PLANT EEN BOOM OP WALCHEREN!
C. ^Bzóczsc, hczbcflantcz van hei eilanb
Boomplantdag 1947: groots
gebeuren op een kaal eiland
Een weldadig groene oase, waar
de nachtegaal zong
Prinses Juliana plantie
eerste boom
Zeven jaren is het straks, in November, geleden, dat op Walcheren de eerste bomen werden geplant. On
vergetelijk zal die dag, Dinsdag de 4de November 1947, blijven voor ieder, die hem meemaakte, de dag,
waarop Prinses Regentes Juliana en Prins Bernhard naar Zeeland kwamen om de eerste bomen weer toe
te vertrouwen aan de nauwelijks droog geworden aarde en over Walcheren wel de feestelijkste tocht maak
ten, die ooit over dit eiland gemaakt werd.
Niemand minder dan de Britse eerste minister Clement Attlee was over
gekomen om eveneens een boom op Walcheren te planten, daarnaast waren
er ze\%n Nederlandse ministers, tal van leden van het Corps Diplomatique
en een groot aantal hooggeplaatste geallieerde bevelhebbers uit de oorlogs
dagen.
Plechtig zette deze stralende dag in met een bijeenkomst in de Jacobs-
kerk te Vlissingen.
Onmiddellijk daarna begaf het ge
zelschap zich naar het Bellamypark,
waar achtereenvolgens de voorzitter
van Nieuw Walcheren, de heer J. L.
Verhagen, de burgemeester van Vlis
singen, mr. B. Kolff en de Franse
gezant Jean Rivière het woord voer
den.
Toen brak het grote ogenblik aan:-
H. K. H. Prinses Juliana plantte de
eerste boom, de Franse Gezant, de
Belgische oud-minister Julius Hoste,
de burgemeester van Vlissingen en
een vertegenwoordiger der verzetsbe
weging, alsmede de voorzitter van
Nieuw Walcheren volgden dit voor
beeld.
De eerste boom werd geplant ter
herinnering aan allen, die voor de be
vrijding van Walcheren hun leven
gaven: zinvolle, ontroerende geste!
In snelle vaart reden vervolgens
meer dan 100 .auto's naar Westkapel-
le, waar de Britse premier Attlee en
de tpenmalige Nederlandse minister
president dr. Beel spraken en weder
om was het Prinses Juliana, die de
eerste boom plantte, ditmaal in West-
kapelle. Nu plantte ook Attlee, dr.
Beel en wederom de voorzitter van
Nieuw Walcheren.
En hier zong, aan de voet van de
vuurtoren, ook het Westkappels da
meskoor. De toenmalige burgemees
ter van Westkapelle, jhr. mr. A. F. C.
de Casembroot, sprak eveneens.
Een enorme menigte was naar
Westkapelle gekomen om de plechtig
heden hier by te wonen en nauwelijks
begaf het gezelschap zich te voet
naar de landingsplaats om deze te
aanschouwen, of alle politieafzettin-
gen werden verbroken. Vol enthousi
asme omstuwde de menigte de
hoge gasten, alle officiële koel
heid was eenklaps verdwenen, het
was allemaal plotseling zó als men
het zich gedroomd zou hebben
In het barakkenkamp van de We
deropbouw werd de lunch gebruikt,
een zeer eenvoudige maaltijd: een
paar broodjes uit een papierenzak
Middelburg
In Middelburg wachtten intussen
reeds 1500 kinderen op het Seisbol-
werk om massaal te planten. Burge
meester jhr. mr. W. C. Sandberg tot
Essenburg begroette hier de gasten,
waarna wederom Prinses Juliana de
eerste boom plantte en het Corps Di
plomatique, mevrouw Attlee, de
Commissaris der Koningin, jhr. mr.
J. W. Quarles van Ufford, het ge
meentebestuur van Nieuw Walcheren
en het bestuur der Stichting Nieuw
Walcheren. Duizenden luchtbalonnen
werden hier door de jeugd opgelaten.
