Engelse lords als parkwachters
op eigen landgoederen
rjn Ukcuècn
NEDERLAND TEGEN DUITSE EN
BELGISCHE KOLENKARTELS
VLUCHTELINGEN UIT CHINA
IN NEDERLAND AANGEKOMEN
DE SPAARBANKEN ZIJN TEVREDEN
OVER GROEIENDE SPAARZIN
MAANDAG 17 MEI 1954
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
HEKKENGELD EEN BRON VAN INKOMSTEN
Als alles in bloei staat komt het
publiek bij drommen
(Van een speciale verslaggever)
LONDEN, Mei Wanneer de bomen in Hyde Park beginnen uit te bot
ten en de bezoekers van de exclusieve clubs in Pall Hall er de jas by hebben
uitgetrokken, begint het merkwaardigste aller Engelse seizoenen. Herto
gen, markiezen en graven stellen dan hun „stately homes" voor het publiek
open en als „de zaak" tenminste wil bloeien alle omliggende bossen
en tuinen. Want een dag picknicken op gladgeschoren grasvelden of onder
machtige, verweerde eiken, schgnt meer aantrekkingskracht voor de En
gelse stadsbewoner te hebben dan de oude kunstschatten ,spookkamers of
geheime gangen. Een kasteel zonder uitgestrekte parken „doet" het ge
woonlijk niet.
De dagindeling van een nobele, doch
arme Lord ziet er, in carricatuur al
thans, ongeveer als volgt uit: 's Mor
gens om zeven uur wordt hij door zijn
enig overgebleven butler gewekt met
de roep: „Mylord opstaan! Zo meteen
komen ze weer en ik moet uw 2d nog
opmaken. Opstaan Mylord!" Als de
Lord zich door zeven gangen over on
telbare trappen naar de eetzaal heeft
gespoed, zit Mylady daar al op hem te
wachten. „Opschieten, George", zegt
ze, terwijl ze hem wat toast met bonen
op zijn bord schuift. „Je moet de sabel
van de oom van je overgrootvader nog
repareren. Een vrouw heeft haar gis
teren van de muur gehaald en 't ge
vest verbogen. Dat schilder#, .waarop
je vader in generaalsuniform staat,
moet je ook nog even rechthangen.
Iemand schijnt er aan getrokken te
hebben".
In tuinhuis.
Twee uur later is de Lord met een
boek over tropische vlinders naar zijn
(afgesloten) tuinhuisje verhuisd. Het
werk is weer gedaan en de mensen, die
zich met kinderwagens en tenten voor
het hek van de oprijlaan hebben ver
drongen zijn binnengelaten. En als het
publiek: kletsende vrouwen, dreinen
de kleuters en spelende knapen, door
zijn slaapkamer, zijn eetzaal en zijn
andere 49 vertrekken dwaalt, als het
zijn bloemperken vertrapt en zijn
grasvelden met boterhampapiertjes
bestrooid, blijft onze Lord daar maar
rustig in zijn tuinhuisje zitten. Alleen
als er Amerikanen komen, gaat hij ei-
even uit om ze, vanwege de vorste
lijke fooien, persoonlijk rond te leiden.
's Avonds als de klok van de
kasteeltoren luidt, ten teken dat het
landgoed voor de rest van de nacht
gesloten zal worden, verhuist de Lord
weer naar zijn doorluchtige woning.
In de burchtzaal, waar de half-ver-
roeste harnassen van zijn voorvaderen
staan, telt hg dan de zilverstukken na,
.die de mensen voor het verblijf .op zijn
landgoed betaald hebben. Als het een
goeie dag is geweest, zucht hij vol
daan: Nu kan ik een week in het huis
7 54
1954
Van 16 Juni tot en met 14 Augustus
zal de Nederlandse P.T.T. een boni-
fatiuszegel" van 10 cent in lichtblau
we kleur verkrijgbaar stellen, ter
herinnering aan de apostel Bonifa-
tius die 1200 jaar geleden bij Dokkum
werd vermoord.
