Engelse lords als parkwachters op eigen landgoederen rjn Ukcuècn NEDERLAND TEGEN DUITSE EN BELGISCHE KOLENKARTELS VLUCHTELINGEN UIT CHINA IN NEDERLAND AANGEKOMEN DE SPAARBANKEN ZIJN TEVREDEN OVER GROEIENDE SPAARZIN MAANDAG 17 MEI 1954 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT HEKKENGELD EEN BRON VAN INKOMSTEN Als alles in bloei staat komt het publiek bij drommen (Van een speciale verslaggever) LONDEN, Mei Wanneer de bomen in Hyde Park beginnen uit te bot ten en de bezoekers van de exclusieve clubs in Pall Hall er de jas by hebben uitgetrokken, begint het merkwaardigste aller Engelse seizoenen. Herto gen, markiezen en graven stellen dan hun „stately homes" voor het publiek open en als „de zaak" tenminste wil bloeien alle omliggende bossen en tuinen. Want een dag picknicken op gladgeschoren grasvelden of onder machtige, verweerde eiken, schgnt meer aantrekkingskracht voor de En gelse stadsbewoner te hebben dan de oude kunstschatten ,spookkamers of geheime gangen. Een kasteel zonder uitgestrekte parken „doet" het ge woonlijk niet. De dagindeling van een nobele, doch arme Lord ziet er, in carricatuur al thans, ongeveer als volgt uit: 's Mor gens om zeven uur wordt hij door zijn enig overgebleven butler gewekt met de roep: „Mylord opstaan! Zo meteen komen ze weer en ik moet uw 2d nog opmaken. Opstaan Mylord!" Als de Lord zich door zeven gangen over on telbare trappen naar de eetzaal heeft gespoed, zit Mylady daar al op hem te wachten. „Opschieten, George", zegt ze, terwijl ze hem wat toast met bonen op zijn bord schuift. „Je moet de sabel van de oom van je overgrootvader nog repareren. Een vrouw heeft haar gis teren van de muur gehaald en 't ge vest verbogen. Dat schilder#, .waarop je vader in generaalsuniform staat, moet je ook nog even rechthangen. Iemand schijnt er aan getrokken te hebben". In tuinhuis. Twee uur later is de Lord met een boek over tropische vlinders naar zijn (afgesloten) tuinhuisje verhuisd. Het werk is weer gedaan en de mensen, die zich met kinderwagens en tenten voor het hek van de oprijlaan hebben ver drongen zijn binnengelaten. En als het publiek: kletsende vrouwen, dreinen de kleuters en spelende knapen, door zijn slaapkamer, zijn eetzaal en zijn andere 49 vertrekken dwaalt, als het zijn bloemperken vertrapt en zijn grasvelden met boterhampapiertjes bestrooid, blijft onze Lord daar maar rustig in zijn tuinhuisje zitten. Alleen als er Amerikanen komen, gaat hij ei- even uit om ze, vanwege de vorste lijke fooien, persoonlijk rond te leiden. 's Avonds als de klok van de kasteeltoren luidt, ten teken dat het landgoed voor de rest van de nacht gesloten zal worden, verhuist de Lord weer naar zijn doorluchtige woning. In de burchtzaal, waar de half-ver- roeste harnassen van zijn voorvaderen staan, telt hg dan de zilverstukken na, .die de mensen voor het verblijf .op zijn landgoed betaald hebben. Als het een goeie dag is geweest, zucht hij vol daan: Nu kan ik een week in het huis 7 54 1954 Van 16 Juni tot en met 14 Augustus zal de Nederlandse P.T.T. een boni- fatiuszegel" van 10 cent in lichtblau we kleur verkrijgbaar stellen, ter herinnering aan de apostel Bonifa- tius die 1200 jaar geleden bij Dokkum werd vermoord. Eet zegel is ontworpen door de kunstenaar Hubert Lovigne te Maastricht, die ook de beeltenis en de achtergrond graveerde. De tekst, de waarde-aanduiding en de jaartallen zijn getekend door de heer Andrè van der Vossen te Over- veen. mijner vaderen blijven". En als het een héle goeie dag is geweest, drinkt hij, samen met Mylady, een glaasje port. Beschaafder beeld. Op deze manier heeft een spotter het leven van een moderne Engelse Lord beschreven. Een Lord, die ten koste van alles op het oude familie bezit wil blijven wonen, doch die er eigenlijk geen contanten voor