„MAJESTEIT, U HEEFT ONS HART"
Een Zeeuws declamatorium
EEN SOUVENIR AAN 1947
„SLEUTEL VAN DE OSSEWEI"
TE MIDDELBURG AANGEBODEN
Het Landbouwherstel
(Slot van pag. 3)
Nieuwe bedrijvigheid.
De herverkaveling bracht op het
eiland opnieuw een ontzagwekkende
bedrijvigheid, herinnerende *an de
Eeriode van droogmaking en land-
ouwherstel. De draglines beheer
sten - evenals thans op Schouwen
het landschap Honderden van
deze machines groeven nieuwe sloten,
nieuwe spranken, nieuwe waterkan
sen. Grote aantallen werkkrachten
waren hier en daai doende met de
aanleg van de nieuwe grotendeels
rechte asfaltwegen Ook dit was
weer een indrukwekkend gezicht.
Menswaardig bestaan.
Thans, in 1954. is de Herverkave
ling voor een belangrijk deel voltooid.
Men mag zeggen, dat hier een groots
stuk werk is geleverd! Ondanks de
vele moeilijkheden, die er aan kleef
den. nog kleven en aan dit werk
een arbeid van mensen altijd zul
len blftven kleven, heeft Walcheren
een nieuw gezicht gekregen! Het
eiland levert een totaal andere aan
blik op dan voor de oorlog, de land
bouw wordt er anders, beter beoe
fend. Walcheren is niet kaal meer,
echter nog geen Tuin van Zeeland,
maar het kan dat weer worden! On
houdbaar waren de toestanden ge
worden op dit kleine eiland aan de
Scheldemonden, onhoudbaar op agra
risch gebied Nu het is weer een land,
waar de boer op zijn grond een mens-
waa-dig bestaan heeft.
De akkers geven goede oogsten, er
zijn malse weilanden. De boerderijen
werden herbouwd, dankzij een billij
ke vergoeding der materiële oorlogs
schade. zonder welke regeling het
landbouwherstel niet compleet was.
Walcheren herdenkt thans weder
opbouw en herstel. Ook de agrarische
sector manifesteert, heeft In de plech
tigheden terecht een belangrijk aan
deel. Het boerenleven op Walcheren
vertoont na tien jaren weer een wel
varend aspect. Zonder landbouwher
stel In de vorm waarin hel gegoten
was en zonder de gereedkomende
agrarische sanering, ware een her
steld Walcheren ondenkbaar ge
weest!
Hierna komt een kleurrijke stoet, gevormd uit afgezanten van alle
Zeeuwse gemeenten. Met meer dan honderd verschillende vlaggen marche
ren zij de Markt op, gevolgd door de groep klederdrachten:
Van het land van Walcheren
Van het land van Arnemulden
En van het Nieuweland.
Van de beide Bevelanden
Van Zuid,
Van Noord.
Van het land van Cadzand,
Van hel land Van Axel
En van het land van Hulst.
Van ce herrezen Schouwse landen
En van 't herrezen land van Tholen...
Zij groeten U!
Na een muziekcorps treedt de folklore aan: de beide Ossewei-groepen,
boogschutters en ringrijdersgevolgd door de Kamperlandse pijpers, Zee-
lands jeugd en sport, Zeeuwse paarden, landbouwers en vissers. Vervolgens
kondigt de stem het dijkleger aan:
Zeelands dijkleger
Hun geslacht is zo oud als de Zeeuwsche landouwen
Want die bestaan door hün verzet
En door de nuchtere rauwheid van hün werk.
Door hun onverzettelijkheid, die geen woord verspilt.
Zeelands harde handen groeten U!
Nadat alle groepen op de Markt aangekomen zijn, stellen zij zich op
de Markt op:
Zeelands volk verzamelt zich.
Zeelands volk schikt zich voor U samen tot
een groot bouquet, Zeelands kracht, die niet de
kracht van wapenen is, maar zij is de kracht van zijn leven, zijn geest.
Wij herdenken de dagen van '40 toen het kwaad uitbrak
en de barbarij zich uitstortte, in golven,
over ons vredig land,
Wij herdenken de dagen van '44, dat ons land verdronk en nog
eens weer moesten de dorpen branden.