Vlaggenparade en muziek
Te voet begaf het officiële gezel
schap zich naar de Markt, waar een
internationale vlaggenparade werd
uitgevoerd. Honderden padvinders en
padvindsters verleenden hier hun me
dewerking, evenals de drumband van
de padvindsters en de Marinierskapel
Walcheren viel droog. Dode bomen en
vernielde boerderijen maren de maca
bere bewijzen van hetgeen op dat mo
ment reeds historie was geworden.
der Kon. Marine. Uitgevoerd werd
het door de heer G. Ballintjjn geschre
ven declamatorium „Geborgen Land"
aan het slot waarvan de vlaggen van
niet minder dan 27 geallieerde lan
den werden gehesen.
De dag werd besloten met een vuur
werk, door het gemeentebestuur van
Middelburg aangeboden aan de Stich
ting Nieuw Walcheren, een vuurwerk
zoals Middelburg in geen jaren aan
schouwd had en een taptoe van de
Mannierskapel.
Oude boerderijtjes in de beslotenheid
van lommerhagen, zo vormde het
Walcheren van weleer de „tuin" van
Zeeland.
Op k November 19J/7 plantte Prinses
Regentes Juliana de eerste boom op
Walcheren in het kader van de boom-
plantactie. Deze boom werd geplant
m het plantsoen van het Bellamypark
te Vlissingen.
Foto P. Vreke).
De bomen
De bomen, die op deze 4de Novem
ber 1047 werden geplant, is over het
geheel genomen een gunstig lot be
schoren. In het Bellamypark zijn zij
tot flinke, nog altijd jonge bomen ge
groeid, op de Middelburgse bolwer
ken zijn zy prachtig tot ontwikkeling
gekomen. Helaas heeft de jeugd de
herinneringsborden die er bij waren
geplaatst vernield, zodat over enkele
jaren niemand meer zal weten, wie
hier de eerste bomen plantte en wel
ke bomen dat waren.
In Westkapelle was het klimaat te
guur voor een aantal der eerste
boompjes. Zij waren te zwak om tot
ontwikkeling te komen en stierven.
Later zijn zij door andere vervangen.
Maar die 4de November 1947
liet was een onvergetelijke dag.
OP HET SLOTPLEIN VAN WESTHOVE....
Zelfs de drooggebleven bossen
waren ernstig gehavend
(Van een bijzondere medewerkster)
Toen wij met onze boot over het geïnundeerde Walcheren voeren en, te
gen een halve storm in, tussen door een verdronken koolveld en bet over
blijfsel van een meidoornhaag trachtten te geraken, wisten we, dat ergens
op het „tot zinken gebrachte" eiland een weldadig groene oase overgeble
ven mopst zijn: de hoge bossen tussen Domburg en Oostkapelle, gelegen
aan de voet van de duinen. Dat wond erlyke priëel aan de kust, waarvan de
aanstormende noordwester de bomen had gemodelleerd en de kruinen
glad ge u-horen, tot het één vlak vormde met de duinen, waartegen het was
gegroeid
Hét b ant is het niét zo, dat van alle bossen, die men ziet, later, er
toch geen el zo echt is. Echt is alleen die bescheiden strook bosgrond,
waarvan i. ons als kinderen /.cï: Dat is nu een bos. Het bos, waar in de
afgekalfde zandrichels, overdekt met het kantwerk van blootgekomen wor
tels, de konijnen hun holen hadden, waar ze 's avonds speelden op de open
plek voor het kasteel Westhove; een bos, waar de nachtegalen zongen.
Kortom het proto-type van alle bossen. Zoals we ook geleerd hebben
wat bomen waren aan de spichtige exemplaren in de Abdij, aan de gewel
dige kastanje in de tuin van het Sint Joris in Middelburg, aan het zwaar
geboomte rond Der Boede, aan de wilgen, die onder Vrouwenpolder aan de
slootkant staan én de bomen op de zeedijk by Ritthem. We kenden hun
knoesten en lieksenbezems en hun fyne contouren tegen een winterlucht.
En toen de inundatie kwam, was dat niet vreemd, want ze stonden er
nog, alsof het winter was
Een winter, waarop geen voorjaar volgde.
