze stilte de mensen van het lijf probeert te houden, is een doodzwijgen, waarmee hij nog aan zijn diepgewortelde haat poogt te ont komen; de enige band. waarvan hij niet heeft kunnen loskomen. Zelf kan hii ziin films niet als ,.des films noirs" beschouwen. De werke- lykheid is nu eenmaal niet anders voor hem. Er zijn bewijzen te over. dat men Bunuel zijn sadisme als opzettelijk voor de voeten kan gooien en dat dat hele „onderbewuste" van hem maar een smoesje is om er zonder kleerscheuren af te komen. Maar do paar bewjjzen, die voor zyn eerlijkheid pleiten, blijken tenslot te overtuigender te zjjn. De wanho pige stilte in zijn „Robinson Crusoe" en van bv. al zijn films het tempo, de aangrijpende haast. Hy verwaar loost er de schoonheid van beeld, ge luid en muziek door en versmaadt de montage, die hem in zyn opzette lijkheid juist van zo goede dienst had kunnen zyn Dit dryven op zijn in stinct maakt tenslotte voor Bunuel de wezenlijke waarde uit. De enige, die hem waarschijnlijk nog gebleven is nu allerlei soorten „ismen" hem ook op dit gebied nog zyn vrijheid trachten te beknotten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 7