heeft. In werkelijkheid is dit bijna cynisch afgeschilderd beeld heel wat be schaafder. De Engelse Lord, die in geldnood verkeert, mag zijn kasteel voor het publiek hebben opengesteld, zelf woont hij toch nog altijd in een afgesloten vleugel, of in een „cottage" in een afgeschoten hoek van zijn land goed. En wat de Engelse stadsbewo ners betreft, de mensen die op vrije dagen naar opengestelde kastelen of buitenplaatsen trekken, ze gedra gen zich heel wat beter dan de grap penmaker heeft voorgesteld. Men be hoeft slechts door Regent's Park of St James' Park te wandelen om onder de indruk te komen van de opvallen de ordentelijkheid van het Engelse pu bliek te komen. Dit alles neemt niet weg dat man nen als de Hertog van Marlborough, de graaf van Salisbury en Lord Mon tagu van Beaulieu er slecht aan toe zijn. O. zeker, ze hebben bezit genoeg, zeer kostbaar bezit zelfs. Maar him tegenwoordige inkomens znn te laag om hun erfgoederen te onderhouden. Men behoeft de progressief naar bo ven gaande Britse belasting-tabellen maar te bekijken, om de klachten van deze arme, rijke Engelse adel te be grijpen. Bij een inkomen van een mil- lïoen gulden per jaar bijv. geen uit zondering in Engeland verdwijnt 94 procent van dit bedrag in de zak ken van de fiscus. Rekent men hier nog bij dat de staai abnormaal hoge successierechten .left, dan is het niet moeilijk na te gaan, hoe slecht een Lord, die bijv. de tweede of derde ti telhouder sinds de oorlog is, er op het gebied van liquide middelen voorzit. Zyn er aan de ene kant edellieden, die reeds tot de gedeeltelijke of alge hele verkoop van hun bezittingen zijn overgegaan, aan de andere kant zijn er even zovelen, die zulks om gevoels redenen nooit zullen doen. De laat- sten, als ze tenminste slecht bij kas zitten, zijn daarom verplicht aan het seizoen van de „statÜy homes" mee te doen. Het „hekkengeld" 'gemiddeld ongeveer een gulden per persoon) is een begeerlijk appeltje^voor de dorst geworden. Op Op vermaarde buitenplaat sen als Blenheim Castle, Hatfield en Longleat bedroeg het om en nabij hon derdduizend gulden, per seizoen. Uit dit verhaal moet inmiddels hier de conclusie getrokken worden dat al le Engelse Lords op het punt staan parkwachters te worden. Vooral on der de nieuw gecreëerde adelsucces rijke mosterdfabrikanten, bierbrou wers, generaals, zijn r millionnairs genoeg. En ook de grootgrondbezit ters zijn niet te beklagen. De hertog van Buccleuch bijv. bezit 125.000 hec taren land, waarvan meer dan de helft in Schotland ligt. De hertog van Su therland is eigenaar van 80.000 hec taren en de hertog van Westminster regeert over 15.000 hectaren. De laat ste bezit bovendien nog 600 „golden acres" in het hartje van Londen. Al leen de waarde hiervan wordt op vierhonderd millioen gulden geschat. MAATREGELEN TOEGEZEGD, In strijd met Verdrag voor Kolen- en Staal- gemeenschap. Een toezegging der Hoge Autoriteit der gemeenschap voor Kolen en Staal om binnen een half jaar maatregelen te nemen tegen de kolenkartels heeft de Nederlandse regering er toe gebracht af te zien van haar voor nemen zich tot het gerechtshof der gemeenschap te wenden met een ver zoek tot ingebrekestelling van de hoge autoriteit inzake het door haar ge voerde kartelbeleid. Minister Zylstra, die de Vrijdag in de gemeenschappelijke vergadering der E.K.S.G. gehouden debatten heeft bijgewoond, deelde aan het A.N.P. mede, dat hij de Hoge Autoriteit der gemeenschap van dit besluit op de hoogte heeft gebracht, nadat hij van dit gezagsorgaan toezeggingen voor de verder te voeren kartelpolitiek heeft ontvangen, die door de Neder landse regering bevredigend geacht worden. De Nederlandse regering heeft zich evenwel het recht voorbehouden in een later stadium deze procedure tot ingebrekestelling aanhangig te ma ken. wanneer