Eet zegel is ontworpen door de
kunstenaar Hubert Lovigne te
Maastricht, die ook de beeltenis en de
achtergrond graveerde.
De tekst, de waarde-aanduiding en
de jaartallen zijn getekend door de
heer Andrè van der Vossen te Over-
veen.
mijner vaderen blijven". En als het
een héle goeie dag is geweest, drinkt
hij, samen met Mylady, een glaasje
port.
Beschaafder beeld.
Op deze manier heeft een spotter
het leven van een moderne Engelse
Lord beschreven. Een Lord, die ten
koste van alles op het oude familie
bezit wil blijven wonen, doch die er
eigenlijk geen contanten voor heeft.
In werkelijkheid is dit bijna cynisch
afgeschilderd beeld heel wat be
schaafder. De Engelse Lord, die in
geldnood verkeert, mag zijn kasteel
voor het publiek hebben opengesteld,
zelf woont hij toch nog altijd in een
afgesloten vleugel, of in een „cottage"
in een afgeschoten hoek van zijn land
goed. En wat de Engelse stadsbewo
ners betreft, de mensen die op vrije
dagen naar opengestelde kastelen
of buitenplaatsen trekken, ze gedra
gen zich heel wat beter dan de grap
penmaker heeft voorgesteld. Men be
hoeft slechts door Regent's Park of
St James' Park te wandelen om onder
de indruk te komen van de opvallen
de ordentelijkheid van het Engelse pu
bliek te komen.
Dit alles neemt niet weg dat man
nen als de Hertog van Marlborough,
de graaf van Salisbury en Lord Mon
tagu van Beaulieu er slecht aan toe
zijn. O. zeker, ze hebben bezit genoeg,
zeer kostbaar bezit zelfs. Maar him
tegenwoordige inkomens znn te laag
om hun erfgoederen te onderhouden.
Men behoeft de progressief naar bo
ven gaande Britse belasting-tabellen
maar te bekijken, om de klachten van
deze arme, rijke Engelse adel te be
grijpen. Bij een inkomen van een mil-
lïoen gulden per jaar bijv. geen uit
zondering in Engeland verdwijnt
94 procent van dit bedrag in de zak
ken van de fiscus. Rekent men hier
nog bij dat de staai abnormaal hoge
successierechten .left, dan is het niet
moeilijk na te gaan, hoe slecht een
Lord, die bijv. de tweede of derde ti
telhouder sinds de oorlog is, er op het
gebied van liquide middelen voorzit.
Zyn er aan de ene kant edellieden,
die reeds tot de gedeeltelijke of alge
hele verkoop van hun bezittingen zijn
overgegaan, aan de andere kant zijn
er even zovelen, die zulks om gevoels
redenen nooit zullen doen. De laat-
sten, als ze tenminste slecht bij kas
zitten, zijn daarom verplicht aan het
seizoen van de „statÜy homes" mee te
doen. Het „hekkengeld" 'gemiddeld
ongeveer een gulden per persoon) is
een begeerlijk appeltje^voor de dorst
geworden. Op
Op vermaarde buitenplaat
sen als Blenheim Castle, Hatfield en
Longleat bedroeg het om en nabij hon
derdduizend gulden, per seizoen.
Uit dit verhaal moet inmiddels hier
de conclusie getrokken worden dat al
le Engelse Lords op het punt staan
parkwachters te worden. Vooral on
der de nieuw gecreëerde adelsucces
rijke mosterdfabrikanten, bierbrou
wers, generaals, zijn r millionnairs
genoeg. En ook de grootgrondbezit
ters zijn niet te beklagen. De hertog
van Buccleuch bijv. bezit 125.000 hec
taren land, waarvan meer dan de helft
in Schotland ligt. De hertog van Su
therland is eigenaar van 80.000 hec
taren en de hertog van Westminster
regeert over 15.000 hectaren. De laat
ste bezit bovendien nog 600 „golden
acres" in het hartje van Londen. Al
leen de waarde hiervan wordt op
vierhonderd millioen gulden geschat.