Vreemd werd het pas, toen alle
buitenplaatsen onbeschut en onbe
dekt in het landschap stonden, alle
meidoornhagen werden gekapt, de
wegen kaal werden en het landschap
leeg en glad. Zodat men Veere van
Zoutelande af kon zien liggen en de
duinen van Valkenisse over bijna het
hele eiland. Een landschap zonder ge
heimen en zonder verrassingen.
Enkele delen ervan waren nog in
tact, maar zelfs de drooggebleven
bossen waren gehavend- Op de 55
ha. die bij Westhove horen, nadden
de Duitsers niet minder dan 4 of 5000
bomen gekapt en van de dikste, om
wat doorzicht te hebben...
Aanranding
Een nodeloze aanranding van een
bosgebied, dat vanaf de vroege mid
deleeuwen het geliefde recreatie-oord
i: geweest van prelaten en edelen
en rijkgeworden kooplieden. Hoe oud
is hét!
De reusachtige linde op het
slotplein van Westhove, wiens
stam van 2 meter middellijn, nu
wel helemaal hol moet zyn, is
moeten dr deskundigen gezegd
hebben wel 1000 jaar oud. Ze
stonden erbij te kijken. En wij
ook. Want dan moél die boom nog
weet hebben van invallen der
Noormannen en van de Kruistoch-
C H RIST IA AN PIETER
BROERSE, vijftig jaar,
landschapsarchitect teNïeu-
wer-Amstelherbeplantei
van WalcherenZo on
geveer kan met enkele ru
we lijnen het beeld worden
geschetst van de manon
der wiens leiding de beplan
ting van het herboren eiland
tot stand kwam. Hij is lang
en zyn borstelig haar staat
steil overeind. Zijn ogen
kunnen soms achter de bril-
leglazen peinzend wegdwa-
len, schijnbaar turend in
een onbestemde vertedan
filotseling fel en geconcent
reerd kijkend naar een
heestereen plant. Hij werd
geboren in Serooskerke, telg
van een goede en gezeten
Walcherse familie, werd op
gevoed volgens de weldoor
dachte en godsvrezende
principes, die tot op de hui
dige dag worden beleden op
het Walcherse platteland.
Principes, die zijn leven heb.
ben bepaald en die richting
en vorm gaven aan zyn ioer.
ken.
,Men heeft mij wel eens
verweten, dat ik de beplan
ting een dominerende rol
laat spelen en als voorbeeld
noemt men dan ,jNieuwer-
Amstél" zegt hij zyn
stem heeft een merkwaar
dig zacht timbre, hij spreekt
rustig, doch zonder aarzelen
„Maar dat icil ik juist.'
De schepping gaat voor my
altijd voor. Ik heb geen zin
om haar ondergeschikt te
maken aan de bebouwing,
en zekerniet als die be
bouwing armoedig isI"
£n dan zet hij ons de over
wegingen uiteen, die een
rol hebben gespeeld bij de
herbeplanting van het ei
land, overwegingen van een
man, die nog altijd leeft en
werkt in het geestelijk kli
maat van Walcheren, omdat
hij een zoon van dit eiland
is. ,J2\j het ontwerpen van
herbeplantingsplannen g ing
het om het zoeken en het
vinden van de juiste sfeer.
En als ik dan bijvoorbeeld
een plan moest maken voor
de beplanting van een be
graafplaats, dan diende ik
me te realiseren, dat de
kerkhoven van de Walcher
se dorpen geen opzichtige
grafplaatsen waren, waar
men de juichende bloei van
heesters kon toelaten. Neen,
de begraafplaatsen zijn hier
oorden van rust, van afge
slotenheid, van bezonken
heid en van inkeer."
„De verbondenheid van de
bevolking met de schepping
is nog levend op het eiland
en dat moest ook tot uit
drukking komen in de be
plantingen. En dan was het
verder een eerste vereiste
om met geëigend materiaal
te werken, plantmateriaal
dus, dat op Walcheren
thuishoorde." In dit verband
noemt lm terloops de mei
doorn. En hij glimlachtneemt.