naar haar ^ordeel de uitvoering van de door het gezags orgaan toegezegde maatregel daar aanleiding toe zou geven. Zoals men weet heeft de Nederlandse regering bezwaar tegen de vaststelling van maximumkolenprijzen. Minister Zijlstra deelde mede, van de Hoge Autoriteit de verzekering te hebben ontvangen, dat tegen bestaan de verkooporganisaties in de Roer en in België een procedure is geopend. Een door de Hoge Autoriteit ingestel de administratieve enquete heeft reeds uitgewezen, dat deze organisa ties in haar huidige vorm in strijd zijn met de bepalingen van het verdrag. De mechanisatie van de landbouw op Nieuw Guinea schrijdt voort.' Met tranen van ontroering in de ogen heeft Zondagavond laat een groepje bejaarden, invaliden en ge brekkige vluchtelingen de voet gezet op Schiphol in het land, dat na vele jaren van rondzwerven over vele de len van de aardbol, hun vaderland zal worden. Een speciaal gecharterd toestel van de Scandinavische luchtvaart maatschappij de „Erik Viking", bracht 18 Wit-Russen, die hun ge boorteland vele jaren geleden hebben moeten verlaten en naar China of el ders zgn uitgeweken, in de gastvrije handen van de helpers en helpsters Soldaat bij schietoefening omgekomen. Naar eerst thans is bekend gewor den is de soldaat A. A. H. van Hooff uit Tilburg in het Sint Eiisabeth-gast- huis te Arnhem overleden Hij had Woensdag een schot in het onder lichaam gekregen, toen een pistool, waarmede een vaandrig demonstreer de tijdens een rustpauze bij schiet oefeningen op de Westerheide bij Harskamp, plotseling afging. Chirur gisch ingrijpen mocht niet meer ba ten. Soldaat Van Hooff behoorde tot de te Amsterdam gelegerde tweede compagnie van het regiment Inten dance-troepen. Generaal Franco schreef over Gibraltar. Generaal Franco heeft in een arti kel, dat hij onder een pseudoniem in een dagblad schreef, verklaard, dat het recente bezoek van koningin Eli zabeth aan Gibraltar de reeds be staande meningsverschillen tussen Spanje en Groot-Brittannië heeft ver groot. Franco verklaarde o.m. dat de smokkelhandel en speculatie, die in Gibraltar een middelpunt vinden, zul len ophouden te bestaan" en dat „het Spaanse gebied rondom de vesüng niet meer het toneel zal zijn van los bandig vermaak van het Britse sol datenvolk". 0 Na de zware stormen, die in het af gelopen weekeinde bij Noord-Japan heb ben gewoed, worden nog 87 Japanse vis sersschepen vermist. Men gelooft, dat 4 schepen door de Russen zijn aangehou den. nadat zij in Russische territoriale 'ateren terecht waren gekomen. Bij vooraanstaande bedden- zaken en woninginrichters. Fabrikanten Spakman Co. N.V. Weiep (6LD) der „stichting oecumenische hulp aan kerken en vluchtelingen", die voor htm herstel en voor hun assimilatie in Nederland gaat zorgdragen. Van de 18 lijden er elf aan tubercu lose, enkelen hebben een chronische ziekte en de anderen zrjn hulpbehoe vend en invalide. De t.b.c.-patienten zullen in de Nederlandse sanatoria worden ondergebracht. Isabella Patino overleden Isabella Patino, dochter van de gelijknamige Boliviaanse tinkoning, die enkele maanden geleden, na he vig verzet van haar vader overwon nen te hebben, in het huwelijk trad met David Goldsmith, zoon van een welgesteld Brits hoteleigenaar, is Zaterdagochtend te Pargs aan een hersenbloeding overleden. Zij was Vrijdag jj. in een ziekenhuis opgeno men. Het meisje bereikte de leeftijd van negentien jaar. Haar echtgenoot en haar schoonouders bevonden zich aan haar sterfbed. Zij overleed, na het leven te hebben geschonken aan een dochter. Brits koninklijk paar te Londen teruggekeerd. Koningin Elizabeth II en haar ge maal de Hertog van Edinburgh keer den na hun wereldreis te Londen te rug. De Koningin zette om ongeveer kwart over drie voet aan wal op de kade van Westminster Daarop reed de koninklijke familie in een rijtuig, be spannen met zes paarden naar het Buckingham paleis, Op de route, die de koninklijke stoet volgde, vielen 150 mensen flauw aan wie eerste hulp werd geboden. Twee politiepaarden liepen op de menigte in, één paard moest daarna medisch worden behandeld. Het koninklijk paar verscheen met de kinderen tot tweemaal toe op het balkon van het paleis. 