MAATREGELEN TOEGEZEGD,
In strijd met Verdrag voor
Kolen- en Staal- gemeenschap.
Een toezegging der Hoge Autoriteit der gemeenschap voor Kolen en
Staal om binnen een half jaar maatregelen te nemen tegen de kolenkartels
heeft de Nederlandse regering er toe gebracht af te zien van haar voor
nemen zich tot het gerechtshof der gemeenschap te wenden met een ver
zoek tot ingebrekestelling van de hoge autoriteit inzake het door haar ge
voerde kartelbeleid.
Minister Zylstra, die de Vrijdag in
de gemeenschappelijke vergadering
der E.K.S.G. gehouden debatten heeft
bijgewoond, deelde aan het A.N.P.
mede, dat hij de Hoge Autoriteit der
gemeenschap van dit besluit op de
hoogte heeft gebracht, nadat hij van
dit gezagsorgaan toezeggingen voor
de verder te voeren kartelpolitiek
heeft ontvangen, die door de Neder
landse regering bevredigend geacht
worden.
De Nederlandse regering heeft zich
evenwel het recht voorbehouden in
een later stadium deze procedure tot
ingebrekestelling aanhangig te ma
ken. wanneer naar haar ^ordeel de
uitvoering van de door het gezags
orgaan toegezegde maatregel daar
aanleiding toe zou geven. Zoals men
weet heeft de Nederlandse regering
bezwaar tegen de vaststelling van
maximumkolenprijzen.
Minister Zijlstra deelde mede, van
de Hoge Autoriteit de verzekering te
hebben ontvangen, dat tegen bestaan
de verkooporganisaties in de Roer en
in België een procedure is geopend.
Een door de Hoge Autoriteit ingestel
de administratieve enquete heeft
reeds uitgewezen, dat deze organisa
ties in haar huidige vorm in strijd zijn
met de bepalingen van het verdrag.
De mechanisatie van de landbouw op Nieuw Guinea schrijdt voort.'
Met tranen van ontroering in de
ogen heeft Zondagavond laat een
groepje bejaarden, invaliden en ge
brekkige vluchtelingen de voet gezet
op Schiphol in het land, dat na vele
jaren van rondzwerven over vele de
len van de aardbol, hun vaderland
zal worden.
Een speciaal gecharterd toestel
van de Scandinavische luchtvaart
maatschappij de „Erik Viking",
bracht 18 Wit-Russen, die hun ge
boorteland vele jaren geleden hebben
moeten verlaten en naar China of el
ders zgn uitgeweken, in de gastvrije
handen van de helpers en helpsters
Soldaat bij schietoefening
omgekomen.
Naar eerst thans is bekend gewor
den is de soldaat A. A. H. van Hooff
uit Tilburg in het Sint Eiisabeth-gast-
huis te Arnhem overleden Hij had
Woensdag een schot in het onder
lichaam gekregen, toen een pistool,
waarmede een vaandrig demonstreer
de tijdens een rustpauze bij schiet
oefeningen op de Westerheide bij
Harskamp, plotseling afging. Chirur
gisch ingrijpen mocht niet meer ba
ten. Soldaat Van Hooff behoorde tot
de te Amsterdam gelegerde tweede
compagnie van het regiment Inten
dance-troepen.
Generaal Franco schreef
over Gibraltar.
Generaal Franco heeft in een arti
kel, dat hij onder een pseudoniem
in een dagblad schreef, verklaard, dat
het recente bezoek van koningin Eli
zabeth aan Gibraltar de reeds be
staande meningsverschillen tussen
Spanje en Groot-Brittannië heeft ver
groot.
Franco verklaarde o.m. dat de
smokkelhandel en speculatie, die in
Gibraltar een middelpunt vinden, zul
len ophouden te bestaan" en dat „het
Spaanse gebied rondom de vesüng
niet meer het toneel zal zijn van los
bandig vermaak van het Britse sol
datenvolk".