Want de boeren voelden wei
nig voor de meidoorns en
hadden allerlei bezwaren.
ken. Maar het duurt lang,
voordat een boer dat aan-
„Inderdaad is er een tijd ge-
iceest, dat men meende, dat
houtgewassen op de akkers
verkeerd waren, maar die
opvatting is onjuist geble-
'T&jna acht jaar geleden
werd met de herbeplan-
ting begonnen en van het
begin af had landschapsar
chitect Broerse de leiding.
Dat was een gevolg van en
kele tijdschriftartikelen,
waarin hij zijn opvattingen
over de beplantingen van het
nieuwe Walcheren had uit
eengezet, artikelen, die wa
ren geïllustreerd door zijn
broer. De „Stichting Nieuw
Walcheren" vroeg hem na
het verschijnen van deze be-
schouwingen zich met het
beplantingsicerk te belasten,
doch hy weigerde hardnek
kig. „Ik had een betrekking,
directeur van Zorgvlied en
van de plantsoenen in Nieu-
toer Amstel, en ik kon me
daar niet van losmaken."
Maar men bleef aanhouden
en toen er ook aandrang
werd uitgeoefend van de zij
de van het gemeentebestuur
van Nieuwer Amstei. stem
de hij toe. oor twee jaar
werd toestemming verleend
om naast het gewone werk
dit grootse project aan te
vatten. De twee jaar zijn nu
bijna acht jaar geworden...
„maar ik heb nooit één ver
wijtend woord van het ge
meentebestuur gehoord."
Hoe is in die
de situatie op
het verdorde eiland gewor
den„Och, in het begin
maakt men plannen, maar
vergeet niet, dat met levend
materiaal wordt gewerkt,
zodat zo'n beplanting eerst
moet uitgroeien, wil zij ten
volle beantwoorden aan de
visie, die er aan ten grond
slag ligt. Maar ik geloof, dat
ik nu mag zeggen en ik
doe dat met grote dankbaar
heid dat we een goede
greep hebben gedaan. Zelfs
'op ongunstig gelegen plaat
sen, die otis zeer veel zorg
kostten, is de ontwikkeling
gunstig verlopen. Er is zel
den een groten uitval gecon
stateerd dan vijf procent",
zegt herbeplanter Broerse.
„Ik geloof, dat Nieuw-Wal-
cheren zijn belofte heeft in
gelost." Doch direct voegt
hij er aan toe: ,J9e mede
werking gedurende al die
tijd ivas prachtig. Bovendien
waren er bekwame en des
kundige helperszoals de
heer Goudzwaard uit Goes
de heer Galjard uit Vlissin
gen, Tillema uit Middelburg.
Acht jaarik kom zo
langzamerhand toch zoel
aan het eind van mijn la-
tyn."
"foaarmede eindigt het ge-
gesprek. Landschapsar
chitect Broerse wordt ge
roepen voor „Miniatuur
Walcheren." Hy staat op en
Acht jaar.,
periode
geeft een hand, een
harde hand: „Maar er in de
krant geen persoonsverheer
lijking van", zegt hij nog en
verdwijnt dan met brede
stappen.
Broerse, herbeplanter van
Walcheren. Sinds zijn zeven
tiende jaar is hy van de
vroege ochtend tot de late
avond bezig met groen en
bloemen. Begon op een
kwekerij, werkte zich op
door zelfstudie, werd land
schapsarchitect, gaf tenslot
te vorm aan het nieuwe ge
laat van Walcheren. Néén,
geen persoonsverheerlijking,
maar wel respect, diep re
spect voor deze zoon van
Serooskerke
ten, hy moet de tachtigjarige oor
log hebben meegemaakt, én de
Franse revolutie.
Tien eeuwen heeft hij wéer-
staan; branden en belegering, re
voluties en uitgelaten feesten.
Wat voor een tijd hebben we nu,
dat hy die niet meer kan over
leven Want nu begint hy te ster
ven. Langzaam van boven af aan.