0 In tegenwoordigheid van een groot aantal genodigden ls Vrtldsgavond te Scheemda de jeugdherberg annex Dorps huis „Esborg" officieel geopend. VERSLAG VAN SPAARBANKBOND Zestien procent van nationale inkomen. (Van onze economische medewerker) Dat er in het afgelopen jaar goed gespaard is, wisten wij al uit de cyfers van de algemene Spaarbanken en de rijkspostspaarbank, welke elke maand gepubliceerd worden. Maar minder bekend is, dat er veel meer gespaard wordt dan bij deze instellingen op voortreffelijke wijze worden vvy hieraan herinnerd door het jaarverslag 1953 van de Nederlandse Spaarbankbond, dat vandaag is ver schenen. Er kan inderdaad op verschillende wijzen gespaard worden: door winsten niet uit te keren, door pensioen- en verzekeringspremies te betalen, door geld naar de spaarbank te brengen. Kortom, al het geld dat ontvangen wordt als inkomen en dat niet op enigerlei wyze voor de consumptie wordt gebruikt, wordt als besparing beschouwd: voor het bedryf, het gezin en de overheid. Beschouwen wij Nederland als één geheel, dan blijkt er in 1953 door ons allen (gezinnen, bedrijven, verzeke ringsfondsen en overheid) voor 3470 millioen te zijn gespaard tegen 3160 millioen in 1952 en 2960 millioen in 1951. In 1953 was dat 16% van het nationale inkomen. Dank zij die enorme besparingen konden de investeringen in de bedrij ven toenemen, kon .er kapitaal naar het buitenland terugvloeien en kon er een eind gemaakt worden aan de in tering op de voorraden: in 1953 was er dan ook weer sprake van een ge ringe voorraadvorming door en bij het bedrijfsleven. Wij kunnen ook zeggen, dat in het afgelopen jaar het totale inkomen dank zg de grotere productie is ge stegen doch dat dit niet is gevolgd door een evenredig grotere consump tie door de gezinnen. Op zichzelf is dit zeer gezond, want die grotere be sparingen zijn dringend noodzakelijk om in de ondernemingen nieuwe kapi taalgoederen te vormen. Ook al trekken de spaarbanken dan maar een deel van de besparingen naar zich toe, dan is de ontwikkeling in 1953 toch gunstig voor haar ge weest. We lezen tenminste in het ver slag, dat het saldo van inleggingen boven terugbetalingen bil de algeme ne spaarbanken in 1953 145 millioen bedroeg (tegen 62 millioen in 1952) bij de rijkspostspaarbank 33 millioen (tegen 11 millioen in 1952) en bij de boerenleenbanken 117 millioen (te gen 98 millioen). Dit jaar gaat overigens nog cres cendo, want bij de algemene spaar banken werd er in het eerste kwartaal 1954 75 millioen gespaard en bij de rijkspostspaarbank 33 millioen. (tegen f 11 millioen in 1952) en bg de boerenleenbanken f 117 millioen (tegen f 98 millioen). Het is overigens wel aardig om op te merken, aat de positie van de Rijkspostspaarbank in dit trio ge leidelijk aan achteruitldopt. Eind 1949 had de Rijkspostspaarbank 35 procent van de spaargelden tot zich getrokken; eind 1953 nog maar 30 procent. De algemene spaarbanken daarentegen stegen van 27 tot 29% procent en de boerenleenbanken van 38 tot 40% procent. Beleggen. De spaarbanken geven het geld weer door. Globaal gesproken be leggen zij en nu nebben wij het alleen over de algemene spaarban ken 50 procent in effecten (gro tendeels natuurlijk overheidspapier, hoewel dat niet wordt toegelicht), 14% procent in hypotheken, 25 pro cent in onderhandse leningen aan de overheid en 7% procent als ren teloos tegoed bij de Nederlandsche Bank. Wij zien dus