0 Na de zware stormen, die in het af
gelopen weekeinde bij Noord-Japan heb
ben gewoed, worden nog 87 Japanse vis
sersschepen vermist. Men gelooft, dat 4
schepen door de Russen zijn aangehou
den. nadat zij in Russische territoriale
'ateren terecht waren gekomen.
Bij vooraanstaande bedden-
zaken en woninginrichters.
Fabrikanten Spakman Co. N.V. Weiep (6LD)
der „stichting oecumenische hulp aan
kerken en vluchtelingen", die voor
htm herstel en voor hun assimilatie
in Nederland gaat zorgdragen.
Van de 18 lijden er elf aan tubercu
lose, enkelen hebben een chronische
ziekte en de anderen zrjn hulpbehoe
vend en invalide. De t.b.c.-patienten
zullen in de Nederlandse sanatoria
worden ondergebracht.
Isabella Patino
overleden
Isabella Patino, dochter van de
gelijknamige Boliviaanse tinkoning,
die enkele maanden geleden, na he
vig verzet van haar vader overwon
nen te hebben, in het huwelijk trad
met David Goldsmith, zoon van een
welgesteld Brits hoteleigenaar, is
Zaterdagochtend te Pargs aan een
hersenbloeding overleden. Zij was
Vrijdag jj. in een ziekenhuis opgeno
men. Het meisje bereikte de leeftijd
van negentien jaar. Haar echtgenoot
en haar schoonouders bevonden zich
aan haar sterfbed.
Zij overleed, na het leven te hebben
geschonken aan een dochter.
Brits koninklijk paar te
Londen teruggekeerd.
Koningin Elizabeth II en haar ge
maal de Hertog van Edinburgh keer
den na hun wereldreis te Londen te
rug.
De Koningin zette om ongeveer
kwart over drie voet aan wal op de
kade van Westminster Daarop reed de
koninklijke familie in een rijtuig, be
spannen met zes paarden naar het
Buckingham paleis,
Op de route, die de koninklijke
stoet volgde, vielen 150 mensen flauw
aan wie eerste hulp werd geboden.
Twee politiepaarden liepen op de
menigte in, één paard moest daarna
medisch worden behandeld.
Het koninklijk paar verscheen met
de kinderen tot tweemaal toe op het
balkon van het paleis.
0 In tegenwoordigheid van een groot
aantal genodigden ls Vrtldsgavond te
Scheemda de jeugdherberg annex Dorps
huis „Esborg" officieel geopend.
VERSLAG VAN SPAARBANKBOND
Zestien procent van nationale inkomen.
(Van onze economische medewerker)
Dat er in het afgelopen jaar goed gespaard is, wisten wij al uit de cyfers
van de algemene Spaarbanken en de rijkspostspaarbank, welke elke maand
gepubliceerd worden.
Maar minder bekend is, dat er veel meer gespaard wordt dan bij deze
instellingen op voortreffelijke wijze worden vvy hieraan herinnerd door het
jaarverslag 1953 van de Nederlandse Spaarbankbond, dat vandaag is ver
schenen.
Er kan inderdaad op verschillende wijzen gespaard worden: door winsten
niet uit te keren, door pensioen- en verzekeringspremies te betalen, door
geld naar de spaarbank te brengen. Kortom, al het geld dat ontvangen
wordt als inkomen en dat niet op enigerlei wyze voor de consumptie wordt
gebruikt, wordt als besparing beschouwd: voor het bedryf, het gezin en
de overheid.
Beschouwen wij Nederland als één
geheel, dan blijkt er in 1953 door ons
allen (gezinnen, bedrijven, verzeke
ringsfondsen en overheid) voor 3470
millioen te zijn gespaard tegen 3160
millioen in 1952 en 2960 millioen in
1951. In 1953 was dat 16% van het
nationale inkomen.