Want nog was niet genoeg betaald, Walcheren ging
onder voor Europa's Vrijheid.
Wij klagen niet. Het moest
Maar wij klagen de verblinding aan, die dit afdwong, omdat zij
dacht, op anderer slavernij te kunnen bloeien.
Want geen volk bloeit van dwang. Geen volk bloeit van geweld.
Daarom gedenken wij de liefde, die zich over ons heen
boog, toen wij gebroken neerlagen.
Daarom gedenken wij de eendracht, die naast ons stond,
toen onze nood te zwaar scheen om te dragen.
Die eendracht is het, waarvoor wij danken, waarvan wij getuigen.
Wij zijn er gelukkig om, dat U naast onè staat in die zekerheid,
in die gemeenschap, in die vriendschap:
U, Majesteit
U, Volk van Nederland,
U. alle bevriende Volkeren
en wij zouden haar Vrede willen doen uitvliegen naar
alle hoeken der aarde,
Zoals nu dadelijk onze Zeeuwsche duiven uitvliegen naar
alle hoeken van ons gewest met de boodschap des Vredes.
De Koningin begeeft zich onder de mensen en de duiven worden losge
laten. Wanneer H.M. weer plaats heeft genomen op het bordes van het
stadhuis, volgt na een trompetsignaal de Verklaring van Trouw:
Trouw kan een vreugde zijn, wanneer zrj voortkomt
uit het hart. Als zij met open ogen wordt gegeven,
als zij zich bindt uit eigen vrije wil, omdat het
haar een vreugde is, zich gebonden te weten.
Zóó is onze Trouw en zij begeleidt U, Hooge Vrouwe,
waar U gaat en dit is haar onzegbaar goed, omdat zij
opwelt uit het hart.
Dat hart, waarvan Zeelands grootste dichter zeide:
In alder werelt ronden
Eén enich dinc bestaet,
Dat vri en onghebonden
Na eyghen lusten gaet.
Dat is dat vrië menscenhcrt,
Dat doolt in vruecht, dat doolt in smert,
Maer buten syn verlangen
En wert 'et niet ghevanghen.
Na enige ogenblikken stilte, het prachtige slot:
Majesteit!
U heeft ons hart.
Hierop vólgt onmiddellijk het Wilhelmus.
N. J. W.
Ook toen declamatorium:
Geborgen Land
Ook in 1947, op de eerste Boomplantdag, werd te Middelburg een decla
matorium uitgevoerd, met medewerking van vele honderden padvinders en
padvindsters en de Marinierskapel Het declamatorium diende als omlijsting
van de grote vlaggenparade en was geschreven door de heer G BalHntijn De
tekst werd uitgesproken door de heer L. A. Schenk
Curiositeitshalve drukken wü hier nog eenmaal de tekst af:
Dit kleine eiland tussen Oost- en Westerschelde,
Vooruitgeschoven in de zee, een bolwerk tegen vloeden en orkanen,
Gehavend werd het reeds in d'eerste vlagen
Van het geweld, dat uit het Oosten kwam
En half Europa maakte tot een woestenij......
Waar is de schoonheid van de stad, die dromend
Over een ver verleden, toch het kloppend hart
Gebleven was van Walcheren, van Zeeland?
Rondom ons ligt van wat ons lief was 't grijze puin.
Verwaten en hoogmoedig heeft de vijand later
Dit eiland uitgebouwd tot een bastion, dat hg onneembaar noemde,
De sterkste schakel in de eindeloze keten
Van kleine vestingen.
En ziet, toen hij begon te wankelen, toen aan de kim
Het licht der vrijheid daagde,.
Toen lag daar Walcheren: een grendel voor het water
Waarlangs de vloten moesten varen naar veilige haven
Waarvan 't bezit een noodzaak was voor overwinning
Van vrijheid en van recht.
Daarom kwam toen voor Walcheren de noodlotsdag
De hemel trilde van het ronken der motoren.
Verduisterd werd het licht door zwarte scharen
Van donkere vogels, die hun bommen wierpen
Op wat het sterkste scheen van Walcheren: de dgken.
Het water kwam, het rees, niets kon het remmen
En 't kleine eiland tussen Oost- en Westerschelde
Zo schoon voorheen, zo veilig als een woning,
Werd zee gelijk de wateren rondom.