wel, dat alles zo safe mogelijk belegd is. dat er van een toestroming van de spaar gelden- naar de risicodragende sec tor geen sprake is. Hoe komt het nu, dat de bespa ringen in het algemeen maar ook het sparen via de spaarbanken is toegenomen? Per slot van rekening kan men, bij een groter gezinsinko men. ook meer gaa: verbruiken. In de eerste plaats is natuurlijk de grote inhaalvraag van pas na de oorlog verdwenen. Men legt daarom gemakkelijker wat op zij en dit durft men en dit is een tweede belang rijke factor met een gerust hart te doen. omdat de guldeD weer een veilig bezit is geworden: de angst voor devaluatie is geheel verdwe nen. En ten slotte moeten wij de grote activiteit van de spaarbanken noemen, die elk middel aangrijpen om het spaarvermogen, dat dus aan wezig was, om te zetteD m spaar- lust. En niet tevergeefs. MAR' MARYBURCHELL 8 Voor een schildersezel stond een blond meisje, Jat zich blijkbaar heel ernstig aan de edele kunst wijdde. Bij Fiora's binnentreden keek de schilde res de kamer door, met een blik, als of 't herhaalde kloppen op de deur haar niet in hetminst op de komst van wie dan ook had voorbereid. Ze was nogal knap, met het mooie zachte haar, dat in een dichte golf over het voorhoofd hing en dezelfde blauwe ogen als haar broer, maar minder angstaanjagend fel. Een ogenblik keek ze Flora aan, alsof ze niet wist, hoe haar wat men ■noemt thuis te brengen: toen wierp ze het palet weg en riep: „Maar Flo ra! Ik had je helemaal niet horen aan komen. Het spijt me, beste kind. Ik was van plan geweest je af te halen". Meteen kwam ze de kamer door, greep Fiora's beide handen en kuste haar ontroerend, teder en oprecht. „O, wat ellendig! Er zal wel niemand aan de trein geweest zijn, want ik weet zeker, dat noch Nan, noch Lu cas de moeite hebben genomen. Ik had op de tijd moeten letten". „Och, het komt er niet op aan", zei Fiora glimlachend en na het vooraf gebeurde onbeschrijfelijk verrast door deze hartelijke begroeting. „Je was ker verdiept in je schilderen?" „Dat vrees ik ook. Zo ben ik nu een- zeker verdiept in je „Dat vrees ik ook, maal' „Mag ik eens kijken?" zei Fiora, nog met haar hand in die van Adèle naar het schilder# lopend. ,,'t Is helemaal amateurswerlc met alle fouten ervan", verzekerde Adèle. „Is dat zo?" vroeg Fiora, het doek ernstig bekijkend. „Ik zou het niet kunnen zeggen, want van kunst heb ik niet genoeg verstand. Maar... het lgkt me toch wel erg levend". Nu lachte Adèle, terwijl ze Fiora hartelijk omhelsde. „O", riep ze, ,',je bent een schat! Iets prettigers had je niet kunnen zeggen, 'c Is maar een ko renveld, zie je. maar ik heb zo ernstig geprobeerd, de indruk van het door de zon beschenen koren en 't gewirwar van de insecten weer te geven. Krijg je die indruk ook werkelijk?" „Ja", knikte Fiora ernstig. „Dat is het precies. Je moet wel veel talent hebben, Adèle". „Och, dat weet ik niet", was het met een zucht gegeven antwoord. „Soms houd ik mezelf voor een genie en dan weer besef ik, dat ik een stom meling ben. Boven alles zou ik wen sen naar Londen te kunnen gaan, om daar ernstig te studeren". „Waarom doe je dat dan niet?" „Waarom ik het niet doe?" her haalde Adèle, lachend, maar zonder bitterheid. „O, je bent een beste, hoor! Ik laat het om dezelfde reden waarom de meeste mensen niet doen wat ze graag zouden willen. Er is geen geld voor zulke dingen". „O", zei Fiora, die nu met meer ge noegen en geestdrift over haar vier- -en-tachtig duizend pond dacht dan ooit te voren. Slechts de herinnering aan meneer Bircombe en diens raad om „langzaam-aan" te doen weer hield haar van de belofte, dat zij dit lieve nichtje dat eigenlijk geen nichtje was wel het benodigde geld zou verschaffen. Ze bepaalde zich tot de vage toezegging 't eens te zullen overleggen en nagaan, „of er ook