Dank zij die enorme besparingen
konden de investeringen in de bedrij
ven toenemen, kon .er kapitaal naar
het buitenland terugvloeien en kon er
een eind gemaakt worden aan de in
tering op de voorraden: in 1953 was
er dan ook weer sprake van een ge
ringe voorraadvorming door en bij het
bedrijfsleven.
Wij kunnen ook zeggen, dat in het
afgelopen jaar het totale inkomen
dank zg de grotere productie is ge
stegen doch dat dit niet is gevolgd
door een evenredig grotere consump
tie door de gezinnen. Op zichzelf is
dit zeer gezond, want die grotere be
sparingen zijn dringend noodzakelijk
om in de ondernemingen nieuwe kapi
taalgoederen te vormen.
Ook al trekken de spaarbanken dan
maar een deel van de besparingen
naar zich toe, dan is de ontwikkeling
in 1953 toch gunstig voor haar ge
weest. We lezen tenminste in het ver
slag, dat het saldo van inleggingen
boven terugbetalingen bil de algeme
ne spaarbanken in 1953 145 millioen
bedroeg (tegen 62 millioen in 1952)
bij de rijkspostspaarbank 33 millioen
(tegen 11 millioen in 1952) en bij de
boerenleenbanken 117 millioen (te
gen 98 millioen).
Dit jaar gaat overigens nog cres
cendo, want bij de algemene spaar
banken werd er in het eerste kwartaal
1954 75 millioen gespaard en bij de
rijkspostspaarbank 33 millioen.
(tegen f 11 millioen in 1952) en bg
de boerenleenbanken f 117 millioen
(tegen f 98 millioen).
Het is overigens wel aardig om
op te merken, aat de positie van de
Rijkspostspaarbank in dit trio ge
leidelijk aan achteruitldopt. Eind
1949 had de Rijkspostspaarbank 35
procent van de spaargelden tot zich
getrokken; eind 1953 nog maar 30
procent. De algemene spaarbanken
daarentegen stegen van 27 tot 29%
procent en de boerenleenbanken van
38 tot 40% procent.
Beleggen.
De spaarbanken geven het geld
weer door. Globaal gesproken be
leggen zij en nu nebben wij het
alleen over de algemene spaarban
ken 50 procent in effecten (gro
tendeels natuurlijk overheidspapier,
hoewel dat niet wordt toegelicht),
14% procent in hypotheken, 25 pro
cent in onderhandse leningen aan
de overheid en 7% procent als ren
teloos tegoed bij de Nederlandsche
Bank. Wij zien dus wel, dat alles
zo safe mogelijk belegd is. dat er
van een toestroming van de spaar
gelden- naar de risicodragende sec
tor geen sprake is.
Hoe komt het nu, dat de bespa
ringen in het algemeen maar ook
het sparen via de spaarbanken is
toegenomen? Per slot van rekening
kan men, bij een groter gezinsinko
men. ook meer gaa: verbruiken.
In de eerste plaats is natuurlijk
de grote inhaalvraag van pas na de
oorlog verdwenen. Men legt daarom
gemakkelijker wat op zij en dit durft
men en dit is een tweede belang
rijke factor met een gerust hart
te doen. omdat de guldeD weer een
veilig bezit is geworden: de angst
voor devaluatie is geheel verdwe
nen. En ten slotte moeten wij de
grote activiteit van de spaarbanken
noemen, die elk middel aangrijpen
om het spaarvermogen, dat dus aan
wezig was, om te zetteD m spaar-
lust. En niet tevergeefs.
MAR'
MARYBURCHELL
8
Voor een schildersezel stond een
blond meisje, Jat zich blijkbaar heel
ernstig aan de edele kunst wijdde. Bij
Fiora's binnentreden keek de schilde
res de kamer door, met een blik, als
of 't herhaalde kloppen op de deur
haar niet in hetminst op de komst
van wie dan ook had voorbereid.
Ze was nogal knap, met het mooie
zachte haar, dat in een dichte golf
over het voorhoofd hing en dezelfde
blauwe ogen als haar broer, maar
minder angstaanjagend fel.