De vijand week. Zgn kracht werd hier gebroken.
Maar 't scheen dat Walcheren stierf, willoze prooi
Van wind en zee
Doch neen, dit kon niet zgn, God kon dit niet gedogen!
De strijd werd ingezet met 't tomeloos geweld
Der losgebroken elementen.
Bedwongen werd de oceaan en Walcheren herrees!
Het water week! Werd moeizaam teruggedreven
Maar huivering beving wie het eiland toen aanschouwde
Waar was het frisse groen van lanen en van dreven
Het ruisen van het blad van bomen, eeuwen oud
Waar was de meidoorn langs de stille wegen,
Gloeiend als goud in 't avondrood?
Wat eens de glorie was van Zeelands gaarde,
Ontluisterd was het nuOpnieuw scheen Walcheren .dood
Ook ditmaal was het schijn. De jeugd kwam aangetreden
En heeft met blijde moed de stekken uitgezet
Van bomen, die eerlang weer schaduw zullen geven
Van struiken, welker bloei ons eiland sieren zal
De jeugd sloeg 't fundament voor 't Walcheren van later.
Dat worstelde en ontzwom, dat oprees uit het water
Komt hgst de vlaggen dan, de vlaggen zonder tal
Die de 'symbolen zijn van 's vgands diepste val
De herfstwind gaat door het land, de blaren zijn gevallen
Maar Walcheren viert feest: Als straks de voorjaarswind
De knoppen zwellen doet, de bomen weer doet groenen,
Dan wordt dit dorre land een lustoord als weleer,
Dan is gelijk voorheen de liefste plek op aarde
Dit kleine eiland hier, ons Walcheren aan zijn zee!
Gij, die hierboven in de hemelen troont
Schenk Walcheren nu Uw onmisbre zegen
Geef vreed' en voorspoed ieder, die hier woont.
Geel aan het land op tijd Uw zon, Uw regen.
Geen boom kan groeien zonder dat Gg 't wilt
Noch van een struik de bloei het oog bekoren
Weest Gij 't Geborgen Land een stut, een schild
En laat geen rampspoed meer Walcherens vree verstoren.
IJZLNDIJKSE FOLKLORE HERLEEFT
Ketelmuziek voor jarige vrijgezellen
In IJzendijke leefde tot voor kort nog een bijzonder stukje folklore, dat
heiaas in onbruik dreigt te raken. Wanneer men het stadhuis van IJzen
dijke bezoekt, dan kan men in de burgemeesterskamer de roemruchte
„Sleutel van de Ossewei" zien. Het is een ongeveer 30 cm. lange houten
sleutel, die een veel bewogen geschiedenis heeft.
Deze sleutel zal op de folkloristi
sche manifestatie in het kader van
de Walcherse herdenkingsdagen weer
eens aan den volke getoond worden.
Want dan zal de hoofdonderwijzer
aan de Uzenöijkse jongensschool, de
heer J. Ch. Cornells, het gehele oude
ceremonieel demonstreren.
In vroeger tijden ging dat als volgt
in zijn werk: Wanneer een IJzendijk-
se vrijgezel zgn dertigste verjaardag
vierde, werd hij in alle vroegte ge
wekt door een schare dorpsgenoten,
die op oude blikken, trommels,
kachelpijpen en ander ijzerwerk een
hels lawaai kwamen maken. Deze ke
telmuzikanten voerden ook nog met
zich mee een feestelijk versierde ere
poort, waarbinnen de beroemde sleu
tel was opgehangen. Als nu alles naar
wens verliep verscheen de jarige aan
zijn voordeur, nam plechtig de sleu
tel in ontvangst en bood de „muzi
kanten" een tractatie aan: de rituele
borrel, die bij iedere muzikale hulde
wordt geschonken. De erepoort bleef
voor zijn huisdeur staan en de sleu
tel kon hg houden, tot de volgende
vrijgezel de drie kruisjes bereikte.
Wanneer alles naar wens verliep,
ja... Want wanneer de jarige niet
deed, zoals de ongeschreven IJzen-
djjkse wet in deze zaken voorschreef
en de fles dichtbleef, werd de sleutel
in triomf en onder hoongelach weer
weggevoerd. Maar niet voordat de
santekraam van kachelpijpen en pan
nedeksels op zijn stoep was achter
gelaten. Onder het weinig vleiende
commentaar van dc dorpsgenoten
moest de jarige deze „muziekinstru
menten" later zelf opruimen...