wat op gevonden kon worden". Adèle glimlachte slechts en ging er niet verder op in. In. plaats daarvan duwde ze Fiora in een brede, gemak kelijke stoel en vroeg: „Vertel me nu iets over je aankomst? Heb je Nan al gezien?" „O, ja". „Hoe vind je haar?" ,Tot nu toe had ik nooit iets van „Dat vind ik ook, Lucas denkt daar anders over, maar hg mag haar niet ljjden. Dat kan ik je gerust vertellen. Geen van beiden steekt het onder stoe len of banken, dat ze niets van elkaar moeten hebben". „Je broer schgnt niet iemand, om van zijn hart een moordkuil te maken" merkte Fiora droogjes op. Adèle keek haar glimlachend aan. „O, dus je hebt ook al met Lucas ken nis gemaakt?" Bedachtzaam streek Adèle beide handen over haar met verf bedekte jurk. ,,'t Spijt me, dat Lucas naar het schgnt geen al te best figuur heeft ge slagen". „Niet zo heel best. Maar trek het je niet aan. Een mens kan niet altijd af gaan op eerste indrukken. Misschic zal ik later anders over hem denken" Terwijl ze dit zei, had Fiora het ge voel, toch nóóit van mening te zullen veranderen. Maar Adèle viel zo bij haar in de smaak en had haar zó har telijk verwelkomd, dat er wel enige rekening gehoude. moest worden met haar zusterlijke gevoelens. „Lucas is moeilyk te verontschuldi gen als hij 't op zijn heupen heeft", §af Adèle ronduit toe. „Ik kan alleen rj wijze van excuus aanvoeren, dat hg het samenwonen met Nan veel erger vindt dan ik. Vader heeft m.i. een grote fout gemaakt, door in zijn tes-, tament een situatie te scheppen, die wel op herrie tussen Nan en Lucas moest uitlopen". „Heeft hij dat?" vroeg Fiora, die uiteraard speciaal belang steldé in testamenten Glimlachend hernam Adèle: „Man nen zgn zo dom. Vooral mannen van middelbare leeftijd, die trouwen met luchthartige jonge vrouwen. Hij wist, dat Nan absoluut niet met het be stuur van een landgoed op de hoogte was en liet dit dus aan Lucas over; wat in elk geval was zoais 't behoor de, omdat het al lang familiebezit was geweest. Anderzijds evenwel zeker uit billijkheidsoverwegingen schonk hij Nan voor haar gehele le ven, ten minste indien ze niet zou hertrouwen, het vruchtgebruik van al 't geld, zolang zij op Brierley Manor bleef wonen. Vermoedelijk was papa onnozel genoeg om te geloven, dat ze althans een deel van haar inkomen aan de instandhouding, het onder- houf ;m 't goed zou besteden. Blijk- baa had hij, ondanks hun zesjarig I huwelijk, zgn tweede vrouw absoluut niet leren kennen. Hg wist niet, dat bij Nan één ding 't andere overheerst: Geld, dat ze in handen krijgt, wordt regelrecht voor haar toilet etc. be steed of ook voor een andere idiote buitensporigheid". Fiora herinnerde zich de weelderi ge overvolle kamer, waar ze haar jonge tante had aangetroffen. „Ik heb dit in de eerste vijf minuten al gedacht", merkte ze op. „Dat zou iedere vrouw met gezond verstand doen, veronderstel ik. lach te Adèle. „Maar die arme papa deed het niet. 't Resultaat is, dat Lucas, zelf dol op Brierley Manor en alles wat daarmee verband houdt, nu Nan het geld ziet verkwisten, dat zo hard nodig is voor het landgoed. Soms ge loof ik, dat als hij een moordzuchtig karakter had, hij Nan al een jaar of 1 ger geleden^gewurgd zou hebben", besYoot°ze zuchtt Fiora wierp haar een ontstelde blik toe. In de korte tijd na haar komst hier had zij Fiora, nu reeds twee maal iemand over lust tot moorden horen spreken, 't Is waar, ze moest die woor den niet zo letterlijk opvatten, maar in elk geval bleek er uit. hoe gespan nen, ja een crisis nabij de toestand in dit huis was; van een rustig, prettig leven kon op die manier moeilijk spra ke zijn. „Betekent het landgoed dan zoveel voor hem?" vroeg ze, vergeefs probe rend, een klank van sympathie in haar stem te leggen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1954 | | pagina 5