Een ogenblik keek ze Flora aan,
alsof ze niet wist, hoe haar wat men
■noemt thuis te brengen: toen wierp
ze het palet weg en riep: „Maar Flo
ra! Ik had je helemaal niet horen aan
komen. Het spijt me, beste kind. Ik
was van plan geweest je af te halen".
Meteen kwam ze de kamer door,
greep Fiora's beide handen en kuste
haar ontroerend, teder en oprecht.
„O, wat ellendig! Er zal wel niemand
aan de trein geweest zijn, want ik
weet zeker, dat noch Nan, noch Lu
cas de moeite hebben genomen. Ik had
op de tijd moeten letten".
„Och, het komt er niet op aan", zei
Fiora glimlachend en na het vooraf
gebeurde onbeschrijfelijk verrast door
deze hartelijke begroeting. „Je was
ker verdiept in je schilderen?"
„Dat vrees ik ook. Zo ben ik nu een-
zeker verdiept in je
„Dat vrees ik ook,
maal'
„Mag ik eens kijken?" zei Fiora,
nog met haar hand in die van Adèle
naar het schilder# lopend.
,,'t Is helemaal amateurswerlc met
alle fouten ervan", verzekerde Adèle.
„Is dat zo?" vroeg Fiora, het doek
ernstig bekijkend. „Ik zou het niet
kunnen zeggen, want van kunst heb
ik niet genoeg verstand. Maar... het
lgkt me toch wel erg levend".
Nu lachte Adèle, terwijl ze Fiora
hartelijk omhelsde. „O", riep ze, ,',je
bent een schat! Iets prettigers had je
niet kunnen zeggen, 'c Is maar een ko
renveld, zie je. maar ik heb zo ernstig
geprobeerd, de indruk van het door de
zon beschenen koren en 't gewirwar
van de insecten weer te geven. Krijg
je die indruk ook werkelijk?"
„Ja", knikte Fiora ernstig. „Dat is
het precies. Je moet wel veel talent
hebben, Adèle".
„Och, dat weet ik niet", was het
met een zucht gegeven antwoord.
„Soms houd ik mezelf voor een genie
en dan weer besef ik, dat ik een stom
meling ben. Boven alles zou ik wen
sen naar Londen te kunnen gaan, om
daar ernstig te studeren".
„Waarom doe je dat dan niet?"
„Waarom ik het niet doe?" her
haalde Adèle, lachend, maar zonder
bitterheid. „O, je bent een beste, hoor!
Ik laat het om dezelfde reden waarom
de meeste mensen niet doen wat ze
graag zouden willen. Er is geen geld
voor zulke dingen".
„O", zei Fiora, die nu met meer ge
noegen en geestdrift over haar vier-
-en-tachtig duizend pond dacht dan
ooit te voren. Slechts de herinnering
aan meneer Bircombe en diens raad
om „langzaam-aan" te doen weer
hield haar van de belofte, dat zij dit
lieve nichtje dat eigenlijk geen
nichtje was wel het benodigde geld
zou verschaffen. Ze bepaalde zich tot
de vage toezegging 't eens te zullen
overleggen en nagaan, „of er ook wat
op gevonden kon worden".
Adèle glimlachte slechts en ging er
niet verder op in. In. plaats daarvan
duwde ze Fiora in een brede, gemak
kelijke stoel en vroeg: „Vertel me nu
iets over je aankomst? Heb je Nan
al gezien?"
„O, ja".
„Hoe vind je haar?"
,Tot nu toe had ik nooit iets van
„Dat vind ik ook, Lucas denkt daar
anders over, maar hg mag haar niet
ljjden. Dat kan ik je gerust vertellen.
Geen van beiden steekt het onder stoe
len of banken, dat ze niets van elkaar
moeten hebben".
„Je broer schgnt niet iemand, om
van zijn hart een moordkuil te maken"
merkte Fiora droogjes op.