Zo ging het vroeger in IJzendijke.
Maar zoals de burgemeester, jhr. L.
E. D. S. von Bönninghausen ook
zelf eens het „slachtoffer" van de ce
remonie ons vertelde, ook deze
hoogtijdagen hebben veel van hun
oude stijl verloren. Zelfs in dit op
zicht hebben mechanisatie en film
hun invloed doen gelden. De sleutel
blijft op zijn plaats in de burgemees
terskamer van het stadhuis, en bij de
vrijgezellen rijdt een tractor voor, die
een wanstaltige „dikke dame", ver
vaardigd van oude zakken en aller
lei afval, aan de deur aflevert.
Jammer...
Maar misschien kan dank zij de
folkloristische manifestatie, en dank
zij het initiatief van de heer Cornelis
en zgn 24 leerlingen, die het gehele
oude gebruik nog eens zullen doen
herleven, de ceremonie in zijn oude
vorm hersteld worden. Het vrouws
persoon en de tractor uit de folklore
verbannen en de houten sleutel in ere
hersteld.
Mèt ketelmuziek!
Werk werd geschreven door mr. J C van Schagen
Op 25 Juni a.s. zal te Middelburg voor H. M. Koningin Juliana de Zeeuwse folkloristische manifestatie
worden gehouden. De tekst van het declamatorium bij deze manifestatie, waaraan honderden uit de gehe
le provincie zullen deelnemen, werd geschreven door de Middelburgse dichter mr. J. C. van Schagen.
Het declamatorium is verdeeld in drie afdelingen: de Groet, de Dank en de Verklaring van trouw.
In het eerste gedeelte brengen verschillende groeppen uit de Zeeuwse gemeenschap, tezamen het gehele
volk vertegenwoordigend, aan H. M. hun groet. De groepen betreden successievelijk vanaf de Lange Delft
de Markt, steeds aangekondigd door de declamator, zodat voor het stadhuis het plein gevuld zal worden
door een kleurrijke stoet met honderden vlaggen en vaandels.
Van Schagen heeft voor zijn declamatorium gebruik gemaakt van twee technieken: van de vaak wel
iets te plechtige normale versvorm en van het meer bespiegelde, in zijn eenvoud dikwijls indrukwekken
der prozagedicht. Het tweede en derde gedeelte van het declamatorium zijn geheel volgens dit laatste pro
cédé geschreven.
Het schrijven van een gelegenheidsstuk als het onderhavige is altijd een
moeilijke en hachelijke zaak. Een vergelijking met het andere werk van
Van Schagen is dan ook moeilijk te maken. Wel echter mag worden voor
speld, dat de statige tekst van Van Schagens declamatorium een boeiende,
schone omlijsing zal vormen van deze indrukwekkende Zeeuwse Manifes
tatie. Het declamatorium bevat vele gedeelten, die door hun ontroerende
eenvoud zeer aangrijpend zijn en bij goede voordracht grote indruk zullen
maken, zoals de bespiegelende gedeelten van de tweede afdeling en de ver
klaring van trouw, langzaam opwerkend naar een indrukwekkende climax,
het zeer nadrukkelijke slot:
Majesteit!
U heeft ons hart.
waaroponmiddellijk het Wilhelmus volgt.
Wij laten hier enkele gedeelten volgen:
Wilt dan schouwen,
Hooge Vrouwe,
Hoe wij leven op ons goed.
Hoe de bloem onzer landouwen
Aantreedt voor den Zeeuwschen groet!
Een Zeeuwse ruiter maakt zich los van de stoet en iraaft de Markt op:
.Zeelands vlag rijdt ongezadeld
Naar den ouden Zeeuwschen trant
Door der eeuwen loop geadeld
Groet zij U. voor 't Zeeuwsche land!
Boomnlnntrfarj te Middelburg
Novemhc* i9/,7 T)" v'afi gaat in top.
fPntn P. Vreke)
loe mooi was Walcheren voor de
orlog met zijn fraaie beplanting.
'Ajkje op Veere, met zware berken
op de voorgrond.
Het nieuwe Vlissingen