Dode taks torn pen steken boven
zijn dichte bladermassa uit, alsof
het skelet van de boom zichtbaar
werdhij sterft. Zoals het hele bos
afsterft. Nu het geen ononder
broken geheel meer vormt, en de
zee nadert.
Reeds zyn de hoge zeeduinen, :in
de luwte waarvan, hier vlak aan de
kust eens een bos kon opgroeien,
sinds lang verdwenen en het intieme
binnenduinse landschap grenst op
wonderlijk directe wiizf aan de rol
lende grijze golven. In ieder storm
achtig winterweer is er een moot af
gesneden, dwars door toppen en val
leien, braamstruiken en eikebosjes,
juist zoals men plakjes snijdt van
'een verjaarstaart, dwars door sui-
kerbloemen en opgespoten letters
heen.
Op de rand van land en water ba
lanceerden soms de dode stammen
van bomen, die eenmaal ver van zee
moeten zijn opgegroeid, en verderop,
landinwaarts, gaf het overschot van
een stuk bos. dat levenslang door de
wind werd mishandeld, ontdaan van
bast en takken, na zyn dood nog de
indruk een horde bleke, het land in
vluchtende gestalten...
Maar onder het afstervend ge
boomte groeit een nieuw klein bos
op; ontelbare stekken van een jonge
aanplant, die in de windstilte, die
hier beneden heerst, recht en strak
staan als recruten.
En langs de landwegen op het el-
land lopen drie mannen; voorop één
met een papier in de hand. eentonig
mompelend, meidoorn, esdoorn, vlier,
meidoorn, esdoorn, vlier: meidoorn
en de twee achter hem olanten... Al
mompelend scheppen v ij een nieuw
Walcheren in struiken en bomen. De
struiken vlak naast elkaar, opdat
zij zullen kunnen opgroeien, ondanks
zilte bries, die over liet eiland heerst-
Wanneer is men met die herbe
planting begonnen; het moet heel
vlug na de inundatie zijn geweest; zO
vlug mogelyk!
Heeft men er toen over gediscus
sieerd. of het wel nodig was Wal
cheren te beolanten? Voor zover wè
weten meer ovei de vraag, bij welk
zoutcijfer van de bodem men mo-
gelykst vlug daarmee zou kunnen
beginnen. En nu, over sommige bin
nenwegen rildend. kan men zich In
ernst verbazen: „Is het water hier
dan niet geweest, dat de meidoorns
zo hoog zyn?"...
Het. had anders gekund: er had
geen Staatsbosbeheer kunnen zijn,
dat de wegen beplantte, snel en zo
rovaal. dat het haast verkwisting
leek; niet de sympathie van het Pro
vinciaal Bestuur; en niet die merk
waardige stichting van particulie
ren „Nieuw Walcheren", met zijn ge
durig gehamer op het geweten van
overig Nederland: „Plant een boom
op Walcheren"...
Opnieuw beplant
Maar Walcheren is opnieuw be
plant. Meer dan 300.000,iverd
bijeen gebracht voor het eiland, dat
op dat moment droop van modder,
bedekt was met pokken eh stervende
vissen, met de griezelige muziek van
mosselbomen, rammelend in de wind.
Ver over de 90.000 heesters en bo
men werden alleen al door „Nieuiv
Walcheren" gezet: in de dorper, en
rond de kerkhoven en In vele grote
projecten.
Wij behoeven maar naar de af
gezaagde tronken te zien, die in de
slootkanten zyn blijven zitten, of
naar de wilgen, die daar in het bui-
tengediikte land bfl Veere nu. met
pokken bezet.'zo dwaas midden ln de
zee staan, om ons te herinneren, hoe
het vroeger was...
Zo zal het niet meer zfln. Het is
geen historisch Walcheren meer, dat
nu ontstaat: het Is minder schilder-
ar htig en grillig en uitzonderlijk.
Het is opnieuw gecomponeerd
maar met grote toewijding. En het is
volgepoot met de sympathie van een
heel volk, waarvan particulieren en
instanties het hele hossen en wegen
tegelijk cadeau gaven.