Adèle keek haar glimlachend aan.
„O, dus je hebt ook al met Lucas ken
nis gemaakt?"
Bedachtzaam streek Adèle beide
handen over haar met verf bedekte
jurk.
,,'t Spijt me, dat Lucas naar het
schgnt geen al te best figuur heeft ge
slagen".
„Niet zo heel best. Maar trek het je
niet aan. Een mens kan niet altijd af
gaan op eerste indrukken. Misschic
zal ik later anders over hem denken"
Terwijl ze dit zei, had Fiora het ge
voel, toch nóóit van mening te zullen
veranderen. Maar Adèle viel zo bij
haar in de smaak en had haar zó har
telijk verwelkomd, dat er wel enige
rekening gehoude. moest worden met
haar zusterlijke gevoelens.
„Lucas is moeilyk te verontschuldi
gen als hij 't op zijn heupen heeft",
§af Adèle ronduit toe. „Ik kan alleen
rj wijze van excuus aanvoeren, dat hg
het samenwonen met Nan veel erger
vindt dan ik. Vader heeft m.i. een
grote fout gemaakt, door in zijn tes-,
tament een situatie te scheppen, die
wel op herrie tussen Nan en Lucas
moest uitlopen".
„Heeft hij dat?" vroeg Fiora, die
uiteraard speciaal belang steldé in
testamenten
Glimlachend hernam Adèle: „Man
nen zgn zo dom. Vooral mannen van
middelbare leeftijd, die trouwen met
luchthartige jonge vrouwen. Hij wist,
dat Nan absoluut niet met het be
stuur van een landgoed op de hoogte
was en liet dit dus aan Lucas over;
wat in elk geval was zoais 't behoor
de, omdat het al lang familiebezit
was geweest. Anderzijds evenwel
zeker uit billijkheidsoverwegingen
schonk hij Nan voor haar gehele le
ven, ten minste indien ze niet zou
hertrouwen, het vruchtgebruik van al
't geld, zolang zij op Brierley Manor
bleef wonen. Vermoedelijk was papa
onnozel genoeg om te geloven, dat ze
althans een deel van haar inkomen
aan de instandhouding, het onder-
houf ;m 't goed zou besteden. Blijk-
baa had hij, ondanks hun zesjarig I
huwelijk, zgn tweede vrouw absoluut
niet leren kennen. Hg wist niet, dat
bij Nan één ding 't andere overheerst:
Geld, dat ze in handen krijgt, wordt
regelrecht voor haar toilet etc. be
steed of ook voor een andere idiote
buitensporigheid".
Fiora herinnerde zich de weelderi
ge overvolle kamer, waar ze haar
jonge tante had aangetroffen. „Ik
heb dit in de eerste vijf minuten al
gedacht", merkte ze op.
„Dat zou iedere vrouw met gezond
verstand doen, veronderstel ik. lach
te Adèle. „Maar die arme papa deed
het niet. 't Resultaat is, dat Lucas,
zelf dol op Brierley Manor en alles
wat daarmee verband houdt, nu Nan
het geld ziet verkwisten, dat zo hard
nodig is voor het landgoed. Soms ge
loof ik, dat als hij een moordzuchtig
karakter had, hij Nan al een jaar of
1 ger geleden^gewurgd zou hebben",
besYoot°ze zuchtt
Fiora wierp haar een ontstelde blik
toe. In de korte tijd na haar komst
hier had zij Fiora, nu reeds twee maal
iemand over lust tot moorden horen
spreken, 't Is waar, ze moest die woor
den niet zo letterlijk opvatten, maar
in elk geval bleek er uit. hoe gespan
nen, ja een crisis nabij de toestand in
dit huis was; van een rustig, prettig
leven kon op die manier moeilijk spra
ke zijn.
„Betekent het landgoed dan zoveel
voor hem?" vroeg ze, vergeefs probe
rend, een klank van sympathie in
haar stem te leggen.
(Wordt vervolgd).